Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiseres] ,2. [eiser] ,
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaardingen met producties;
- de conclusie van antwoord met producties van [gedaagde 3] ;
- de conclusie van antwoord met producties van [gedaagden] ;
- de aanvullende producties 23 en 24 van [eisers] ;
- de mondelinge behandeling van 14 oktober 2024 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt die in het dossier worden bewaard;
- de op de mondelinge behandeling door [eisers] en [gedaagde 3] overgelegde spreekaantekeningen.
3.De feiten
als daarmee niet akkoord wordt gegaan, gedeeltelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van non-conformiteit en dwaling.
4 november 2020 (hierna: ‘het vonnis’) heeft de rechtbank Noord-Nederland – samengevat en voor zover hier van belang – verklaard dat de koopovereenkomst is ontbonden en is [eisers] veroordeeld tot betaling van de boete. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de door [eisers] gestelde gebreken aan de woning niet zijn komen vast te staan. Het vonnis heeft het hof in haar arrest van 28 juni 2022 (hierna: ‘het arrest’) bekrachtigd.
4.Het geschil
- [gedaagde 2] niet heeft gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend makelaar, daarmee wanprestatie heeft gepleegd en aansprakelijk is voor de geleden schade (I);
- mr. [naam 2] niet heeft gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat, daarmee wanprestatie heeft gepleegd waardoor [gedaagde 3] als opdrachtnemer aansprakelijk is (II);
- [gedaagde 3] als werkgever aansprakelijk is voor het niet handelen als redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat, daarmee wanprestatie heeft gepleegd en voor de gevolgen aansprakelijk is (III); en
- [bedrijf 1] , althans [gedaagde 2] , onzorgvuldig heeft gehandeld in de uitoefening van haar zorgplicht, daarmee wanprestatie heeft gepleegd en aansprakelijk is (V);
- [gedaagde 3] wordt veroordeeld tot betaling van € 34.146,11 en de wettelijke rente daarover wegens het tekortschieten in de nakoming van de verplichting uit de overeenkomst van opdracht (IV);
- [gedaagden] (als voormalige vennoten van [bedrijf 1] ) hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van € 34.146,11 en de wettelijke rente daarover (VI);
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten (VII).
5.De beoordeling
- i) haar niet heeft gewezen op de risico’s van het tekenen van de koopovereenkomst waarin de zichtbare en onzichtbare gebreken zijn weggecontracteerd, waarin geen voorbehoud van een bouwkundige keuring is opgenomen en een boete verschuldigd wordt bij het niet afnemen van de woning;
- ii) de gebreken die [bedrijf 4] heeft geconstateerd, niet heeft gezien tijdens de bezichtiging van de woning, terwijl [gedaagde 2] aangaf bouwkundig inzicht te hebben; en
- iii) onjuist juridisch advies heeft gegeven.
28 januari 2020. Daarin schrijft hij: ‘
van koperszijde kan naar mijn mening succesvol een beroep gedaan worden op dwaling en non-conformiteit. Mits je met bewijs kunt komen en dat is er.’ [eisers] stelt dat [gedaagde 2] daarmee de indruk heeft gewekt dat de zaak tegen de verkopers een gelopen race was en dat zij de koopovereenkomst kon ontbinden. Zij zegt op basis van dit advies te hebben gehandeld. [gedaagde 2] heeft daartegen ingebracht dat hij geen jurist is en dat het bericht ook geen juridisch advies is. Volgens [gedaagde 2] is het een opmerking die hij maakte op basis van de feiten en omstandigheden die op dat moment bekend waren en die door [eisers] zelf met hem waren gedeeld. Bovendien ging hij ervan uit dat [eisers] geadviseerd werd door een jurist, omdat [eisers] op zijn bericht reageerde met: ‘
Ja, dat zegt onze advocaat ook hoor.’ [gedaagde 2] betwist dan ook dat [eisers] is afgegaan op zijn bericht.
Ik denk dat jullie advocaat de termen “dwaling” en “non- conformiteit” zal aandragen in zijn eventuele verweer. Maar dat weet hij zelf uiteraard ook’. Dat [eisers] is afgegaan op het bericht van [gedaagde 2] komt de rechtbank daarom al niet aannemelijk voor, maar wordt ondersteund door het antwoord dat [eisers] geeft op het bericht van [gedaagde 2] van 28 januari 2020. Dat betekent dat ook het derde verwijt geen doel treft en dat [gedaagde 2] hier geen zorgplicht heeft geschonden.
Vandaag heb ik overleg met onze jurist en ons uitgangspunt blijft dat we niet willen ontbinden maar ook niet op willen draaien voor de genoemde 45.000 euro die het kost om het huis te maken zoals we het eigenlijk gekocht hebben.[…]
Als er wel ontbonden wordt is de schade voor hen veel groter want dan kunnen ze niet alleen hun huis niet meer voor de 265 verkopen maar zulten wij ook alle door ons gemaakte kosten op hen verhalen en dat loopt echt in de papieren.’ Hieruit blijkt dat [eisers] toen juist bewust de keuze maakte om de woning niet af te nemen, want de contractuele boete die [eisers] daarmee riskeerde ter hoogte van € 26.500,00 was lager. In dat licht begrijpt de rechtbank het door mr. [naam 2] gegeven advies om in te zetten op partiële vernietiging van de koopovereenkomst, als de minst risicovolle route. Dat [eisers] , als haar geadviseerd zou zijn om de woning toch af te nemen, dat advies gevolgd zou hebben, omdat haar de schade van de boete dan bespaard zou zijn gebleven, is gelet hierop niet overtuigend. Dat het risico op de boete zich uiteindelijk heeft gerealiseerd en gebleken is dat de woning zelfs binnen een vrij korte periode boven de koopprijs van [eisers] is verkocht, is wijsheid achteraf en zijn omstandigheden die buiten beschouwing moeten worden gelaten bij de beoordeling van de vraag of mr. [naam 2] zijn zorgplicht geschonden heeft.
24 december 2020 waarmee [gedaagden] ná het vonnis door mr. [naam 2] aansprakelijk zijn gesteld. [eisers] heeft naar aanleiding daarvan niet uitgelegd waarom met die brief niet tijdig tegenover de makelaar is opgetreden.