Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties (1-9)
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Woonstichting Vechthorst ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde, ontruiming van de verhuurde woning en betaling van een boete. De vorderingen zijn gebaseerd op de aanwezigheid van drugs en betrokkenheid bij drugsgerelateerde activiteiten. De kantonrechter heeft op 26 november 2024 de vorderingen van Vechthorst toegewezen. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 10 oktober 2024. De gedaagde huurde de woning van Vechthorst en was op de hoogte van de Algemene Huurvoorwaarden, waarin strikte regels zijn opgenomen met betrekking tot het gebruik van de woning en het verbod op drugs. Op 7 augustus 2023 heeft de politie een inval gedaan in de woning, waarbij de gedaagde is aangehouden op verdenking van handel in verdovende middelen. Tijdens de doorzoeking zijn diverse drugs en contante bedragen aangetroffen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde ernstig tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst, wat ontbinding rechtvaardigt. De gedaagde heeft verweer gevoerd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de belangen van Vechthorst zwaarder wegen dan die van de gedaagde. De gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 14 dagen en tot betaling van een boete van € 2.500,00, vermeerderd met wettelijke rente.