ECLI:NL:RBOVE:2024:6171

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
22 november 2024
Zaaknummer
11210646 \ CV EXPL 24-2695
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurkoopovereenkomst en vorderingen tot afgifte van auto en betaling leasetermijnen

In deze zaak heeft eiseres, een B.V., de overeenkomst met gedaagde ontbonden vanwege een betalingsachterstand. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de leasetermijnen niet tijdig heeft betaald en dat eiseres recht heeft op afgifte van de auto, betaling van de leasetermijnen, rente en bijkomende kosten. Gedaagde heeft verweer gevoerd tegen de bijkomende kosten, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat deze kosten verschuldigd zijn. De vorderingen van eiseres zijn volledig toegewezen, inclusief de proceskosten. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld tot afgifte van de auto binnen 72 uur, op straffe van een dwangsom, en tot betaling van een totaalbedrag van € 10.687,29, vermeerderd met rente. De proceskosten zijn begroot op € 1.586,84.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11210646 \ CV EXPL 24-2695
Vonnis van 19 november 2024
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] H.O.D.N. [bedrijf],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 4,
  • de conclusie van antwoord,
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de mondelinge behandeling van 18 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling is namens [naam 1] verschenen en namens haar gemachtigde [naam 2] . [gedaagde] is niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Deze zaak gaat om de vraag of [eiseres] de overeenkomst met [gedaagde] mocht ontbinden vanwege een betalingsachterstand en [gedaagde] vervolgens moet overgaan tot afgifte van de auto, betaling van de leasetermijnen, rente en bijkomende kosten. [gedaagde] heeft alleen verweer gevoerd tegen de bijkomende kosten. De kantonrechter zal de vorderingen van [eiseres] volledig toewijzen en zal dit hierna toelichten.
3. De feiten
3.1.
Op 18 maart 2020 heeft [eiseres] een huurkoopovereenkomst (financiële leaseovereenkomst, hierna: de overeenkomst) gesloten met [gedaagde] met betrekking tot een bedrijfsauto van het merk Ford Transit met het kenteken [kenteken] (hierna: de auto). De looptijd van de overeenkomst is 60 maanden. De totale leaseprijs bedraagt € 27.066,20 (inclusief de leasevergoeding van € 5.566,20 en de aanbetaling van € 1.500,00). De leasetermijnen bedragen € 367,77 per maand, waarbij de eerste termijn is verhoogd met
€ 150,00 excl. BTW aan administratiekosten en de laatste termijn met € 5.000,00. De leasetermijnen moeten bij vooruitbetaling worden betaald op de eerste werkdag van iedere kalendermaand.
3.2.
Op de overeenkomst zijn de ‘Algemene voorwaarden financiële lease (Huurkoop) versie 01-06-2012’ (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing.
3.3.
[gedaagde] heeft de leasetermijnen van januari, februari, april en juni 2024 onbetaald gelaten.
3.4.
Bij deurwaardersexploot van 25 juni 2024 heeft [eiseres] de overeenkomst met [gedaagde] ontbonden. Zij heeft [gedaagde] tevens gesommeerd het openstaande bedrag van € 9.938,36 aan haar te betalen en de auto aan haar af te geven. [gedaagde] heeft hieraan geen gevolg gegeven.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert - kort samengevat - dat de kantonrechter, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) voor recht verklaart dat de overeenkomst is ontbonden,
b) [gedaagde] veroordeelt tot afgifte van de auto, op straffe van een dwangsom,
en [gedaagde] veroordeelt tot betaling van
c) € 10.687,29 (bestaande uit € 9.614,92 aan hoofdsom, € 110,88 aan rente tot 2 juli 2024 en € 961,49 aan incassokosten), plus rente en minus de verkoopopbrengst van de auto,
d) de proceskosten,
e) € 859,10 indien tot inname van de auto moet worden overgegaan,
f) € 211,75 indien tot aangifte bij de politie moet worden overgegaan.
4.2.
[eiseres] legt tegen de achtergrond van voormelde feiten het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. [gedaagde] heeft, ondanks aanmaningen en betalingsherinneringen, niet tijdig de maandelijkse leasetermijnen betaald. Daardoor is hij tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichting uit de overeenkomst en in verzuim geraakt. Om deze reden heeft [eiseres] de overeenkomst met [gedaagde] ontbonden. [eiseres] vordert de auto terug op grond van haar eigendomsrecht. Ook moet [gedaagde] het achterstallige bedrag aan leasetermijnen tot het moment van ontbinding van € 1.471,08 betalen en een bedrag van € 8.143,84 als schadevergoeding op grond van voortijdige beëindiging van de overeenkomst. Omdat betaling van [gedaagde] uitbleef, heeft [eiseres] haar gemachtigde moeten inschakelen die buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. Deze incassokosten komen voor rekening van [gedaagde] op grond van de algemene voorwaarden. Ook is [gedaagde] de contractuele rente verschuldigd.
4.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd. Het verweer wordt hierna, voor zover van belang, besproken.

5.De beoordeling

Ontbinding overeenkomst, afgifte auto, (eventuele) kosten en hoofdsom
5.1.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van [eiseres] voor zover die zien op de verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden, de afgifte van de auto (inclusief dwangsom) en de vergoeding van (eventuele) kosten voor inname van de auto en de aangifte bij de politie als [eiseres] daartoe moet overgaan. Het gevorderde onder a), b), e) en f) is dan ook toewijsbaar. Ook heeft [gedaagde] niet betwist dat hij een bedrag van € 9.614,92 aan leasetermijnen is verschuldigd, zodat dit onderdeel van de vordering genoemd onder c) eveneens zal worden toegewezen.
Bijkomende kosten
5.2.
Waar het in deze procedure om gaat is of [gedaagde] de bijkomende kosten (rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten) moet betalen, zoals is genoemd onder c) en d). [gedaagde] heeft in dit verband, kort samengevat, aangevoerd dat hij voorheen werd gebeld als hij een achterstand had in de betalingen bij [eiseres] . Ook heeft hij de aanmaningen niet ontvangen althans heeft hij deze niet gekoppeld aan de zaak. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] hiermee verweer voert tegen de bijkomende kosten. Overwogen wordt dat hij deze kosten wel is verschuldigd, waarvoor het navolgende van belang is.
Rente
5.3.
Vaststaat dat [gedaagde] de leasetermijnen over de maanden januari, februari, april en juni 2024 niet heeft betaald. In artikel 13 van de algemene voorwaarden is opgenomen dat [gedaagde] daardoor in verzuim is geraakt, ook zonder het versturen van een aanmaning, en [gedaagde] een vertragingsrente van 1,5% per maand is verschuldigd aan [eiseres] . De gevorderde contractuele rente is dan ook toewijsbaar.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.4.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat hij de aanmaningen niet heeft ontvangen, maar dit maakt - mocht dit al juist zijn - voor het verschuldigd zijn van de incassokosten geen verschil. Beide partijen hebben in de uitoefening van een beroep of bedrijf gehandeld. Dat heeft tot gevolg dat de kantonrechter niet ambtshalve toetst of de bedingen die [eiseres] ten grondslag legt aan haar vorderingen oneerlijk zijn. Op grond van artikel 6:96 lid 4 Burgerlijk Wetboek is [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd vanaf de dag volgend op de dag waarop de wettelijke of overeengekomen uiterste dag van betaling is verstreken. Niet in geschil is dat [gedaagde] de achterstallige leasetermijnen niet op de eerste werkdag van de kalendermaand heeft betaald, zodat [gedaagde] de incassokosten is verschuldigd. Het versturen van een schriftelijke aanmaning is daarbij geen vereiste. Ook hoeft [eiseres] , dan wel haar gemachtigde, [gedaagde] niet telefonisch te herinneren aan zijn betalingsachterstand. Dat betekent dat [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten, zoals is opgenomen in artikel 53 van de algemene voorwaarden, moet betalen. Het gevorderde bedrag van € 961,49 zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,84
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.586,84

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de Ford Transit met kenteken [kenteken] (contract.nr. [nummer]) is ontbonden,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte van de auto, Ford Transit met kenteken
[kenteken] aan [eiseres] , dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 400,00 per dag of een gedeelte van een dag dat hij met de afgifte in gebreke blijft, met een maximum van
€ 25.000,00,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van
€ 10.687,29, te vermeerderen met de rente ad 18% per jaar over een bedrag van € 9.614,92 vanaf 10 juli 2024 tot aan de dag van algehele voldoening, met dien verstande dat indien de auto wordt ingeleverd en vervolgens wordt verkocht door [eiseres] , de verkoopopbrengst in mindering wordt gebracht,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.586,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] , zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 859,10, indien [eiseres] tot inname van de auto moet overgaan,
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] , zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 211,75, indien [eiseres] tot aangifte bij de politie moet overgaan,
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2024 (cs).