ECLI:NL:RBOVE:2024:5687

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
1 november 2024
Zaaknummer
C/08/305714/HA ZA 23 - 432
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een proefinstallatie voor ammoniakreductie en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen

In deze zaak vordert [partij A] B.V. betaling van een openstaand bedrag van DMAS c.s. voor de uitvoering van een proefinstallatie gericht op het reduceren van ammoniakuitstoot bij Liprovit. DMAS c.s. betwist de vordering en stelt dat [partij A] tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is voor ontbinding van de overeenkomst, omdat het tekortschieten van [partij A] niet is vastgesteld. Echter, [partij A] heeft geen recht op het openstaande bedrag, omdat zij een demo-model heeft geleverd in plaats van een nieuwe installatie. De rechtbank oordeelt dat [partij A] het verschil tussen het al door DMAS c.s. betaalde bedrag en het bedrag waarop zij recht heeft voor verrichte werkzaamheden aan DMAS c.s. moet terugbetalen. De rechtbank wijst de vorderingen van [partij A] af en veroordeelt haar tot terugbetaling van € 14.014,03 aan DMAS c.s. De proceskosten worden aan [partij A] opgelegd, terwijl de kosten in reconventie worden gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer/rolnummer: C/08/305714/HA ZA 23 - 432
Vonnis van 30 oktober 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij A] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.I. Jansen te Amsterdam
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DMAS B.V.,
gevestigd te Lieshout,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIPROVIT B.V.,
gevestigd te Kampen,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. J. van Groningen te Middelharnis.
De rechtbank noemt partijen hierna [partij A] , DMAS onderscheidenlijk Liprovit. DMAS en Liprovit gezamenlijk noemt de rechtbank DMAS c.s.

1.De zaak in het kort

1.1.
[partij A] heeft een overeenkomst gesloten met DMAS c.s. om op het bedrijf van Liprovit een proef te doen met een installatie om ammoniakuitstoot te reduceren en daartoe een installatie bij een kalverstal geplaatst. [partij A] vordert veroordeling tot betaling van DMAS c.s. van een nog openstaand bedrag. DMAS c.s. vindt dat [partij A] de proef niet goed uitgevoerd heeft en wil het al door haar betaalde bedrag terug hebben. Voor ontbinding van de overeenkomst ziet de rechtbank geen aanleiding, nu het door DMAS c.s. gestelde tekortschieten aan de zijde van [partij A] niet vast komt te staan. [partij A] heeft echter geen recht op betaling van het nog openstaande bedrag, omdat zij geen nieuwe filterinstallatie geleverd heeft, maar een demo-model bij Liprovit geplaatst heeft en die installatie inmiddels weer weggehaald heeft. [partij A] moet het verschil tussen het al door DMAS c.s. betaalde bedrag en het bedrag waarop [partij A] in verband met verrichte werkzaamheden voor het uitvoeren van de proef recht heeft aan DMAS c.s. betalen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • De dagvaarding
  • De conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie
  • De oproep voor de mondelinge behandeling
  • De conclusie van antwoord in reconventie
  • De brief van DMAS c.s. van 14 juni 2024 met productie 8
  • De mondelinge behandeling op 26 juni 2024 ter gelegenheid waarvan partijen spreekaantekeningen overgelegd hebben en waarvan de griffier aantekeningen gemaakt heeft.
2.2.
Ten slotte is bepaald dat de rechtbank vonnis zal wijzen.

3.De feiten

3.1.
[partij A] ontwerpt, bouwt, repareert en onderhoudt machines. De activiteiten van DMAS bestaan onder meer uit het ontwikkelen, testen, bouwen en verkopen van innovatieve agrarische systemen. Liprovit, een dochtervennootschap van [bedrijf 1] B.V., ontwikkelt en produceert melkproducten voor jonge dieren en exploiteert een agrarisch bedrijf in Schuinesloot.
3.2.
Op 7 december 2021 heeft DMAS de volgende offerte voor Liprovit opgesteld:
“Betreft: offerte voor verwijderen van ammoniak uit stallucht van een kalverstal in Schuinesloot
Geachte heer [naam 1] ,
Naar aanleiding van onze gesprekken over ons systeem om ammoniak uit stallucht te verwijderen
en het bezoek op 5 oktober 2021 op de locatie in Schuinesloot, kunnen wij u als volgt aanbieden.
1. A. Het uitvoeren van een 0-meting in stal 1. Wij brengen NH3 sensoren aan en meten
gedurende twee weken de concentratie en ook het luchtdebiet. Hiervoor hebben wij van de
twee ventilatoren het encoderings signaal en de m3/h grafiek van u nodig
Prijs: € 12.000,-
B. Alternatief kunnen we naast onder 1A genoemd ook de concentraties methaan en
waterstofsulfide meten, dit zijn mogelijke stoorstoffen voor de ammoniakmeting en m.n.
methaan bemoeilijkt ook het verwijderen van ammoniak uit de lucht.
Prijs: € 19.000,-
Na twee weken meten, maken we een verslag met de meetwaarden in de tijd uitgeplot en
kunnen we vaststellen of de stallucht voldoende ammoniak bevat voor verwijdering. GO/NO GO
Wanneer we verder gaan naar de volgende fase, en daar gaan we nu wel van uit;
2. A. [bedrijf 2] levert een compleet filter voor stal 2. Deze filter bevat een
complete set inclusief filtermedia, vloeistof om de NH3 te absorberen, ventilator, sensoren
voor metingen en een besturingskast. Daarbij worden de NH3 sensoren van fase 1.A.
geïntegreerd, zodat stal 1 en stal 2 continue met elkaar vergeleken kunnen worden en we
met vergelijkbare stal/dieren/rantsoen/omstandigheden kunnen meten. Verschillen in
emissie uit de stal kunnen dan ook volledig aan de filterinstallatie worden toegeschreven.
Prijs: € 85.000,-
B. Het aanbrengen van eventuele aanpassingen aan de stal
Prijs -stelpost-: € 10.000,-
C. Optie: lucht kousen voor een nog idealer lucht verdeling € 15.000,-
Hierbij wordt dan alle lucht beneden de roosters afgezogen.
Zie schets op de laatste pagina van de offerte.
3. Uitvoeren metingen gedurende 6 maanden met regelmatige bezoeken:
2 x per maand een bezoek van medewerker van [bedrijf 2] BV
1 x per maand een bezoek van een medewerker van DMAS BV
3 dagen voor rapportage € 11.500,-
4. Daarna kunnen we bij goede resultaten gezamelijk de businesscase gaan uitwerken
PM
Alle genoemde prijzen zijn exclusief BTW.
Wij zijn graag bereid deze offerte nader toe te lichten en over de exacte opzet en uitvoering in
gesprek te gaan. Wij vernemen daartoe graag uw reactie en ontmoeten elkaar zoals besproken in
Kampen om eea door te nemen. Hiervoor graag een aantal mogelijke data waarop dat in jullie
agenda past.”
3.3.
Op 8 december 2021 heeft DMAS de onder 3.2. genoemde offerte aan Liprovit gestuurd bij e-mail met de volgende inhoud:
“Geachte heer [naam 1] , beste [naam 2] ,
Het heeft een hele tijd geduurd, maar hierbij onze offerte om een langdurige praktijkproef te doen
om het reductiepercentage ammoniak uitstoot uit een kalverstal in Schuinesloot met ca 200 kalveren
goed te kunnen vergelijken met een standaard stal er naast.
Zoals je zult zien zijn er diverse opties mogelijk en hebben we ook een go/no go moment
ingebouwd.
Lijkt me goed om een afspraak in Kampen in te plannen om eea door te nemen,
Laat je ons een paar opties weten wanneer dat in jullie agenda’s past? Dan proberen we het op een
van die momenten in te plannen.”
3.4.
Op 24 december 2021 heeft DMAS het volgende verslag aan onder anderen Liprovit en [partij A] gestuurd:
“Verslag bespreking Schuinesloot op 23 dec 2021
Aanwezig: [naam 3] ( [naam 4] ), [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9]
De metingen van [naam 8] worden besproken. Met het (verwachte) luchtdebiet rekent [naam 5] uit dat de uitstoot ammoniak ruim dubbel zo hoog is dan de verwachte uitstoot obv forfaitaire getallen die voor
witvleeskalveren worden gehanteerd. Met gemiddeld 12 ppm in de uitgaande lucht is het gehalte
hoger dan verwacht, dit wordt ook veroorzaakt doordat de ingaande concentratie op 5-6 ppm ook al
hoog is. Er vindt overdracht van de ene naar de andere stal plaats, anders kan het nooit zo hoog zijn.
Besloten is dat we met deze gegevens in handen nu kunnen besluiten dat we overgaan tot fase 2 en
op stal 1 de filterinstallatie gaan plaatsen. We gaan alleen ammoniak meten, methaan en
waterstofsulfide laten we buiten beschouwing. Zowel in de controle als de test stal moeten we ook
de ammoniak concentratie in de binnenkomende lucht continu monitoren.
[naam 7] / [naam 3] gaan regelen dat stal 1 (test) en 6 (controle) zsm worden aangesloten op een centrale
computer die de ventilatie van alle stallen gaat aansturen. Met de installateur wordt afgestemd dat
die deze twee stallen als eerste aansluit, naar verwachting in februari. Verder dat er na installatie
een meetrapport wordt opgemaakt waarbij met metingen wordt vastgesteld dat het werkelijke
luchtdebiet overeenkomt met wat de klimaatcomputer weergeeft. Ook wordt zo mogelijk het
luchtdebiet frequent gelogd zodat we met de combinatie van dit getal en de gemeten concentratie
de ammoniak uitstoot per tijdseenheid kunnen berekenen. [naam 8] wil het signaal van de ventilatoren
ook graag in zijn kast aansluiten, dan kunnen we alle te koppelen gegevens in een computer
vastleggen en bijhouden. Met het te verwachten luchtdebiet per stal, moeten we meer dan 7500 m3
per uur door het filter gaan trekken, om een behoorlijk aandeel van de totale luchtstroom door het
filter te krijgen en een groot deel van de ammoniak te kunnen vangen.
[naam 8] gaat zsm alle spullen bestellen om vanaf week 2 als de kalveren eruit zijn, de installatie te
kunnen installeren. Per put gaan we minimaal twee buizen in de lengte onder de roosters door
aanleggen, [naam 8] gaat met computerberekeningen laten uitrekenen waar die het meest optimaal
gepositioneerd kunnen worden. [naam 8] verwacht eind Januari alles binnen en geinstalleerd te
hebben. Voor wat buiten komt staan of buiten de hokken kan dat evt in februari ook nog. Na deze
bespreking gaan [naam 8] en [naam 7] de putten nog eens bekijken hoe eea het best geinstalleerd kan
worden. De putten moeten in januari leeg en afhankelijk hoe we het aanleggen wellicht ook schoon.
De bruikbare putinhoud is na aanleg van de buizen naar verwachting 40 cm minder.
[naam 3] zoekt de tekeningen van de stallen (13 x36) en met name de putconstructie op en stuurt die iig
naar [naam 8] .
[naam 3] geeft door aan welke bv hij de facturen gericht wil hebben. De factuur voor fase 1 gaat omlaag
naar € 1500. Wil hij een voorschot voor fase 2 al in 2021 hebben of niet?
Doelstelling is om per 1 maart met de metingen te kunnen beginnen.”
3.5.
Op 7 januari 2022 heeft [partij A] een factuur ter hoogte van € 62.250,00 (exclusief btw) gestuurd aan DMAS. Deze factuur ziet op de aanbetaling bij opdracht
van 50% (€ 60.750,00) en het uitvoeren van een nulmeting op 17 december 2021
(€ 1.500,00). DMAS heeft deze factuur voldaan na het factuurbedrag van Liprovit ontvangen te hebben.
3.6.
Op 15 juni 2022 heeft Liprovit aan – onder anderen – DMAS en [partij A] een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
“Conclusie huidige proef opzet
De wasser vangt grof weg 20% van de ammoniak af, dit komt doordat de totale hoeveelheid lucht die nodig is voor het klimaat significant groter is dan de 7500 m3 die de huidige wasser aankan,
Door dit effect is het effect op dier gezondheid niet extreem merkbaar. Hierdoor stoppen we het
combinatie project.
Om mogelijk later weer op te pakken.
Vervolg stap
Op de nieuwe stal wordt een wasser geïnstalleerd met een capaciteit van 45-50 000 m3 capaciteit.
Belangrijke metingen zijn de volgende punten
Buiten de stal
In de stal
Bij de uitlaat van de stal
Acties,
[naam 8] maakt/regelt systeem voor 100% wassing
[naam 8] zorgt er voor dat de NH3 meters gekalibreerd zijn
[naam 3] regelt dat het systeem de flow kan loggen voor de drievoudige massabalans, nu niet mogelijk, vandaag offerte mogelijk volgende week installatie.
Massa balansen
Over flow x concentratie
Over de was vloeistof [naam 8]
Over voerschema [naam 2]
Bijgevoegd weekschema met eiwit dosering.”
3.7.
In juli 2022 heeft [partij A] een offerte met datum 5 februari 2022 aan DMAS gestuurd met de volgende inhoud:
“Betreft: offerte voor verwijderen van ammoniak uit stallucht van een kalverstal in
Schuinesloot
NH3 filterbestaande uit:
Filterinstallatie RVS op basis van 50.000 m3
3x ventilator
3x vloeistofcirculatiepomp
4000 liter tank inhoud
1x Ph meetinstallatie
1x geleidbaarheids- en temperatuurmeter
1x digitale watermeter
1x inlaatmeting, 1x uitlaatmeting
1x filterdrukmeter
1x vloeistofniveau meter
1x vloeistofdruk meter
1x temperatuurmeter
1x watermeter
Leidingwerk afzuiging
Aansluiting water en electra
Fundering straatwerk en kraankosten
Prijs: € 360.050,--
Kosten montage en materiaal stal 1 - - 40.000,--
-
€ 400.050,--
Alle genoemde prijzen zijn exclusief BTW.
Betaling: 50 % bij opdracht
40 % bij levering
10% bij oplevering
Levertijd: in overleg
Geldigheid: offerte is geldig tot 4 weken na datum
Levering: [partij A] B.V. te [vestigingsplaats] .”
3.8.
Op 16 september 2022 heeft DMAS een ontwerp afrondingsvoorstel voor Liprovit aan [partij A] gestuurd, waar onder meer in staat:
“De proef in Schuinesloot is met het afleveren van de kalveren uit de proef-en controlestal inmiddels afgerond. Kort samengevat denken wij het volgende uit deze proef geleerd te hebben:
• Het filter vangt ammoniak uit stallucht die erdoor gaat volledig af. Na het filter is er geen ammoniak in de lucht meer meetbaar.
• In een stal waarin (vooral als het warm is en de dieren zwaar) maar een deel van de lucht door het filter gaat, en de rest via de dak ventilators, kun je lang niet alle ammoniak vangen. Het is niet zo dat je via de buizen in de put bijna alle ammoniak kunt concentreren en naar het filter voeren.
• In de teststal is de lucht merkbaar frisser, en meten we ook lagere concentraties ammoniak, dit verschil bedraagt over de verschillende momenten dat metingen gedaan zijn ca ?? %
• Een praktijksysteem dat vrijwel alle ammoniak moet vangen zal per stal een capaciteit moeten hebben van ca 40.000 ipv de huidige 7500 m³/u.
• De sterke indruk bestaat dat de kalveren in de teststal aanzienlijk beter gegroeid hebben dan in de controlestal, hoewel ze ook op een hoger startgewicht begonnen.
We zien af van de optie om in een vervolgproef met 40.000 m3 capaciteit te gaan meten. Het is te
duur. Ook de investeringskosten van een dergelijk systeem zijn in de praktijk niet economisch
verantwoord, en het systeem zou onverkoopbaar zijn.
Om de huidige proef af te werken stellen wij het volgende voor:
• Van de test en controle kalveren worden de start- en eindgewichten bij de slachterij door
[bedrijf 1] gecommuniceerd met [naam 8] /DMAS. Indien beschikbaar, worden ook de verstrekte
voerhoeveelheden per stal doorgegeven zodat we voerconversie kunnen vergelijken.
• Er wordt een samenvattend verslag opgemaakt door [naam 8] /DMAS waarin de bevindingen van
de tussenrapportages en het eindverslag worden vastgelegd.
• De aanbetaling die [bedrijf 1] heeft gedaan voor 50% van de begrootte projectkosten is tevens de
eindafrekening.
• [naam 8] haalt het filter en ventilator terug wat buiten staat. Alle buizen en andere zaken in de
stal blijven hangen.
• [naam 3] wil de ammoniakmeters behouden, en [naam 8] helpt om de uitlezing via een app op afstand
te kunnen doen.
Vertrouwende dat we zo de proef die ons niet gebracht heeft waar we op hoopten, toch goed kunnen afsluiten.”
3.9.
Op 2 december 2022 heeft [partij A] een factuur aan DMAS gestuurd waarin onder meer het volgende is vermeld:
“Het niet nakomen van koopovereenkomst volgens mail: d.d. 24 december 2021
Levering NH3 filter € 85.000,-
Aanbrengen aanpassingen leidingwerk 10.000,-
Leveren luchtkousen 15.000,-
Uitvoeren meetwerk en rapportage per jaar,
(maandelijks 2x) 11.500,-
Totaal: 121.500,-
Aanbetaling bij opdracht 50% (voldaan 21 jan. 2022) 60.750,-
Nog te voldoen € 60.750,-
Uit coulance brengen wij niet in rekening: 30.861,18
Door u nog te voldoen: € 29.888,82
Bestaande uit:
Meerwerk leidingwerk € 11.638,82
Overige 50% leidingwerk 5.000,00
Leveren luchtkousen overige 50% 7.500,00
Uitvoeren meetwerk en rapportage5.750,00
€ 29.888,82
BTW 21% 6.276,65
Totaal: € 36.165,47”
DMAS heeft deze factuur niet voldaan.

4.Het geschil

in conventie

4.1.
[partij A] vordert dat de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad, DMAS c.s. hoofdelijk veroordeelt, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [partij A] te betalen
primair, ten aanzien van DMAS c.s.
Aeen bedrag van € 73.125,52 aan contractuele hoofdsom en een bedrag van € 100.000,00 bij wege van in de toekomst te derven winst,
Bvermeerderd met de wettelijke handelsrente van artikel 6:119A BW over de genoemde hoofdsom, vanaf 16 december 2022 (eerste datum verzuim), althans vanaf de datum van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,
Ceen en ander vermeerderd met een bedrag van - primair - € 4.600,00 aan buitengerechtelijke kosten, subsidiair een bedrag van € 1.506,26,
voorwaardelijk en subsidiair, ten aanzien van Liprovit alleen, voor het geval de rechtbank oordeelt dat Liprovit in plaats van DMAS heeft te gelden als contractspartij,
Dom [partij A] tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 73.125,52 te betalen aan schadevergoeding en een bedrag van € 100.000,00 aan schade, bij wege van in de toekomst te derven winst,
Ezulks vermeerderd met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over deze hoofdsom, vanaf 16 december 2022 (eerste datum van schade als gevolg van uitlokken), althans vanaf de datum van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,
Fvermeerderd met een bedrag van - primair - € 4.600,00 aan buitengerechtelijke kosten, subsidiair een bedrag van € 1.506,26
voorwaardelijk en meer subsidiair, ten aanzien van Liprovit - voor het geval de rechtbank oordeelt dat voorgaande hoofdsommen niet toewijsbaar zijn,
Gde bedragen van € 47.735,38 en € 24.653,44, als vermeld en onderbouwd in randnummer 55 van de dagvaarding,
in alle gevallen:
Hzulks onder veroordeling van DMAS c.s. in de kosten van de procedure, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde van [partij A] , te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval de voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede de nakosten.
4.2.
[partij A] legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Op grond van de overeenkomst is DMAS c.s. gehouden het restant van de afgesproken prijs aan [partij A] te betalen. DMAS c.s. schiet, door dat restant niet te betalen, te kort in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. DMAS c.s. moet ook een schadevergoeding wegens toekomstige winstderving aan [partij A] betalen ter hoogte van € 100.000,00. [partij A] kan namelijk niet een goed werkende en door in de markt algemeen bekend bedrijf als Liprovit aanbevolen machine adverteren. Tenminste vijf machines blijven nu ongeproduceerd en kunnen niet verkocht worden. Indien de rechtbank DMAS noch Liprovit veroordeelt tot betaling van € 73.125,52 is Liprovit gehouden de schade die [partij A] lijdt te vergoeden, omdat zij jegens [partij A] onrechtmatig gehandeld heeft door het tekortschieten aan de zijde van DMAS uit te lokken. Die schade bestaat uit geleden verlies en andere vermogensschade wegens afschrijvingen op materialen en betaalde en afgeschreven uren en daarnaast uit gederfde winst. Op grond van de algemene voorwaarden van [partij A] dient DMAS c.s. de door [partij A] gemaakte buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 4.600,00 (20 uur à € 230,00) te vergoeden. Indien de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn geldt het tarief van het Besluit vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, zodat DMAS c.s. een bedrag van € 1.506,26 moet vergoeden.
4.3.
DMAS c.s. voert verweer. Volgens DMAS c.s. moest [partij A] op grond van de overeenkomst een deugdelijke proefinstallatie voor het filteren van de stallucht en het reduceren van de ammoniakuitstoot leveren en plaatsen, maar heeft [partij A] dat niet gedaan. De ventilatiecapaciteit was te gering, de ammoniakreductie was te beperkt en de hoeveelheid lucht die door het filter werd geleid was ook te gering. Daarmee is [partij A] tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. [partij A] is daarbij in verzuim geraakt. [partij A] heeft daarom geen recht op betaling van het nog uitstaande bedrag van de overeengekomen prijs.
4.4.
Ook betwist DMAS c.s. de omvang van de vordering van [partij A] . [partij A] heeft geen recht op vergoeding van meerwerk. Dat zou bestaan uit leidingwerk, maar dat was al bij de offerteprijs inbegrepen. DMAS c.s. wijst erop dat [partij A] de installatie teruggenomen heeft. Het leidingwerk maakte deel uit van de proefinstallatie, maar daar heeft Liprovit nu niets meer aan. Dat geldt ook voor de luchtkousen. Volgens DMAS c.s. kan [partij A] geen aanspraak maken op betaling van btw over het in rekening gebrachte restant, omdat partijen btw kunnen verrekenen. De vordering, voor zover deze ziet op gederfde winst die [partij A] mogelijk in de toekomst zal lijden komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat [partij A] deze niet onderbouwd heeft, in het bijzonder niet de stelling dat [partij A] vijf installaties zou hebben kunnen verkopen en het bedrag van € 100.000,00. DMAS c.s. betwist ook de vordering, waar deze ziet op de betaling van in totaal € 72.388,82 wegens, naast gederfde winst ter hoogte van € 24.653,44, geleden verlies en andere vermogensschade tot een bedrag van € 47.735,38. Ook die bedragen heeft [partij A] niet onderbouwd, aldus DMAS c.s.
4.5.
DMAS c.s. betwist dat [partij A] buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt. Bovendien zijn de algemene voorwaarden van [partij A] niet van toepassing, zodat in ieder geval het daarop gebaseerde bedrag aan buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar is.
4.6.
DMAS c.s. concludeert dat de rechtbank [partij A] niet ontvankelijk in haar vordering moet verklaren, althans [partij A] haar vordering moet ontzeggen en de vordering moet afwijzen, met veroordeling van [partij A] in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van het vonnis, bij gebreke waarvan de proceskosten worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot de dag van volledige betaling, alsmede in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van DMAS c.s., begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [partij A] binnen veertien dagen na aanschrijving niet aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag van de betekening van het vonnis tot aan de dag der voldoening.
in reconventie
4.7.
DMAS c.s. vordert dat de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad
  • voor recht verklaart dat de in deze procedure omschreven overeenkomst tussen DMAS en/of Liprovit en [partij A] met betrekking tot de proefinstallatie rechtsgeldig is ontbonden, althans deze overeenkomst ontbindt;
  • [partij A] veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan DMAS en/of Liprovit terug te betalen een bedrag van € 60.750,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding, telkens na een jaar te vermeerderen met de over dat jaar verschuldigde rente, tot aan de dag der algehele voldoening;
  • [partij A] veroordeelt in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van het vonnis, bij gebreke waarvan de proceskosten worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot de dag van volledige betaling, alsmede in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van DMAS c.s., begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [partij A] binnen veertien dagen na aanschrijving niet aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag
van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag van de betekening van het vonnis tot aan de dag der voldoening.
4.8.
DMAS c.s. legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. DMAS c.s. stelt zich op het standpunt, zoals hiervoor onder 4.3. vermeld, dat [partij A] haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nagekomen is door een ondeugdelijke proefopstelling te leveren en te installeren. Volgens DMAS c.s. hebben partijen nadien de overeenkomst beëindigd dan wel ontbonden. Indien de overeenkomst nog niet ontbonden zou zijn, dient de rechtbank dat alsnog te doen. Op grond van die ontbinding is [partij A] gehouden het al betaalde bedrag ter hoogte van € 60.750 aan DMAS c.s. terug te betalen. DMAS c.s. merkt daarbij op dat zij geen vergoeding op grond van artikel 6:272 BW verschuldigd is, omdat [partij A] de proefinstallatie teruggenomen heeft.
4.9.
[partij A] voert verweer. Zij betwist dat zij haar verplichtingen uit overeenkomst niet nagekomen zou zijn. Zij was gehouden een filterinstallatie te leveren en te plaatsen in proefopstelling op één van de stallen van Liprovit en dat heeft zij gedaan
.Afspraken over de capaciteit van de installatie noch over de ammoniakreductie hebben partijen gemaakt. Indien sprake zou zijn van een tekortkoming en van verzuim aan de zijde van [partij A] , dan rechtvaardigt de tekortkoming niet de ontbinding van de overeenkomst. Bovendien is bij DMAS c.s. sprake van schuldeisersverzuim.
4.10.
[partij A] concludeert dat de rechtbank DMAS c.s. niet ontvankelijk moet verklaren in haar vordering, althans DMAS c.s. haar vordering als ongegrond en/of onbewezen moet ontzeggen, met veroordeling van DMAS c.s., uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van de procedure, het salaris van de advocaat van [partij A] daaronder begrepen.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie
5.1.
Gelet op de nauwe samenhang tussen de vordering in conventie en de vordering in reconventie bespreekt de rechtbank deze vorderingen hieronder gezamenlijk.
5.2.
Tussen partijen staat vast dat tijdens de bespreking op 23 december 2021, waarvan het verslag onder 3.4. weergegeven is, tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen op basis van de offerte van 7 december 2021. Op grond van die overeenkomst diende [partij A] een nulmeting te doen, een proefinstallatie in één van de stallen van Liprovit te plaatsen, daarvoor de leidingen in de stal aan te passen, luchtkousen te leveren en (vervolg) metingen te doen. DMAS c.s. zou voor deze werkzaamheden van [partij A] een bedrag van € 121.500,00 betalen.
5.3.
DMAS c.s. stelt zich in haar verweer op het standpunt dat [partij A] haar verplichtingen uit overeenkomst niet nagekomen is. Volgens DMAS c.s. moest [partij A] op grond van de overeenkomst een deugdelijke proefinstallatie voor het filteren van de stallucht en het reduceren van de ammoniakuitstoot leveren en plaatsen, maar heeft [partij A] dat niet gedaan. De ventilatiecapaciteit was te gering, de ammoniakreductie was te beperkt en de hoeveelheid lucht die door het filter werd geleid was ook te gering
.
5.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de offerte van 7 december 2021 in samenhang met het verslag van de bijeenkomst op 23 december 2021 volgt niet dat partijen afgesproken hebben dat de ventilatiecapaciteit van de proefinstallatie 45.000 - 50.000 m³ per uur moet zijn noch dat de ammoniakreductie 100% moest zijn. Ook niet welke hoeveelheid lucht door het filter geleid moest worden. Dat met een filterinstallatie met een ventilatiecapaciteit van 7.500 m³ de stal wellicht niet goed gezuiverd kan worden maakt dat niet anders. Daarnaast heeft DMAS c.s. misschien wel bedenkingen geuit met betrekking tot het gebruik van een installatie met die (beperkte) capaciteit, maar DMAS c.s. is, zoals zij zelf erkent, wel akkoord gegaan met het plaatsen van een installatie met die capaciteit.
5.5.
Ook is van belang dat partijen een overeenkomst gesloten hebben over een proef, die een vervolg kon krijgen. Over dat laatste dienden partijen dan wel een nadere afspraak te maken. Een en ander volgt in de eerste plaats uit de offerte waarin na de opsomming van de door [partij A] te verrichten werkzaamheden opgenomen is dat partijen bij goede resultaten de ‘businesscase’ gaan uitwerken. De inhoud van de e-mail van 15 juni 2022 duidt eveneens op een afspraak over een proef. Daarin staat immers een conclusie vermeld over “de huidige proefopzet” onder toevoeging van een beschrijving van de vervolgstap. Weliswaar staat in de e-mail van 15 juni 2022 onder vervolgstap dat op de nieuwe stal een wasser geïnstalleerd wordt met een capaciteit van 45.000 - 50.000 m³ en onder ‘Acties’ dat [naam 8] een systeem maakt voor 100% wassing, maar daaruit volgt niet dat [partij A] dat moest doen uit hoofde van de reeds door partijen gesloten overeenkomst. Niet voor niets stuurt [partij A] in juli 2022 een offerte aan DMAS voor een filterinstallatie op basis van 50.000 m³. In het midden latend of deze offerte betrekking heeft, zoals [partij A] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betoogd, op een installatie voor het gehele stallencomplex van Liprovit in verband met het opschalen naar aanleiding van bij de proef behaalde goede resultaten, acht de rechtbank hier van belang dát [partij A] een offerte uitgebracht heeft en dat, zo staat tussen partijen vast, DMAS c.s. daarmee niet akkoord gegaan is. Ten slotte bevestigt het bericht van DMAS c.s. d.d. 16 september 2022 dat de overeenkomst tussen partijen betrekking had op een proef. Daarin staat dat de proef afgerond is, dat uit de proef verschillende lessen te trekken zijn en dat DMAS c.s. afziet van ‘de optie om in een vervolgproef met 40.000 m³ capaciteit te gaan meten’, omdat het te duur is.
5.6.
Uit het voorgaande vloeit voort dat partijen bij hun afspraken over de proef niet overeengekomen zijn dat [partij A] een installatie zou leveren die voor volledige ammoniakreductie zou zorgen, die een ventilatiecapaciteit van 45.000 - 50.000 m³ /uur had of die een bepaalde hoeveelheid lucht door het filter moest leiden. Na de proef hebben partijen wel overleg gevoerd over het voortzetten van hun samenwerking. Daarbij is ook aan de orde gekomen dat een installatie met een andere capaciteit gebruikt zou moeten worden, maar partijen hebben daarover geen (nadere) overeenkomst gesloten.
5.7.
De rechtbank komt tot de slotsom dat de door DMAS c.s. gestelde tekortkomingen aan de zijde van [partij A] bij het nakomen van haar verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen gesloten overeenkomst niet vast komen te staan. Voor ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst is dan ook geen plaats. De rechtbank voegt hier nog wel het volgende aan toe. Op grond van de overeenkomst had [partij A] de verplichting een compleet filter met toebehoren te leveren. [partij A] heeft echter, zo staat tussen partijen vast, niet een voor Liprovit gemaakte installatie, maar een demo-model waarover zij nog beschikte, op het bedrijf in Schuinesloot geplaatst. Deze installatie heeft zij, daarover zijn partijen het ook eens, in december 2022 weggehaald. [partij A] stelt nog wel een installatie voor Liprovit vervaardigd te hebben, maar deze heeft zij niet meer aan Liprovit geleverd. Dit zou een schending van een contractuele verplichting kunnen zijn, maar nu DMAS c.s. deze niet als feitelijke onderbouwing gebruikt van haar vordering, kan de rechtbank reeds daarom niet tot het oordeel geraken dat de overeenkomst tussen partijen terecht ontbonden is dan wel dat die overeenkomst ontbonden moet worden op grond van die tekortkoming. De rechtbank komt hierop terug bij de bespreking van de financiële afwikkeling van de overeenkomst.
5.8.
Wat de rechtbank hiervoor overwogen heeft betekent echter nog niet dat DMAS c.s. gehouden is de overeengekomen prijs (geheel) aan [partij A] te betalen. Het verweer van DMAS c.s. faalt weliswaar, maar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is het onaanvaardbaar dat DMAS c.s. het totale bedrag zou moeten betalen aan [partij A] , omdat [partij A] volstaan heeft met het plaatsen van een demo-model en die filterinstallatie teruggehaald heeft. Om DMAS c.s. dan een bedrag van € 85.000,00 te laten betalen voor die installatie is niet acceptabel. Daarbij komt dat partijen een afspraak gemaakt hebben om een proef uit te voeren met de gedachte om na de proef de ammoniakreductie op het bedrijf uit te bouwen. Het is echter bij een proef gebleven en partijen zijn uit elkaar gegaan. Zij hebben ook overleg gevoerd over de financiële afwikkeling van de samenwerking, maar zijn niet tot een oplossing gekomen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een financiële afwikkeling tussen partijen aangewezen als ware de overeenkomst tussen partijen ontbonden en met de fictie van het bestaan van verbintenissen tot ongedaanmaking van reeds ontvangen prestaties. [partij A] moet het al door DMAS c.s. betaalde bedrag van € 60.750,00 terugbetalen en DMAS c.s. moet aan [partij A] een vergoeding betalen voor het werk dat zij verricht heeft, bestaande uit het doen van metingen en het opstellen van rapportage en voor de aanpassingen van het leidingwerk in de stal en de levering van de, inmiddels gebruikte en in de stal achtergebleven luchtkousen. Voor een vergoeding van de inmiddels weggehaalde installatie is geen plaats.
5.9.
Uit de in de dagvaarding opgenomen opstelling (onder nr. 51) leidt de rechtbank af dat [partij A] betaling vordert van € 10.000,00 voor leidingwerk, van € 15.000,00 voor luchtkousen, van € 11.500,00 voor metingen, van € 24.250,00 (€ 85.000,00 -/- € 60.750,00) wegens een nog openstaand bedrag voor de filterinstallatie en van € 10.235,97 voor aanvullend leidingwerk. De rechtbank is van oordeel dat [partij A] om te beginnen recht heeft op een bedrag van € 10.000,00 voor leidingwerk, een bedrag van € 15.000,00 voor luchtkousen en een bedrag van € 11.500,00 voor metingen. DMAS c.s. betwist de vordering waar deze betrekking heeft op het bedrag voor leidingwerk en het bedrag voor luchtkousen. In de ogen van DMAS c.s. hadden leidingwerk en luchtkousen slechts een functie bij een goed functionerende proefinstallatie. De rechtbank heeft hiervoor echter overwogen dat geen sprake is van tekortschieten bij de uitvoering van de overeenkomst aan de zijde van [partij A] waar het gaat om de werking van de filterinstallatie ten tijde van de uitgevoerde proef. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de kosten voor het verrichten van leidingwerk en de aanschaf en het gebruik van de luchtkousen kosten zijn die noodzakelijk waren voor het uitvoeren van de overeenkomst. Het bedrag voor de metingen betwist DMAS c.s. niet. Daarnaast heeft [partij A] recht op een bedrag van € 10.235,97 voor aanvullend leidingwerk. De rechtbank stelt vast dat in de offerte een stelpost ter hoogte van € 10.000,00 voor leidingwerk opgenomen is. [partij A] heeft met haar productie 14 onderbouwd dat het leidingwerk € 10.235,97 meer gekost heeft. In het licht van de in de offerte opgenomen stelpost is dit werk ten onrechte in de dagvaarding als meerwerk omschreven. Ook voor dit aanvullend leidingwerk geldt dat het tijdens het uitvoeren van de proef gebruikt is. De som van de bedragen waar [partij A] recht op heeft is € 46.735,97. DMAS c.s. heeft
al € 60.750,00 betaald. [partij A] zal het verschil ter hoogte van € 14.014,03 (excl. btw) terug moeten betalen. De rechtbank maakt hier de volgende kanttekening bij. DMAS c.s. heeft al een bedrag van € 62.250,00 betaald, maar daar maakte ook een bedrag van € 1.500,00 voor het uitvoeren van een nulmeting op 17 december 2021 deel van uit. De rechtbank komt terug op de betaling van het bedrag van € 14.014,03 (excl. btw) bij de beoordeling van de vordering in reconventie. Het voorgaande leidt ertoe dat de rechtbank het hier gevorderde zal afwijzen.
Schadevergoeding
5.10.
[partij A] dient een deel van het door haar van DMAS c.s. ontvangen bedrag terug te betalen en DMAS c.s. is niet gehouden nog enig bedrag uit hoofde van de overeenkomst aan [partij A] te betalen. Van een tekortkoming aan de zijde van DMAS c.s. door niet aan [partij A] te betalen is dus geen sprake. [partij A] vordert een veroordeling tot betaling van vergoeding van schade die [partij A] door de tekortkoming van DMAS c.s. geleden heeft. Nu geen sprake is van een tekortkoming is reeds om die reden geen plaats voor een schadevergoeding wegens tekortkoming. Los daarvan is de rechtbank van oordeel dat [partij A] het verband tussen het uitblijven van de betaling en de door haar gestelde schade niet onderbouwd heeft. Niet, althans onvoldoende, heeft zij uitgelegd hoe het uitblijven van die betaling geleid heeft tot het niet kunnen adverteren van een goed werkende en door een in de markt algemeen bekend bedrijf als Liprovit aanbevolen machine (zie dagvaarding onder nr. 54), wat weer geleid heeft tot winstderving ter hoogte van € 100.000,00. Bovendien heeft [partij A] dit bedrag op geen enkele wijze onderbouwd. De rechtbank zal dit onderdeel van de vordering afwijzen.
5.11.
De rechtbank zal ook de voorwaardelijke vordering van [partij A] die strekt tot veroordeling van Liprovit tot betaling, als schadevergoeding, van een bedrag
van € 47.735,38 en van een bedrag van € 26.653,44 afwijzen. Volgens [partij A] bestaat het onrechtmatig handelen van Liprovit uit het uitlokken van het tekortschieten in de nakoming van contractuele verplichtingen door DMAS. Liprovit heeft namelijk aangevoerd dat de definitief door [partij A] te maken filterinstallatie niet geschikt is, terwijl Liprovit een alternatieve methode voor de door haar gewenste ammoniakreductie onderzocht, zo stelt [partij A] . Zoals hiervoor onder 5.10. overwogen bestaat aan de zijde van DMAS c.s. geen gehoudenheid om nog iets aan [partij A] te betalen. Van een tekortkoming in de nakoming van de op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst bestaande betalingsverplichting is dan ook geen sprake. Reeds daarom strandt deze op onrechtmatig handelen van Liprovit gegronde vordering. Maar [partij A] heeft ook op geen enkele wijze kunnen onderbouwen dat Liprovit zich negatief uitgelaten heeft over de filterinstallatie van [partij A] omdat zij, zo begrijpt de rechtbank, de voorkeur gaf aan een andere oplossing voor de ammoniakuitstoot en daarom van [partij A] af wilde. Ten slotte heeft [partij A] de opbouw van de door haar gestelde schade onvoldoende inzichtelijk gemaakt. [partij A] vraagt vergoeding van de kosten, die zij gemaakt heeft om de machine die het demo-model moest vervangen te vervaardigen. Zij vraagt daarnaast echter ook nog een vergoeding van gederfde winst, die bestaat uit het verschil tussen een bedrag dat nog aan haar betaald had moeten worden uit hoofde van de overeenkomst en de hiervoor genoemde kosten. Ook blijft onduidelijk waarom de gederfde winst bestaat uit het verschil tussen het bedrag dat volgens [partij A] op grond van overeenkomst nog voor de gehele proef betaald moet worden en het bedrag dat bestaat uit de kosten die [partij A] voor het maken van de definitieve en nooit geleverde installatie heeft gemaakt.
5.12.
Omdat de rechtbank de vorderingen die zien op betaling van een bedrag dat DMAS c.s. uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst nog aan [partij A] verschuldigd is dan wel op betaling van een schadevergoeding aan [partij A] zal afwijzen bestaat geen grond voor een veroordeling tot betaling van een vergoeding van door [partij A] gemaakte buitengerechtelijke kosten. De rechtbank zal de vordering van [partij A] waar deze ziet op betaling tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten daarom afwijzen.
5.13.
Nu de rechtbank tot het oordeel komt dat [partij A] niet tekortgeschoten is in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit overeenkomst zal de rechtbank de vordering strekkende tot het verkrijgen van een verklaring voor recht dat de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden is dan wel tot ontbinding van die overeenkomst afwijzen.
5.14.
De rechtbank zal, gelet op wat zij hiervoor onder 5.8. en 5.9. overwogen heeft, de vordering in die zin toewijzen dat zij [partij A] zal veroordelen tot betaling aan DMAS c.s. van een bedrag van € 14.014,03.
5.15.
De rechtbank zal [partij A] veroordelen tot het betalen van de wettelijke rente over het bedrag dat zij aan DMAS c.s. moet betalen op een wijze zoals onder de beslissing is vermeld. Voor een veroordeling tot betaling van de wettelijke handelsrente is geen ruimte, omdat vertraging in de nakoming van een rechtstreeks op de tussen partijen gesloten overeenkomst gebaseerde verplichting tot betaling van een geldsom zich hier niet voordoet.
Proceskosten
in conventie
5.16.
Nu de rechtbank [partij A] in het ongelijk stelt zal de rechtbank [partij A] in de proceskosten (met rente) veroordelen. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van DMAS c.s. tot op heden als volgt:
griffierecht: € 5.737,00
salaris advocaat: € 3.858,00 (2 punten à € 1.929,00)
nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
totaal € 9.773,00.
in reconventie
5.17.
Nu de rechtbank de vordering van DMAS c.s. slechts gedeeltelijk toewijst, zal de rechtbank de proceskosten compenseren, in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van [partij A] af;
6.2.
veroordeelt [partij A] in de proceskosten tot op heden aan de zijde van DMAS c.s. begroot op € 9.773,00, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [partij A] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 9.773,00 vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot de algehele voldoening en over de kosten waarmee de proceskosten zoals hiervoor omschreven kunnen worden vermeerderd vanaf de vijftiende dag na de dag van de betekening van het vonnis tot de algehele voldoening;
6.3.
verklaart deze veroordeling in de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
6.4.
veroordeelt [partij A] tot betaling van het bedrag van € 14.014,03 (excl. btw) aan DMAS c.s. te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van dit vonnis tot aan de algehele voldoening;
6.5.
verklaart de beslissing in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
compenseert de proceskosten, in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt;
6.7.
wijst het anders of meer gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op
30 oktober 2024. [1]

Voetnoten

1.type: