In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de herroeping van een omgevingsvergunning. Eiser had op 5 april 2023 een vergunning aangevraagd voor het verbouwen van een werkplaats tot een Bed & Breakfast (B&B) op zijn perceel. Het college van burgemeester en wethouders van Almelo verleende aanvankelijk de vergunning, maar verklaarde op 6 oktober 2023 het bezwaar van omwonenden tegen deze vergunning niet-ontvankelijk en herroepte de vergunning. Eiser ging hiertegen in beroep.
De rechtbank heeft op 15 oktober 2024 de zaak behandeld. Eiser stelde dat de van rechtswege verleende vergunning van 20 maart 2023 nooit in werking is getreden omdat deze niet bekendgemaakt was. De rechtbank oordeelde echter dat het college terecht de vergunning had herroepen, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden voor vergunningverlening. De rechtbank concludeerde dat er geen directe relatie bestond tussen de B&B en de hoofdbewoners van de woning, wat een vereiste was volgens de bestemmingsplanvoorschriften. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het college.
De uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden voor vergunningverlening en de noodzaak van een directe relatie tussen de activiteit en de hoofdbewoners. De rechtbank stelde vast dat de woning op het moment van de beslissing niet bewoond werd door de hoofdbewoners, wat leidde tot de conclusie dat de vergunning niet verleend kon worden. De uitspraak heeft implicaties voor toekomstige aanvragen voor omgevingsvergunningen in vergelijkbare situaties.