ECLI:NL:RBOVE:2024:6312

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
08-284765-22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen tenuitvoerlegging vervangende hechtenis wegens niet-uitvoering taakstraf

In deze zaak heeft de politierechter op 27 november 2024 uitspraak gedaan over een bezwaar tegen de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis van de veroordeelde, die zijn taakstraf niet binnen de gestelde termijn had uitgevoerd. De veroordeelde had niet tijdig een bezwaarschrift kunnen indienen omdat de kennisgeving naar zijn oude BRP-adres was gestuurd. De politierechter verklaarde het bezwaarschrift gegrond en gaf de veroordeelde een nieuwe kans om de resterende taakstraf van 35 uren uit te voeren, met de voorwaarde dat dit vóór 1 juli 2025 moet zijn voltooid.

De procedure begon op 10 juli 2024, toen de officier van justitie de tenuitvoerlegging van 18 dagen vervangende hechtenis bevolen had. De kennisgeving was op 9 september 2024 verzonden, maar de veroordeelde had zich inmiddels op een nieuw adres ingeschreven. Tijdens de zitting op 27 november 2024 werd de veroordeelde bijgestaan door zijn advocaat, mr. N.L.A.N. Weusthof. De politierechter oordeelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, gezien de omstandigheden van de veroordeelde.

De veroordeelde had in de periode dat hij de taakstraf diende uit te voeren te maken met persoonlijke problemen, waaronder een conflict met zijn ex-partner en de zorg voor zijn kind. Hij heeft inmiddels zijn leven weer op de rails gekregen, met een nieuwe woning, een partner en een baan. De politierechter oordeelde dat detentie negatieve gevolgen zou hebben voor deze positieve ontwikkelingen en dat de veroordeelde gemotiveerd was om de taakstraf alsnog uit te voeren. Daarom werd het bezwaarschrift gegrond verklaard en kreeg de veroordeelde de kans om de resterende uren van de taakstraf te verrichten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
parketnummer : 08-284765-22
raadkamernummer : 24-027729
Uitspraak van de politierechter op het bezwaar op grond van artikel 6:3:3 en artikel 6:6:23 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres 1] ,
hierna te noemen: de veroordeelde,
bijgestaan door mr. N.L.A.N. Weusthof, advocaat te Enschede.

1.Het verloop van de procedure

Op 10 juli 2024 heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging van 18 dagen vervangende hechtenis bevolen, omdat de veroordeelde de taakstraf niet binnen de daartoe gestelde termijn heeft verricht. De kennisgeving daarvan, met originele verzenddatum 16 juli 2024, is op 9 september 2024 verstuurd naar het BRP-adres van de veroordeelde.
Het bezwaarschrift tegen dat bevel is gedateerd 8 november 2024 en op diezelfde dag op de griffie van de rechtbank ontvangen. Het bezwaarschrift is namens de veroordeelde ingediend door mr. N.L.A.N. Weusthof.
Het bezwaarschrift is behandeld op de openbare terechtzitting van 27 november 2024.
Bij de behandeling zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord.
De politierechter heeft kennisgenomen van de door de officier van justitie overgelegde relevante stukken met betrekking tot de strafzaak waarin de taakstraf is opgelegd of ten uitvoer is gelegd en de stukken die betrekking hebben op de omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis waartegen het bezwaarschrift is gericht.

2.De ontvankelijkheid

Standpunt raadsvrouw
De raadsvrouw en de veroordeelde hebben naar voren gebracht dat veroordeelde op het moment van betekening van de omzettingsbeslissing was verhuisd naar een nieuw adres en feitelijk niet meer op het BRP-adres verbleef. Veroordeelde heeft zich op 13 september 2024 ingeschreven op het nieuwe adres. De raadsvrouw verzoekt de termijnoverschrijding verschoonbaar te oordelen, en daarmee de veroordeelde in zijn bezwaar ontvankelijk te verklaren.
Officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat veroordeelde ontvankelijk kan worden verklaard in het bezwaarschrift.
Oordeel politierechter
Gelet op hetgeen is aangevoerd, deelt de politierechter mede dat hij de overschrijding van de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift – met de officier van justitie, de veroordeelde en de raadsvrouw – in dit geval verschoonbaar acht, nu gebleken is dat getracht is de kennisgeving omzetting op 15 en 26 augustus 2024 uit te reiken op het BRP-adres aan de [adres 2] . Veroordeelde heeft verklaard dat hij toen al de woning had verlaten om te verhuizen naar het nieuwe adres aan de [adres 1] en pas na de verhuizing op 13 september zich op het nieuwe adres heeft laten inschrijven. De politierechter zal de veroordeelde daarom ontvankelijk verklaren in het bezwaarschrift.
3. De standpunten van de veroordeelde, de raadsvrouw en de officier van justitie
Standpunt veroordeelde en zijn raadsvrouw
De raadsvrouw heeft namens de veroordeelde schriftelijk bezwaar gemaakt tegen de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben het bezwaarschrift ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – als volgt nader toegelicht.
In de periode dat veroordeelde de taakstraf diende uit te voeren heeft hij een heftige en hectische periode gehad. Veroordeelde had ruzie met zijn ex-partner, waarbij zijn ex-partner samen met hun kind is vertrokken en er geen omgang meer bestond tussen veroordeelde en zijn kind. Er was sprake van chaos in het leven van veroordeelde en hij had zijn prioriteiten niet op orde. Er is nu weer sprake van een positieve lijn in het leven van de veroordeelde.
Hij heeft een eigen huurwoning en een nieuwe partner. Veroordeelde heeft weer omgang met zijn kind en heeft een baan in de sales. Veroordeelde is afhankelijk van zijn verdiensten. Indien veroordeelde gedetineerd raakt zal hij geen inkomen meer kunnen genereren en kan hij de vaste lasten niet betalen. Veroordeelde dreigt dan zijn huisvesting te verliezen en zal dan op straat komen te staan. Veroordeelde wilde zich niet onttrekken aan de taakstraf en wil het resterende aantal uren van de taakstraf uitvoeren. De raadsvrouw heeft zich namens de veroordeelde op het standpunt gesteld dat het bezwaarschrift gegrond moet worden verklaard.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het bezwaarschrift, gelet op hetgeen door de veroordeelde en zijn raadsvrouw naar voren is gebracht. Uit de overgelegde stukken van de raadsvrouw blijkt dat de veroordeelde zijn best heeft gedaan om in contact te blijven met de reclassering. De officier van justitie is van oordeel dat de veroordeelde een kans dient te krijgen om het resterende aantal uren van de taakstraf uit te voeren.

4.De beoordeling

Op grond van de stukken en de behandeling op zitting stelt de politierechter het volgende vast.
De veroordeelde is bij onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter bij deze rechtbank van 23 mei 2023 bij verstek veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren. Daarbij is bepaald dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen. Uit de stukken is gebleken dat de veroordeelde 25 uren van de taakstraf heeft verricht. Het resterende aantal uren van de taakstraf bedraagt 35 uren, te vervangen door 18 dagen hechtenis.
Een veroordeelde dient in beginsel bij het niet-uitvoeren van een taakstraf de vervangende
hechtenis uit te zitten, tenzij zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan die maken
dat vervangende hechtenis niet zou moeten worden toegepast. Ondanks het feit dat het de veroordeelde niet gelukt is om de taakstraf volledig uit te voeren, vindt de politierechter dat veroordeelde in de gelegenheid moet worden gesteld het resterende aantal uren van de taakstraf alsnog te verrichten. Veroordeelde lijkt zijn leven beter op de rit te hebben.
Hij heeft een baan, een nieuwe vriendin en een eigen huurwoning en er is weer omgang met zijn kind. Een detentie zal negatieve invloed hebben op deze ontwikkelingen. Ter zitting heeft veroordeelde voldoende aannemelijk gemaakt dat hij gemotiveerd is om de taakstraf uit te voeren. Naar eigen zeggen heeft hij zijn prioriteiten op orde. Gelet op het vorenstaande zal de politierechter het bezwaarschrift gegrond verklaren. De politierechter benadrukt dat dit een laatste kans betreft.
De politierechter zal de beslissing van het Openbaar Ministerie om de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen, wijzigen en bepalen dat de veroordeelde de resterende uren van de taakstraf, te weten een taakstraf voor de duur van 35 uren, moet verrichten en dat deze taakstraf vóór 1 juli 2025 moet zijn voltooid.

5.De beslissing

De politierechter:
  • verklaart het bezwaarschrift
  • bepaalt het aantal uren taakstraf dat nog moet worden verricht op
  • bepaalt dat de taakstraf vóór
Deze beslissing is genomen door mr. B.W.M. Hendriks, politierechter, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024.