ECLI:NL:RBOVE:2024:6388

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
08/154828-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval door gebruik van mobiele telefoon tijdens het rijden met zwaar lichamelijk letsel als gevolg

Op 2 december 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 34-jarige man, die zich schuldig heeft gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval. De verdachte gebruikte tijdens het rijden zijn mobiele telefoon, wat leidde tot een aanrijding met een vrachtwagen en een andere auto. Het ongeval vond plaats op 22 december 2023 op de N35 in Heino, waarbij de verdachte op de verkeerde weghelft terechtkwam. Door zijn onoplettendheid en het negeren van verkeersregels, zoals het gebruik van een mobiele telefoon en het overschrijden van dubbele doorgetrokken strepen, veroorzaakte hij een botsing die resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor de bestuurder van de andere auto, genaamd [slachtoffer]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het primair ten laste gelegde feit, namelijk het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel als gevolg. De rechtbank legde een taakstraf op van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar. De verdachte had eerder geen strafblad en toonde spijt voor zijn handelen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer, die langdurig in het ziekenhuis heeft gelegen en nog steeds herstellende is.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/154828-24 (P)
Datum vonnis: 2 december 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 november 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. P. Hoesstee, advocaat in Zutphen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) lichamelijk letsel werd toegebracht, dan wel dat hij de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden waardoor levensgevaar of gevaar voor lichamelijk letsel voor een ander te duchten was, dan wel dat door zijn gedragingen gevaar op de weg werd veroorzaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 22 december 2023 te Heino, gemeente Raalte als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Zwolle, gaande in de richting van Heino, daarmede rijdende over de weg, de Zwolseweg/N35, roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij met de (verkeers)situatie ter plaatse bekend is en/of terwijl het zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en/ofterwijl deze weg een (provinciale) N-weg is, waarbij de rijbanen van elkaar zijngescheiden door een dubbele doorgetrokken streep en/of terwijl tegemoetkomend verkeer (vrachtauto) reeds op korte afstand was genaderd,- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of- in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990een mobiele telefoon heeft vastgehouden en/of heeft bediend en/of- in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet aan zijn verplichting heeftvoldaan zoveel mogelijk rechts te houden en/of- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voornoemd reglement de (dubbele)doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverhardingbevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuiggeheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op dieweg (de Zwolseweg/N35) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer inbeide richting-, heeft bevonden en/of- (aldaar) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is gekomen met een op die voorhet tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander voertuig (vrachtauto),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 december 2023 te Heino, gemeente Raalte als bestuurder vaneen voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Zwolseweg/N35,- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of- in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990een mobiele telefoon heeft vastgehouden en/of heeft bediend en/of- in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden en/of- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voornoemd reglement de (dubbele)doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de Zwolseweg/N35) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richting-, heeft bevonden en/of- (aldaar) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is gekomen met een op die voorhet tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander voertuig (vrachtauto),en aldus in strijd met het in artikel 5a van de WVW94 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
meer subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 december 2023 te Heino, gemeente Raalte als bestuurder vaneen voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Zwolseweg/N35,- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of- in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990een mobiele telefoon heeft vastgehouden en/of heeft bediend en/of- in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet aan zijn verplichting heeftvoldaan zoveel mogelijk rechts te houden en/of- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voornoemd reglement de (dubbele)doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de Zwolseweg/N35) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richting-, heeft bevonden en/of- (aldaar) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is gekomen met een op die voorhet tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander voertuig (vrachtauto),door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich onder overlegging van haar schriftelijk requisitoir, op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De aanrijding is veroorzaakt door het zeer aanmerkelijk onvoorzichtige, onoplettende en onachtzame rijgedrag van verdachte, waardoor [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, aldus de officier van justitie.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft onder overlegging van haar pleitaantekeningen bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, omdat het wettig en overtuigend bewijs voor de dubbele causaliteit ontbreekt. Verdachte dient ook te worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde, nu hem op basis van het dossier niet kan worden verweten dat hij in ernstige mate, meerdere keren of gedurende langere tijd, de verkeersregels heeft geschonden. De raadsvrouw heeft zich wat betreft het meer subsidiair ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, in die zin dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte zeer onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feiten en omstandigheden
Op 22 december 2023 om ongeveer 13:40 uur heeft in Heino op de N35 (Zwolseweg) een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij een personenauto komende vanuit de richting Zwolle (merk Fiat) bestuurd door verdachte, een personenauto (merk Ford) bestuurd door [slachtoffer] rijdende achter de Fiat in dezelfde richting en een vrachtwagen rijdende in de tegenovergestelde richting betrokken waren. [2] De politie heeft vastgesteld, gelet op de sporen op het wegdek en de schade aan de voertuigen, dat de auto van verdachte de dubbele doorgetrokken strepen heeft overschreden en terecht is gekomen op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer. Daar kwam de auto van verdachte in botsing met de vrachtwagen die uit de richting Heino kwam.
Als gevolg van deze botsing raakte de vrachtwagen zodanig beschadigd dat de bestuurder de controle over het voertuig verloor en terecht kwam op de rijstrook voor tegemoetkomend verkeer. Daar kwam de vrachtwagen in botsing met de Ford van [slachtoffer] die achter verdachte reed. [3]
Uit de verkeersongevallenanalyse blijkt dat er geen van buiten komende factoren aanwezig waren die het ongeluk hebben kunnen veroorzaken, dat geen van de betrokken verkeersdeelnemers te hard reed en dat het zicht goed was. [4] Uit het bloedonderzoek dat is uitgevoerd bij verdachte is naar voren gekomen dat in zijn bloed geen stoffen zijn aangetroffen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. [5]
De politie heeft de telefoon van verdachte onderzocht en uit dat onderzoek komt naar voren dat om 13:38:47 uur het startscherm zichtbaar werd en om 13:38:55 uur het chatprogramma Telegram Messenger actief werd. Om 13:39:09 werd door de gebruiker van de telefoon een tekstbericht verzonden. [6]
De heer [naam] , de bestuurder van de vrachtwagen (hierna: [naam] ) heeft verklaard dat hij zag dat de tegenligger (de rechtbank begrijpt de auto van verdachte) op zijn weghelft terecht kwam. [naam] zag zo’n dertig meter voor zich al dat de Fiat met zijn linker wielen over de doorgetrokken streep reed. Hij zag dat de bestuurder naar rechts keek, naar zijn radio/dashboard. [7]
Getuige [getuige] , bestuurster van een auto komende uit de richting Zwolle, heeft verklaard dat ze zag dat er een vrachtwagen op haar weghelft kwam. Ze kon uitwijken in de berm en zag dat er een ongeval had plaatsgevonden. Ze zag een Fiat in de berm staan en liep naar de bestuurder. Ze hoorde hem zeggen:
“Ik baal hiervan, want ik was aan het appen.” [8]
Door de aanrijding heeft [slachtoffer] lichamelijk letsel opgelopen, te weten hoofd- en hersenletsel, meerdere ribfracturen, een klaplong, een breuk in het borstbeen, een sleutelbeenbreuk, een schouderbladbreuk, een wervelbreuk en oogklachten. [slachtoffer] is vervoerd naar de spoedeisende hulp, ze heeft op de intensive care gelegen en is op 2 januari 2024 ontslagen uit het ziekenhuis voor verder herstel vanuit huis. [9]
Schuld in de zin van artikel 6 WVW
Om tot een bewezenverklaring van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) te komen, moet worden vastgesteld dat verdachte zich zodanig heeft gedragen dat het aan zijn schuld is te wijten dat een verkeersongeval heeft plaatsgevonden met als gevolg dat iemand is overleden, dan wel zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen of zodanig lichamelijk letsel heeft opgelopen dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Daartoe is meer dan eenvoudige schuld vereist. Voor schuld in het kader van artikel 6 WVW is vereist dat verdachte zich zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen. Gelet op vaste jurisprudentie van de Hoge Raad zijn voor de bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 WVW verschillende factoren van belang, zoals de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Daarnaast kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag, dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
De rechtbank overweegt op grond van het vorenstaande dat de feitelijke gedragingen van verdachte en de omstandigheden waaronder de handelingen hebben plaatsgevonden, de conclusie rechtvaardigen dat verdachte schuld heeft aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 WVW. Verdachte reed met zijn auto op een drukke, doorgaande weg, de N35 richting Heino. Deze weg heeft dubbele doorgetrokken strepen op het midden van de weg. De rechtbank is van oordeel dat provinciale wegen en zeker die waarbij de rijstroken voor het elkaar tegemoetkomende verkeer niet fysiek van elkaar zijn gescheiden, zoals op de N35, wegen zijn die vanuit verkeerstechnisch oogpunt bijzondere oplettendheid en voorzichtigheid van weggebruikers vraagt. Dat de wegsituatie om grote voorzichtigheid vraagt, wordt benadrukt door de aanwezigheid dubbele doorgetrokken streep op het midden van de weg die een absoluut inhaalverbod aanduidt. Uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte vlak voor het ongeval een bericht heeft verstuurd op zijn mobiele telefoon en niet zijn blik op de weg had. Vervolgens heeft verdachte niet zoveel mogelijk rechts gehouden, maar heeft naar links gestuurd en is op de voor het hem tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook terecht gekomen. Door op deze weg die om bijzondere oplettendheid en voorzichtigheid vraagt zijn mobiele telefoon te gebruiken en vervolgens over de dubbele doorgetrokken strepen te rijden, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam gereden, waardoor een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden.
Aard van het letsel
Het letsel dat [slachtoffer] door het ongeval heeft opgelopen kwalificeert de rechtbank, gezien de aard en de ernst ervan, de benodigde ziekenhuisopname en de duur van het herstel, als zwaar lichamelijk letsel in de zin van de Wegenverkeerswet.
Causaliteit?
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of er een causaal verband is tussen de gedragingen van verdachte en de botsing van [slachtoffer] met de vrachtwagen. De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen en in het bijzonder het geringe tijdsverloop van drie seconden tussen de gedragingen van verdachte en de botsing van verdachte met de vrachtauto en vervolgens van de vrachtwagen met [slachtoffer] , wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het gedrag van verdachte de oorzaak was van de botsing tussen de vrachtwagen en [slachtoffer] . Temeer nu de politie heeft vastgesteld dat de vrachtwagen na de botsing met verdachte dusdanig beschadigd is geraakt dat de bestuurder van de vrachtwagen de controle over dat voertuig verloor. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op 22 december 2023 te Heino, gemeente Raalte als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Zwolle, gaande in de richting van Heino, daarmede rijdende over de weg, de Zwolseweg/N35 zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij met de verkeerssituatie ter plaatse bekend is en terwijl het zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd enterwijl deze weg een (provinciale) N-weg is, waarbij de rijbanen van elkaar zijn gescheiden door een dubbele doorgetrokken streep en terwijl tegemoetkomend verkeer (vrachtauto) reeds op korte afstand was genaderd,- zijn aandacht gedurende enige tijd niet op het overige verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse heeft gericht en- in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiele telefoon heeft vastgehouden en/of heeft bediend en- in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden en- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voornoemd reglement de dubbeledoorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en zich met het door hem bestuurde voertuig gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de Zwolseweg/N35) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richting-, heeft bevonden en- aldaar in aanrijding is gekomen met een op die voor het tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdend, toen dicht genaderd zijnde ander voertuig (vrachtauto),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 6 van de WVW. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
primair
het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 90 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand, met een proeftijd voor de duur van een jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd verdachte een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, aan verdachte een taakstraf op te leggen met daarbij een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid met een proeftijd voor de duur van twee jaren.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft door zijn schuld een verkeersongeval veroorzaakt. Hij heeft zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam gereden, door tijdens het rijden zijn telefoon te gebruiken, waardoor hij op de verkeerde weghelft terecht is gekomen. Door zijn gedragingen is de vrachtwagen die hij raakte op de auto van [slachtoffer] gebotst, die daardoor zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Uit de letselverklaringen en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat zij nog niet geheel is hersteld. Zij kan haar werk nog niet hervatten en is bezig met haar revalidatie. De rechtbank acht het gedrag van verdachte kwalijk en onverantwoord.
Verdachte heeft ter terechtzitting ter zitting erkend dat hij fout is geweest door zijn telefoon te gebruiken tijdens het rijden en hij heeft zijn excuses aangeboden aan de echtgenoot van [slachtoffer] , die aanwezig was ter terechtzitting als ook aan de raadsman van [naam] . De verdachte heeft ook overigens zijn verantwoordelijkheid geprobeerd te nemen waar dit hem, gelet op zijn kwetsbare voorkomen, mogelijk was.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 16 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf kennis genomen van de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het LOVS geeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van artikel 6 WVW, waarbij sprake is van ernstige schuld, en waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, een werkstraf voor de duur van 160 uur en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van een jaar.
Ter terechtzitting is gebleken dat verdachte al geruime tijd niet heeft gewerkt en een WIA uitkering heeft. Er is ter terechtzitting besproken in hoeverre verdachte een taakstraf in de vorm van onbetaalde arbeid kan verrichten. De rechtbank is van oordeel, dat wanneer rekening wordt gehouden met de belastbaarheid van verdachte en het aantal uren taakstraf per dag wordt beperkt, verdachte in staat moet worden geacht een taakstraf te verrichten. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van 160 uur passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen voor de duur van een jaar.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c, 22d van het Wetboek van Strafrecht en artikel 175 en 179 WVW.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair
het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderdzestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;
-
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
1 (een) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. G.M.J. Vijftigschild en
mr. C.W. Couperus – van Kooten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 december 2024.
Buiten staat
Mr. D.E. Schaap is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, District IJsselland, Basisteam IJsselland-Zuid, met nummer PL0600-2023587623. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal aanrijding, pagina 4 en 5.
3.Proces-verbaal FO verkeer, pagina 143.
4.Proces-verbaal FO verkeer, pagina 111 ev.
5.Een geschrift zijnde een toxicologisch onderzoek naar aanleiding vaneen vermoedelijke overtreding van artikel 8 Wegenverkeerswet van het NFI, pagina 104.
6.Proces-verbaal veiligstellen en onderzoek gegevens van Samsung SM-G975F/DS.
7.Proces-verbaal verhoor verdachte [naam] , pagina 35.
8.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige] , pagina 64.
9.Een geschrift zijnde een medische verklaring van het Isala Ziekenhuis te Zwolle van 2 januari 2024, pagina 52 en 53.