ECLI:NL:RBOVE:2024:5740

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
05/181163-20 en 08/237797-20 (gev. ttz. van 6 januari 2022) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor inbraak en diefstal met schadevergoeding aan benadeelde partij

Op 5 november 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 29-jarige man, die zich schuldig heeft gemaakt aan inbraak en diefstal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 223 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en een meldplicht bij de reclassering. De verdachte heeft inbraak gepleegd bij een bedrijf in Enschede en heeft goederen, waaronder laptops en een bankpas, gestolen. Daarnaast heeft hij een fiets gestolen van een besloten erf in Hengelo. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en dat hij met een gestolen bankpas betalingen heeft verricht. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor de geleden schade, gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 330,67. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten en heeft de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting waar de verdachte en zijn raadslieden aanwezig waren, en na het horen van de officier van justitie en deskundigen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 05/181163-20 en 08/237797-20 (gev. ttz. van 6 januari 2022) (P)
Datum vonnis: 5 november 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 13 februari 2024, 8 oktober 2024 en 22 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, van de verklaring van deskundige [reclasseringswerker] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland in Leeuwarden en van wat door verdachte en zijn raadslieden mr. J.C.H. Pronk, advocaat in Apeldoorn in de zaak met parketnummer 05/181163-20 en mr. N. Brands, advocaat in Goor, in de zaak met parketnummer 08/237797-20 naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 05-181163-20
feit 1:in Enschede, in de periode van 3 juli 2020 tot en met 6 juli 2020, goederen van [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) heeft gestolen door middel van braak en/of verbreking;
feit 2:in Enschede, op 5 juli 2020, een geldbedrag van acht euro van [bedrijf] heeft gestolen door middel van een gestolen bankpas;
parketnummer 08-237797-20
feit 1
in Hengelo, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020
primair:uit een woning, goederen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gestolen;
subsidiair:die goederen heeft geheeld;
feit 2:in Hengelo, op 14 juni 2020, een geldbedrag van € 18,54 van [slachtoffer 1] heeft gestolen door middel van een gestolen pinpas;
feit 3:in Hengelo, op 14 juni 2020, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op een besloten erf waarop een woning stond, aan de [adres 1] , een fiets van
[slachtoffer 3] heeft gestolen.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
parketnummer 05/181163-20
1.
hij in of omstreeks de periode van 3 juli 2020 tot en met 6 juli 2020 te Enschede, meerdere althans een, goed(eren), te weten een bankpas (rekeningnummer [rekeningnummer 1] , pasnummer [pasnummer] ) en/of een of meer laptops (merk Dell Latitude, zwart, serienummer [serienummer 1] en/of Dell serienummer [serienummer 2] ) en/of een HP thin Client T530 (serienummer [serienummer 3] ) en/of conference cam Logitech BCC950 en/of een koffiezetapparaat en/of meerdere opladers en/of een Samsung Galaxy S9 (IMEI [IMEI-nummer] ) en/of kratten bier en/of een geldbedrag (van ongeveer 322,67 euro) en/of toegangspassen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf] ( [bedrijf] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij op of omstreeks 5 juli 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), een geldbedrag, te weten 8 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf] ( [bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen bankpas (rekeningnummer [rekeningnummer 1] , pasnummer [pasnummer] ), immers heeft hij, verdachte, (telkens) (zonder toestemming) (contactloos) betaald vanaf de bankrekening van [bedrijf] en met deze bankpas (contactloos) goederen afgerekend bij de Shell ;
parketnummer 08/237797-20
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 juni 2020 tot en met 14 juni 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), om omstreeks 23.30 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een of meer goed(eren), te weten een of meer muziekinstrument(en) (blaas van het merk buffet en/of marigaux) en/of een personenauto (merk Suzuki Alto, kentekennummer [kenteken 1] ) en/of een of meer televisies en/of een portemonnee (rode portemonnee met inhoud: rijbewijs en/of kentekenbewijs en/of een milieu pas en/of een bankpas ING en/of ANB en/of een bibliotheekpas en/of een zorgpas) en/of een bedrag van in totaal (ongeveer) 80 euro en/of een IPhone en/of sleutels
en/of een elektrische kookplaat, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 juni 2020 tot en met 15 juni 2020 te Hengelo,
gemeente Hengelo (O), een of meer goed(eren), te weten een of meer muziekinstrument(en) (blaas van het merk buffet en/of marigaux) en/of een personenauto (merk Suzuki Alto,
kentekennummer [kenteken 1] ) en/of een of meer televisies en/of een portemonnee (rode portemonnee met inhoud: rijbewijs en/of kentekenbewijs en/of een milieu pas en/of een bankpas ING en/of ANB en/of een bibliotheekpas en/of een zorgpas) en/of een bedrag van in totaal (ongeveer) 80 euro en/of een IPhone en/of sleutels en/of een elektrische kookplaat, in elk geval enig(e) goed(eren), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 14 juni 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), een geldbedrag (van 18,54 euro), in elk geval een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen en/of verduisterde bankpas van voornoemde [slachtoffer 1] , immers heeft hij, verdachte, (zonder toestemming) (contactloos) betaald vanaf de rekening van die [slachtoffer 1] en met deze bankpas (contactloos) goederen afgerekend bij de Shell (Hengelo zuid);
3.
hij op of omstreeks 14 juni 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), om omstreeks 05:26 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een fiets (Batavus Mambo Spirit), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Parketnummer 05/181163-20
4.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ter zitting van 13 februari 2024 op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.1.3
Het oordeel van de rechtbank
4.1.3.1 Feiten 1 en 2
De rechtbank zal deze samenhangende feiten gezamenlijk bespreken.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter zitting van 13 februari 2024 verklaard dat hij in de bedrijfsbus van [bedrijf] heeft gereden, maar dat hij deze bedrijfsbus heeft gekregen van personen die in zijn woning verbleven. Die personen hebben ook gezorgd dat de gestolen goederen in zijn woning zijn gekomen. Verdachte weet niets van de diefstal. Verder heeft verdachte verklaard dat hij wel eens Fristi drinkt en dat het pakje Fristi mogelijk met de daders is meegelift.
Over feit 2 heeft verdachte verklaard dat hij de persoon is die aan het pinnen is op de camerabeelden bij het Shell tankstation in Hengelo, maar dat hij niet wist dat de pinpas was gestolen.
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Tussen 3 juli 2020 en 6 juli 2020 heeft een diefstal plaatsgevonden uit het bedrijfspand van [bedrijf] in [vestigingsplaats] . Bij die diefstal zijn een geldkistje met € 322,67, een bedrijfsbus met kenteken [kenteken 2] , een ABN-AMRO bankpas met pasnummer [pasnummer] , een laptop (Dell Latitude, zwart, serienummer [serienummer 1] ), een laptop (Dell serienummer [serienummer 2] ), een Thin Client HP T530 (serienummer [serienummer 3] ), een conference cam Logitech BCC950, een koffiezetapparaat, een iPhone oplader, een Samsung Galaxy S9 (IMEI: [IMEI-nummer] ) inclusief oplader, drie Samsung Xcover opladers, drie kratten bier en toegangspassen van het terrein weggenomen.
Op 5 juli 2020 is verdachte in de gestolen bedrijfsbus van [bedrijf] naar het tankstation Shell in Hengelo-Zuid gereden, waar hij met de gestolen ABN-AMRO bankpas om 23:45 uur
acht euro heeft gepind.
Op 11 juli 2020 is verdachte aangehouden als bestuurder van de gestolen bedrijfsbus. In de bedrijfsbus werden goederen aangetroffen die afkomstig zijn van de diefstal uit het bedrijfspand van [bedrijf] , te weten de hiervoor genoemde bankpas, toegangspas, Conference Cam en een oplader. In de woning van verdachte zijn eveneens goederen aangetroffen die afkomstig zijn uit het bedrijfspand van [bedrijf] , te weten de Thin Client en een toegangspasje.
Op 6 juli 2020 heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden op het terrein van [bedrijf] . In het kantoor is in de prullenbak een geopend pakje Fristi aangetroffen. Van dit pakje Fristi is een speekselbemonstering genomen. Uit deze bemonstering is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte. De kans dat het DNA-profiel op het aangetroffen pakje Fristi matcht met het DNA-profiel van een willekeurig ander persoon is kleiner dan één op één miljard.
De overwegingen van de rechtbank
De verklaring van verdachte, dat de personen die in zijn woning verbleven de inbraak bij [bedrijf] hebben gepleegd en dat het pakje Fristi waarop het DNA-materiaal van verdachte zat met hen is meegelift, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden. Het dossier biedt daarvoor geen enkel aanknopingspunt. De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte geschetste scenario niet past bij het aangetroffen sporenbeeld en zich niet verhoudt met hetgeen hiervoor is vastgesteld als redengevende feiten en omstandigheden.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande dan ook van oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2.
Parketnummer 08-237797-20
4.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor het onder 1 primair tenlastegelegde vrijspraak bepleit nu niet onomstotelijk is vast te stellen dat verdachte de in zijn garagebox en woning aangetroffen goederen heeft gestolen.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2.3
Het oordeel van de rechtbank
4.2.3.1 Feiten 1, 2 en 3
De rechtbank zal deze samenhangende feiten gezamenlijk bespreken.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij de goederen die onder 1 zijn tenlastegelegd niet heeft gestolen, maar dat de man en vrouw die in zijn woning verbleven dit hebben gedaan.
Over feit 2 heeft verdachte verklaard dat hij de betaling met de pinpas heeft verricht, maar dat hij niet wist dat de pinpas gestolen was.
Over feit 3 heeft verdachte verklaard dat hij de diefstal niet heeft gepleegd.
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 14 juni 2020 zijn bij een diefstal uit de woningen en garage van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan de [adres 2] een Suzuki Alto met kenteken
[kenteken 1] , sleutels, een elektrische kookplaat, een portemonnee met inhoud (rijbewijs, kentekenbewijs, milieupas, ING bankpas, ABN bankpas, bibliotheekpas, zorgpas Menzis, een biljet van twintig euro), twee televisies, twee hobo’s en een iPhone5, iPhone oplader en, uit een geldkistje, zestig euro weggenomen.
Op 14 juni 2020 hebben verbalisanten een Suzuki Alto in de [adres 3] aangetroffen. In de nabijheid van het voertuig stond een deur open van een pand aan de [adres 4] . In de kelderbox horende bij de woning aan de [adres 4] op naam van verdachte zagen verbalisanten een hobo liggen. In de hal is verdachte aangetroffen met naast hem twee televisies. Bij de doorzoeking van de kelderbox zijn een hobo, een autosleutel van een Suzuki, een ABN-AMRO pasje op naam van [slachtoffer 1] , een portemonnee, een eenpits kookplaat, een tweepits kookplaat, een hobo in een koffertje, een tas met Suzukispullen, een achterdeursleutel en een ING bankpas ten name van [slachtoffer 1] aangetroffen.
Op 14 juni 2020 omstreeks 6:23 uur heeft verdachte bij het tankstation Shell in Hengelo Zuid € 18,54 gepind met de gestolen pinpas van [slachtoffer 1] .
Op 14 juni 2020 heeft [slachtoffer 3] aangifte gedaan van diefstal van haar fiets, een zwarte Batavus Mambo Spirit, bij haar woning aan de [adres 1] . Op de camerabeelden is te zien dat op 14 juni 2020 om 5:27 uur een persoon over de poort klimt, dat de persoon een fiets over de toegangspoort tilt en vervolgens om 5:29 uur op die fiets wegfietst. Op 15 juni 2020 in de middag hebben verbalisanten in de hal in de nabijheid van de kelderbox van verdachte een zwarte Batavusfiets, type Mambo Spirit aangetroffen. Verdachte is door een opsporingsambtenaar herkend als de persoon op de camerabeelden die deze fiets van een besloten erf wegneemt.
De overwegingen van de rechtbank
Feiten 1 en 2
De rechtbank acht ook voor dit feit de verklaring van verdachte over de in zijn garagebox en zijn woning aangetroffen spullen niet aannemelijk geworden. Gelet op de bewijsmiddelen en de daarin opgenomen tijdstippen (te weten de volgordelijkheid in tijd en plaats, in combinatie met de door verdachte gepleegde feiten 2 en 3), ontbreekt het rechtbank echter aan de overtuiging dat verdachte de onder 1 primair tenlastegelegde goederen heeft weggenomen.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair tenlastegelegde.
De rechtbank acht op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden in combinatie met de verklaring van verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde en het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
De rechtbank acht gelet op de vastgestelde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 05/181163-20
1.
hij in de periode van 3 juli 2020 tot en met 5 juli 2020 te Enschede, goederen, te weten een bankpas (rekeningnummer [rekeningnummer 1] , pasnummer [pasnummer] ) en laptops (merk Dell
Latitude, zwart, serienummer [serienummer 1] en Dell serienummer [serienummer 2] ) en een HP Thin Client T530 (serienummer [serienummer 3] ) en een conference cam Logitech BCC950 en een koffiezetapparaat en meerdere opladers en een Samsung Galaxy S9 IMEI
[IMEI-nummer] ) en kratten bier en een geldbedrag (van ongeveer 322,67 euro) en toegangspassen, geheel of ten dele aan een ander toebehorend, te weten aan [bedrijf] ( [bedrijf] ), heeft weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
2.
hij op 5 juli 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), een geldbedrag, te weten acht euro, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf] ( [bedrijf] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen bankpas (rekeningnummer [rekeningnummer 1] , pasnummer [pasnummer] ), immers heeft hij, verdachte, zonder toestemming contactloos betaald vanaf de bankrekening van [bedrijf] en met deze bankpas contactloos goederen afgerekend bij de Shell ;
parketnummer 08/237797-20
1. subsidiair
hij in de periode van 13 juni 2020 tot en met 14 juni 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), goederen, te weten muziekinstrumenten en een personenauto (merk Suzuki Alto, kentekennummer [kenteken 1] ) en televisies en een rode portemonnee met inhoud: rijbewijs en kentekenbewijs en een milieupas en een bankpas ING en ABN en een bibliotheekpas en een zorgpas en een bedrag van in totaal (ongeveer) tachtig euro en een iPhone en sleutels en een elektrische kookplaat heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2.
hij op 14 juni 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), een geldbedrag van 18,54 euro, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om dit zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen bankpas van voornoemde [slachtoffer 1] , immers heeft hij, verdachte, zonder toestemming contactloos betaald vanaf de rekening van die [slachtoffer 1] en met deze bankpas contactloos goederen afgerekend bij de Shell Hengelo Zuid;
3.
hij op 14 juni 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), omstreeks 05:26 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een fiets (Batavus Mambo Spirit), die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/181163-20
feit 1
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
parketnummer 08/237797-20
feit 1 subsidiair
het misdrijf: opzetheling;
feit 2
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3
het misdrijf: diefstal, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het ondergane voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van alle door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 18 september 2024.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadslieden kunnen zich vinden in de straf die door de officier van justitie is gevorderd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ouderdom van de feiten
De eerste keer dat de zaken van verdachte ter terechtzitting werden behandeld was op 6 januari 2022. De behandeling is toen aangehouden omdat verdachte in het buitenland gedetineerd was. Latere aanhoudingen hielden verband met noodzakelijke rapportages over verdachte. Dit verklaart de relatief late berechting (zonder dat sprake is van onredelijke vertraging) uitmondend in het vonnis van vandaag.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een inbraak bij een bedrijf en diefstal van een fiets van een besloten erf van een woning in de voor de nachtrust bestemde tijd. Daarnaast heeft verdachte met gestolen pinpassen betalingen verricht. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling van diverse goederen. Diefstallen, inbraken en opzetheling brengen naast overlast ook financiële schade voor de benadeelden met zich mee. Bovendien draagt dit soort feiten bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft daar geen rekening mee gehouden en heeft zich enkel laten leiden door zijn behoefte aan financieel gewin. Verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 10 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Artikel 63 Sr is van toepassing vanwege een op 29 maart 2021 opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Franeker van 12 september 2024, dat is opgemaakt door M. Beckers, psycholoog, M.S.G. Visser, klinisch psycholoog en D. den Hartogh, verpleegkundig specialist.
De diagnose luidt dat bij verdachte sprake is van reactieve hechtingsstoornis, een disharmonisch intelligentieprofiel en een ongespecificeerde stoornis gerelateerd aan een ander (of onbekend) middel, met verdenking van een stoornis in alcoholgebruik en stoornis in het gebruik van een stimulantium. Ook zijn er sterke vermoedens van persoonlijkheids-problematiek, maar dit is niet geclassificeerd.
Het intelligentieprofiel maakt dat verdachte makkelijk overschat en dus overvraagd kan worden en tevens snel overspoeld raakt in nieuwe situaties of stressvolle situaties.
Uitgaande van voornamelijk persoonlijkheidsproblematiek bij een disharmonisch intelligentieprofiel ter verklaring van de ontregeling in zijn vroege puberteit, uiteindelijk uitmondend in delictgedrag, is het advies om deze aspecten als hoofdfocus in verdere behandeling te nemen en daarbij rekening te houden met het risico op overvraging. Vooral in situaties waarin een beroep wordt gedaan op zijn vermogens tot overzicht, planning en organiseren, schakelen en reguleren van emoties zal verdachte zonder de juiste begeleiding vastlopen. Ook is begeleiding nodig bij het oplossen van vraagstukken. Verdachte heeft begeleiding en externe structuur nodig om overzicht te creëren en tot een oplossing of plan te komen.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 18 september 2024 van reclasseringswerker [reclasseringswerker] en van wat [reclasseringswerker] als deskundige ter terechtzitting naar voren heeft gebracht. Gelet op de uitkomsten van de psychodiagnostiek van de FPA en de ervaringen met verdachte tijdens zijn verblijf daar, acht de reclassering het van belang dat verdachte in een klinische traject verder werkt aan het vergroten van recidiveverlagende vaardigheden. De reclassering heeft een indicatie aangevraagd bij het DIZ voor een klinische opname.
Zonder dat zal verdachte in een ambulant kader onvoldoende in staat zijn om zelfstandig zijn leven vorm te geven, in de vorm van het vinden van een goede woonplek, het kunnen vinden en behouden van een vaste baan en het maken van pro-sociale keuzes en is het recidiverisico hoog. Een eerdere ambulante behandeling heeft ook niet geleid tot een afname van het recidiverisico.
De reclassering adviseert om de volgende bijzondere voorwaarden op te leggen: een meldplicht, een gedragsinterventie praktische vaardigheden, een opname in een zorginstelling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding en een drugs- en alcoholverbod.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het bericht van de reclassering dat verdachte per 21 oktober 2024 kan worden opgenomen in de Forensische verslavingskliniek [locatie] .
De op te leggen straf
Gezien de ernst van de gepleegde feiten is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 223 dagen passend en geboden. Het onvoorwaardelijke deel daarvan wordt bepaald op 133 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarmee is het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf op 21 oktober 2024 gelijk geworden aan de duur van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De voorlopige hechtenis van verdachte is per 21 oktober 2024 door de rechtbank geschorst en verdachte is onder voorwaarden opgenomen in de [locatie] .
Aan de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf worden de geadviseerde bijzondere voorwaarden verbonden. Verdachte heeft zich op de terechtzitting bereid verklaard zich aan deze voorwaarden te houden. De duur van de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf zal worden bepaald op negentig dagen. De proeftijd zal worden bepaald op drie jaren.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij in de zaak met parketnummer 05-181163-20
D. van Heerden heeft zich namens [bedrijf] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 4.605,68, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- laptop € 519,94
- twee telefoons € 443,37
- tanken met gestolen pinpas € 8,00
- thin Client € 461,62
- laptop € 1.099,89
- extra geheugen voor de laptop € 76,99
- koffiezetapparaat € 299,99
- oplaadbare zaklamp € 60,50
- telefoon € 523,93
- beletteren van de auto € 112,53
- schoonmaakkosten van de auto € 151,25
- inhoud geldkistje € 322,67
- toegangspassen terrein € 25,00
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 500,00 gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu niet duidelijk is welke goederen aan de benadeelde zijn teruggegeven en in welke staat de goederen verkeerden bij teruggave.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren nu niet duidelijk is welk deel van de goederen is teruggegeven aan de benadeelde.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
8.4.1
Materiële schade
Posten ‘inhoud geldkistje’ en ‘tanken met gestolen pinpas’
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder parketnummer 05/181163-20 onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten ‘inhoud geldkistje’ en ‘tanken met gestolen pinpas’ zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 330,67, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan 5 juli 2020.
Overige posten
De benadeelde partij zal ten aanzien van de overige posten niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Niet duidelijk is welke goederen aan de benadeelde partij zijn teruggegeven en in welke staat die goederen verkeerden bij teruggave.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2
Immateriële schade
Een vergoeding van immateriële schade is slechts mogelijk in de limitatief in de wet opgesomde gevallen. Blijkens het schade-onderbouwingsformulier wordt de vordering gegrond op artikel 6:106 sub b onder 2 van het Burgerlijk Wetboek (schending eer of goede naam). Uit hetgeen ter onderbouwing van de immateriële schade is aangevoerd blijkt niet dat sprake is van schending van de eer of goede naam. Ook overigens kan de rechtbank niet vaststellen dat sprake is van immateriële schade die op grond van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek voor vergoeding in aanmerking komt.
Omdat een wettelijke grondslag voor de gevorderde immateriële schadevergoeding ontbreekt, zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij wat betreft het immateriële deel afwijzen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met zes dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/237797-20 onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/181163-20 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/237797-20 onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 05/181163-20
feit 1
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
parketnummer 08/237797-20
feit 1 subsidiair
het misdrijf: opzetheling;
feit 2
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3
het misdrijf: diefstal, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 05/181163-20 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/237797-20 onder 1 subsidiair, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
223 (tweehonderd drieëntwintig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich telefonisch meldt bij Reclassering Nederland, locatie Leeuwarden via telefoonnummer 088-8041100. Verdachte blijft zich gedurende de proeftijd melden op afspraken met de reclassering, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang de reclassering dat nodig acht;
- actief deelneemt aan een gedragsinterventie, gericht op praktische vaardigheden zoals arbeidsvaardigheden. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- zich laat opnemen in de [locatie] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- na afronding van zijn opname in de [locatie] verblijft in een beschermde woonvorm of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra het klinische traject in de [locatie] is afgerond. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met
urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest)
om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delict gedrag;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
Schadevergoeding in de zaak met parketnummer 05-181163-20
- wijst de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] , gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 330,67, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf] (parketnummer 05/181163-20 feit 1 en 2) van een bedrag van € 330,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2020;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 330,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van zes dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij af tot een bedrag van € 500,-- aan immateriële schade;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. Ellenbroek, voorzitter, mr. H. Stam en mr. I. Piksen, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 november 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 05/181163-20
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het digitale dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 27DAE200006 / 27KOMARA, het proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf Vliegveldstraat 100 Enschede van 10 juli 2020 en het rapport van het NFI DNA-onderzoek naar aanleiding van een inbraak in Enschede van 31 juli 2020. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feiten 1 en 2
Het proces-verbaal vaan aangifte van [aangever 1] namens [bedrijf] van 6 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 17 en 18):
Op 3 juli 2020 heb ik het pand van [bedrijf] in [vestigingsplaats] afgesloten . Op 6 juli 2020 bij het bedrijf ( [bedrijf] ) aangekomen zag ik dat er een geldkistje geopend stond. Ik zag dat het sleutelkastje waar de reservesleutel van de bedrijfsbus hing geopend was en dat de sleutel was weggenomen. Het betreft de bedrijfsbus met kenteken [kenteken 2] .
Het proces-verbaal van (aanvullende) aangifte van [aangever 2] namens [bedrijf] van 9 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 19 tot en met 21 en de bijlagen op pagina’s 22 tot en met 24):
Alle hierna genoemde goederen zijn eigendom van [bedrijf] , deze zijn zonder toestemming weggenomen:
- bankpas ABN-AMRO met pasnummer [pasnummer] ;
- laptop (Dell Latitude, zwart, serienummer [serienummer 1] );
- laptop (Dell serienummer [serienummer 2] );
- thin-Client HP T530 (serienummer [serienummer 3] );
- conference cam Logitech BCC950;
- koffiezetapparaat;
- IPhone oplader;
- Samsung Galaxy S9 (IMEI: [IMEI-nummer] ) inclusief oplader;
- 3x Samsung Xcover oplader;
- inhoud geldkistje: € 322,67, opengebroken (blz. 21);
- 3 kratten bier;
- toegangspassen terrein.
Ten aanzien van de ABN-AMRO bankpas met pasnummer [pasnummer] merk ik op dat hiermee is betaald op 5 juli 2020 om 23:45 uur bij Shell Hengelo Zuid, voor een bedrag van € 8,00.
Volkswagen Caddy kenteken [kenteken 2] (blz.22).
Een geschrift, te weten een afstandsverklaring in beslag genomen voorwerpen (pagina’s 115 en 116) voor zover inhoudende dat verdachte afstand heeft gedaan van de onder hem in beslag genomen bankpas van de bankrekening van [bedrijf] bij ABN-AMRO met rekeningnummer [rekeningnummer 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , van 8 juli 2020, voorzover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 25 tot en met 28):
Ik zag op de camerabeelden dat op 5 juli 2020 om 23:44:41 uur een witte Volkswagen Caddy met aan de zijkant van de bus de tekst: ‘ [bedrijf] ’ het terrein van tankstation Shell Hengelo Zuid opreed en parkeerde. Om 23:45:25 uur loopt er een manspersoon met een donkere huidskleur, zwarte haren, donkere ogen het tankstation binnen vanaf de zijde waar de witte Volkswagen Caddy geparkeerd werd. Ik, verbalisant herkende deze persoon als: [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ). Vervolgens zag ik dat deze persoon op 5 juli 2020 om 23:45:37 uur een betaling uitvoerde met een bankpas middels contactloos betalen.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , van 11 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 70):
Op 11 juli 2020 kregen wij, verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , een melding dat er op de
autosnelweg Al een gestolen voertuig zou rijden. Wij hoorden dat het kenteken
[kenteken 2] was. Wij hebben de bestuurder vervolgens staande gehouden. Wij zagen dat de bestuurder [verdachte] betrof, geboren op [geboortedatum] 1995.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , van 13 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 29-32):
Op maandag 13 juli, omstreeks 11:17 uur heb ik een Volkswagen Caddy, voorzien van het Nederlandse kenteken met de lettercijfer combinatie [kenteken 2] doorzocht. Ik, verbalisant, heb in het voertuig de volgende goederen aangetroffen:
  • een bankpas van ABN AMRO voorzien van pasnummer [pasnummer] ;
  • een witte pas met opdruk [nummer 1] ;
  • een Conference Cam van het merk logitech BCC950
  • een oplader voorzien van het merk Dell.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] , van 14 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 101 tot en met 104):
Op 14 juli ben ik de woning van de verdachte [verdachte] binnengetreden. Bij het betreden van het woongedeelte zag ik een zwarte Thin Client staan. Ik zag dat er een sticker op deze Thin Client zat met onder andere de tekst " [bedrijf] ". Op het tafeltje zag ik een wit pasje liggen. Ik herkende dit pasje als een mogelijk toegangspasje en zag de code ‘ [nummer 2] ’.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf [adres 5] , van verbalisant [verbalisant 6] , van 10 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 6 juli 2020 was ik, verbalisant, op het terrein van [bedrijf] , voor een forensisch onderzoek.
Ik zag in de prullenbak in het kantoor een Fristi pak liggen waarbij geen dop aanwezig was. Ik heb ten behoeve van het onderzoek het Fristi pak met behulp van een wattenstaafje, rondom de schenkdop, bemonsterd ten behoeve van DNA en dit wattenstaafje, veiliggesteld, verpakt, gewaarmerkt en voorzien van het SIN nummer: AAMQ7307NL.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4°, Sv, te weten een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een inbraak gepleegd in [vestigingsplaats] , van ing. S. Redeker van 31 juli 2020, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
[afbeelding]
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van 13 februari 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven (pagina 3):
De auto van [bedrijf] waarin ik reed, heb ik gekregen van die mensen die in mijn woning woonden. Ik drink wel eens Fristi.
Wat betreft feit 2. Ik ben de persoon die aan het pinnen is op de foto’s van de camerabeelden
van het Shell Tankstation in Hengelo.
Parketnummer 08/237797-20
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het digitale dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON23000 2020271359 en een aanvullend proces-verbaal herkenning persoon door een opsporingsambtenaar van verbalisant
[verbalisant 7] van 7 oktober 2020 met bijlagen. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feiten 1 en 2
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 14 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 8-9):
Ik woon samen met mijn broer aan de [adres 2] . Op 14 juni 2020 omstreeks 06:15 uur zag ik in de keuken dat er meerdere kasten openstonden. Ik
zag dat de autosleutels er niet meer waren. Ik zag in de woning van mijn broer dat ook daar de kasten openstonden. Ik zag dat de televisie in de woonkamer er niet meer stond. Vanuit mijn woonkamer is weggenomen:
- iphone 5 + iphone oplader
- 2 Hobo's
- televisie 28"
- rode portemonnee met inhoud (rijbewijs, kentekenbewijs, milieu pas, bankpas ING en ABN, pasje van de bibliotheek, zorgpas Menzis, 1x biljet 20,- Euro)
Vanuit mijn voorkamer is weggenomen:
- elektrische kookplaat
Vanuit mijn garagebox is weggenomen:
- Suzuki Alto met kenteken [kenteken 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 15 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 47):
Tevens mist zij geld uit een geldkistje. Hier zou rond de € 60,--in moeten zitten.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 14 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van [slachtoffer 2] (pagina’s 10-12):
Op 14 juni 2020 te 05:30 uur zag ik dat er in mijn woning was ingebroken en dat de televisie weg was.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] en [verbalisant 10] van 14 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 30-31):
Wij zagen het bij de inbraak aan de [adres 2] weggenomen voertuig staan in een steegje dat haaks op de [adres 3] stond. Ter plaatse bij het voertuig zag ik, verbalisant [verbalisant 9] , de deur open staan van het pand achter het voertuig. Ik zag in het schuurtje van [adres 4] een hobo instrument liggen. Ik, verbalisant [verbalisant 9] , zag dat [verdachte] de eigenaar was van de garagebox. Ik zag dat hij stond
ingeschreven aan de [adres 4] . Ik, verbalisant [verbalisant 9] , liep de deur binnen en zag tegen de muur op de grond een persoon zitten. Ik zag dat naast deze persoon twee televisies stonden. Ik, verbalisant [verbalisant 9] , vroeg de persoon naar zijn identiteit. Hij gaf mij op te zijn: [verdachte] , wonende de [adres 4] .
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 11] van 14 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 42-43):
In de kelderbox behorende bij perceel [adres 4] zijn een hobo, papiergeld (50 euro), autosleutel Suzuki, ABN-AMRO pasje op naam van [slachtoffer 1] , portemonnee, 1 pits kookplaat, 2 pits kookplaat, een hobo in een koffertje, Suzuki spullen, achterdeursleutel, OV kaart [nummer 3] en een ING pas t.n.v. [slachtoffer 1] aangetroffen.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 15 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 48 met bijlage op pagina 49):
Aangeefster liet mij op de mobiele telefoon een pinbetaling zien met haar gestolen pinpas bij Shell Hengelo Zuid op 14 juni 2020 omstreeks 6:23 uur.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 12] van 16 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 50-51 met bijlagen op pagina’s 52-60).
Ik, verbalisant [verbalisant 12] , heb de beelden uitgekeken van een aankoop bij het Shell tankstation in Hengelo Ov, gevestigd aan de Platinastraat 2. De koper, een manspersoon heeft daar met een gestolen bankpas contactloos betaald.
14-06-2020 06:22:29 uur: Ik zie dat een man in het winkelgedeelte richting de kassa aan komt lopen.Deze man noem ik hierna verdachte.
14-06-2020 06:22:35 uur: Ik zie dat de verdachte in zijn linkerhand iets vasthoudt. Ik zie op de balie 2 dozen liggen, vermoedelijk sigaretten. Ik zie dat de verdachte het voorwerp op de display van de pinautomaat legt. Hieruit kan ik vaststellen dat het voorwerp een betaalpas moet zijn waarmee de verdachte contactloos betaalt.
14-06-2020 06:23:27 - 06:24:05 uur: ik zie dat de verdachte weer voor de balie van de kassa staat. Ik zie dat de verdachte een pak in zijn linkerhand heeft en in zijn rechterhand twee flessen Cola. Ik zie dat deze goederen door de verkoper/medewerker gescand worden. Ik zie
tevens dat de verkoper nog een voorwerp (pak sigaret) scant. Ik zie vervolgens dat de
verdachte weer een betaalpas uit zijn jaszak haalt en dat hij hiermee contactloos betaalt.
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van 13 februari 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven (pagina 2):
Ik heb de betaling met de pinpas die onder feit 2 is tenlastegelegd verricht.
Feit 3
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 15 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 16-18):
Ik doe aangifte van diefstal van mijn fiets, een zwarte Batavus Mambo Spirit. Ik ben woonachtig aan de [adres 1] . De toegangspoort is altijd gesloten. De fiets stond op het erf, dus achter het hekwerk op eigen terrein. Mijn fiets had twee zwarte fietstassen en er zat een zwart bevestigingsonderdeel aan het stuur om een kinderzitje aan vast te maken. Vanmorgen 15 juni 2020 zag ik dat de fiets weggenomen was. Ik zag op de camerabeelden dat er op 14 juni 2020 om ongeveer 05.26 uur een voor mij onbekende man over de toegangspoort klom. Ik zag dat hij diezelfde dag om 05.28 uur de Batavus damesfiets over de toegangspoort tilde. Ik zag dat de man zelf ook weer over de toegangspoort klom vanaf ons erf naar de openbare weg. Vervolgens zag ik dat hij met mijn fiets wegfietste.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 13] van 15 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 19):
Op 15 juni 2020 gingen wij naar de [adres 4] . Wij gingen daarheen vanwege een buurtonderzoek. Wij zijn de hal bij de opslagboxen ingelopen. Aan het einde van de gang zagen wij bij de wenteltrap een zwarte damesfiets staan. Wij zagen dat het een Batavus fiets was, type Mambo Spirit met een zwart bevestigingsonderdeel aan het stuur om een kinderzitje aan vast te maken.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 12] van 17 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 21-22, met bijlagen 23-29):
Ik, verbalisant [verbalisant 12] , heb de beelden uitgekeken van de fietsendiefstal, gepleegd op het erf van een vrijstaande woning aan de [adres 1] . De diefstal heeft plaatsgevonden op 14 juni 2020 tussen 05.26 uur en 05.29 uur.
Ik, verbalisant, zie op de beelden het volgende.
Foto 1: 05:26:46Ik zie op het open terrein een manspersoon aan komen lopen.
Foto 3 - 4: 05:27:10Ik zie dat de verdachte op de poort klimt en over de poort springt.
[afbeelding]
Foto 5 - 6: 05:27:51Ik zie dat het de verdachte is gelukt om de fiets op de witte muur te plaatsen.
[afbeelding]
Foto 11: 05:28:50Ik, verbalisant zie dat de verdachte uiteindelijk lukte om de fiets van de muur te trekken.
Foto 12: 05:29:04Ik, verbalisant zag dat de verdachte hierna op de fiets stapte en daarmee wegfietste.
[afbeelding]
Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van verbalisant
H.P. Heskamp, van 7 oktober 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De persoon op de foto’s 1, 2 en 3 herken ik als:
Achternaam [verdachte]
Voornamen [verdachte]
Geboren [geboortedatum] 1995
Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden als generalist tactische opsporing.
Op 15 juni 2020, een dag na de aanhouding, sprak ik persoonlijk met de verdachte [verdachte] in het arrestantencomplex. In de tijd daarna heb ik de verdachte nog tweemaal in persoon gesproken. Ik herkende hem aan de kleding die hij die droeg, aan zijn huidskleur en aan zijn gezicht.
Foto 1 foto 2 foto 3
[afbeelding] [afbeelding] [afbeelding]