Uitspraak
1.De procedure
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2024. Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Christelijke Woningstichting De Goede Woning en een gedaagde partij. De eisende partij, De Goede Woning, vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde en betaling van een huurachterstand van € 1.491,96, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst door het veroorzaken van overlast en het hebben van een huurachterstand. De gedaagde had sinds 10 december 2018 de woning gehuurd en er waren meerdere meldingen van overlast door haar gedrag, waaronder geluidsoverlast en het veroorzaken van onveiligheidsgevoelens bij omwonenden. Ondanks waarschuwingen van De Goede Woning en de politie, bleef de overlast aanhouden. De burgemeester had zelfs een tijdelijk huisverbod opgelegd aan de gedaagde. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, maar de ontruimingstermijn vastgesteld op vier maanden, zodat de gedaagde de tijd heeft om een nieuwe woning te vinden. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.