Uitspraak
1.De procedure
2.De zaak in het kort
3.Het geschil en de beoordeling
.De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als chauffeur bij Taxi Vervoerscentrale Nederland B.V., een kort geding aangespannen tegen haar werkgever. Eiseres vordert betaling van haar loon over de maanden september en oktober 2024, alsook betaling van haar toekomstige loon en naleving van de re-integratieverplichtingen door Taxi Vervoerscentrale. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 november 2024, waarbij eiseres en haar gemachtigde, mr. J. Bouwhuis, aanwezig waren. Taxi Vervoerscentrale is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op betaling van het achterstallig loon over oktober 2024, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente. De vordering tot naleving van de re-integratieverplichtingen is ingetrokken door eiseres tijdens de zitting, waardoor deze niet verder is behandeld. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van het achterstallig loon toegewezen en bepaald dat Taxi Vervoerscentrale binnen 24 uur na betekening van het vonnis het verschuldigde bedrag moet betalen. Tevens is Taxi Vervoerscentrale veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 732,00.
Het vonnis is uitgesproken door mr. M.J.C.M. Manders op 26 november 2024, en is uitvoerbaar bij voorraad. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, met uitzondering van de ingetrokken vordering, en heeft de proceskosten ten laste van Taxi Vervoerscentrale gelegd.