ECLI:NL:RBOVE:2024:5904
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen wegens niet tijdig melden van meerwerk en extra kosten in aannemingsovereenkomst voor asbestsanering
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 12 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] B.V. en [gedaagde] B.V. over een overeenkomst voor asbestsanering van 50 woningen. Eiser vorderde betaling van € 7.441,03 van gedaagde, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten, wegens extra kosten die gemaakt zouden zijn voor meerwerk, waaronder extra containerkosten en vrijgaven. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat deze kosten al in de oorspronkelijke overeenkomst waren inbegrepen.
De rechtbank oordeelde dat de kosten voor de extra containers en ritten niet als meerwerk konden worden aangemerkt, omdat deze kosten onderdeel waren van de oorspronkelijke overeenkomst. Eiser had niet tijdig gedaagde geïnformeerd over de noodzaak van extra kosten, wat volgens artikel 7:755 BW vereist is voor het vorderen van meerwerk. Ook de kosten voor de vrijgaven werden afgewezen, omdat eiser gedaagde niet vooraf had gewaarschuwd dat deze extra kosten gemaakt zouden worden. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van eiser, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, werden afgewezen en dat eiser de proceskosten van gedaagde moest vergoeden, die op € 50,00 werden begroot.