In deze zaak heeft Merken en Meten B.V. een vordering ingesteld tegen gedaagden, die voortvloeit uit afspraken gemaakt op 15 juni 2023. De partijen hebben kort samengewerkt en besloten om deze samenwerking te beëindigen. Merken en Meten vordert betaling van bedragen die gedaagden volgens de afspraken zouden moeten betalen. Gedaagden verweren zich door te stellen dat er op 24 juni 2023 nieuwe afspraken zijn gemaakt, die zouden leiden tot finale kwijting. De kantonrechter heeft de vordering van Merken en Meten afgewezen, omdat het verweer van gedaagden slaagde. De rechter oordeelde dat de afspraken van 24 juni 2023 een finale afrekening inhielden, waardoor er geen openstaande vorderingen meer waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de formulering van de overeenkomst van 24 juni 2023 geen ruimte liet voor de veronderstelling dat er nog vorderingen openstonden. Hierdoor kon Merken en Meten geen nakoming meer vorderen van de eerdere afspraken. De rechter heeft Merken en Meten ook veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die zijn vastgesteld op € 812,00, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.