In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 26 juli 2024. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat een omgevingsvergunning verleent aan Groen Gas Goor B.V. voor wijzigingen zonder significante gevolgen voor het milieu. Verzoekers stellen dat de vergunning bijdraagt aan de jarenlange geuroverlast die zij ondervinden van GGG en vragen om schorsing van het besluit.
De voorzieningenrechter overweegt dat voor het treffen van een voorlopige voorziening sprake moet zijn van spoedeisendheid, wat inhoudt dat er een acuut en actueel belang moet zijn dat geen uitstel kan dulden. De voorzieningenrechter oordeelt dat het door verzoekers gestelde belang, dat de situatie al jarenlang bestaat, niet voldoet aan deze eis. Er is geen bewijs dat de geurhinder door het bestreden besluit verder verergert. De gemachtigden van verweerder hebben aangegeven dat er op 29 november 2024 een beslissing op bezwaar zal worden genomen, wat ook bijdraagt aan de conclusie dat er geen spoedeisend belang is.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, wat betekent dat het bestreden besluit niet wordt geschorst. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, in aanwezigheid van griffier C. Kuiper, en is openbaar uitgesproken.