Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
– met zijn hand over de billen van een onbekend gebleven vrouw (zwart haar, witte riem p. 75) te vegen/strelen, althans de billen van een onbekend gebleven vrouw (zwart haar, witte riem p. 75) te betasten en/of
te betasten en/of aan te raken en/of
3.De bewijsmotivering
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 november 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], pagina 16 en 17;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], pagina 22 en 23;
- het proces-verbaal van bevindingen, pagina 75 en 76;
- het proces-verbaal van bevindingen, pagina 61 en 62;
- het proces-verbaal van bevindingen, pagina 92 en 93.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) dagen;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
150 (honderdvijftig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
75 (vijfenzeventig) dagen;
50 (vijftig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
toetot een bedrag van
€ 175,99(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2023);
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 175,99, (zegge: honderdvijfenzeventig euro en negenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van drie dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;