In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 oktober 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een kind, geboren in 2020. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel, heeft verzocht om deze verlengingen, waarbij de kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van het kind is dat hij in het huidige gezinshuis blijft wonen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI zich moet richten op het onderhouden van een goed contact tussen de moeder en het kind, maar niet met het doel van terugplaatsing bij de moeder. De moeder heeft aangegeven dat zij het eens is met de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar niet met de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat de situatie van de moeder, ondanks verbeteringen, nog niet stabiel genoeg is voor een terugplaatsing van het kind. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor de duur van een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing eveneens verlengd, met de nadruk op het belang van de stabiliteit en veiligheid van het kind.