In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig een besluit heeft genomen op haar bezwaar van 8 maart 2022. Eiseres heeft de Belastingdienst op 24 november 2022 in gebreke gesteld, waarna op 7 februari 2023 een dwangsom van € 1.442,- aan haar is toegekend. In een eerdere uitspraak van 20 april 2023 heeft de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaard en de Belastingdienst opgedragen om binnen twee weken een besluit op het bezwaar bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag tot een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft op 30 november 2023 opnieuw beroep ingesteld omdat er nog steeds geen besluit was genomen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, aangezien de Belastingdienst niet binnen de gestelde termijn een besluit heeft genomen. De rechtbank legt een nieuwe beslistermijn op van zes weken na verzending van de uitspraak, met wederom een dwangsom van € 100,- per dag, tot een maximum van € 15.000,-. De rechtbank benadrukt het belang van een spoedig besluit voor eiseres en de verantwoordelijkheid van de Belastingdienst voor het uitblijven van het besluit. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor proceskosten van € 437,50 en het griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed.