ECLI:NL:RBOVE:2024:6191

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
22 november 2024
Zaaknummer
08-072898-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag van beginnend bestuurder

Op 22 november 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 22-jarige man, die als beginnend bestuurder betrokken was bij een verkeersongeval op 1 augustus 2023 in Vriezenveen. De verdachte veroorzaakte een botsing met een andere auto, bestuurd door een vrouw, die als gevolg van het ongeval zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan roekeloos rijgedrag, waarbij hij met een snelheid van minimaal 54 km/h een onoverzichtelijk kruispunt naderde, terwijl de maximumsnelheid ter plaatse 30 km/h was. De verdachte verleende geen voorrang aan de van rechts komende bestuurder, wat leidde tot de aanrijding. De rechtbank achtte het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, en legde een taakstraf van 160 uren op, evenals een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het letsel van het slachtoffer, dat onder andere bestond uit ribbreuken, een longkneuzing en andere ernstige verwondingen, en met de verantwoordelijkheid van de verdachte als beginnend bestuurder.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-072898-24 (P)
Datum vonnis: 22 november 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
8 november 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.P. Smit, advocaat in Almelo, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens het slachtoffer [slachtoffer] ter zitting naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op
1 augustus 2023 in Vriezenveen:
primair:als beginnend bestuurder van een personenauto, een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor aan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel is toegebracht;
subsidiair:zich zodanig op de weg heeft gedragen dat daardoor gevaar op de weg werd veroorzaakt en/of het verkeer werd gehinderd;
meer subsidiair:een verkeersovertreding heeft begaan door een voor hem van rechts komende bestuurder van een personenauto geen voorrang te verlenen, waarbij letsel aan personen is ontstaan.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 1 augustus 2023 te Vriezenveen in de gemeente Twenterand, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk
Audi),
komende uit de richting van de [adres 2] , gaande in de richting van het
[adres 3] , daarmede heeft gereden over de [adres 1] ,
roekeloos, althans zeer dan wel aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij ter plaatse bekend was en/of
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl voor de kruising (van de [adres 1] en de [adres 4] ) die hij,
verdachte, naderde een pianoklavier op het wegdek (van de [adres 1] ) was
aangebracht en/of
terwijl een (van rechts komend) voertuig (personenauto, merk Opel) reeds op korte
afstand was genaderd en/of
terwijl zijn zicht (naar rechts) (ernstig) werd belemmerd/beperkt door aldaar
aanwezige begroeiing en/of maïs- en/of riet(planten),
voornoemde kruising is genaderd en/of opgereden/overgestoken met een
(aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane
maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk)
hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk
met een snelheid van ongeveer (tenminste) 54 kilometer per uur en/of
(aldus) in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 (RVV90) niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig
(personenauto, merk Audi) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig
tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de kruisende weg (de
[adres 4] ) kon overzien en waarover deze vrij was en/of
zich er (daardoor) niet of onvoldoende van heeft vergewist, dan wel zichzelf
(daardoor) niet of onvoldoende in staat heeft gesteld om te kunnen vergewissen of
de kruisende weg (de [adres 4] ) vrij was van enig verkeer en/of
in strijd met het gestelde in artikel 15 lid 1 RVV90 geen voorrang heeft verleend aan
(de bestuurder van) het, voor hem van rechts komende, voertuig (personenauto,
merk Opel) en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, (de bestuurder van) dat
voertuig (personenauto, merk Opel),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] )
zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is
ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 augustus 2023 te Vriezenveen in de gemeente Twenterand, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk
Audi),
komende uit de richting van de [adres 2] , gaande in de richting van het
[adres 3] , daarmede heeft gereden over de [adres 1] ,
terwijl hij ter plaatse bekend was en/of
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl voor de kruising (van de [adres 1] en de [adres 4] ) die hij,
verdachte, naderde een pianoklavier op het wegdek (van de [adres 1] ) was
aangebracht en/of
terwijl een (van rechts komend) voertuig (personenauto, merk Opel) reeds op korte
afstand was genaderd en/of
terwijl zijn zicht (naar rechts) (ernstig) werd belemmerd/beperkt door aldaar
aanwezige begroeiing en/of maïs- en/of riet(planten),
voornoemde kruising is genaderd en/of opgereden/overgestoken met een
(aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane
maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk)
hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk
met een snelheid van ongeveer (tenminste) 54 kilometer per uur en/of
(aldus) in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 (RVV90) niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig
(personenauto, merk Audi) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig
tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de kruisende weg (de
[adres 4] ) kon overzien en waarover deze vrij was en/of
zich er (daardoor) niet of onvoldoende van heeft vergewist, dan wel zichzelf
(daardoor) niet of onvoldoende in staat heeft gesteld om te kunnen vergewissen of
de kruisende weg (de [adres 4] ) vrij was van enig verkeer en/of
in strijd met het gestelde in artikel 15 lid 1 RVV90 geen voorrang heeft verleend aan
(de bestuurder van) het, voor hem van rechts komende, voertuig (personenauto,
merk Opel) en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, (de bestuurder van) dat
voertuig (personenauto, merk Opel),
en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 augustus 2023 te Vriezenveen, gemeente Twenterand, als
bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Audi), rijdende op de voor het
openbaar verkeer openstaande weg, de [adres 1] , op de kruising of splitsing van
die weg met de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), de [adres 4] ,
een voor hem van rechts komende bestuurder van een voertuig (personenauto,
merk Opel) geen voorrang heeft verleend, immers die bestuurder niet in staat heeft
gesteld ongehinderd haar weg te vervolgen, waarbij letsel aan personen is ontstaan
of schade aan goederen is toegebracht.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig zijn op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen, nu verdachte zeer onvoorzichtig heeft gereden, waardoor het verkeersongeval aan zijn schuld is te wijten in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW). Door het ongeval heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair tenlastegelegde. Daartoe is aangevoerd dat het enkel niet verlenen van voorrang onvoldoende is om te kunnen spreken van schuld aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 WVW. Het subsidiair tenlastegelegde, het veroorzaken van gevaar op de weg, kan volgens de raadsman wel wettig en overtuigend worden bewezen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting het volgende vast.
Op 1 augustus 2023 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden op de kruising van de [adres 1] en de [adres 4] in Vriezenveen, gemeente Twenterand, waarbij twee personenauto’s betrokken waren.
Verdachte reed op die dag, als bestuurder van een personenauto van het merk Audi, op de [adres 1] in Vriezenveen. Hij kwam uit de richting van de [adres 2] en ging in de richting van het [adres 3] . Verdachte was op dat moment een beginnend bestuurder en goed bekend met de [adres 1] , omdat hij aan die weg woont. Hij rijdt daar meermalen per dag. Op een gegeven moment naderde verdachte de kruising van de [adres 1] en de [adres 4] . Verdachte wist dat dit een onoverzichtelijk kruispunt was. Vlak voor die kruising was een pianoklavier op het wegdek van de [adres 1] aangebracht. De maximumsnelheid bedroeg daar 30 km/h. Dit werd aangegeven met een verkeersbord.
[slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ), bestuurder van een personenauto van het merk Opel, rijdend op de [adres 4] , naderde op hetzelfde moment diezelfde kruising. Zij kwam van rechts, gezien vanaf de positie van verdachte. Ter hoogte van de kruising werd het zicht van verdachte naar rechts (naar de [adres 4] ) belemmerd door begroeiing langs de weg, namelijk door mais- en rietplanten. Verdachte reed rechtdoor de kruising op, zag de auto van [slachtoffer] daarbij over het hoofd en verleende [slachtoffer] geen voorrang. Er ontstond een botsing tussen beide voertuigen. Aan de hand van de veiliggestelde storingsdata van de Audi en de deformaties en eindposities van beide voertuigen hebben verbalisanten geconcludeerd dat verdachte ten tijde van de botsing met een snelheid van minimaal 54 km/h reed.
Als gevolg van het ongeval heeft [slachtoffer] meervoudig letsel opgelopen. Dit letsel bestond onder andere uit ernstig borstletsel, waaronder ribbreuken en een longkneuzing. Daarnaast had zij breuken in het bekken, een gescheurde milt en een gescheurde blaas. [slachtoffer] moest eerst negen dagen op de intensive care worden opgenomen. Ruim drie weken na het ongeval verslechterde de medische situatie van [slachtoffer] dusdanig, vanwege bloed dat in haar borstholte terechtkwam, dat zij hieraan moest worden geopereerd. Daardoor werd zij weer ruim een week op de intensive care opgenomen. Op 18 september 2023 werd [slachtoffer] ontslagen uit het ziekenhuis. Ze heeft aansluitend zeven weken doorgebracht in [locatie] ter revalidatie.
Primair: artikel 6 WVW
Voor een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde is onder meer vereist dat het verkeersongeval aan de schuld van verdachte te wijten is. Daarvoor moet ten minste komen vast te staan dat sprake is van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid, onoplettendheid en/of onachtzaamheid van verdachte. Of sprake is van een dergelijke (mate van) schuld hangt volgens vaste jurisprudentie af van het geheel van gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de omstandigheden van het geval. Daarnaast geldt dat niet alleen uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van schuld zoals hiervoor bedoeld.
Het rijgedrag van verdachte
De rechtbank stelt voorop dat verdachte, net als iedere andere verkeersdeelnemer, de voortdurende zorgplicht heeft om te anticiperen op komende verkeerssituaties en zich te vergewissen van de eventuele aanwezigheid van ander verkeer. Nu verdachte ten tijde van het ongeval een beginnend bestuurder was, woog die zorgplicht nog zwaarder. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte deze zorgplicht onvoldoende in acht genomen. Verdachte was ter plaatse bekend en wist dat hij een onoverzichtelijk kruispunt naderde. Zijn zicht op de weg van rechts – waar [slachtoffer] vandaan kwam – werd belemmerd door mais- en rietplanten. De maximumsnelheid ter plekke was 30 km/h. Er was voor het kruispunt ook een verhoging met pianoklavier op de weg aangebracht om de snelheid van weggebruikers te verminderen. Niettemin is verdachte de kruising opgereden met een snelheid van minimaal 54 km/h. Hierdoor heeft verdachte de auto van [slachtoffer] , die van rechts kwam en waaraan hij voorrang had moeten verlenen, over het hoofd gezien. Als gevolg hiervan zijn zij in botsing gekomen.
De onoverzichtelijke verkeerssituatie ter plaatse had verdachte aanleiding moeten geven om de kruising zeer voorzichtig, niet harder dan stapvoets, te benaderen, teneinde zich ervan te kunnen verzekeren dat er geen van rechts komend verkeer naderde waaraan hij voorrang moest verlenen. Verdachte is de kruising echter opgereden met een snelheid van minimaal 54 km/h, en daarmee zelfs flink harder dan de maximaal toegestane snelheid van 30 km/h. Zodoende heeft verdachte zichzelf in de situatie gebracht waarin hij niet tijdig meer kon remmen toen hij de van rechts komende auto van [slachtoffer] eenmaal had opgemerkt. Aldus heeft verdachte zijn snelheid niet zodanig geregeld dat hij in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de kruisende weg kon overzien, en zich er onvoldoende van vergewist of de kruisende weg vrij was van enig verkeer. Door zodanig te handelen heeft verdachte meerdere verkeersfouten gemaakt en gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die van hem als bestuurder van een personenauto in de onderhavige situatie mocht worden verwacht.
Ernstige schuld
Gezien het geheel aan gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de omstandigheden waaronder die gedragingen hebben plaatsgevonden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat er sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen merkt de rechtbank het rijgedrag van verdachte aan als zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam.
Het letsel van het slachtoffer
Als gevolg van het ongeval heeft [slachtoffer] letsel opgelopen zoals hiervoor omschreven. Dit letsel was van dien aard dat medisch ingrijpen noodzakelijk is gebleken. Ruim zes maanden na het ongeval was er nog geen uitzicht op (volledig) herstel. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat het letsel van [slachtoffer] als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 augustus 2023 te Vriezenveen, in de gemeente Twenterand, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Audi), op de [adres 1] , komende uit de richting van de [adres 2] , gaande in de richting van het [adres 3] , zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij ter plaatse bekend was en terwijl hij beginnend bestuurder was, en
terwijl voor de kruising (van de [adres 1] en de [adres 4] ) die hij naderde een pianoklavier op het wegdek (van de [adres 1] ) was aangebracht, en
terwijl een (van rechts komend) voertuig (personenauto, merk Opel) reeds op korte afstand was genaderd, en
terwijl zijn zicht (naar rechts) (ernstig) werd belemmerd door aldaar aanwezige maïs- en rietplanten,
voornoemde kruising is genaderd en opgereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, namelijk met een snelheid van tenminste 54 kilometer per uur, en
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90) niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig (personenauto, merk Audi) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de kruisende weg (de [adres 4] ) kon overzien en waarover deze vrij was, en
zich er daardoor niet of onvoldoende van heeft vergewist, dan wel zichzelf daardoor niet of onvoldoende in staat heeft gesteld om te kunnen vergewissen of de kruisende weg (de [adres 4] ) vrij was van enig verkeer, en
in strijd met het gestelde in artikel 15 lid 1 RVV90 geen voorrang heeft verleend aan de bestuurder van het, voor hem van rechts komende, voertuig (personenauto, merk Opel), en
is gebotst tegen dat voertuig (personenauto, merk Opel),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander, genaamd [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 175 WVW. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het primair bewezen verklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd een taakstraf voor de duur van 160 uren en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (hierna: ontzegging van de rijbevoegdheid) voor de duur van een jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om, bij een bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde, een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid aan verdachte op te leggen. De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte zijn rijbewijs dringend nodig heeft voor het voortbestaan van zijn eigen autobedrijf. Daarnaast is verdachte in staat om een geldboete te betalen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich als beginnend bestuurder van een auto schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval door zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam te rijden. Hij heeft een botsing veroorzaakt met het voertuig van [slachtoffer] door met veel te hoge snelheid een onoverzichtelijk kruispunt op te rijden en aan haar geen voorrang te verlenen. Verdachte heeft zich daarmee onvoldoende rekenschap gegeven van de verantwoordelijkheid die hij heeft als (beginnend) bestuurder van een motorvoertuig ten opzichte van andere verkeersdeelnemers.
Gelet op de verklaringen van verdachte ter zitting en tijdens zijn politieverhoor, heeft de rechtbank niet de indruk gekregen dat verdachte ten volle beseft dat de oorzaak van het verkeersongeval gelegen is in zijn onvoorzichtige, onoplettende en onachtzame handelen. Gevraagd naar de oorzaak van het ongeval blijft verdachte volhouden dat niet alleen hij, maar ook [slachtoffer] voorzichtiger had moeten zijn. De rechtbank vindt dit zorgelijk.
Wel heeft verdachte na het ongeval contact opgenomen met [slachtoffer] via haar schoonzoon.
Als gevolg van het ongeval heeft [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Onduidelijk is of zij daarvan volledig zal herstellen. Het ongeval heeft grote gevolgen gehad voor haar dagelijkse leven. [slachtoffer] kan sinds het ongeval niet meer autorijden en is aanzienlijk minder mobiel dan voorheen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 1 november 2024. Hieruit blijkt dat aan verdachte op 23 augustus 2024 een strafbeschikking is opgelegd voor overtreding van de Wegenverkeerswet, namelijk voor het rijden onder invloed van alcohol. Hierdoor is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van toepassing.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij een eigen autobedrijf heeft. Hij haalt auto’s op op verschillende plekken in Europa om ze op te knappen en door te verkopen. Zonder rijbewijs zal hij zijn bedrijf niet kunnen voortzetten.
De op te leggen straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor het veroorzaken van een verkeersongeval, waarbij sprake is van ernstige schuld en zwaar lichamelijk letsel, geeft het LOVS als oriëntatiepunt een taakstraf voor de duur van 160 uren en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar.
De rechtbank heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met het feit dat uit het forensisch onderzoek is gebleken dat [slachtoffer] het kruispunt waarschijnlijk ook met een te hoge snelheid naderde. Hoewel de eventuele aanwezigheid van medeschuld aan de zijde van een slachtoffer niets afdoet aan de schuld van verdachte aan het ongeval, zal de rechtbank daar wel in strafverminderende zin rekening mee houden. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om de ontzegging van de rijbevoegdheid voor een deel voorwaardelijk aan verdachte opleggen. Vanwege de ernst van het bewezenverklaarde acht de rechtbank een deels onvoorwaardelijke rijontzegging echter wel op zijn plaats. Het voorwaardelijke deel dient verdachte ervan te weerhouden om opnieuw een (verkeersgerelateerd) strafbaar feit te plegen.
Alles afwegende acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d Sr en artikel 179 WVW.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderd zestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;
-
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat een gedeelte van
6 (zes) maandenvan deze bijkomende straf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J.C. Hangx, voorzitter, mr. P.A.M. Miltenburg en
mr. H.J. Berends, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 november 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023594777, gesloten op
16 februari 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Primair
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 november 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 1 augustus 2023 reed ik in een personenauto op de [adres 1] in Vriezenveen. Ik ben goed bekend met de [adres 1] , omdat ik aan deze straat woon. Ik rijd hier dagelijks meerdere keren en ik weet dat er veel ongelukken gebeuren op deze straat. Ik wist ook dat de kruising van de [adres 1] en de [adres 4] onoverzichtelijk was. Ik wilde bij die kruising de straat van rechts inkijken, maar ik zag bijna niets door het hoge mais en het riet. Toen kwam [slachtoffer] ineens van rechts achter het riet vandaan en ontstond er een botsing tussen ons.
2. Het proces-verbaal aanrijding misdrijf van 16 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 6-8):
Locatie ongeval
Datum : 1 augustus 2023
Adres : [adres 1]
Postcode plaats : Vriezenveen
Gemeente : Twenterand
Ik heb [verdachte] als verdachte aangemerkt, omdat ik uit bovenstaande omstandigheden heb afgeleid dat ten aanzien van deze bestuurder van personenauto, merk Audi, kenteken [kenteken] sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan dan wel betrokkenheid bij het ongeval.
Betrokken 1 (voertuig)
Rijbewijs
Datum eerste afgifte : 22 maart 2019
Beginnende bestuurder
Letsel
Bij het ongeval heeft onderstaand persoon letsel opgelopen.
Achternaam : [slachtoffer]
Voornamen : [slachtoffer] .
3. Het proces-verbaal FO Verkeer Forensisch onderzoek plaats delict van 1 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 43, 50-51 en 64):

1.Algemeen

1.2
Aanleiding onderzoek
Op 1 augustus 2023 had een verkeersongeval plaatsgevonden op de kruising, gevormd door de wegen: de [adres 1] en de [adres 4] , gelegen binnen de als zodanig aangegeven bebouwde kom van Vriezenveen in de gemeente Twenterand.
2.2
Verkeersmaatregelen
2.2.1
Reguliere verkeersmaatregelen
Ik zag het volgende:
- De [adres 1] en [adres 4] waren voor het openbaar verkeer openstaand;
- De maximumsnelheid bedroeg ter plaatse 30 km/u als gevolg van artikel 62 jo. Verkeersbord A1-30 van bijlage 1 van het RVV 1990;
- Het kruisingsvlak van de [adres 1] en de [adres 4] verhoogd was uitgevoerd en was voorzien van pianomarkering.
2.6
Zicht
Ik stelde vast dat:
- Het zicht voor de betreffende bestuurders door de wegsituatie en/of de inrichting van de weg belemmerd werd;
- Het zicht voor de Audi bestuurder naar rechts op de [adres 4] waarover de Opel naderde werd belemmerd door begroeiing, namelijk mais en riet.

7.Interpretatie bevindingen

7.1
Toedracht, oorzaak en gevolg
- De bestuurder van de Audi had gereden over de [adres 1] , komende uit de richting van de [adres 2] en rijdend in de richting van het [adres 3] ;
- De bestuurder van de Audi geen voorrang verleende aan de voor hem gezien van rechts over de [adres 4] rijdende bestuurster van de Opel;
- De deformatie van beide voertuigen, ontstaan ten gevolge van de botsing, past niet bij een gereden snelheid van 30 km/h. Gezien het schadebeeld is het aannemelijk dat de Audi heeft gereden met een hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 30 km/h;
- Uit het onderzoek naar de digitale gegevensdragers bleek dat op 1-8-2023 omstreeks 19.17.25 uur een foutcode was opgeslagen die er op wees dat een ongeval was geregistreerd.
4. Het proces-verbaal FO Verkeer Onderzoek storingsdata van 4 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 70 en 74):
1.3
Betrokken voertuigen
1.3.1
Betrokkene 1: Personenauto
Fabrieksmerk : Audi
Kenteken : [kenteken]

3.Beantwoording

De opgeslagen snelheden bij de foutcodes lopen globaal in een neergaand verloop af. Ook de opgeslagen data bij de snelheden komt overeen met het botsverloop, denk hierbij aan de zijdelingse acceleratie. Hierdoor is de verwachting dat de snelheid van de Audi minimaal 54km/h is geweest.
5. Het aanvullend proces-verbaal FO Verkeer van 16 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
1.3
Beantwoording onderzoeksvragen
De in het PV Onderzoek Storingsdata genoemde snelheden passen bij de deformaties en de eindposities van de voertuigen.
6. De geneeskundige verklaring van Medisch Spectrum Twente van 19 september 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 35-36):
Betreft
Mevr. [slachtoffer]
Bovengenoemde patiënte was opgenomen van 09-08-2023 tot en met 18-09-2023 op de afdeling Chirurgie.
Patiënte was van 01-08 tot en met 09-08 en van 25-09 tot en met 04-09 opgenomen op de intensive care.
Conclusie
01-08-2023 HET auto vs auto waarbij;
1. Ernstig thoraxletsel met multipele bilaterale rib fracturen met deformatie linker hemithorax, longcontusie links, hematopneumothorax links waarvoor thorax drain.
25-09 gecompliceerd door hematothorax
2. Bekkenringletsel met ramus inferior / superior fractuur en sacrumfractuur links
3. Graad 1 milt laceratie en contusie rest-pancreas (na eerdere Whipple (beninge PA) 2017)
4. Blaas ruptuur links met voorbijgaande hematurie
5. Fors buikwandhematoom rechts
6. Parosyxmaal atriumfibrilleren, al mee bekend.
7. Maagretentie dd bij gastroparese.
Beloop
Patiënt werd van 01-08-2023 t/m 09-08-2023 opgenomen op de IC waarna overname naar de afdeling traumatologie. Op 25-08 verslechterde patiënte pulmonaal, dit bleek op basis van een hematothorax links bij een veneuze bloeding bij letsel van de linkeronderkwab. Hiervoor werd patiënte op 27-08 geopereerd. Op 04-09 kon patiënte weer worden overgenomen van de IC. De zuurstof kon worden afgebouwd op geleide van goede kliniek. Het mobiliseren werd uitgebreid onder begeleiding van de fysiotherapie. Patiënte heeft nog een CAD in situ. In verband met een blaasruptuur was het beleid om deze tenminste 6 weken in situ te laten. Inmiddels is de diurese helder maar vanwege nog beperkte mobilisatie is deze nog in situ gelaten. Op 18-09 kon patiënte na voldoende klinisch herstel worden ontslagen naar Trivium voor verder herstel.
7. Het proces-verbaal van verhoor slachtoffer van 16 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 12 en 13):
De aanrijding heeft zeer grote gevolgen voor mijn leven. Ik kan niet meer autorijden. Op dit moment kan ik ook niet meer ver lopen. Tot op de dag van vandaag gebruik ik morfine als pijnstiller. Ik zal nog een keer geopereerd moeten worden. Voor de aanrijding was ik volledig mobiel.