Uitspraak
1.FEBO BEHEER B.V.,
2.
FEBO PRODUCTIE B.V.,
1.Inleiding en samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van DTZ;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte wijziging eis in conventie van
FEBO c.s.;
- de akte vermeerdering eis in reconventie en aanvulling gronden van DTZ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 april 2024, waaraan de
spreekaantekeningen van mrs. Aupers en Middelkamp zijn gehecht;
- de akte van DTZ;
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
VPO
Toestemming bezorgdienst
Automatiek
Exploitatiebegroting
permanenteafstand van haar recht op betaling voor de toekomst, in die zin dat werd aangegeven dat ook nooit meer op enig later moment op betaling (van toekomstige bedragen) aanspraak zou kunnen worden gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter leiden de door DTZ aangevoerde feiten en omstandigheden dus niet tot de conclusie dat er een zover strekkende afspraak is gemaakt dat er gedurende de gehele looptijd van de huurovereenkomst geen huur in rekening zou worden gebracht. De e-mail van [naam 3] op zichzelf brengt dat niet mee, ook niet in combinatie met de gedragingen van partijen. Uit de gedragingen en verklaringen van partijen kan worden opgemaakt dat FEBO Beheer tot nader orde geen aanspraak zou maken op de huur en dat zij niet achteraf alsnog aanspraak zou maken op vervallen huurtermijnen. DTZ mocht hieruit niet afleiden dat de afspraak tussen partijen onherroepelijk en onbeperkt was. Dat betekent dat FEBO Beheer op het kwijtschelden van de huur mocht terugkomen en toekomstige huurtermijnen weer in rekening mocht brengen. Het voorgaande brengt echter wel mee dat FEBO Beheer op 2 juni 2023 géén aanspraak mocht maken op de al vervallen huurtermijnen vanaf 1 januari 2023.
6.De beslissing
23 juli 2024voor het nemen van een akte door DTZ over hetgeen is opgenomen in rechtsoverweging 5.30. en bepaalt dat FEBO c.s. daarna een termijn krijgt van twee weken voor antwoordakte die daarop betrekking heeft;