ECLI:NL:RBOVE:2024:6341

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
08-952916-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot betaling van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met criminele organisatie en hennepteelt

Op 28 november 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die leiding heeft gegeven aan een criminele organisatie en betrokken was bij de teelt van hennep op meerdere adressen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot betaling van € 33.981,68 aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De officier van justitie had een vordering ingediend om het wederrechtelijk verkregen voordeel te schatten op € 73.319,--, maar de rechtbank heeft dit bedrag verlaagd na beoordeling van de feiten en omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte financieel voordeel heeft genoten van de opbrengst van de hennepkwekerijen, waarbij de opbrengsten en kosten per kwekerij zijn berekend. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie behandeld tijdens openbare terechtzittingen op 7 oktober, 8 oktober en 14 november 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat er meerdere oogsten hebben plaatsgevonden en heeft de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerijen vastgesteld op € 73.635,36. De rechtbank heeft de betalingsverplichting gematigd vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat resulteerde in een verlaagd bedrag van € 33.981,68. De uitspraak is gedaan op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-952916-18
Datum vonnis: 28 november 2024
Verstekvonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van de officier van justitie ten aanzien van de veroordeelde:
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de BRP op het adres:
[adres 1] .

1.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e Sr wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel tot een bedrag van € 73.319,--.

2.De procedure

De vordering is behandeld op de openbare terechtzittingen van 7 oktober 2024, 8 oktober 2024 en 14 november 2024.
Ter terechtzitting van 8 oktober 2024 heeft de officier van justitie de vordering gehandhaafd. De officier van justitie heeft primair verzocht te bepalen dat veroordeelde en zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het totaalbedrag. Subsidiair heeft de officier van justitie gerekwireerd tot een pondspondsgewijze verdeling van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Op de terechtzitting van 14 november 2024 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

3.De beoordeling van de vordering

3.1
Veroordeling
De veroordeelde is bij vonnis van deze rechtbank van 28 november 2024 veroordeeld, voor zover van belang, voor de volgende strafbare feiten:
feit 1
het misdrijf:
het in de uitoefening van beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd.
feit 2
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen
en
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking
en
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in de artikelen 11, derde en vijfde lid, en 11a van de Opiumwet.
3.2
De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Naar het oordeel van de rechtbank heeft veroordeelde door het plegen van de strafbare feiten voordeel verkregen. Bij vonnis van 28 november 2024 is bewezen verklaard dat de veroordeelde, al dan niet tezamen met anderen, hennep heeft geteeld op een negental adressen. Ten aanzien van de hennepkwekerijen in de panden gelegen aan de [adres 2] , [adres 3] en de [adres 4] , bevatten de betreffende zaaksdossiers aanwijzingen dat er op deze locaties minstens eenmaal is geoogst. De rechtbank gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de feiten en omstandigheden, zoals die in de betreffende ‘Rapporten berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij’ zijn beschreven, en ontleent aan de inhoud daarvan tevens de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank zal hierna per kwekerij beoordelen hoeveel voordeel er met de teelt van hennep is verkregen.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel de in het rapport 'Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht' van het Functioneel Parket Afpakken (hierna: het rapport van FPA) van 1 juni 2016 gehanteerde normen. Daarbij overweegt de rechtbank dat de daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep die is geteeld in bovengenoemde kwekerijen, niet kon worden vastgesteld en dat daarom rekening zal worden gehouden met de volgens het rapport van FPA minimale verkoopprijs van € 4.070,-- per kilogram. Bij de berekening houdt de rechtbank ook rekening met de door de veroordeelde gemaakte kosten zoals deze volgen uit genoemd rapport.
3.2.1
[adres 2]
Op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting acht de rechtbank het aannemelijk dat er eenmaal is geoogst in de hennepkwekerij. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Er was in de kweekruimte sprake van kalkafzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten. Daarnaast werden in een droognet en op de grond hennepresten aangetroffen. In de woning lagen vuilniszakken, die waren gevuld met potgrond met daarin gebruikte stekblokjes/rondjes en wortelresten. Ook troffen de verbalisanten meerdere lege flessen en jerrycans van groeimiddelen aan.
In de kweekruimte stonden bij het aantreffen van de hennepkwekerij 269 hennepplanten. De rechtbank neemt daarom 269 hennepplanten per oogst als uitgangspunt.
Bruto opbrengst
Er stonden veertien planten per vierkante meter in de kweekruimte. De daarbij behorende opbrengst aan hennep per plant is 28,6 gram. De opbrengst van hennep bedraagt € 4.070,-- per kilo.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt:
(28,6 gram x 269 planten =) 7,6934 kilogram x € 4.070,-- = € 31.312,14.
Kosten
Op de bruto opbrengst moet een aantal kosten in mindering worden gebracht. Dit betreffen de afschrijvingskosten, de kosten van de hennepstekken en de overige variabele kosten. Daarnaast wordt rekening gehouden met de kosten verbonden aan het (laten) knippen van de hennepplanten. De rechtbank overweegt hierover dat dit zaaksdossier aanwijzingen bevat dat anderen dan veroordeelde deze knipwerkzaamheden hebben verricht, maar dat - anders dan in andere zaaksdossiers - niet duidelijk is geworden dat dit andere leden van de criminele organisatie, waarvoor dus geen kosten gemaakt werden, betroffen.
Met betrekking tot de kosten worden op grond van het rapport van FPA de volgende uitgangspunten gehanteerd, telkens per aantal planten per oogst:
  • de afschrijvingskosten bij 200-299 planten bedragen € 200,--;
  • de inkoopprijs van de hennepstekken bedraagt € 3,81 per stek/plant;
  • de overige variabele kosten bedragen € 3,88 per stek/plant;
  • de kosten voor de knippers bedragen € 2,00 per stek/plant.
Met inachtneming van de voorgaande uitgangspunten bedragen de kosten per oogst:
  • afschrijvingskosten € 200,--
  • inkoopprijs hennepstekken (269 x € 3,81) € 1.024,89
  • variabele kosten (269 x € 3,88) € 1.043,72
  • kosten knippers (269 x € 2,00)
€ 2.806,61.
Bij vonnis van 28 november 2024 is bewezenverklaard dat de elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij door middel van diefstal werd verkregen. Omdat niet is gebleken dat veroordeelde de door Liander NV in rekening gebrachte kosten heeft voldaan, worden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht. Nu op basis van het onderzoek niet is gebleken dat veroordeelde ten behoeve van de huisvesting kosten heeft gemaakt, houdt de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel hiermee geen rekening.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank gaat uit van één eerder gerealiseerde oogst, waardoor het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt:
Bruto opbrengst 1 oogst € 31.312,14
Totale kosten 1 oogst -/-
€ 2.806,61
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 28.505,53.
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij in het pand gelegen aan de [adres 2] vast op € 28.505,53.
3.2.2
[adres 3]
Op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting acht de rechtbank het aannemelijk dat er eenmaal is geoogst in de hennepkwekerij. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Het filterdoek van de koolstoffilters in de kweekruimte was vervuild. Er werden knipschaartjes, droogrekken en een afzuigslang met hennepresten aangetroffen. Ook werden er in de woning (vuilnis)zakken met potgrond met daarin gebruikte stekblokjes/rondjes en wortelresten gevonden. De potgrond in de vuilniszakken had dezelfde vorm en inhoud als de lege potten die in de kweekruimte waren aangetroffen. In de kwekerij stonden potten met potgrond. In deze potgrond bevonden zich wortelresten van hennepplanten.
In de kweekruimte stonden bij het aantreffen van de hennepkwekerij 278 hennepplanten. De rechtbank neemt daarom 278 hennepplanten per oogst als uitgangspunt.
Bruto opbrengst
Er stonden 16 planten per vierkante meter in de kweekruimte. De daarbij behorende opbrengst aan hennep per plant is 27,7 gram. De opbrengst van hennep bedraagt € 4.070,-- per kilo.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt:
(27,7 gram x 278 planten =) 7,7006 kilogram x € 4.070,-- = € 31.341,44.
Kosten
Op de bruto opbrengst moet een aantal kosten in mindering worden gebracht. Dit betreffen de afschrijvingskosten, de kosten van de hennepstekken en de overige variabele kosten. Met betrekking tot de kosten worden op grond van het rapport van FPA de volgende uitgangspunten gehanteerd, telkens per aantal planten per oogst:
  • de afschrijvingskosten bij 200-299 planten bedragen € 200,--;
  • de inkoopprijs van de stekken bedraagt € 3,81 per stek/plant;
  • de overige variabele kosten bedragen € 3,88 per stek/plant.
Met inachtneming van de voorgaande uitgangspunten bedragen de kosten per oogst:
  • afschrijvingskosten € 200,--
  • inkoopprijs hennepstekken (278 x € 3,81) € 1.059,18
  • variabele kosten (278 x € 3,88)
€ 2.337,82.
Bij vonnis van 28 november 2024 is bewezenverklaard dat de elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij door middel van diefstal werd verkregen. Omdat niet is gebleken dat veroordeelde de door Liander NV in rekening gebrachte kosten heeft voldaan, worden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht. Het zaaksdossier bevat aanwijzingen dat de planten door leden van de criminele organisatie zijn geknipt, zodat de rechtbank het niet aannemelijk acht dat veroordeelde kosten voor het knippen heeft gemaakt. Nu op basis van het onderzoek evenmin is gebleken dat veroordeelde ten behoeve van de huisvesting kosten heeft gemaakt, houdt de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel ook hiermee geen rekening.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank gaat uit van één eerder gerealiseerde oogst waardoor het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt:
Bruto opbrengst 1 oogst € 31.341,44
Totale kosten 1 oogst
-/- € 2.337,82
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 29.003,62.
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij in het pand gelegen aan [adres 3] vast op € 29.003,62.
3.2.3
[adres 4]
Op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting acht de rechtbank het aannemelijk dat er eenmaal is geoogst in de aangetroffen kweekruimte. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Het filterdoek van de koolstoffilter was vervuild. Er lag stof op de in de hennepkwekerij aanwezige apparatuur. Ook in het kozijn van de toegangsdeur van de kweekruimte lag een dikke laag stof. Er zat kalkaanslag op de onderzijde van de bloempotten en op de dompelpomp. Er was sprake van schimmelvorming op de muren van de kweekruimte. De houten latten, waaraan de assimilatielampen waren bevestigd, waren verkleurd op de plaatsen waar de lampen hadden gehangen. Er werden hennepresten aangetroffen op een stoel en op droogrekken. Bovendien heeft de bewoner van de [adres 4] , [naam 1] , bij de politie verklaard dat er eenmaal was geoogst in de hennepkwekerij.
In de kweekruimte stonden bij het aantreffen van de hennepkwekerij 158 hennepplanten. De rechtbank neemt daarom 158 hennepplanten per oogst als uitgangspunt.
Bruto opbrengst
Er stonden 17 planten per vierkante meter in de kweekruimte. De daarbij behorende opbrengst aan hennep per plant is 27,2 gram. De opbrengst van hennep bedraagt € 4.070,-- per kilo.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt:
(27,2 gram x 158 planten =) 4,2976 kilogram x € 4.070,-- = € 17.491,23.
Kosten
Op de bruto opbrengst moet een aantal kosten in mindering worden gebracht. Dit betreffen de afschrijvingskosten, de kosten van de hennepstekken en de overige variabele kosten. Met betrekking tot de kosten worden op grond van het rapport van FPA de volgende uitgangspunten gehanteerd, telkens per aantal planten per oogst:
  • de afschrijvingskosten bij 0-199 planten bedragen € 150,--;
  • de inkoopprijs van de stekken bedraagt € 3,81 per stek/plant;
  • de overige variabele kosten bedragen € 3,88 per stek/plant.
Met inachtneming van de voorgaande uitgangspunten bedragen de kosten per oogst:
  • afschrijvingskosten € 150,--
  • inkoopprijs hennepstekken (158 x € 3,81) € 601,98
  • variabele kosten (158 x € 3,88)
€ 1.365,02.
Bij vonnis van 28 november 2024 is bewezenverklaard dat elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij door middel van diefstal werd verkregen. Omdat niet is gebleken dat de veroordeelde de door Enexis Netbeheer BV in rekening gebrachte kosten heeft voldaan, worden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht. Het zaaksdossier bevat aanwijzingen dat de planten door leden van de criminele organisatie zijn geknipt, zodat de rechtbank het niet aannemelijk acht dat veroordeelde kosten voor het knippen heeft gemaakt. Nu op basis van het onderzoek niet is gebleken dat veroordeelde ten behoeve van de huisvesting kosten heeft gemaakt, zal de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel hiermee evenmin rekening houden.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank gaat uit van één eerder gerealiseerde oogst waardoor het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt:
Bruto opbrengst 1 oogst € 17.491,23
Totale kosten 1 oogst
-/- € 1.365,02
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 16.126,21.
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij in het pand gelegen aan de [adres 4] vast op € 16.126,21.
3.2.4
Het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de drie hennepkwekerijen
De rechtbank stelt op grond van de wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een totaalbedrag van € 73.635,36.
3.2.5
De verdeelsleutel
Op grond van het strafrechtelijk onderzoek onder de naam Arcadia en de behandeling ter terechtzitting is niet vast komen te staan dat bij de exploitatie van de hennepkwekerij in de woning gelegen aan de [adres 2] , naast veroordeelde, ook andere personen betrokken zijn geweest. Wel is vast komen te staan dat naast de veroordeelde ook [medeveroordeelde 1] en de medeveroordeelden [medeveroordeelde 2] , [medeveroordeelde 3] en [medeveroordeelde 4] voordeel hebben genoten van de opbrengst van de hennepkwekerijen aan [adres 3] en de [adres 4] . De rechtbank overweegt met betrekking tot de toerekening van het wederrechtelijk voordeel het volgende.
Hoofdelijkheid
Met betrekking tot de door de officier van justitie gevorderde hoofdelijkheid stelt de rechtbank het volgende beoordelingskader voorop.
Indien het dossier en de behandeling ter terechtzitting zodanige duidelijke aanwijzingen bevatten dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat twee of meer, bekende of onbekende, daders gezamenlijk de beschikking hebben of gedurende zekere tijd de beschikking hebben gehad over de gehele opbrengst van het strafbare feit en de betrokkene als een van die daders geen, dat vermoeden ontzenuwende, gegevens daaromtrent verschaft - op welke situatie de wetgever bij invoering van het huidige art. 36e, zevende lid, Sr in het bijzonder het oog had - kan de rechter het wederrechtelijk verkregen voordeel als gemeenschappelijk voordeel voor het geheel aan de betrokkene toerekenen.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier en de behandeling ter terechtzitting deze aanwijzingen onvoldoende bevatten. De rechtbank zal daarom het wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van de kwekerijen aan [adres 3] en de [adres 4] niet voor het geheel aan veroordeelde toerekenen.
Pondspondsgewijze toerekening
De rechtbank stelt vast dat aan het dossier en de behandeling ter terechtzitting geen indicatie valt te ontlenen voor de verdeling van de opbrengst. De veroordeelde heeft geen inzicht gegeven in de wijze van de (onderlinge) verdeling van het behaalde voordeel en ook overigens zijn er geen concrete aanknopingspunten voorhanden voor een afwijkende verdeelsleutel tussen de veroordeelde en zijn mededaders dan op basis van gelijke verdeling. De rechtbank zal daarom het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerijen in de panden gelegen aan [adres 3] en de [adres 4] pondspondsgewijs aan veroordeelde en zijn mededaders toerekenen.
De rechtbank acht het aannemelijk dat in totaal vier personen betrokken zijn geweest bij de hennepkwekerij in de woning gelegen aan [adres 3] en vijf personen bij de hennepkwekerij in de woning gelegen aan de [adres 4] . De rechtbank zal het reeds vastgestelde wederrechtelijk verkregen voordeel uit die hennepkwekerijen dan ook pondspondsgewijs verdelen over het voornoemde aantal betrokken personen.
Conclusie
Gelet op het voorgaande schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde uit de genoemde hennepkwekerijen op:
  • [adres 2] € 28.505,53
  • [adres 3] € 7.250,91
  • [adres 4]
€ 38.981,68.
3.3
De vaststelling van de betalingsverplichting
3.3.1
De redelijke termijn
In artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) is gewaarborgd het recht van iedere veroordeelde dat binnen een redelijke termijn op de ontnemingsvordering wordt beslist. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de veroordeelde een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem een vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aanhangig zal worden gemaakt. Als uitgangspunt geldt dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren na aanvang van de redelijke termijn, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van de zaak.
Op 19 juni 2019 is door de rechter-commissaris een machtiging tot conservatoir beslag afgegeven. De rechtbank is van oordeel dat dit moet worden aangemerkt als een handeling waaraan de veroordeelde in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem een vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aanhangig gemaakt zou worden. Daarom geldt 19 juni 2019 als het aanvangsmoment van de redelijke termijn in de ontnemingszaak.
De rechtbank doet uitspraak op 28 november 2024. Dit betekent dat er tussen de aanvang van de redelijke termijn en de datum van dit vonnis meer dan vijf jaren zijn verstreken. Gelet op de omvang van de zaak had naar het oordeel van de rechtbank binnen drie jaren een vonnis moeten worden gewezen. Er is dus sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met meer dan twee jaren, welke overschrijding niet aan de veroordeelde kan worden toegerekend. De procedure heeft daarmee aanzienlijk langer geduurd dan op grond van artikel 6 van het EVRM redelijk wordt geacht.
Het uitgangspunt is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de betalingsverplichting. Een overschrijding van de redelijke termijn van meer dan twee jaren rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een matiging van de betalingsverplichting met € 5.000,--.
3.3.2
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat aan de veroordeelde de verplichting moet worden opgelegd tot betaling aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 33.981,68.

4.De wettelijke voorschriften

De oplegging van de maatregel is gegrond op artikel 36e Sr.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 38.981,68;
  • legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van € 33.981,68 aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
  • bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 679 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. P.A.M. Miltenburg en
mr. N.P. Heisterkamp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek en
mr. B. Kleinlugtenbeld, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2024.
Buiten staat
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer Arcadia/ON2R018076. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e, tweede lid, Sr’, opgemaakt op 13 februari 2019, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende, op pagina (ZD Mezenlaan 103 Dieren) 74 e.v.:
Betreft: [adres 2]
Ontnemingsperiode
Van 9 augustus 2018 tot 6 februari 2019. Deze periode beslaat 25 weken.
Op donderdag 9 augustus 2018 heeft de sleuteloverdracht plaatsgevonden van de woning
aan de [adres 2] . Ambtshalve is ons bekend dat er ongeveer 2 a 3 weken
voorbereiding nodig is voor het opstarten van een kwekerij van dit formaat. Een
gemiddelde kweekcyclus voor hennep is 10 weken. Op 6 februari 2019 troffen wij de
hennepkwekerij aan op de [adres 2] . De hoogte van de hennepplanten
betrof op dat moment 65 centimeter. Bij de hennepplanten waren de toppen al duidelijk
zichtbaar. De hennepplanten stonden in bloei. Ons is ambtshalve bekend dat de
hennepplanten dan ongeveer 8 weken oud moeten zijn. In de periode 9 augustus 2018 tot
en met 6 februari 2019 is het aannemelijk dat er slechts één keer eerder geoogst is.
Aantal kweekruimtes: 1
Vaststelling opbrengst per oogst in de kweekruimte
Aangetroffen planten/potten
In de kweekruimte stonden minimaal 269 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de kweekruimte was 19,5 m2. Per m2 stonden er 14 hennepplanten en/of potten.
Opbrengst hennep per plant
In het rapport van Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016 is een tabel opgenomen
met daarin de opbrengst per hennepplant. De opbrengst aan hennep per plant van de kweekruimte is volgens de tabel minimaal 28,6 gram
.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 269 planten x 28,6 gram = 7,6934 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal EUR 4070,00 per
kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 7,6934 kilogram x EUR 4070,00 = EUR 31312,14.
Vaststelling eerdere oogsten in de kweekruimte
De vermelde eerdere oogst is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende aanwijzingen bleken
.
Bij de ingang van de kweekruimte troffen wij op de grond hennepresten aan.
In ruimte 4 (zie situatieschets) troffen wij 7 volle vuilniszakken hennepafval aan. In de kweekruimte bevond zich een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten. In ruimte 2 (zie situatieschets) troffen wij een droognet aan. In het droognet bevonden zich hennepresten. In ruimte 2 (zie situatieschets) werden 22 volle (vuilnis)zakken met potgrond aangetroffen. In deze potgrond bevonden zich gebruikte stekblokjes/rondjes en wortelresten. In ruimte 4 (zie situatieschets) troffen wij 10 lege zakken potgrond aan. In ruimte 2 (zie situatieschets) troffen wij meerdere lege flessen en jerrycans met groeimiddelen aan.
Kostenberekening in de kweekruimte
Verdachte [naam 2] betrok de elektriciteit op illegale wijze en door Nuon (de rechtbank begrijpt: Liander NV) werd hiervan aangifte gedaan. Omdat de verdachte de door Nuon (de rechtbank begrijpt: Liander NV) in rekening gebrachte kosten op het moment van sluiten van dit rapport niet had voldaan, werden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht. Uit het onderzoek rijst de verdenking dat verdachte de hennepplanten heeft laten knippen. De hieraan verbonden kosten worden, gelet op het rapport van Functioneel Parket Afpakken, gesteld op EUR 2,00 per plant per oogst. Uit het onderzoek rijst het vermoeden dat er ten behoeve van de huisvesting geen extra kosten gemaakt zijn. Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal er dan ook geen rekening mee worden gehouden. De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het rapport van Functioneel Parket Afpakken (FPA) als volgt:
Afschrijvingskosten: EUR 200,00 (Tabel, pag. 3 rapport van FPA 1-11-2020)
Hennepstekken: EUR 1024,89 (EUR 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten: EUR 1043,72 (EUR 3,88 per stek/plant)
Kosten knippers: EUR 538,00 (EUR 2,00 per stek/plant)
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
Bruto opbrengst 1 oogst(en) x EUR 31312,14 EUR 31312,14
Totale kosten 1 oogst(en) x EUR 2806,61 EUR -/- 2806,61.
Wederrechtelijk verkregen voordeel EUR 28505,53
2.
Het proces-verbaal ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e, tweede lid, Sr’, opgemaakt op 11 juni 2019, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende, op pagina (ZD [adres 3] ) 74 e.v.:
Betreft: [adres 3]
Ontnemingsperiode
Van 16 februari 2019 tot 3 juni 2019. Deze periode beslaat 15 weken. Op dinsdag 03 juni 2019 was de instap van de politie. Toen werden er 278 hennepplanten aangetroffen van 5 weken oud. Er werden indicatoren aangetroffen die duiden op een eerdere oogst. Volgens het rapport BOOM wordt er uitgegaan van een kweekcyclus van 9-weken. Vanaf 16 februari 2019 tot 03 juni 2019 is een periode van 14 weken.
Aantal kweekruimtes:1
Vaststelling opbrengst per oogst in de kweekruimte
Aangetroffen planten/potten
In de kweekruimte stonden minimaal 278 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de kweekruimte was 18 m2. Per m2 stonden er 16 hennepplanten en/of potten.
Opbrengst hennep per plant
In het rapport van Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016 is een tabel opgenomen
met daarin de opbrengst per hennepplant. De opbrengst aan hennep per plant van de kweekruimte is volgens de tabel minimaal 27,7 gram.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 278 planten x 27,7 gram = 7,7006 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal EUR 4070,00 per
kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 7,7006 kilogram x EUR 4070,00 = EUR 31341,44.
Vaststelling eerdere oogsten in de kweekruimte
In de hierna vermelde berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt
uitgegaan van 1 reeds eerder gerealiseerde oogst in de kweekruimte. De vermelde eerdere oogst is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende aanwijzingen bleken.
Verdroogde resten van hennepplanten waren aangetroffen op hennepresten op een flexibele
afzuigslang. De aangetroffen koolstoffilters waren in de kweekruimte bevestigd. Het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. In deze werden op de zolderverdieping een aantal droogrekken aangetroffen. Op deze droogrekken waren resten van hennepplanten aangetroffen. In de badkamer waren knipschaartjes aangetroffen. Op deze knipschaartjes bevonden zich hennepresten. In de schuur en badkamer was een aantal (vuilnis)zakken met potgrond aangetroffen. In deze potgrond bevonden zich gebruikte stekblokjes/rondjes en wortelresten. Verder hadden diverse stukken samengeperste potgrond dezelfde vorm en inhoud als de lege potten die in de kweekruimte waren aangetroffen. In de al geoogste hennepkwekerij waren potten met potgrond aangetroffen. In deze potgrond bevonden zich wortelresten van hennepplanten.
Kostenberekening in de kweekruimte
Verdachte [naam 4] betrok de elektriciteit op illegale wijze en door Liander werd hiervan aangifte gedaan. Omdat de verdachte de door Liander in rekening gebrachte kosten op het moment van sluiten van dit rapport niet had voldaan, werden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht. Uit het onderzoek rijst de verdenking dat verdachte voor het knippen van de hennepplanten geen kosten heeft gemaakt. Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal er dan ook geen rekening mee worden gehouden.
Uit het onderzoek rijst het vermoeden dat er ten behoeve van de huisvesting geen extra kosten gemaakt zijn. Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal er dan ook geen rekening mee worden gehouden. De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het rapport van Functioneel Parket Afpakken (FPA) als volgt:
Afschrijvingskosten: EUR 200,00 (Tabel, pag. 3 rapport van FPA 1-11-2020)
Hennepstekken: EUR 1059,18 (EUR 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten: EUR 1078,64 (EUR 3,88 per stek/plant)
Totaal aan kosten EUR 2337,82.
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
Bruto opbrengst 1 oogst(en) x EUR 31341,44 EUR 31341,44
Totale kosten 1 oogst(en) x EUR 2337,82 EUR -/- 2337,82
Wederrechtelijk verkregen voordeel EUR 29003,62
3.
Het proces-verbaal ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e, tweede lid, Sr’, opgemaakt op 11 juni 2019, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende, op pagina (ZD [adres 4] ) 249 e.v.:
Betreft: [adres 4]
Ontnemingsperiode
Van 19 maart 2019 tot 28 mei 2019. Deze periode beslaat 10 weken. Op dinsdag 25 juni 2019 waren de hennepplanten ongeveer 4 weken oud. Dit betreft een schatting aangezien de planten 45 cm lang waren. Het is aannemelijk dat desbetreffende kweek op 28 mei 2019 was begonnen. Aangezien wij uitgaan van eerdere oogst a 10 weken, is de voorgaande kweek op 19 maart 2019 begonnen.
Aantal kweekruimtes: 1
Vaststelling opbrengst per oogst in de kweekruimte
Aangetroffen planten/potten
In de kweekruimte stonden minimaal 158 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de kweekruimte was 9,8 m2. Per m2 stonden er 17 hennepplanten en/of potten.
Opbrengst hennep per plant
In het rapport van Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016 is een tabel opgenomen
met daarin de opbrengst per hennepplant. De opbrengst aan hennep per plant van de kweekruimte is volgens de tabel minimaal 27,2 gram.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt:
158 planten x 27,2 gram = 4,2976 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal EUR 4070,00 per
kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 4,2976 kilogram x EUR 4070,00 = EUR 17491,23.
Kostenberekening in de kweekruimte
Verdachte [naam 1] betrok de elektriciteit op illegale wijze en door Enexis werd
hiervan aangifte gedaan. Omdat de verdachte de door Enexis in rekening gebrachte kosten op het moment van sluiten van dit rapport niet had voldaan, werden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht.
Uit het onderzoek rijst het vermoeden dat er ten behoeve van de huisvesting geen
extra kosten gemaakt zijn. Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen
voordeel zal er dan ook geen rekening mee worden gehouden.
De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken
hennepkwekerij zijn op basis van het rapport van Functioneel Parket Afpakken (FPA)
als volgt:
Afschrijvingskosten: EUR 150,00 (Tabel, pag. 3 rapport van FPA 1-11-2020)
Hennepstekken: EUR 601,98 (EUR 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten: EUR 613,04 (EUR 3,88 per stek/plant)
4.
Het proces-verbaal van bevindingen eerdere oogst en fotoblad behorende bij aantreffen hennepkwekerij in perceel [adres 4] van 2 juli 2019, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende, op pagina (ZD [adres 4] ) 223 e.v.:
Tijdens het ingestelde onderzoek in perceel [adres 4] zag ik dat:
  • er op de aanwezige apparatuur in de kweekruimten sprake was van een stofafzetting.
  • dat het filterdoek van het koolstoffilter in de kweekruimte was vervuild. Bij het verplaatsen van de ophangbevestiging bleek dat op de plaats waar deze ophangbevestiging was aangebracht, het filterdoek een lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van de overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van de filterdoek in de kweektent is opgetreden nadat de koolstoffilter in de kweektent was opgehangen. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en veroorzaakt kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt en van het vrijkomende stof bij het oogsten van hennepplanten. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij komen deze stofdeeltjes op het filterdoek terecht.
  • er witte kalkaanslag zat op de onderzijde van de zwarte kunststof bloempotten in de kweekruimte
  • er dunne witte kalkaanslag aanwezig was op de elektrische dompelpomp in het watervat
  • dat er sprake was van schimmelvorming tegen de muren in de kweekruimte
  • dat er met hennepresten vervuilde klapstoel werd aangetroffen
  • dat er met hennepresten vervuilde droognetten werden aangetroffen
  • dat het houtwerk waaraan de assimilatielampen waren opgehangen sterk waren verkleurd onder inwerking van licht en warmte. Op die plaatsen waar het houtwerk bedekt was, was er sprake van minder verkleuring
  • dat er sprake was van een dikke laag stof in het kozijn van de toegangsdeur van de
  • kweekruimte. Doordat er vervuilde lucht uit de kweekruimte wordt gezogen ontstaat er een licht vacuüm in de kweekruimte door kieren tussen de deur en het kozijn wordt ook lucht aangezogen. Het vuil in de aangezogen lucht slaat vaak neer in het deurkozijn.
Gezien het vorenstaande is het aannemelijk dat er ten minste 1 eerdere oogst van 158 hennepplanten is geweest in perceel [adres 4] .
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 1] van 22 augustus 2019, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende, op pagina’s (ZD [adres 4] ) 297, 298 en 301:
Sessienummer 10460:
O: Hier is de uitwerking van een telefoongesprek van 26 april 2019 te 21:32:42 uur. Het gesprek werd gevoerd tussen jouw telefoonaansluiting, namelijk telefoonaansluiting [telefoonnummer 1] , en [veroordeelde] , met telefoonaansluiting [telefoonnummer 2] . We zullen het uitgewerkte gesprek met je doornemen.
[veroordeelde] : Ja, [naam 3]
:Ja [veroordeelde]
: Vertel mij, hoe oud zijn die bij jou?
[naam 3] : [veroordeelde] , dat weet ik niet. Ik moet het berekenen, sinds 18 - 03
[veroordeelde] : Goed, ik zal het bekijken.
[naam 3] : Dat is goed, de eerste dag was 18-03.
[veroordeelde] : Is goed, buy.
[naam 3] : Buy, buy, buy.
A: Toen jullie vroegen naar de datum, is dat deze datum. Ik denk dan van de eerste oogst.
Sessienummer 13065
O: Hier is de uitwerking van een telefoongesprek van 21 mei 2019 te 01:04:29 uur. Het gesprek werd gevoerd tussen jouw telefoonaansluiting, namelijk telefoonaansluiting [telefoonnummer 1] , en [veroordeelde] , met telefoonaansluiting [telefoonnummer 2] . We zullen het uitgewerkte gesprek met je doornemen.
[veroordeelde] zegt dat morgenochtend om 10 uur de jongens bij [nummer] zullen zijn.
[nummer] zegt oke.
V: Waar gaat dit gesprek over?
A: Dit gaat over [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] . Ze zijn toen een keer gekomen, volgens mij wel.
V: Wat hebben ze toen gedaan?
A: Ze waren aan het knippen
V: Hoe vaak is er vanuit jouw woning geoogst?
A: 1x. De tweede keer kwamen jullie inval doen.