In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Vechtstromen beoordeeld. Eiseres, die een melkveebedrijf exploiteert op ongeveer 50 hectare grond nabij de beek, heeft beroep ingesteld tegen het projectplan dat op 21 november 2023 is vastgesteld. Dit projectplan betreft de herinrichting van de beek en is onderdeel van een breder totaalplan dat maatregelen bevat ter uitvoering van de Kaderrichtlijn Water en doelen van het Natuurnetwerk Nederland. Eiseres vreest dat de uitvoering van het projectplan zal leiden tot verdere vernatting van haar percelen, wat nadelige gevolgen voor haar bedrijf zou hebben.
De rechtbank heeft op 8 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van verweerder. De rechtbank concludeert dat verweerder het projectplan zorgvuldig heeft voorbereid en de gemaakte keuzes voldoende heeft onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de vrees van eiseres voor vernatting niet voldoende is onderbouwd en dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om het projectplan vast te stellen. De rechtbank wijst het verzoek van eiseres om onafhankelijk onderzoek af, omdat er geen concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de adviezen die aan het besluit ten grondslag liggen.
De rechtbank concludeert dat de belangen van eiseres voldoende zijn meegewogen en dat de gevolgen van het projectplan niet onevenredig nadelig zijn. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het projectplan in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van de proceskosten.