ECLI:NL:RBOVE:2024:6221

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
11370628 \ CV EXPL 24-3866
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallig loon en re-integratieverplichtingen in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als chauffeur bij Taxi Vervoerscentrale Nederland B.V., een kort geding aangespannen tegen haar werkgever. Eiseres vordert betaling van haar loon over de maanden september en oktober 2024, alsook betaling van haar toekomstige loon en naleving van de re-integratieverplichtingen door Taxi Vervoerscentrale. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 november 2024, waarbij eiseres en haar gemachtigde, mr. J. Bouwhuis, aanwezig waren. Taxi Vervoerscentrale is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op betaling van het achterstallig loon over oktober 2024, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente. De vordering tot naleving van de re-integratieverplichtingen is ingetrokken door eiseres tijdens de zitting, waardoor deze niet verder is behandeld. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van het achterstallig loon toegewezen en bepaald dat Taxi Vervoerscentrale binnen 24 uur na betekening van het vonnis het verschuldigde bedrag moet betalen. Tevens is Taxi Vervoerscentrale veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 732,00.

Het vonnis is uitgesproken door mr. M.J.C.M. Manders op 26 november 2024, en is uitvoerbaar bij voorraad. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, met uitzondering van de ingetrokken vordering, en heeft de proceskosten ten laste van Taxi Vervoerscentrale gelegd.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11370628 \ CV EXPL 24-3866
Vonnis in kort geding van 26 november 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. J. Bouwhuis,
toevoegingsnummer: 2GW4451,
tegen
TAXI VERVOERSCENTRALE NEDERLAND B.V.,
te Zwolle,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Taxi Vervoerscentrale,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
[eiseres] heeft op 8 november 2024 de dagvaarding met producties aan Taxi Vervoerscentrale laten betekenen. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op
19 november 2024. [eiseres] en haar gemachtigde mr. J. Bouwhuis zijn verschenen. Namens Taxi Vervoerscentrale is niemand verschenen, tegen haar is verstek verleend. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
Het vonnis wordt vandaag uitgesproken.

2.De zaak in het kort

2.1.
[eiseres] werkt als chauffeur bij Taxi Vervoerscentrale op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Volgens [eiseres] heeft Taxi Vervoerscentrale haar loon over de maanden september en oktober 2024 niet (op tijd) betaald, zodat [eiseres] in dit kort geding veroordeling daartoe van Taxi Vervoerscentrale vordert, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente. Ook vordert [eiseres] betaling van het toekomstige loon. Daarnaast heeft [eiseres] zich op 19 augustus 2024 ziekgemeld en vordert [eiseres] in dit kort geding veroordeling van Taxi Vervoerscentrale om haar re-integratieverplichtingen jegens [eiseres] na te komen.
2.2.
De kantonrechter zal de vordering om het achterstallig loon van de maand
oktober 2024 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente alsmede het toekomstige loon totdat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, toewijzen. De vordering om Taxi Vervoerscentrale te veroordelen om haar re-integratieverplichtingen jegens [eiseres] na te komen, behoeft geen bespreking meer omdat [eiseres] deze vordering tijdens de mondelinge behandeling heeft ingetrokken. De kantonrechter zal dit hierna toelichten.

3.Het geschil en de beoordeling

De vorderingen van [eiseres]
3.1.
vordert – kort samengevat –Taxi Vervoerscentrale te veroordelen:
tot betaling van achterstallig loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente,
het maandloon tijdig, op de 25e van elke maand, te betalen totdat de arbeidsovereenkomst is geëindigd,
de verplichtingen op grond van artikel 7:658a Burgerlijk Wetboek (BW) jegens haar na te komen alsmede de stappen uit de Wet verbetering poortwachter ten behoeve van haar te zetten,
in de proceskosten (inclusief nakosten).
De kantonrechter verleent verstek tegen Taxi Vervoerscentrale
3.2.
Namens Taxi Vervoerscentrale is niemand op de zitting verschenen. De kantonrechter stelt vast dat bij het betekenen van de dagvaarding de wettelijke vereisten zijn nageleefd en dat de voorgeschreven termijnen en overige formaliteiten in acht zijn genomen. De kantonrechter verleent daarom verstek tegen Taxi Vervoerscentrale.
De vordering van [eiseres] is spoedeisend
3.3.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als [eiseres] hierbij zoveel spoed heeft dat zij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Uit de stellingen van [eiseres] en de aard van de vordering volgt dat het spoedeisend belang aanwezig is.
De vorderingen van [eiseres] worden toegewezen
3.4.
De kantonrechter zal de vorderingen, nu hem deze vooralsnog niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, toewijzen met inachtneming van het volgende.
3.5.
Ter zitting heeft [eiseres] toegelicht dat op dit moment alleen het achterstallig loon over de maand oktober 2024 onbetaald is gebleven en zij heeft haar vordering overeenkomstig verminderd. [eiseres] heeft daarbij een bedrag van € 1.846,25 bruto per maand aan achterstallig loon gevorderd, terwijl uit de salarisstrook blijkt dat sprake is van een bedrag van € 1.846,85. De kantonrechter houdt het ervoor dat dit een kennelijke verschrijving betreft en [eiseres] heeft bedoeld te vorderen een bedrag van € 1.846,85, zodat dit dienovereenkomstig zal worden toegewezen. Daarbij zal worden bepaald dat Taxi Vervoerscentrale binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het achterstallig loon moet betalen.
3.6.
Verder heeft [eiseres] tijdens de zitting haar vordering onder III) ingetrokken omdat, naar zij heeft toegelicht, Taxi Vervoerscentrale inmiddels de arbo-arts voor haar heeft geschakeld naar aanleiding van haar ziekmelding. Deze vordering behoeft dan ook geen bespreking meer.
3.7.
Taxi Vervoerscentrale is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiseres] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal Taxi Vervoerscentrale niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
102,00
Totaal
732,00
4. De beslissing
De kantonrechter
4.1.
veroordeelt Taxi Vervoerscentrale om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het achterstallig loon van de maand oktober 2024 aan [eiseres] te betalen, zijnde
€ 1.846,85 bruto per maand, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 27 september 2024 tot de dag van betaling daarvan,
4.2.
veroordeelt Taxi Vervoerscentrale om het maandloon van [eiseres] tijdig en aan het einde van elke maand, op de 25e van elke maand, aan [eiseres] te betalen totdat de arbeidsovereenkomst is geëindigd,
4.3.
veroordeelt Taxi Vervoerscentrale in de proceskosten van € 732,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2024.