6.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Artikel 38m, vierde lid, Sr bepaalt dat de rechter eerst tot oplegging van de ISD-maatregel kan overgaan nadat hij een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de maatregel heeft doen overleggen.
De rechtbank heeft in dit kader kennis genomen van het op 15 oktober 2024 door [naam 2], reclasseringswerker bij GGZ Tactus Zwolle, uitgebrachte reclasseringsadvies, welk advies ter zitting is onderschreven door [naam 1], reclasseringswerker te Leeuwarden. In het reclasseringsrapport wordt onder meer het volgende geschreven.
Bij verdachte is sprake van instabiliteit op alle leefgebieden. Verdachte heeft geen stabiele huisvesting, geen inkomen, geen steunend netwerk en geen dagbesteding. Naast de problemen op praktisch gebied is ook sprake van problematisch middelengebruik en gebrekkige verantwoordelijkheid bij verdachte.
Het ontbreekt verdachte aan adequate vaardigheden om een stabiel leven op te bouwen en hij heeft geen inzicht in zijn eigen aandeel hier in. In de afgelopen jaren is verdachte met regelmaat in beeld gekomen bij de reclassering. Vanuit de reclassering is forse inzet gepleegd om samen met verdachte toe te werken naar meer stabiliteit op de verschillende leefgebieden. Enkel in de afgelopen zomer heeft verdachte tweemaal de kans gekregen om binnen een klinische setting behandeling te ontvangen. Beide keren stagneerde deze behandeling door middelengebruik en de houding van verdachte. Ondanks het feit dat tweemaal in zeer korte tijd een behandeling stagneerde heeft de reclassering extra inzet gepleegd door verdachte te verwijzen naar een beschermde woonvorm, zodat verdachte in elk geval enige stabiliteit zou kennen. In deze beschermde woonsetting heeft verdachte zich vanaf de eerste dag niet aan de regels en afspraken gehouden en na meerdere waarschuwingen is na een week de samenwerking beëindigd.
Tactus Reclassering schat verder het risico dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen hoog in. Ook het risico dat verdachte zich zal onttrekken aan voorwaarden schat zij hoog in, gelet op haar ervaringen met toezichtstrajecten uit het verleden bij verdachte. Tactus Reclassering komt in haar rapport tot het advies om een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen, omdat minder stringente hulpverleningstrajecten geen soelaas hebben geboden en naar haar verwachting niet zullen bieden.
De rechtbank komt op grond van deze rapportage tot het oordeel dat de maatregel tot plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders dient te worden opgelegd.
De rechtbank stelt vast dat aan de in artikel 38m Sr gestelde voorwaarden voor het opleggen van de ISD-maatregel is voldaan.
De rechtbank stelt verder vast dat diefstal een misdrijf is waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en dat uit het strafblad van 17 oktober 2024 blijkt dat verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan deze door haar begane misdrijven tenminste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld en dat het bewezen verklaarde feit is begaan na de gehele tenuitvoerlegging van deze straffen.
De rechtbank heeft in dat verband in het bijzonder gelet op de navolgende onherroepelijke veroordelingen ter zake van misdrijven:
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 11 juli 2023 (parketnummer 18.152385.23), waarbij verdachte voor diefstal werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, welke straf op 18 september 2023 geheel ten uitvoer was gelegd;
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 3 april 2023 (parketnummer 18.076638.23), waarbij verdachte voor vernieling en belediging werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 dagen, welke straf op 11 april 2023 geheel ten uitvoer was gelegd.
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2023 (parketnummer 18.055694.23), waarbij verdachte voor diefstal, belediging en lokaalvredebreuk werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken, welke straf op 16 maart 2023 geheel ten uitvoer was gelegd.
Gelet op het aantal misdrijven waarvoor verdachte is en wordt veroordeeld en gelet op de problematiek van verdachte zoals die is beschreven in de reclasseringsrapportage, is de rechtbank van oordeel dat niet valt te verwachten dat verdachte stopt met het plegen van strafbare feiten, zodat de veiligheid van goederen en personen eist dat aan de verdachte de ISD-maatregel wordt opgelegd.
De rechtbank ziet in het betoog van de raadsman geen aanleiding om af te zien van de oplegging van deze maatregel.
Het doel van de ISD-maatregel is primair de beveiliging van de samenleving door een langere vrijheidsbeneming van hardnekkige veelplegers. Verdachte behoort zonder meer tot deze groep aangezien hij aan de lopende band strafbare feiten pleegt. Daarnaast kan binnen dit traject worden gewerkt aan de verslavingsproblematiek van verdachte en een geschikt vervolgtraject voor hem worden gezocht. Hoewel dit niet het primaire doel is van de maatregel acht de rechtbank dit zeer wenselijk.
De rechtbank ziet geen mogelijkheden om dit binnen een ander traject dan de ISD-maatregel plaats te laten vinden. Gebleken is dat het ondanks meerdere pogingen niet is gelukt om een andere plek voor verdachte te vinden waar hij zijn hulpverleningstraject succesvol en volledig kan doorlopen.
Naar het oordeel van de rechtbank resteert daarom geen andere mogelijkheid dan het opleggen van de ISD-maatregel ter beveiliging van de maatschappij.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte te realiseren en een plan van aanpak van haar problematiek alle kansen te geven en voorts de maatschappij optimaal te beschermen is het van belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen. De rechtbank zal de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel teneinde te waarborgen dat verdachte aan het gehele traject gedurende een periode van twee jaar kan deelnemen.
Op grond van het voorgaande zal de rechtbank ten aanzien van het bewezen verklaarde feit de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren opleggen.