Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 12,
- de aanvullende productie 13 van de zijde van [eiser],
- de mondelinge behandeling op 28 november 2024, waar partijen zijn verschenen bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben hun standpunten toegelicht. Van de zijde van [gedaagde] is daarbij een overzicht met een tijdlijn overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt tijdens de mondelinge behandeling.
2.Samevatting
3.Het geschil en de beoordeling daarvan
€ 400.000,- (gebaseerd op een taxatierapport van 2 mei 2024 van Extra Makelaars B.V.) en subsidiair € 425.000,- (gebaseerd op een taxatierapport van 22 november 2024 van Extra Makelaars B.V.). [eiser] stelt dat bij het bedrag dat zij aan [gedaagde] moet betalen in verband met overbedeling rekening moet worden gehouden met de door haar gedane aflossingen op de hypothecaire lening, de door [gedaagde] verschuldigde maar niet voldane kinderalimentatie en de waarde van de nog te verdelen caravan. [gedaagde] weigert echter het formulier dat nodig is om hem te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening te ondertekenen. Dit heeft verstrekkende gevolgen, gelet op de termijn die haar is gegeven in het vonnis van 29 mei 2024, aldus [eiser].
€ 425.000,- in november 2024. [gedaagde] heeft gesteld dat hij voorafgaand aan deze procedure heeft voorgesteld om een voor partijen bindende taxatie te laten verrichten, waarbij de ene partij een keuze kan maken uit drie makelaars die worden voorgesteld door de andere partij. Daar heeft [eiser] niet mee ingestemd, althans zij heeft een nadere voorwaarde gesteld, namelijk het in depot stellen van de (door haar gestelde) achterstallige kinderalimentatie. Dat was voor [gedaagde] niet acceptabel. Nu er op dit moment nog een gerechtelijke procedure loopt over de kinderalimentatie kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet zonder meer worden aangenomen dat het stellen van deze nadere voorwaarde gerechtvaardigd is. Op dit moment kan ook niet worden aangenomen dat het gerechtvaardigd is om bij de berekening van het bedrag in verband met overbedeling rekening te houden met een verrekeningspost van € 26.077,55 betreffende (gestelde) achterstallige kinderalimentatie, zoals [eiser] doet. Bij haar berekening van de overbedeling heeft [eiser] ook rekening gehouden met een bedrag van € 28.033,- in verband met door haar gedane aflossingen op de hypotheekschuld. Dit bedrag wordt echter gemotiveerd betwist door [gedaagde]. Voor nader onderzoek of bewijslevering is in deze procedure echter geen plaats. Dit betekent dat in deze procedure niet kan worden vastgesteld of het gerechtvaardigd is dat [eiser] dat bedrag betrekt bij de omvang van de overbedeling. De voorzieningenrechter stelt vast dat [eiser] op het formulier “Aanvraagformulier wijzigen hoofdelijke aansprakelijkheid” is uitgegaan van een waarde van de woning van € 400.000,- (onder 7) en dat bij uitkoop van de partner in verband met overbedeling een bedrag van € 78.316,- is ingevuld (onder 6). Hoewel bij dit laatste bedrag geen rekening lijkt te zijn gehouden met de hiervoor genoemde verrekeningsposten, kan, gelet op dat wat hiervoor is overwogen, niet op voorhand de conclusie worden getrokken dat [gedaagde] zonder reden weigert om het formulier te ondertekenen.
4.De beslissing
€ 425.000,- zoals vermeld in het door Extra Makelaars B.V. opgestelde taxatierapport van
29 november 2024.