ECLI:NL:RBOVE:2024:5773

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 november 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
08-952921-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde na moord

Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel van een veroordeelde, geboren in 2001, die eerder was veroordeeld voor moord. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd op 4 november 2020 en zou eindigen op 14 oktober 2024, tenzij verlengd. Het Openbaar Ministerie had een vordering ingediend tot verlenging van de maatregel met 24 maanden, maar de officier van justitie wijzigde deze vordering tijdens de zitting naar 18 maanden. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld op basis van verschillende rapportages, waaronder een verlengingsadvies van FC Teylingereind en een Pro Justitia rapport. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde een verlenging van de PIJ-maatregel vereisen. De rechtbank erkende dat de veroordeelde positieve ontwikkelingen had doorgemaakt, maar dat de behandeling nog in de beginfase was. De rechtbank besloot uiteindelijk de PIJ-maatregel met 18 maanden te verlengen, met de mogelijkheid voor een eerder toetsingsmoment, om de motivatie van de veroordeelde te versterken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer onder leiding van voorzitter mr. D.E. Schaap, met mr. A.J. de Loor en mr. A.B. de Wit als rechters.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer : 08-952921-18
Datum : 7 november 2024
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in [locatie] , gelegen aan de [adres] ,
hierna te noemen: de veroordeelde of [veroordeelde] .

1.De aanleiding

De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juli 2020, naast vierentwintig maanden jeugddetentie, opgelegd na bewezenverklaring van het misdrijf moord.
De PIJ-maatregel is ingegaan op 4 november 2020 en eindigt, als zij niet wordt verlengd, op 14 oktober 2024.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de overgelegde stukken, te weten:
- het PIJ-verlengingsadvies van Forensisch Centrum (FC) Teylingereind van
28 augustus 2024, opgemaakt en ondertekend door L. Schot, psycholoog i.o.
GZ-psycholoog en behandelcoördinator de Rak, en [naam 1] , directeur-bestuurder FC Teylingereind;
- het Pro Justitia rapport inzake verlenging maatregel PIJ van 14 augustus 2024, opgemaakt en ondertekend door A.J.M. Laurijssen-Timmers, GZ-psycholoog, en
[naam 2] , kinder- en jeugdpsychiater;
  • het tiende perspectiefplan van YOUTURN betrekking hebbende op de periode van periode 17-05-2022 tot 18-10-2022;
  • het elfde perspectiefplan van YOUTURN betrekking hebbende op de periode van
18 oktober 2022 tot 14 maart 2023;
  • het twaalfde perspectiefplan van YOUTURN betrekking hebbende op de periode van 12 april 2023 tot 24 september 2023;
  • het dertiende perspectiefplan van YOUTURN betrekking hebbende op de periode van 24 september 2023 tot 22 januari 2024;
  • het veertiende perspectiefplan van YOUTURN betrekking hebbende op de periode van 23 januari 2024 tot 22 april 2024.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 29 augustus 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met vierentwintig (24) maanden.
De openbare terechtzitting is gehouden op 24 oktober 2024.
De rechtbank heeft op de zitting gehoord:
- de veroordeelde, hierna te noemen [veroordeelde] , bijgestaan door zijn raadsman
mr. T. Geerdink, advocaat in Borne;
  • de officier van justitie mr. C.P. Dronkers;
  • de deskundige [naam 3] , werkzaam bij [locatie] .
De officier van justitie heeft op de zitting zijn vordering gewijzigd en vordert de verlenging van de PIJ-maatregel met achttien (18) maanden.
[veroordeelde] en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de PIJ-maatregel. De raadsman heeft verzocht de verlenging van de maatregel te beperken tot twaalf (12) maanden. Hoewel [veroordeelde] en de raadsman inzien dat de behandeling waarschijnlijk langer gaat duren, kan met een verlenging van een kortere periode tussentijds een toetsingsmoment plaatsvinden. Zo blijft [veroordeelde] gemotiveerd en blijft hij voldoende perspectief houden.

4.De beoordeling

De vordering is op tijd ingediend, namelijk op 29 augustus 2024.
De rechtbank moet op grond van artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bepalen of de termijn van de PIJ-maatregel moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de inhoud van het verlengingsadvies van FC Teylingereind, de Pro Justitia rapportage en de door de deskundig ter zitting gegeven toelichting in aanmerking.
Het verlengingsadvies
Het verlengingsadvies van FC Teylingereind ziet op de periode van 12 april 2023 tot 22 april 2024, omdat [veroordeelde] op 22 april 2024 is overgeplaatst naar de ITA in [locatie] .
Het verlengingsadvies houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Eerder in zijn traject heeft [veroordeelde] zich wisselend gemotiveerd opgesteld met betrekking tot de behandeling en zijn behandeldoelen. Er is lange tijd sprake geweest van een beperkt probleembesef. Daardoor zijn de relevante risicofactoren tijdens de PIJ-maatregel nog maar weinig bewerkt, is de persoonlijkheidsontwikkeling in geringe mate positief bijgestuurd en is behandeling nauwelijks van de grond gekomen. Daarnaast heeft [veroordeelde] tot op heden nog nauwelijks individuele psychotherapie gevolgd. Na verloop van tijd, met name naarmate zijn PIJ-maatregel langer duurt, lijkt de intrinsieke motivatie van [veroordeelde] toe te nemen. Hij is zich bewust van zijn leerdoelen en wil hier graag door middel van schematherapie aan werken. Dat er lange wachtlijsten zijn, frustreert hem regelmatig. In het contact met de behandelcoördinator en het mentoraat wordt gezien dat [veroordeelde] aangesproken kan worden op zijn gedrag, dat hij inzicht heeft in verschillende processen en dat hij daardoor extra gemotiveerd raakt om hier verandering in aan te brengen. Een belangrijke oorzaak van het stroeve verloop van de behandeling lijkt te zijn gelegen in het feit dat [veroordeelde] zich binnen de dynamiek van een leefgroep ogenschijnlijk goed kan aanpassen. Het lukt hem om veelal onzichtbaar te blijven binnen het groepsproces en zich te onttrekken aan behandeling op de groep. Het is van groot belang dat er meer zicht komt op de belevingswereld van [veroordeelde] zodat de dysfunctionele gedachten en het bijhorend gedrag actief kunnen worden aangepakt. Hiervoor heeft hij op de wachtlijst voor schematherapie gestaan. Dit is vanwege de overplaatsing naar [locatie] niet in FC Teylingereind gestart. [veroordeelde] kan anderen manipuleren, pesten en bedreigen om zijn zin te krijgen of zichzelf boven een ander te plaatsen. Dit heeft ervoor gezorgd dat hij eind maart 2024 aan een dusdanig onveilige situatie op de leefgroep heeft bijgedragen, dat hij is overgeplaatst naar een andere afdeling. Vanwege de positie van [veroordeelde] op de leefgroep en de invloed die hij op anderen heeft, was de situatie niet meer houdbaar op de afdeling in FC Teylingereind. Om meer zicht te krijgen op de onderliggende persoonlijkheidsproblematiek van [veroordeelde] en een bijbehorend interventie advies te verkrijgen, is een plaatsing op de observatieafdeling overwogen. Na bespreking van de casus op het landelijk casuïstiek overleg is echter geadviseerd om [veroordeelde] over te plaatsen naar de ITA in [locatie] . Vanwege de (destijds) lopende ITA aanvraag, is besloten om geen verlof aan te vragen in FC Teylingereind, ook al laat [veroordeelde] ogenschijnlijk positief gedrag zien. Dit maakt dat er ook nog geen stappen zijn gezet richting resocialisatie, zoals het zoeken van een adequate dag- en vrijetijdsbesteding.
Het inzetten van behandeling, om het recidiverisico te verlagen, wordt noodzakelijk geacht. De behandeling dient zich onder andere te richten op het verbeteren van de oplossingsvaardigheden, zoals het bedenken en toepassen van niet-gewelddadige oplossingen, de copingvaardigheden bij oplopende stress en spanning en het leren maken van pro-sociale keuzes, waarbij er rekening wordt gehouden met de gevolgen voor anderen. Tijdens de PIJ-maatregel is de kernproblematiek van [veroordeelde] nog nauwelijks ten positieve bewerkt. Aangezien het verloftraject nog moet worden opgestart en alle verlofstappen nog dienen te worden doorlopen, is het de verwachting dat hier 24 maanden inclusief het Scholings- en TrainingsProgramma (hierna: STP) voor nodig zijn. De setting van de JJI wordt noodzakelijk geacht om hem succesvol te laten terugkeren in de maatschappij.
In de aankomende periode zal er vanuit de ITA gekeken worden of er stappen richting verlof en resocialisatie gezet kunnen gaan worden. Deze stappen dienen zorgvuldig te worden genomen. In de aankomende periode is daarom de justitiële titel nodig, om begeleiding en coaching vanuit de JJI te blijven krijgen, om [veroordeelde] bij toenemende eigen verantwoordelijkheid de geleerde vaardigheden in te laten zetten in een andere setting dan de JJI en deze te bestendigen. Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel met 24 maanden te verlengen.
Het Pro Justitia rapport
Het Pro Justitia rapport houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
[veroordeelde] is opnieuw gediagnosticeerd door de rapporteurs. Er blijkt sprake te zijn van een autismespectrumstoornis en een stoornis in cannabisgebruik. Daarbij is er sprake van forse informatieverwerkingsproblemen bij een disharmonisch intelligentieprofiel en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken. Met het stellen van de classificatie ASS, vervallen de eerdere classificaties coördinatie- ontwikkelingsstoornis (DCD) en de sociale pragmatische communicatiestoornis (SPCD). De problemen met de motoriek kunnen verklaard worden vanuit ASS. De identiteit van [veroordeelde] is nog weinig ontwikkeld, maar er is wel zichtbaar sprake van een scheefgroei. Daarom wordt gesproken van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken.
De huidige behandelcoördinator van [veroordeelde] is door de rapporteurs geraadpleegd als referent. Er wordt nu een plan van aanpak opgesteld om te kunnen gaan starten met een begeleid verlof. De nieuwe diagnose zorgt ervoor dat extra aanpassingen nodig zijn. Op 7 augustus 2024 wordt opnieuw gestart met PMT, om te zorgen dat als [veroordeelde] naar buiten gaat hij dingen kan bespreken. [veroordeelde] staat nu op de wachtlijst voor schematherapie, maar verwacht wordt dat een cognitieve gedragstherapie een grotere kans op succes oplevert. [veroordeelde] lijkt zich steeds meer thuis te voelen op de ITA. Er zijn geen incidenten geweest, hij heeft weinig druk, de omgeving is voor hem prikkelarm en heel gestructureerd. [veroordeelde] weet hoe de dagstructuur er uit ziet en alles is voor hem voorgestructureerd. Het is de behandelcoördinator opgevallen dat [veroordeelde] zichtbaar spanning is gaan opbouwen met haar vakantie, met wisselingen in het team en de voorbereidingen voor verlof. Door deze onrust krijgt hij ook onrust in zijn hoofd, zo stelt [veroordeelde] . Hij gaat dan opnieuw blowen, met positieve urinecontroles tot gevolg. Er wordt nu een plan opgesteld om met hem heel rustig aan te gaan resocialiseren met kleine stapjes in het begeleid verlof.
Voor een optimaal risicomanagement is [veroordeelde] naar inschatting van de rapporteurs nu nog niet toe aan beëindiging van de lopende PIJ-maatregel. Het PIJ-kader biedt de mogelijkheid om verdere behandelvoortgang te gaan bewerken, gericht op meer inzicht en meer vaardigheden, binnen de gestructureerde setting van de JJI, maar vooral ook daarbuiten. [veroordeelde] heeft nog geen verlof gehad. Er zal gewerkt moeten worden met een verloftraject om te oefenen met groter wordende vrijheden en verantwoordelijkheden buiten de inrichting. Het streven is om uiteindelijk toe te werken naar een STP om de overgang van binnen naar buiten zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel te verlengen voor de duur van 24 maanden. Aangezien het verlof nog moet worden gestart en er sprake is van ernstige pathologie, is het niet te verwachten dat er voldoende resultaat kan worden geboekt in een kortere periode.
Met beide behandelcoördinatoren van de [locatie] is gesproken over de veranderingen in de diagnoses en de inschatting van de komende behandelperiode. Kijkend naar wat [veroordeelde] nog nodig heeft, wordt ook door de behandelcoördinatoren ingeschat dat hiervoor bij [veroordeelde] een maximale tijd nodig is. Zij kunnen zich vinden in de adviezen van de rapporteurs.
De toelichting van de deskundige ter zitting
Op de zitting heeft de deskundige [naam 3] aanvullend, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren gebracht.
[veroordeelde] is inmiddels gestabiliseerd op de ITA. Hij reageert goed op rust en regelmaat en er vinden veel minder incidenten plaats. Er zullen therapieën worden ingezet die passen bij de nieuwe diagnose van [veroordeelde] . PMT is opnieuw opgestart en [veroordeelde] zal binnenkort ook cognitieve gedragstherapie en EMDR gaan volgen. Er is inmiddels een plan geschreven voor begeleid verlof wat nog goedgekeurd moet worden. [veroordeelde] weet aan welke eisen hij moet voldoen om op verlof te mogen. Zo moet hij bijvoorbeeld negatieve urinecontroles hebben. [veroordeelde] wil graag uitstromen in Noord-Nederland en de deskundige snapt zijn zorgen nu zijn PIJ-traject wordt voortgezet in een ander deel van Nederland. Er is echter besloten om hem niet nogmaals over te plaatsen, gelet op het feit dat dat opnieuw vertraging in zijn behandeling zou opleveren. [veroordeelde] zal moeten uitstromen met kleine stappen, waar tijd voor nodig is. Het cannabisgebruik van [veroordeelde] is wel verminderd, maar nog niet geheel onder controle. [veroordeelde] is daarmee bezig. Mocht het hem niet zelfstandig lukken om het middelengebruik te stoppen, dan kan daar ook therapie voor worden ingezet. De deskundige kan zich vinden in een verlenging van de PIJ-maatregel met 24 maanden, nu er tijd nodig is voor het verloftraject en er daarna ook nog een woon-/werkplek voor [veroordeelde] gevonden moet worden. Dit moet rustig opgebouwd worden, nu hij al lang niet buiten is geweest.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de PIJ-maatregel op 4 november 2020 is ingegaan en dat deze maatregel aan [veroordeelde] is opgelegd voor een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Het is daarom volgens de wet mogelijk om de PIJ-maatregel te verlengen.
De rechtbank is op basis van het verlengingsadvies, het Pro Justitia rapport en de door de deskundige op zitting gegeven aanvulling van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, de verlenging van de PIJ-maatregel eist. Daarnaast moet een verlenging van de PIJ-maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [veroordeelde] worden geacht.
De rechtbank stelt vast dat [veroordeelde] de afgelopen periode een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat hij op zijn plek zit op de ITA in [locatie] . Echter, is de behandeling van [veroordeelde] nog nauwelijks aangevangen. De oorzaak hiervan is deels gelegen in het gedrag van [veroordeelde] (middelengebruik en incidenten), maar ook in zijn overplaatsingen die voor vertraging hebben gezorgd.
De diagnose van [veroordeelde] is onlangs gewijzigd naar (o.a.) een autismespectrumstoornis. Deze nieuwe diagnose maakt dat vanaf nu gericht kan worden ingezet op de behandeling daarvan. De rechtbank acht het positief dat die behandeling nu ook daadwerkelijk in gang wordt gezet.
Gelet op het nogal stroeve verloop van de PIJ-maatregel van [veroordeelde] , zijn problematiek en zijn wens om de voortgang van de behandeling op een eerder moment te toetsen dan pas na twee jaren, zal de rechtbank – bij grote uitzondering – de gewijzigde vordering van de officier van justitie toewijzen. [veroordeelde] heeft ter terechtzitting kenbaar gemaakt dat een eerder toetsingsmoment zijn motivatie zal versterken. De rechtbank benadrukt echter dat – gelet op de inhoud van de rapportages en de toelichting van de deskundige ter zitting – zij geen valse hoop bij [veroordeelde] wil wekken dat de PIJ-maatregel na achttien maanden ook voorwaardelijk beëindigd kan worden. De verwachting is namelijk dat het PIJ-traject minstens twee jaren gaat duren, nu de behandeling en het verloftraject nog van start moeten gaan. De rechtbank acht het van groot belang dat [veroordeelde] de stijgende lijn doorzet en in samenwerking blijft met [locatie] , zodat hij op die manier zelf ook bijdraagt aan een voortvarend verder verloop van de PIJ-maatregel. Gelet op het voorgaande, zal de rechtbank de PIJ-maatregel met achttien maanden verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
-
verlengtde termijn van de PIJ-maatregel van [veroordeelde] met
achttien (18) maanden.
Aldus gegeven door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. A.J. de Loor en mr. A.B. de Wit, rechters, in tegenwoor­dig­heid van mr. K.J. ten Brink, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 november 2024.