ECLI:NL:RBOVE:2024:6359
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens ontbrekende machtiging
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep van de Stichting tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar door het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel. De Stichting had bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college met betrekking tot een POP3-subsidie, maar het college had de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen correcte machtiging was ingediend. De gemachtigde van de Stichting, M.G. Kroonenburg-Kolk, had op 14 augustus 2023 bezwaar gemaakt, maar het college verzocht om een machtiging die niet tijdig werd overgelegd. De rechtbank oordeelde dat de Stichting niet kon aantonen dat Kroonenburg-Kolk bevoegd was om bezwaar in te dienen, en dat het college de Stichting voldoende gelegenheid had gegeven om het verzuim te herstellen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de niet-ontvankelijkverklaring van het college terecht was.