ECLI:NL:RBOVE:2024:6420

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
11268860 CV EXPL 24-2826
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak vordert Stichting Welbions in kort geding de ontruiming van een huurwoning door gedaagde, die ernstige overlast veroorzaakt aan zijn buren. De kantonrechter te Enschede heeft op 29 november 2024 uitspraak gedaan. Gedaagde huurt een woning van Welbions en heeft een huurovereenkomst voor bepaalde tijd, die op 15 augustus 2024 eindigde. Welbions heeft herhaaldelijk klachten ontvangen over geluidsoverlast en intimiderend gedrag van gedaagde. Ondanks meerdere waarschuwingen en gesprekken met gedaagde, heeft hij geen verbetering laten zien. Welbions heeft de huurovereenkomst op 23 mei 2024 opgezegd en gedaagde verzocht de woning te verlaten, maar hij heeft hier niet aan voldaan. De kantonrechter oordeelt dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd en dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, met een termijn van 14 dagen voor gedaagde om de woning te verlaten. Daarnaast wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 11268860 CV EXPL 24-2826
Vonnis in kort geding van 29 november 2024
in de zaak van
Stichting Welbions,
gevestigd te Hengelo,
eisende partij, hierna ook wel te noemen Welbions,
gemachtigde mr. A. Ҫapkurt,
tegen
[bewindvoerder] , h.o.d.n. [bedrijf] ,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer [gedaagde] ,
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [bewindvoerder] ,
gemachtigde: mr. A. aan het Rot,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- de brief van Welbions van 14 november 2024 met aanvullende producties,
- de mondelinge behandeling op 15 november 2024,
- de spreekaantekeningen van gedaagde.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij vonnis van 26 februari 2018 heeft de kantonrechter te Enschede het bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [gedaagde] . Met ingang van 18 augustus 2018 is als bewindvoerder benoemd [bewindvoerder] , h.o.d.n. [bedrijf] te [vestigingsplaats] .
2.2.
Op 10 augustus 2023 heeft Welbions opgesteld het ‘Woonplan gekoppeld aan huurovereenkomst’. In het woonplan, dat is ondertekend door [gedaagde] , staat onder meer:
Relaties/sociale omgang
Afspraken: Er mag geen enkele vorm van overlast ontstaan door meneer, zijn bezoek of derden die vanwege meneer aanwezig zijn. Meneer is ook verantwoordelijk voor overlast dat door zijn bezoek veroorzaakt wordt.
(…)
Zorg/hulpverlening
Afspraken: Meneer ontvangt begeleiding op basis van een WMO indicatie. Deze begeleiding wordt gegeven door Stichting Socius Twente. Op het moment van overeenkomen van het woonplan moet de indicatie nog worden aangevraagd.
(…)
Afspraken over huurovereenkomst indien de begeleiding niet succesvol wordt afgesloten.
Bij niet voortzetten van de overeenkomst wordt 3 maand voor einddatum de overeenkomst schriftelijk opgezegd. Welbions verplicht zich in te spannen om alternatieve huisvesting te vinden. Bij geen ander alternatief kan contact gezocht worden met Maatschappelijke Opvang. Welbions is niet verantwoordelijk voor het vinden van alternatieve opvang.
2.3.
Op 15 augustus 2023 heeft Welbions een huurovereenkomst gesloten met [gedaagde] voor een woning aan de [adres] .
In artikel 3 staat:
De overeenkomst is met ingang van 15 augustus 2023 aangegaan voor één jaar met dien verstande dat deze huurovereenkomst onlosmakelijk verbonden is met de door huurder begeleidende instanties en Welbions ondertekende Woonplan d.d. 10 augustus 2023. Met goed resultaat wordt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd omgezet.
In artikel 8.2. staat:
In afwijking van, respectievelijk als aanvulling op de Algemene Voorwaarden zelfstandige woonruimte van verhuurder is het volgende overeengekomen:
  • De ondertekende Woonplan d.d. 10 augustus 2023 is onderdeel van deze overeenkomst.
  • Huurder gaat akkoord met begeleiding door Stichting Socius Twente.
  • Indien huurder zich niet houdt aan de bepalingen uit deze overeenkomst, de begeleidingsovereenkomst of het begeleidingsplan of indien de begeleidingsovereenkomst eindigt of wordt beëindigd, zal huurder de huurovereenkomst opzeggen, bij gebreke waarvan verhuurder een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst zal opstarten.
2.4.
Vanaf 29 augustus 2023 ontvangt Welbions klachten van omwonenden terzake overlast. Er wordt onder meer geklaagd over geluidsoverlast, ruzie en intimiderend gedrag.
2.5.
Naar aanleiding van de overlastmelding op 29 augustus 2023 gaat de heer [naam] , wijkcoach bij Welbions, dezelfde dag op huisbezoek bij [gedaagde] . [naam] constateert dat de muziek tijdens dat bezoek hard aanstond. [naam] heeft samen met [gedaagde] op straat geluisterd naar het geluid. Welbions heeft de interne begeleiding geïnformeerd.
Vanwege een nieuwe overlastmelding gaat [naam] op 7 september 2023 wederom op huisbezoek. [naam] heeft [gedaagde] uitgelegd dat het tussen 22:00 uur en 8:00 uur rustig moet zijn. [naam] heeft dit ook besproken met de begeleider.
Naar aanleiding van wederom overlast meldingen is [naam] op 112 september 2023 samen met de wijkagent op huisbezoek gegaan bij [gedaagde] .
Op 12 september 2023 vindt er een gesprek plaats met begeleiding, wijkagent en Welbions op kantoor van Welbions.
2.6.
Bij brief van 18 september 2023 heeft Welbions [gedaagde] o.a. gesommeerd om per direct te stoppen met de overlast. [gedaagde] ontvangt die brief in verband met aanhoudende overlastmeldingen.
2.7.
Op 3 oktober 2023 vindt er een gesprek plaats met [gedaagde] op het kantoor van Welbions. Hierbij is ook de begeleider van [gedaagde] aanwezig. Welbions heeft [gedaagde] daar een gedragsaanwijzing voorgelegd. [gedaagde] heeft de gedragsaanwijzing getekend.
2.8.
Op 11 oktober 2023 ontvangt Webions wederom een overlastmelding.
2.9.
Op 16 oktober 2023 ontvangt Welbions een email van de begeleider van [gedaagde] waarin wordt bericht dat de begeleiding is gestopt. Als reden wordt aangegeven dat [gedaagde] , ondanks eerdere waarschuwingen, de reputatie van de begeleiding in het geding heeft gebracht en hij zich diverse keren respectloos naar hen toe heeft opgesteld.
2.10.
In verband met het stoppen van de begeleiding en de overlast heeft Welbions [gedaagde] bij brief van 17 oktober 2023 verzocht vrijwillig over te gaan tot het opzeggen van de huurovereenkomst. [gedaagde] is hiertoe niet overgegaan.
2.11.
Op 30 oktober 2023 ontvangt Welbions wederom overlast meldingen. De politie is ook ter plaatse geweest. [gedaagde] is aangehouden. [gedaagde] heeft tot 5 mei 2024 in detentie verbleven.
2.12.
Welbions heeft bij brief van 23 mei 2024 het einde van de huurovereenkomst aangezegd per 15 augustus 2024. De aanzegging is herhaald op 9 juli 2024 en ook aan de bewindvoerder gestuurd. [gedaagde] heeft de woning niet opgeleverd en ontruimd.
2.13.
Ook in de maanden juni, juli, augustus, september en oktober ontvangt Welbions overlast meldingen. De politie is meerdere keren ingeschakeld.

3.Het geschil

3.1.
Welbions vordert in kort geding om [bewindvoerder] , in de hoedanigheid van bewindvoerder van de goederen van de heer [gedaagde] , te veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met alle goederen en al de personen die zijdens de heer [gedaagde] in de woning zijn en om de woning ter vrije beschikking van Welbions te stellen. Daarbij vordert Welbions om [bewindvoerder] in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
Ter onderbouwing van de vordering voert Welbions het volgende aan. Nu er sprake is van een tijdelijke huurovereenkomst voor de duur van één jaar en Welbions heeft voldaan aan de verplichting om [gedaagde] tijdig te informeren over de dag waarop de huurovereenkomst eindigt, is de huurovereenkomst op 15 augustus 2024 rechtsgeldig geëindigd. Er is geen sprake van opzegging van de huur, maar aanzegging van het einde van de huurovereenkomst. De aanleiding van de aanzegging van het einde van de huurovereenkomst is de enorme overlast die [gedaagde] veroorzaakt. Welbions heeft vaak contact met [gedaagde] gehad om de situatie te verbeteren, maar zonder resultaat.
Welbions had alle aanleiding om het einde van de huur aan te zeggen. De aanzegging past dan ook binnen de afspraken die partijen in het Woonplan hebben gemaakt.
De tijdelijke huurovereenkomst zou worden omgezet in een contract voor onbepaalde tijd mits [gedaagde] zou voldoen aan de voorwaarden. [gedaagde] verblijft vanaf 15 augustus 2024 zonder recht op titel in de woning. [gedaagde] maakt daardoor inbreuk op het eigendomsrecht van Welbions. Na de aanzegging van het kort geding heeft [gedaagde] buurtbewoners die meldingen over hem hebben gedaan, lastig gevallen en bedreigd.
Welbions wil de woning zo snel mogelijk ter beschikking hebben; daarom is een kort geding noodzakelijk.
3.3.
[bewindvoerder] , in de hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde] , voert verweer. In de eerste plaats wijst hij erop dat het de vraag is of de tijdelijke huurovereenkomst wel rechtsgeldig tot stand is gekomen. [gedaagde] was met Welbions in gesprek over een woning voor hem en zijn vriendin samen. Toen duidelijk werd dat Welbions de beoogde woning niet aan hen wilden verhuren had [gedaagde] zijn vorige huurovereenkomst al opgezegd. Hij had daarom weinig andere keus dan het Woonplan te ondertekenen. De indicatie voor begeleiding door Stichting Socius Twente moest op het moment van ondertekenen nog worden aangevraagd, dus op het moment van tekenen was er nog geen sprake van begeleiding bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
[gedaagde] viel daarom op dat moment dus niet in de categorie genoemd in artikel 22a Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, aan wie verhuur voor bepaalde tijd is toegestaan. Er is dus geen geldige huurovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten.
De huurovereenkomst kon daardoor niet door aanzegging worden beëindigd. De huur loopt door en de huur wordt stipt op tijd betaald. Voor ontruiming, omdat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning zou verblijven, is gezien het voorgaande in deze kort geding procedure is geen aanleiding.
3.4.
[gedaagde] betwist daarnaast dat er sprake is van ernstige overlast en voor bewijs is in deze procedure geen plaats. Het gaat om oude woningen en dat buren leef geluiden horen is onvermijdelijk. Veel klachten komen van een buurvrouw en zijn gedaan in de beginperiode, toen de woning nog nauwelijks was ingericht. De geluiden klinken dan nog meer door.
Dat hij de gedragsaanwijzing heeft ondertekend zegt niets; hij had op dat moment nog niet zijn huidige begeleider en hij had geen andere keus dan te tekenen.
Toewijzing van de gevorderde ontruiming zal grote gevolgen hebben voor [gedaagde] , die dan op straat komt te staan.

4.De beoordeling

4.1.
Welbions vordert in dit kort geding dat [bewindvoerder] als bewindvoerder van [gedaagde] de woning aan de [adres] ontruimt. Bij toewijzing van een vordering tot een zeer ingrijpende en meestal onomkeerbare maatregel als ontruiming in kort geding dient terughoudendheid te worden betracht, gelet op de waarborgen waarmee de wet de rechten van huurders van woonruimte omkleedt. Voor toewijzing van een dergelijke vordering zal dan ook slechts plaats zijn als deze vooruit loopt op een vonnis in een bodemprocedure waarbij met een grote mate van waarschijnlijkheid eveneens de ontruiming zal worden bevolen, terwijl bovendien sprake moet zijn van een zodanig ernstige tekortkoming en van een zodanig spoedeisend belang dat de beslissing in de bodemzaak niet kan worden afgewacht.
4.2.
Het vereiste spoedeisend belang is, gelet op de aard van de vorderingen en hetgeen Welbions daaromtrent gesteld heeft, aanwezig.
4.3.
Beoordeeld moet worden of tussen partijen rechtsgeldig een huurovereenkomst voor bepaalde tijd is gesloten.
In artikel 22a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 is bepaald dat woningbouwverenigingen een huurovereenkomst voor bepaalde tijd mogen aanbieden aan onder meer huurders met wie zij een tweede of laatste kans-huurovereenkomst aangaat of huurders met wie een tijdelijke huurovereenkomst gecombineerd met begeleiding als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: WMO) wordt afgesloten. Dat [gedaagde] niet behoort tot de groep van personen die in artikel 22a van voormelde regeling worden genoemd, heeft [gedaagde] onvoldoende aannemelijk gemaakt. Niet in geschil is dat [gedaagde] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst begeleiding ontving van Stichting Socius Twente. Het Woonplan is ook in aanwezigheid van de begeleider van Socius Twente door Socius Twente en [gedaagde] getekend. Deze begeleiding valt onder de categorieën genoemd in artikel 1.1.1 van de WMO.
4.4.
Het feit dat de indicatie voor de begeleiding op het moment van ondertekenen nog moest worden aangevraagd betekent naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet dat de tijdelijke huurovereenkomst niet geldig is overeengekomen. Daarbij is van belang dat al wel was geregeld welke instelling de begeleiding zou gaan doen (Socius Twente) en dat een medewerker van die Stichting betrokken was bij de totstandkoming van de overeenkomst en ook al tekende daarvoor. Bovendien was Stichting Socius Twente bekend voor [gedaagde] , omdat deze Stichting ook begeleiding gaf aan zijn vriendin. Dat er al een geldige indicatie is op het moment van tekenen van de overeenkomst is geen voorwaarde voor de toepasselijkheid van de uitzondering, bepaald in artikel 22a Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.
4.5.
Op grond van het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat aannemelijk is dat een bodemrechter tot het oordeel zal komen dat partijen rechtsgeldig een huurovereenkomst voor de duur van een jaar hebben gesloten en Welbions tijdig het einde van de huurovereenkomst heeft aangezegd. Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden had Welbions alle aanleiding om het einde van de huur aan te zeggen en past de aanzegging ook binnen de afspraken die partijen in het Woonplan hebben gemaakt.
4.6.
De huurovereenkomst is door de tijdige aanzegging op 15 augustus 2024 geëindigd. Dat betekent dat [gedaagde] sinds 15 augustus 2024 zonder recht of titel in de woning verblijft. De gevorderde ontruiming is daarom toewijsbaar. Dat [gedaagde] nog heeft aangevoerd dat de ontruiming grote gevolgen voor hem zal hebben omdat er geen alternatieven zijn, maakt dat niet anders.
4.7.
De ontruimingstermijn wordt bepaald op 14 dagen na betekening van dit vonnis. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [bewindvoerder] worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
4.8.
De proceskosten van Welbions worden begroot op:
- dagvaarding € 136,72
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 408,00 (2 punt x tarief € 204,00)
- nakosten €
105,00
Totaal € 779,72, te vermeerderen met de kosten van betekening.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [bewindvoerder] , in de hoedanigheid van bewindvoerder van de goederen van de heer [gedaagde] , om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met alle goederen en personen die zijdens de heer [gedaagde] in de woning zijn en om de woning ter vrije beschikking van Welbions te stellen;
5.2.
veroordeelt [bewindvoerder] , in de hoedanigheid van bewindvoerder van de goederen van de heer [gedaagde] , in de proceskosten van € 779,72, te vermeerderen met de kosten van betekening;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2024.
(RS(O)