Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
COULISSE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Enter,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil, in conventie en in reconventie
andereonoirbare zaken boven tafel zouden komen, Coulisse het recht voorbehoudt om deze op [partij] te verhalen. Om die reden werd een eenzijdige finale kwijting overeengekomen. Andere zaken dan de aan [bedrijf] geleverde zaken en het heimelijk declaratiegedrag zijn niet gesteld. Gelet op de correspondentie, die onlosmakelijk is verbonden met de vaststellingsovereenkomst is een kwijting aan [partij] verleend voor de twee toen reeds bekende kwesties, zodat Coulisse niets meer van [partij] te vorderen heeft. Coulisse heeft bovendien in beide kwesties niet schadebeperkend opgetreden: zij had alsnog facturen kunnen sturen naar [bedrijf] voor de geleverde goederen (waar [bedrijf] nota bene zelf nog om heeft gevraagd), en had de kosten van de boekingen in het Van der Valk hotel gewoon door kunnen belasten aan de opdrachtgever van Coulisse.
5.De beoordeling, in conventie en in reconventie
naderonderzoek zou doen naar het handelen van [partij] en voor het geval er
andereonoirbare zaken boven tafel zouden komen zij zich het recht voorbehoudt
dezeschade op [partij] te verhalen.
In zoverrewenste Coulisse een eenzijdige finale kwijting overeen te komen. Volgens (de gemachtigde van) [partij] is dat zo ook expliciet besproken ten tijde van het aangaan van de vaststellingsovereenkomst en is mede daarom door [partij] ingestemd met deze vaststellingsovereenkomst.
nieuweaangelegenheden. Die toezegging is daarmee onderdeel geworden van de vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter overweegt daarbij dat onduidelijkheid over deze alinea voor rekening en risico van Coulisse komt, als werkgever en opstellende partij. Dat Coulisse bij nader inzien toen al wel schade had geleden (de geleverde goederen waren blijkbaar al door [bedrijf] gemonteerd en konden niet meer terug) neemt niet weg dat [partij] mocht begrijpen dat Coulisse niet meer terug zou komen op beide kwesties.
opzettelijkde boekingen heeft goedgekeurd om de waarde te gebruiken voor verrekening met zijn privévloer. Coulisse heeft dat, in het licht van de betwisting daarvan door [partij] , onvoldoende onderbouwd. Bovendien is het wettelijk uitgangspunt voor dergelijke schadevergoedingen dat een werknemer die bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt, slechts aansprakelijk is voor die door de werkgever geleden schade indien sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid (art. 7:661 BW). Ook daarvan is niet gebleken.