ECLI:NL:RBOVE:2024:6208
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een WIA-uitkering en de geschiktheid van geselecteerde functies voor een arbeidsongeschikte eiseres
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een loongerelateerde WIA-uitkering door het UWV beoordeeld. Eiseres, die sinds 1995 werkzaam was als medewerker inwonerszaken bij de gemeente Zwolle, heeft zich op 29 juni 2021 ziek gemeld en op 10 maart 2023 een WIA-uitkering aangevraagd. Het UWV heeft haar een WGA-uitkering toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 67,73%, maar eiseres is van mening dat de vastgestelde beperkingen in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) onvoldoende zijn onderbouwd.
De rechtbank oordeelt dat het UWV niet voldoende heeft gemotiveerd dat eiseres op de datum in geding, 27 juni 2023, geen verdergaande beperkingen had dan in de FML zijn opgenomen. De rechtbank wijst op de klachten van eiseres, waaronder artrose, fibromyalgie, gehoorproblemen en psychische klachten, en concludeert dat het UWV onvoldoende rekening heeft gehouden met deze aandoeningen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het UWV op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het UWV ook het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden.
De rechtbank benadrukt dat de geselecteerde functies voor eiseres niet passend zijn, gezien haar gehoorproblemen en de onvoldoende onderbouwing van de arbeidsdeskundige rapporten. De rechtbank concludeert dat het UWV de besluitvorming niet zorgvuldig heeft voorbereid en onvoldoende heeft gemotiveerd, wat leidt tot de gegrondverklaring van het beroep.