9.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.141734.24 ten laste gelegde feit 1 heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05.100696.24 ten laste gelegde en het onder parketnummer 08.141734.24 feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
05.100696.24
het misdrijf: diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 4o van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid;
08.141734.24
feit 2
het misdrijf: diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 4o en 5o van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheden;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 05.100696.24 en het onder parketnummer 08.141734.24 feit 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij: [slachtoffer 1] van een bedrag van € 11.700,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2023) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 11.700--, (zegge: elfduizend zevenhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 93 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Weeda, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. J. Wentink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 december 2024.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 05.100696.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023071808. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 15 februari 2023, pagina 10 e.v.;
"Ik doe aangifte van diefstal van mijn sieraden. De weggenomen sieraden zijn geheel
mijn eigendom. Ik heb niemand toestemming gegeven tot het wegnemen van mijn sieraden.
Op woensdag 15 februari 2023, omstreeks 13:00 uur, was ik in mijn woning aan de
[adres 2] . Mijn woning bevindt zich in een flatgebouw. Ik hoorde dat de bel ging. Ik hoorde dat er een man vertelde dat hij bij mijn woning
moest zijn. Ik hoorde dat hij zei dat hij van het bedrijf [bedrijf] was en zei dat er
zand in de leiding zou zitten. Dit zou gevaarlijk zijn voor mijn gezondheid. Ik
opende de gezamenlijke voordeur van het flatgebouw. Er belde een man aan bij mijn
woning en ik opende de deur.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
(…)
- oranje hesje zonder mouwen;
- zwart jack onder het hesje.
Ik liet de man binnen in mijn woning. Ik hoorde dat de man zei dat hij naar de
badkamer moest en dat de waterleidingen goed moesten doorlopen. De kraan zou zeven minuten door moeten lopen. Ik liep voor de man uit naar de badkamer en wij stonden samen in de badkamer. Ik zag dat de man de deur van de badkamer sloot. Ik opende beide kranen van de wastafel en moest deze op het hardst zetten. De man zei dat hij dit niet zelf mocht doen. De man hield mij constant aan de praat in de badkamer.
Nadat het water zeven minuten had gestroomd vertelde de man dat hij vijftig eurocent zou moeten ontvangen en dat ik mijn bankpas op zijn telefoon zou moeten leggen. Ik zag dat de man een app had van "ABN AMRO". Ik heb geweigerd mijn bankpas op zijn telefoon te leggen, maar heb hem vijftig eurocent contant gegeven. Ik liep met de man vervolgens weer de woning uit en sloot mijn voordeur. Ik ben de gehele tijd bij de man geweest terwijl hij in mijn woning was.
Nadat ik mijn voordeur sloot liep ik naar de slaapkamer. Ik zag dat mijn slaapkamer
overhoop lag. Ik zag dat mijn sieradendoosjes op de kop lagen en dat mijn sieraden
weggenomen waren. De volgende sieraden zijn weggenomen:
- ketting van het merk Laponia, geel- met witgoud en platina;
- één armband van het merk Laponia;
- één gouden armband met schakels;
- één gouden slavenarmband;
- drie ringen van het merk Laponia, waarvan één met een briljant;
- één gouden ring met de inscriptie " [naam] " en tekens aan de buitenkant;
- één trouwring met een briljantje;
- één gouden ring met drie briljantjes.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 15 juli 2023, pagina 70 e.v.;
Op woensdag 15 februari 2023, tussen 13:00 en 14:10 uur, vond er een diefstal plaats door middel van een babbeltruc aan de [adres 2] .
Van dit incident zijn camerabeelden beschikbaar gesteld door de getuige.
Ik zie dat de camera zicht heeft op een gedeelte van het balkon, ik zie dat het balkon zich op de [nummer 1] verdieping bevindt. Ik zie voor het balkon op de begane grond een plantsoen, met daaraan sluitend een voetpad en daarnaast fileparkeerplaatsen. Daarnaast loopt de doorgaande weg. Links van het balkon bevindt zich de centrale toegangsdeur, deze is te bereiken via het voetpad.
Na 06.57 minuten zie ik dat er twee mannen in beeld komen lopen. Ik kan de mannen als volgt omschrijven:
persoon 1:
-geslacht: man
-postuur: normaal tot gezet
-huidskleur: licht getint
-leeftijd: ongeveer tussen de 35 en 45 jaar oud
-gelaat: donkere baard
-kledij: 'flat cap' (pet), blauwe jas, grijze spijkerbroek, donkere sneakers.
persoon 2:
-geslacht: man
-postuur: normaal
-huidskleur: licht getint
-leeftijd: tussen de 30 en 40 jaar oud
-kledij: blauwe pet, groene jas, donkere broek, donkere sneakers.
Ik zie dat de personen naast elkaar lopen. Ik zie dat persoon 2 een soort boekje in zijn hand houdt. Vervolgens zie ik dat de mannen via het voetpad naar de centrale toegangsdeur lopen.
Na 25.19 minuten, komen de twee zelfde mannen naar buiten lopen en kijken richting de
camera.
Ik zie dat persoon 2 een wit embleem op zijn pet heeft en zijn zakken van zijn vest gevuld zijn, dit zie ik aan de vorm van het vest. Ik zie dat persoon 1 een soort van grote buideltas op zijn buik draagt en deze ook gevuld is. Vervolgens lopen beiden personen rechts uit beeld.
Deurbel
Ik zie dat dit een voordeur camerabel betreft. De camera heeft zicht op het gangpad die langs de voordeuren op de [nummer 1] verdieping van de flat loopt. Tevens zie ik in beeld een parkeerplaats die tussen de flats ligt.
Ik zie dat na 06.45 minuten dezelfde twee personen onderin beeld komen en onder het gangpad van de [nummer 1] verdieping uit beeld gaan. Na 24.11 minuten komen echter weer dezelfde personen vanuit de flat aanlopen. Ik zie dat persoon 2 een oranje veiligheidshesje af doet.
Het proces-verbaal van herkenning van een persoon van verbalisant [verbalisant 2] van 8 juli 2023, pagina 84 e.v.;
“Herkenning
De persoon rechts in beeld met een blauwe pet, grijze trainingspak en groene jas op foto 1 herken ik als:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1994
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geslacht: Man
Nationaliteit: Nederlandse
Adres: [adres 1]
Postcode plaats: [adres 1]
BRP-nummer: [BRP-nummer]
Grondslag herkenning
Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden als hoofdagent in de noodhulp.
Ik heb [verdachte] meerdere malen staande gehouden en aangehouden. Ik herken hem dus goed. De laatste keer dat ik hem zag was op dinsdag 23 mei 2023 om 13:24 uur. Het contact duurde toen ongeveer 30 minuten. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken [verdachte] aan zijn postuur, huidskleur, gezichtsbeharing. Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij: Ik herken het trainingspak welke [verdachte] draagt. Ik herken [verdachte] aan zijn gezicht, lach, mond en ogen. Ik herkende hem na nadere bestudering van de foto. Over zijn (mogelijke) identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt.
Ik droeg geen voorkennis van de zaak waarin herkenning van de persoon werd gevraagd.”
Het proces-verbaal van herkenning van een persoon van verbalisant [verbalisant 1] van 6 juli 2023, pagina 88 e.v.;
“Herkenning
De persoon met groene jas met capuchon, blauwe baseballpet, grijze broek, zwarte
schoenen op still 2 herken ik als:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1994
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geslacht: Man
Nationaliteit: Nederlandse
Adres: [adres 1]
Postcode plaats: [adres 1]
BRP-nummer: [BRP-nummer]
Grondslag herkenning
Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden als hoofdagent in het basisteam Noordoost Twente. Ik heb [verdachte] meerdere keren gesproken bij meldingen. Tevens kwam ik [verdachte] meerdere keren tegen tijdens de surveillance in de wijk. De laatste keer dat ik hem zag was op woensdag 1 maart 2023 om 16:00 uur. Het contact duurde toen ongeveer enkele minuten. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken.
Ik herkende de verdachte in zijn geheel aan zijn postuur en vormen van zijn gezicht.
Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij:
Ik herkende de verdachte aan de volgende kenmerken:
Ik herkende hem onmiddellijk toen ik de still zag. Over zijn (mogelijke) identiteit
was mij door anderen geen informatie verstrekt.
Ik droeg geen voorkennis van de zaak waarin herkenning van de persoon werd gevraagd.”
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 19 mei 2023, pagina 92 e.v.;
“Ik vroeg getuige [getuige] hoe het precies in zijn werk was gegaan met het tonen van camerabeelden aan zijn bovenbuurvrouw van nummer [nummer 2] , aangeefster [slachtoffer 2] . [getuige] vertelde dat hij aangeefster bij toeval tegenkwam in de flat. Dat [slachtoffer 2] hem vertelde dat zij op maandag 15 februari 2023 was bestolen van haar sieraden. Dat er iemand bij haar was binnengedrongen onder valse voorwendselen. Dat deze man had verteld dat hij de leidingen kwam controleren. [getuige] sloeg hierop aan, omdat hij op die dag twee mannen bij de entree van de flat had horen praten over waterleidingen. [getuige] had camerabeelden van de voor en achterzijde van de flat. [getuige] heeft de camerabeelden teruggekeken van beide camera's en de beelden van beide door hem waargenomen mannen veiliggesteld. [getuige] maakte een screenshot van het vertrek van beide mannen, waarop beiden duidelijk zichtbaar waren, ook in hun gezicht. Dit screenshot heeft [getuige] aan aangeefster [slachtoffer 2] laten zien. [getuige] verklaarde dat hierop [slachtoffer 2] onmiddellijk verklaarde dat de persoon, die voorop liep de persoon was die bij haar binnen was geweest, de man met de baseballcap, met daarop een lichtkleurig embleem.
Ten aanzien van parketnummer 08.14134.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024058807. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 5 juli 2023, pagina 135 e.v.;
het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 november 2024 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.