Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- dagvaarding met producties van 17 mei 2024;
- de conclusie van antwoord met eis in reconventie en producties van 6 juni 2024;
- de conclusie van antwoord in reconventie met akte overlegging producties en vermeerdering van eis van 20 september 2024;
- de mondelinge behandeling van 30 september 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt die in het dossier worden bewaard.
3.De feiten
De huurprijs wordt jaarlijks per1 meivoor het eerst met ingang van1 mei 2021
Kosten van levering zaken en diensten: N.V.T.
12. Huurprijs
4.Het geschil
ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. [partij A] vordert ook veroordeling van [partij B] tot betaling van € 10.599,58 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, een bedrag van € 20,50 aan wettelijke handelsrente en € 346,47 aan buitengerechtelijke incassokosten. Verder vordert [partij A] € 2.088,64 per maand aan huur vanaf oktober 2024 tot de huurovereenkomst wordt ontbonden, € 2.088,64 per maand aan gebruiksvergoeding vanaf het moment van ontbinding en € 2.088,64 vanaf de datum van ontruiming tot en met 30 april 2025 dan wel de datum waarop het gehuurde opnieuw verhuurd zal zijn. [partij A] wil ook dat [partij B] wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.