ECLI:NL:RBOVE:2024:6372

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
11056913 \ CV EXPL 24-1633
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen Benu Apotheken B.V. tegen gedaagde inzake levering medicijn Nozinan

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft Benu Apotheken B.V. (hierna: Benu) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Benu vorderde betaling van € 149,87, vermeerderd met rente en kosten, op basis van de stelling dat zij het medicijn Nozinan aan de gedaagde had geleverd. De gedaagde heeft echter betwist het medicijn te hebben ontvangen en voerde aan dat het medicijn door haar psychiater was voorgeschreven en vergoed werd door haar zorgverzekeraar. Benu heeft onvoldoende bewijs geleverd om haar stelling te onderbouwen, ondanks dat de gedaagde om uitstel had gevraagd om op de conclusie van repliek te reageren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Benu niet heeft aangetoond dat het medicijn daadwerkelijk aan de gedaagde is geleverd, en heeft de vorderingen van Benu afgewezen. Tevens is Benu veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 50,00. Dit vonnis is uitgesproken op 26 november 2024 door de kantonrechter R.F. van Aalst.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11056913 \ CV EXPL 24-1633
Vonnis van 26 november 2024
in de zaak van
BENU APOTHEKEN B.V. H.O.D.N. BENU APOTHEEK STEENWIJK,
te Maarssen,
eisende partij,
hierna te noemen: Benu,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten b.v.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
[gedaagde] heeft de gelegenheid gekregen om op de conclusie van repliek te reageren. [gedaagde] heeft om uitstel gevraagd, maar daarna niet meer gereageerd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Benu heeft haar stelling dat [gedaagde] het medicijn Nozinan geleverd heeft gekregen, nadat [gedaagde] dit heeft betwist, onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter zal de vorderingen van Benu daarom afwijzen.

3.Het geschil

3.1.
Benu vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 149,87, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Benu legt aan haar vordering het navolgende ten grondslag. Benu heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] het medicijn Nozinan aan haar geleverd. Bij facturen van 26 augustus 2020 en 23 september 2020 heeft Benu hiervoor een bedrag van € 98,55 in rekening gebracht bij [gedaagde]. Ondanks betalingsherinneringen en aanmaningen heeft [gedaagde] dit bedrag onbetaald gelaten. [gedaagde] is daarom in verzuim geraakt en de wettelijke rente verschuldigd. Ook moet [gedaagde] een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] voert aan dat haar psychiater het medicijn Nozinan aan haar heeft voorgeschreven en dat dit medicijn wordt vergoed door haar zorgverzekeraar. Echter heeft zij in de periode waarop de facturen zien het medicijn niet ontvangen. Het medicijn komt ook niet terug in het overzicht van de zorgkosten bij haar zorgverzekeraar. Verder had zij in 2020 een bewindvoerder en is het [gedaagde] niet bekend waar deze facturen vandaan komen.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] aan Benu een bedrag moet betalen voor het volgens Benu aan [gedaagde] geleverd medicijn Nozinan.
4.2.
Op grond van artikel 7:26 lid 2 Burgerlijk Wetboek moet [gedaagde] het bedrag betalen ten tijde van de aflevering.
4.3.
[gedaagde] heeft allereerst betwist dat zij het medicijn, in de periode waarop de facturen zien, heeft ontvangen. Anders dan Benu kennelijk bij repliek meent heeft [gedaagde] hiermee niet erkend dat zij het medicijn geleverd heeft gekregen. Dat maakt naar het oordeel van de kantonrechter dat niet vast is komen te staan dat het medicijn aan [gedaagde] is afgeleverd en zij nog een bedrag aan Benu moet betalen.
4.4.
Nu [gedaagde] heeft betwist dat zij het medicijn Nozinan heeft ontvangen, lag het op grond van de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) op de weg van Benu om haar stelling dat [gedaagde] het medicijn heeft ontvangen en de vordering dus opeisbaar is, nader te onderbouwen. Dit heeft Benu nagelaten, zodat de kantonrechter de vorderingen van Benu zal afwijzen.
4.5.
Benu wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde] betalen. De kantonrechter begroot deze kosten op € 50,00 aan reis- verblijf- en verletkosten, omdat [gedaagde] is verschenen tijdens de rolzitting van 25 juni 2024 (artikel 238 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Benu af,
5.2.
veroordeelt Benu in de proceskosten van [gedaagde], begroot op € 50,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2024 (cs).