Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[partij A1] ,
2.
[partij A2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderen zus en broers de verdeling van een chalet in Zwitserland, dat zij gezamenlijk hebben geërfd uit de nalatenschap van hun vader. De vader is overleden en de kinderen hebben de nalatenschap zuiver aanvaard, waarbij zij gezamenlijk eigenaar zijn geworden van het chalet. De eisende partij, aangeduid als [partij A], vraagt de rechtbank om [partij B] te verplichten zijn medewerking te verlenen aan de toedeling van het chalet aan hen, tegen betaling van een overbedelingssom van € 167.857,00. [partij B] verzet zich hiertegen en wil dat het chalet in gezamenlijke eigendom blijft. In reconventie vordert [partij B] dat het chalet in een stichting wordt ondergebracht, maar de rechtbank oordeelt dat er geen rechtsgrond is om [partij A] te dwingen mee te werken aan dit voorstel. De rechtbank concludeert dat de belangen van [partij A] zwaarder wegen en kent de toedeling van het chalet aan hen toe, met de verplichting om [partij B] een bedrag van € 167.857,00 te betalen. De rechtbank wijst de vorderingen van [partij B] af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.