Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser] ,
2.
[eiseres],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 8 oktober 2024
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderen appartementseigenaren, eiser en eiseres, een bevel om het gebruik van een appartement als horecagelegenheid te staken. Gedaagde, ook appartementseigenaar, verhuurt sinds 1 oktober 2022 een afhaal- en bezorgrestaurant vanuit zijn appartement. Volgens artikel 25 van de akte van splitsing is het gebruik van het appartement beperkt tot kantoor/winkelruimte en is horeca niet toegestaan. Eiser en eiseres stellen dat gedaagde in strijd handelt met deze bepaling en vorderen een dwangsom bij niet-naleving. Gedaagde betwist dat zijn bedrijf als horecagelegenheid kan worden aangemerkt, omdat er geen consumptie ter plaatse plaatsvindt. De rechtbank oordeelt dat de activiteiten van gedaagde wel degelijk in strijd zijn met de bestemming van het appartement. De rechtbank wijst de vordering van eiser en eiseres toe en beveelt gedaagde om het gebruik van het appartement als horecagelegenheid te staken, met een dwangsom van € 100,00 per dag tot een maximum van € 75.000,00. Tevens wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser en eiseres.