ECLI:NL:RBOVE:2024:6339
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV over haar arbeidsongeschiktheid op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) beoordeeld. Eiseres had aanvankelijk recht op een loongerelateerde WIA-uitkering met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 76,09%, maar na een herbeoordeling door het UWV is dit percentage verlaagd naar 71,75%. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, wat leidde tot een nieuwe beoordeling door de rechtbank.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit van het UWV onvoldoende gemotiveerd is. De rechtbank stelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet adequaat heeft onderzocht of eiseres tijdens pauzes moet kunnen liggen en welke gevolgen dit heeft voor de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en de urenbeperking. De rechtbank oordeelt dat er een nieuwe arbeidskundige beoordeling moet plaatsvinden, waarbij ook de blootstelling aan soldeerdamp in de geselecteerde voorbeeldfuncties moet worden heroverwogen.
De rechtbank geeft het UWV de gelegenheid om de gebreken in het besluit te herstellen binnen een termijn van zes weken. Tevens moet het UWV binnen twee weken na verzending van deze uitspraak meedelen of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.