Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op/in of omstreeks de periode van 29 november 2023 tot en met 21 mei 2024 te [plaats 1] , [plaats 2] , [plaats 3] , [plaats 4] , [plaats 5] , [plaats 6] , [plaats 7] , [plaats 8] , [plaats 9] , [plaats 10] , [plaats 11] en/of [plaats 12] , althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een ander heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens te weten:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 november2023 tot en met 21 mei 2024 te [plaats 11] en/of [plaats 12] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,(telkens) van één of meer voorwerp(en), te weten een (grote) hoeveelheid goederenen/of grote geldbedragen, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeftverborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad,terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en), althans redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/warenuit enig misdrijf,terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks de periode 24 december 2022 tot en met 3 april 2023 te [plaats 13] , [plaats 14] en/of [plaats 15] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere geldbedragen (totaal 19.000,- euro), in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan[benadeelde 12] (4750,00 euro),[benadeelde 13] (7900,00 euro),[benadeelde 14] (4850,00 euro) en/of[benadeelde 15] en/of [benadeelde 16] (1500,00 euro),
hij op of omstreeks 6 februari 2023 te [plaats 14] , althans in Nederland, stoffen, voorwerpen en/of gegevens, te weten een bankpas en/of bijbehorende pincode (toebehorende aan [benadeelde 14] ) heeft vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot hetplegen van in elk geval een der in de artikelen 226, eerste lid, onderdelen 2° tot enmet 5°, 231, eerste lid, 231a, eerste lid, 231b en 232, eerste lid, omschreven misdrijven dan wel een der misdrijven omschreven in de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 oktober 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- de processen-verbaal van aangifte, zoals deze zijn opgenomen in de bewijsbijlage.
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 oktober 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- de processen-verbaal van aangifte, zoals deze zijn opgenomen in de bewijsbijlage.
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 oktober 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , pagina 6 tot en met 11.
hij in de periode van 29 november 2023 tot en met 21 mei 2024 in Nederland, meermalen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, een ander heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens te weten:
hij in de periode van 29 november 2023 tot en met 21 mei 2024 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens van (grote) hoeveelheid goederen en grote geldbedragen, de werkelijke aard, de herkomst, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en verhuld, en heeft verborgen en verhuld wie de rechthebbenden op genoemde voorwerpen waren, en heeft verborgen en verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en zijn mededaders, wisten, dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,terwijl hij, verdachte en zijn mededaders, van het plegen van dat feit een gewoonte hebben gemaakt
hij in de periode 24 december 2022 tot en met 3 april 2023 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen toebehorend aan
hij op 6 februari 2023 in Nederland, een voorwerp en gegevens, te weten een bankpas en bijbehorende pincode (toebehorende aan [benadeelde 14] ) voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van in elk geval een der misdrijven omschreven in de artikelen 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
oplichting, meermalen gepleegd;
medeplegen van een gewoonte maken van witwassen;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
voorwerpen/gegevens voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een in artikel 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
medeplegen van oplichting;
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van de benadeelden
standpunt OvJ toewijsbaar tot’in onderstaande tabel. Voor zover de officier van justitie het standpunt heeft ingenomen dat (een gedeelte van) de gevorderde schade toewijsbaar is, is dit omdat die benadeelden rechtstreeks schade hebben geleden door het onder feit 1 primair bewezen verklaarde handelen van verdachte.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
oplichting, meermalen gepleegd;
medeplegen van een gewoonte maken van witwassen;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
voorwerpen/gegevens voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een in artikel 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
medeplegen van oplichting;
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig)maanden;
wijstde vordering van elk van de in de hierna weergegeven tabel (hierna: de tabel) genoemde benadeelde partijen ten aanzien van het onder 1 primair bewezen verklaarde
toetot het bedrag zoals dat in de tabel in de kolom ‘
toegewezen’ staat vermeld en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de betreffende benadeelde partij, bestaande uit materiële schade, iedere vordering telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum respectievelijk data en over het bedrag onderscheidenlijk de bedragen zoals in de tabel in de kolom ‘
wettelijke rente per’ ten aanzien van elke toegewezen vordering is gespecificeerd, welke tabel [3] inhoudt:
toegewezen’
telkensaan verdachte
de maatregelop dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair bewezen verklaarde ten behoeve van de desbetreffende benadeelde partij (telkens) verplicht is tot betaling aan de Staat der Nederlanden van het bedrag zoals dat in de tabel in genoemde kolom bij iedere benadeelde partij afzonderlijk is vermeld, iedere toegewezen vordering telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum respectievelijk data en over het bedrag onderscheidenlijk de bedragen zoals in de tabel in de kolom ‘
wettelijke rente per’ ten aanzien van elke toegewezen vordering is gespecificeerd, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
dat telkens het aantal dagen gijzeling zoals in de tabel in de kolom ‘aantal dagen gijzeling:’ is vermeld kan worden toegepast (met een maximum aantal dagen van 365). De tenuitvoerlegging van de gijzeling ter zake van een toegewezen vordering als in de vorige zin vermeld laat de betalingsverplichting ter zake van die vordering onverlet;
overige niet-ontvankelijkzijn in de vordering en dat elk van de benadeelde partijen zijn/haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
geheel niet-ontvankelijkzijn in de vordering en dat elk van de benadeelde partijen zijn/haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst afde vordering van de in de tabel genoemde benadeelde partijen, genummerd als 11, 57 en 74;
wijstde vordering van de in de hierna weergegeven tabel (hierna: de tabel) genoemde benadeelde partij genummerd als 89 ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde
toetot het bedrag zoals dat in de tabel in de kolom ‘
toegewezen’ staat vermeld en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij, bestaande uit materiële schade, de vordering te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum en over het bedrag zoals in onderstaande tabel in de kolom ‘
wettelijke rente per’ ten aanzien van de toegewezen vordering is gespecificeerd. Voor het overige zal de rechtbank de vordering
afwijzen;
toegewezen’aan verdachte
de maatregelop dat verdachte ter zake van het onder feit 1 bewezen verklaarde ten behoeve van de benadeelde partij verplicht is tot betaling aan de Staat der Nederlanden van het bedrag zoals dat in de tabel in genoemde kolom bij de benadeelde partij is vermeld, iedere toegewezen vordering te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum en over het bedrag zoals in de tabel in de kolom ‘
wettelijke rente per’ ten aanzien van de toegewezen vordering is gespecificeerd, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
dat het aantal dagen gijzeling zoals in de tabel in de kolom ‘aantal dagen gijzeling’ is vermeld kan worden toegepast (met een maximum aantal dagen van 365). De tenuitvoerlegging van de gijzeling ter zake van de toegewezen vordering als in de vorige zin vermeld laat de betalingsverplichting ter zake van die vordering onverlet;
geheel niet-ontvankelijkis in de vordering en dat de benadeelde partij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;