ECLI:NL:RBOVE:2024:5605

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
29 oktober 2024
Zaaknummer
08.313444.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en misbruik van een minderjarige door een volwassen man met psychisch overwicht

Op 29 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 63-jarige man, die werd beschuldigd van het verkrachten van een minderjarige en jongvolwassen slachtoffer over een periode van meerdere jaren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 58 maanden en een schadevergoeding van € 21.622,98 aan het slachtoffer. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere ernstige feiten, waaronder het seksueel binnendringen van het slachtoffer, het uploaden van een video van het slachtoffer naar YouTube en het in bezit hebben van dierenporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht en de kwetsbaarheid van het slachtoffer, die op meerdere manieren afhankelijk van hem was. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als betrouwbaar beoordeeld en heeft geoordeeld dat de verdachte op een manipulatieve wijze heeft gehandeld, waardoor het slachtoffer niet in staat was om weerstand te bieden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om een gevangenisstraf op te leggen, evenals de schadevergoeding aan het slachtoffer, toegewezen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische schade die het slachtoffer heeft opgelopen als gevolg van de daden van de verdachte, waaronder PTSS. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.313444.21 (P)
Datum vonnis: 29 oktober 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1960 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. Vlug, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de door [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) voorgedragen slachtofferverklaring en van wat namens haar door mr. S.L.R. Hensen, advocaat in Urmond, is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:[slachtoffer] heeft verkracht in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 4 juli 2020 in Nederland, België, Spanje, Kroatië en Duitsland;
feit 2:in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 30 augustus 2017 in Deventer, de minderjarige [slachtoffer] heeft verleid tot het plegen en ondergaan van ontuchtige handelingen;
feit 3: in de periode van 15 januari 2021 tot en met 4 april 2021 in Deventer, afbeeldingen van seksuele aard van [slachtoffer] openbaar heeft gemaakt;
feit 4: op 17 mei 2022 in Deventer, 400 afbeeldingen van dierenporno in bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 4 juli 2020 te Deventer en/of Vlissingen en/of Middelburg en/of Arnhem en/of ’s-Hertogenbosch en/of Nijmegen en/of Almelo en/of Groningen en/of Antwerpen en/of Mallorca en/of Keulen, althans in Nederland en/of België en/of Spanje en/of Kroatië en/of Duitsland, (telkens) door geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of met één of meer andere feitelijkheden, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1999), heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten- het brengen/duwen van zijn penis en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of anus en/of mond van die [slachtoffer] en/of- het brengen van zijn vinger(s) en/of vuist in de vagina van die [slachtoffer] en/of- het inbrengen van een staafje in de urinebuis van die [slachtoffer] en/of- het likken van de vagina en/of clitoris van die [slachtoffer] en/of- het zich door die [slachtoffer] laten penetreren in zijn anus met haar vinger(s) en/of tong en/of (een) voorwerp(en) en/of- een penispomp op de vagina van die [slachtoffer] te zetten/gebruiken en/of- (een) tepelklem(men) op de tepel(s) van die [slachtoffer] te zetten/aan te brengen en/of- kaarsvet op en/of over het lichaam van die [slachtoffer] te gieten en/of- over het lichaam en/of in de mond van die [slachtoffer] te plassen en/of- met een riem op de vagina en/of op het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] ;waarbij dat geweld en/of die één of meer andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden er in hebben bestaan dat verdachte (meermalen)- die [slachtoffer] (al dan niet voorafgaand aan de seks) heeft voorzien van drank en drugs en/of- die [slachtoffer] structureel heeft gekleineerd en/of geïntimideerd en/of vernederd (door haar onder meer uit te schelden en/of haar op een matras op de grond te laten slapen en/of haar te verbieden naar bed te gaan en/of haar in een emmer te laten urineren) en/of- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij het aan niemand mocht vertellen, omdat ze haar dan naar een gekkenhuis zouden sturen en zijn gezin uit elkaar gedreven zou worden en/of dat hij alles voor zijn gezin zou doen, ook ten koste van haar, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of- zich directief en/of dwingend en/of dominant en/of manipulatief heeft opgesteld ten opzichte van die [slachtoffer] en/of misbruik heeft gemaakt van het uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend psychisch overwicht van hem, verdachte op die [slachtoffer] , bestaande dat overwicht uit het aanzienlijke leeftijdsverschil en/of de psychische gesteldheid en/of de (hieruit voortvloeiende) kwetsbaarheid van die [slachtoffer] ten opzichte van hem, verdachte en/of, waardoor verdachte die [slachtoffer] in een weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht en/of die [slachtoffer] zich aan zijn, verdachtes, wil heeft onderworpen en hij, verdachte, haar wil heeft gemanipuleerd, waardoor die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of- zich jegens de buitenwereld en/of die [slachtoffer] heeft opgesteld en/of heeft gedragen, althans heeft doen voorkomen als zijnde een vaderfiguur en/of vertrouwenspersoon van die [slachtoffer] , door zich (onder meer) te bekommeren om de (eet)problematiek en/of de schoolprestaties en/of het welzijn van die [slachtoffer] , waardoor verdachte die [slachtoffer] in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht, waardoor die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of- misbruik heeft gemaakt van het (grote) verlangen van die [slachtoffer] naar genegenheid en/of liefde door haar deze genegenheid en/of liefde (enkel) te bieden, nadat zij seksuele handelingen bij en/of met hem, verdachte, had verricht en/of- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 30 augustus 2017 te Deventer,door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, door- het geven/verschaffen van drank en/of drugs en/of- het beloven van genegenheid en/of liefde en/of- (daarbij) misbruik te maken van de (psychische) kwetsbaarheid van [slachtoffer] en het (grote) leeftijdsverschil,[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1999) die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, door- het brengen/duwen van zijn penis en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of anus en/of mond van die [slachtoffer] en/of- het brengen van zijn vinger(s) en/of vuist in de vagina van die [slachtoffer] en/of- het inbrengen van een staafje in de urinebuis van die [slachtoffer] en/of- het likken van de vagina en/of clitoris van die [slachtoffer] en/of- het zich door die [slachtoffer] laten penetreren in zijn anus met haar vinger(s) en/of tong en/of (een) voorwerp(en) en/of- een penispomp op de vagina van die [slachtoffer] te zetten/gebruiken en/of- (een) tepelklem(men) op de tepel(s) van die [slachtoffer] te zetten/aan te brengen en/of- kaarsvet op en/of over het lichaam van die [slachtoffer] te gieten en/of- over het lichaam en/of in de mond van die [slachtoffer] te plassen en/of- met een riem op de vagina en/of op het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] ;
3hij op of omstreeks de periode van 15 januari 2021 tot en met 4 april 2021 te Deventer, althans in Nederland, van een persoon, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1999), een afbeelding van seksuele aard, te weten een reeks aan diverse foto’s in de vorm van een video/film, waarop te zien is dat die [slachtoffer] met haar vingers haar tepel(s) bedekt en/of met haar ontblote bovenlichaam in beeld is, waardoor haar (ontblote) borsten zichtbaar zijn en/of met gespreide benen zit, waardoor haar (ontblote) vagina zichtbaar is, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
4hij op of omstreeks 17 mei 2022 te Deventer, althans in Nederland, (telkens) (een) (aantal/hoeveelheid) afbeelding(en), te weten (meer dan) 400 afbeeldingen in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handeling(en) – zakelijk weergegeven - (telkens) bestond(en) uit (onder meer):- het door een dier (te weten een hond en/of paard) laten likken van het geslachtsdeel van een volwassen persoon en/of- het door een volwassenen likken van het geslachtsdeel van een dier (te weten een hond en/of paard) en/of- het door een dier (te weten een hond) vaginaal en/of anaal penetreren van een volwassen persoon en/of
- het door een volwassenen persoon vaginaal en/of anaal penetreren van een dier (te weten een hond) en/of- het door een volwassenen persoon vaginaal en/of anaal penetreren van een dier (te weten een paard) en/of- het door een dier (te weten een paard) vaginaal en/of anaal penetreren van een volwassen persoon.

3.De voorvragen

3.1.
De geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat uit de dagvaarding onvoldoende blijkt welke video/film bedoeld wordt, zodat de dagvaarding nietig verklaard moet worden.
De rechtbank overweegt dat één van de functies van de tenlastelegging is dat de verdachte geïnformeerd wordt over de vraag voor welk voorval hij moet terechtstaan, zodat hij weet waar hij zich tegen moet verdedigen.
Onder feit 3 is aan verdachte ten laste gelegd het openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard. Dit is nader gespecificeerd door de zinsnede:
“te weten een reeks aan diverse foto’s in de vorm van een video/film, waarop te zien is dat die [slachtoffer] met haar vingers haar tepel(s) bedekt en/of met haar ontblote bovenlichaam in beeld is, waardoor haar (ontblote) borsten zichtbaar zijn en/of met gespreide benen zit, waardoor haar (ontblote) vagina zichtbaar is”. Deze zinsnede, bezien tegen de inhoud van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting van 15 oktober 2024, maakt naar het oordeel van de rechtbank dat het verdachte en zijn raadsman voldoende duidelijk moest zijn waartegen hij zich diende te verdedigen, ondanks het feit dat in het dossier sprake is van meerdere filmpjes. Verdachte heeft er ter terechtzitting ook blijk van gegeven dat hij wist waarvan hij verdacht werd en waar hij zich tegen moest verdedigen. De rechtbank zal daarom aan het verweer van de raadsman voorbij gaan en is van oordeel dat de dagvaarding geldig is.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich – overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde integraal moet worden vrijgesproken wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De raadsman heeft met betrekking tot de feiten 1 en 2 onder meer aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] niet betrouwbaar moet worden geacht en er onvoldoende (steun)bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman betwist dat het gaat om afbeeldingen van seksuele aard en dat de openbaarmaking in deze vorm nadelig is voor [slachtoffer] , nu zij onherkenbaar op de foto’s staat. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen (voorwaardelijk) opzet had op het voorhanden hebben van dierenporno.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1]
Verdachte heeft [slachtoffer] leren kennen toen zij een relatie had met zijn zoon [naam 1] . Nadat deze relatie uit is gegaan heeft zij contact gehouden met verdachte en het broertje en zusje van [naam 1] . De eerste seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer] vonden plaats toen verdachte [slachtoffer] een keer naar huis bracht. Hij stopte toen op een landweggetje in [plaats] . Verdachte heeft op dat moment in zijn zilverkleurige/grijze auto de borsten van [slachtoffer] betast en haar een tongzoen gegeven. Daarna zei verdachte dat [slachtoffer] het voorval niet aan anderen moest vertellen. [2] De zilverkleurige/grijze auto van verdachte heeft tot 28 april 2016 op naam van verdachte gestaan. [3] Dat betekent dat [slachtoffer] 16 jaar was ten tijde van het voorval in de auto. Verdachte was op dat moment 55 jaar oud. In oktober 2016, toen [slachtoffer] net 17 jaar oud was, hebben [slachtoffer] en verdachte voor het eerst seks gehad. [slachtoffer] lag met verdachte op zijn bed en hij heeft haar voorgelezen uit zijn boek. Zij had een badjas aan, omdat zij net bij verdachte thuis in de sauna was geweest. Verdachte maakte haar badjas open en voelde aan haar borsten. Hij kleedde zich vervolgens uit en zei dat [slachtoffer] bovenop hem moest gaan zitten. Dat ging niet zo goed, want [slachtoffer] had dat nog niet zo vaak gedaan. Verdachte draaide haar toen om en ging bovenop haar zitten. Daarna ging verdachte met zijn vingers in haar vagina. Dat ging zo hard dat [slachtoffer] begon te huilen, waarna hij stopte. [4]
Vanaf dat moment hadden verdachte en [slachtoffer] meerdere malen in de week seks. [5] Dit heeft geduurd tot en met 4 juli 2020. [6] Van september 2018 tot februari of maart 2020 heeft [slachtoffer] ook bij verdachte in huis gewoond. [7]
Nadat [slachtoffer] en verdachte voor het eerst seks hebben gehad verbleef [slachtoffer] veel bij verdachte. Verdachte liet [slachtoffer] in deze periode foto’s en video’s zien van zijn ex. Zij verklaart dat zij daarvan het gevoel kreeg dat zij zich moest bewijzen en dat zij daaraan moest tippen. Hierdoor heeft zij heel veel dingen gedaan die zij eigenlijk niet wilde. Zij deed zich zekerder voor door een visnetstocking te dragen en make-up op te doen. Ze verklaart dat zij probeerde om zich heel erg mooi te maken en zich zelfverzekerder te voelen. Als zij in haar gewone kleding naast verdachte zat dan reageerde hij met 'kun je niet beter je best doen?'. Hij deed dan ontevreden. [8]
[slachtoffer] beschrijft dat het tussen haar en verdachte ook gezellig was, maar het kon snel omslaan. Verdachte zei dan dat zij waardeloos was en dat zij zich uitdagender moest gedragen. Dat zij met hem naar de stad zou moeten gaan en dan zei hij 'Ga dansen en gedraag je uitdagend". [slachtoffer] voelde zich dan zo in een hoek gedreven dat zij begon te huilen. [slachtoffer] moest in die periode vaak huilen en was dan ook in paniek. Ook verklaart zij dat ze wel vaker in een hoekje van de bank heeft gezeten met haar benen over of tegen elkaar en dat zij dan zei dat zij het niet meer wist en alleen maar een arm om haar heen nodig had. [9]
[slachtoffer] kreeg bier en cocaïne van verdachte, tot ongeveer 10 biertjes en 8 snuifjes cocaïne per avond. Ze werd dan losser en meer ontspannen. Daarna hadden verdachte en [slachtoffer] seks. Als [slachtoffer] geen alcohol of drugs wilde gebruiken, werd het een vervelende avond voor haar. Verdachte deed dan bot en zocht ruzie. [slachtoffer] ging dan naar haar eigen bed in het huis van verdachte. Dat mocht pas rond drie uur ‘s nachts, waardoor [slachtoffer] niet op tijd kon gaan slapen. School ging in die periode helemaal niet. [10]
De seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer] bestonden onder andere uit penetratie, anale seks, beffen en pijpen, fisten en seks met gebruik van een dildo en/of penispomp. Ook heeft verdachte een staafje in de urinebuis van [slachtoffer] ingebracht en kaarsvet over haar buik, borst en tepels laten lopen. [11] Wanneer verdachte en [slachtoffer] seks hadden gehad in het bed van verdachte, stuurde verdachte haar daarna vaak naar een matras in de hoek van zijn slaapkamer. Verdachte telde dan hardop af van 10 naar 0. In die tien seconden mocht [slachtoffer] verdachte knuffelen. Als verdachte op 0 kwam moest zij uit het bed en terug naar haar eigen matras. [slachtoffer] vroeg dan aan verdachte of hij in zijn hoofd wilde tellen, want dan had zij nog het idee dat het echt knuffelen was. Dit was vernederend en zij voelde zich afgedankt. [12] Ze mocht ’s nachts ook niet naar de wc, maar moest in een emmer urineren. [13]
[slachtoffer] heeft gedetailleerd verklaard over meerdere momenten waarbij verdachte en zij seks hadden. Soms waren daar andere mensen bij. Toen [slachtoffer] zeventien jaar oud was, is zij samen met verdachte, op zijn initiatief, naar Almelo geweest. Zij hebben daar afgesproken met een vrouw genaamd [getuige 3] (hierna: [getuige 3] ). Verdachte had in het verleden seks met [getuige 3] gehad. Op die avond in Almelo hebben [slachtoffer] en [getuige 3] drugs gebruikt en seksuele handelingen verricht. Zij gebruikten onder andere een grote dildo bij elkaar, maakten foto’s daarvan en stuurden deze naar verdachte, die inmiddels was weg gegaan. [slachtoffer] verklaarde hierover dat zij die avond erg het gevoel had zichzelf te moeten bewijzen. [14] [getuige 3] heeft verklaard dat verdachte en [slachtoffer] naar haar toe kwamen na lang aandringen van verdachte. Hij wilde heel graag dat [slachtoffer] en zij elkaar zouden ontmoeten. Verdachte had die avond cocaïne meegenomen. [slachtoffer] en zij hebben drugs gebruikt en hebben seksuele handelingen bij elkaar verricht. [slachtoffer] leek een ongeleid projectiel die avond en [getuige 3] had het gevoel dat [slachtoffer] zich aan het bewijzen was. Nadat verdachte [getuige 3] over [slachtoffer] had verteld, heeft zij een Facebook-account aangemaakt om de ex van verdachte te waarschuwen wat verdachte allemaal met [slachtoffer] deed. [15]
Verdachte en [slachtoffer] hebben ook seks gehad met een vriendin van [slachtoffer] genaamd [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ). [slachtoffer] heeft hierover verklaard dat zij bij verdachte thuis seks had met [getuige 1] en verdachte ook. [16] [getuige 1] verklaarde bij de politie dat zij destijds zestien was en dat zij meerdere malen seks heeft gehad met verdachte en [slachtoffer] onder invloed van (veel) cocaïne. Verdachte zorgde volgens [getuige 1] voor die cocaïne. De seksuele handelingen werden vastgelegd op de telefoon van verdachte. [getuige 1] verklaarde dat verdachte een vaderfiguur voor [slachtoffer] was. Verdachte was er voor [slachtoffer] , zij kon meedoen in zijn gezin en daar had [slachtoffer] behoefte aan. [getuige 1] verklaart ook dat verdachte wist dat zij zestien jaar was toen zij seks hadden. [17]
Verdachte en [slachtoffer] zijn meerdere keren samen op vakantie geweest, naar onder andere Mallorca, Kroatië, Keulen, Zeeland en Antwerpen. Tijdens deze vakanties hebben verdachte en [slachtoffer] vaak seks gehad. Verdachte bekostigde het grootste gedeelte van deze reizen. [18] In Zeeland heeft verdachte [slachtoffer] elke dag uitgescholden. [19]
In augustus 2020 - na het beëindigen van de relatie in juli 2020 - heeft [slachtoffer] aan haar moeder verteld dat zij vanaf 2016 een seksuele relatie heeft gehad met verdachte. Daarbij vertelde ze dat het niet altijd leuk was en dat ze werd gedwongen om seksuele handelingen te verrichten. Zij durfde het niet eerder te vertellen omdat verdachte gedreigd had het aan haar moeder te vertellen en een tas met dildo’s bij haar moeder op de stoep te zetten. [slachtoffer] vertelde aan haar moeder dat verdachte haar bier en cocaïne gaf en dat zij na de seksuele handelingen gelijk uit bed moest en dat verdachte daarbij aftelde. [20] [slachtoffer] heeft hierover zelf verklaard dat zij niet (eerder) aan haar moeder kon vertellen wat er gebeurde omdat verdachte zei dat hij [slachtoffer] dan voor gek zou verklaren en naar een gekkenhuis zou sturen. Ook zei verdachte dat zijn gezin uit elkaar gedreven zou worden als [slachtoffer] erover zou vertellen. [slachtoffer] wilde dat niet. Verder zei verdachte dat hij alles voor zijn gezin zou willen doen om het niet naar buiten te laten komen, ook als dat ten koste zou gaan van [slachtoffer] . [21]
Op 10 september 2020 heeft een informatief gesprek zeden plaatsgevonden tussen de politie en [slachtoffer] . Hierin heeft zij verklaard dat zij vanaf haar zestiende tot haar twintigste jaar meerdere seksuele handelingen heeft verricht met verdachte. Ze verklaarde dat ze alles voor hem deed, zodat ze niet bij hem weg hoefde. [22] Op 27 oktober 2020 heeft [slachtoffer] vervolgens aangifte van verkrachting gedaan.
[slachtoffer] heeft meerdere malen verklaard dat zij gedurende de periode waarin de seks plaatsvond op vele manieren afhankelijk was van verdachte. [slachtoffer] verklaarde dat zij meerdere keren heeft gedacht dat ze niet meer wist wat ze zou moeten doen als verdachte zou wegvallen en dat ze beter zonder haar moeder dan zonder verdachte zou kunnen leven. Het enige dat zij wilde was de liefde van verdachte. Als hij haar vasthield voelde zij zich even niet alleen. Ze had het gevoel dat hij de enige was die haar begreep. [23] [slachtoffer] verklaarde dat verdachte destijds heel aardig en begaan leek, maar dat zij later tot inzicht kwam dat verdachte eigenlijk heel manipulatief en egoïstisch is geweest. [24] [slachtoffer] heeft verder verklaard dat op de momenten dat de kinderen van verdachte erbij waren, zij ook als één van zijn kinderen behandeld werd. Verdachte hielp [slachtoffer] met school door onder andere werkstukken voor haar te maken, maar hij stelde zich ook op als stiefvader en vertrouwenspersoon in het contact met de school. Hij had in die hoedanigheid gesprekken met de teamleider en haar mentor. [25] [slachtoffer] kampte in deze periode met een eetstoornis. Verdachte wist hier als een van de weinigen van. [26] [slachtoffer] heeft aan de politie een brief overgelegd van verdachte aan de school, waarin hij zich voorstelt en aangeeft dat [slachtoffer] al enige jaren kind aan huis is en dat hij een soort stiefvader/vertrouwenspersoon van [slachtoffer] is. Verdachte gaf in deze brief aan dat hij zorgen over [slachtoffer] en haar eetstoornisproblematiek had. Ook ging hij wel eens mee met gesprekken bij de psycholoog die zij had voor haar eetstoornis. [27] [getuige 1] heeft ook verklaard dat [slachtoffer] verdachte zag als een vaderfiguur en dat verdachte aanspreekpunt was voor de school van [slachtoffer] , omdat haar moeder niet wist dat zij anorexia had. [28]
De moeder van [slachtoffer] heeft verklaard dat zij verdachte zag als een stiefvader en een vertrouweling voor [slachtoffer] en dat [slachtoffer] emotioneel afhankelijk van hem was. Zij verklaarde dat [slachtoffer] onder invloed was van verdachte door de machtsverhouding. [29] Op 17 februari 2017 heeft zij van verdachte, nadat zij haar zorgen over [slachtoffer] had geuit, een e-mail ontvangen, waarin hij schreef ‘of zij er wel eens bij had stil gestaan dat het ook een hele eer is om stiefvader (en een beetje stief-ex) te mogen zijn van [slachtoffer] ’. [30]
Verdachte heeft verklaard dat hij een (seksuele) relatie heeft gehad met [slachtoffer] van oktober 2016 tot en met juli 2020. Hij verklaarde dat deze relatie als geheel wederzijds gelijkwaardig en als liefdevol kan worden beschreven. Hij beschreef [slachtoffer] als zijn ‘grote liefde’ en verklaarde dat alle seksuele handelingen met haar instemming hebben plaatsgevonden. Een groot aantal van de handelingen, zoals genoemd in de tenlastelegging, waaronder penetratie, anale seks, het beffen en pijpen en het gebruik van de penispomp en tepelklemmen, heeft verdachte bekend. [slachtoffer] had volgens verdachte een zeer hoog libido en nam vaak het initiatief. Hij verklaarde dat hij zich lang heeft verzet tegen een relatie met [slachtoffer] , maar dat hij uiteindelijk geen weerstand meer kon bieden. Verdachte verklaarde met [slachtoffer] bij [getuige 3] in Almelo te zijn geweest en samen met haar seks te hebben gehad met [getuige 1] . Ook heeft verdachte verklaard dat hij cocaïne met [slachtoffer] heeft gebruikt en dat zij samen bier dronken, dat hij trots was op de vrijstelling die hij voor [slachtoffer] had geregeld op school, hij de eerste was aan wie [slachtoffer] opbiechtte dat zij een eetprobleem had en dat hij therapie voor [slachtoffer] heeft geïnitieerd. Verder verklaarde hij dat hij betaalde voor het onderhoud van [slachtoffer] en de reizen die zij hebben gemaakt. Toen de kinderen van verdachte nog niet op de hoogte waren van de relatie, behandelde hij [slachtoffer] als één van de kinderen. Net als voor de andere kinderen heeft hij voor [slachtoffer] werkstukken gemaakt en fungeerde hij als contactpersoon voor de school van [slachtoffer] . [31]
Overwegingen en conclusies
Betrouwbaarheid verklaringen van [slachtoffer]
Verdachte heeft bekend een seksuele relatie met [slachtoffer] te hebben gehad. Volgens verdachte is in deze relatie geen sprake geweest van dwang. De verdediging betwist om die reden de betrouwbaarheid van [slachtoffer] . De raadsman heeft aangevoerd dat [slachtoffer] in de loop der jaren de situatie anders is gaan duiden en van verliefdheid naar verkrachting is gegaan in haar verklaringen.
De rechtbank volgt de raadsman hierin niet, nu de strekking van de verklaringen van [slachtoffer] vanaf het informatieve gesprek bij de politie tot aan het verhoor bij de rechter-commissaris consistent is geweest. De rechtbank oordeelt dat [slachtoffer] gedetailleerde en voldoende duidelijke verklaringen heeft afgelegd. In grote delen worden deze verklaringen ook bevestigd door verklaringen van de hiervoor genoemde getuigen. De omstandigheden en handelingen waar [slachtoffer] over verklaart komen immers terug in de verklaringen van haar moeder, [getuige 1] en [getuige 3] . Ook vindt de verklaring van [slachtoffer] steun in de verklaring van verdachte zelf. Hij heeft onder meer bevestigend verklaard over hoe zij elkaar hebben leren kennen, hoe het contact tot stand is gekomen en hoe de relatie is opgebouwd. De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer] .
Gezien het voorgaande gaat de rechtbank bij de beoordeling van de vraag welke handelingen hebben plaatsgevonden en in welke periode, uit van de verklaringen van [slachtoffer] . De rechtbank gebruikt deze verklaringen voor het bewijs.
Steunbewijs
De verklaring van [slachtoffer] over de verkrachtingen en het verleiden tot het ondergaan van ontuchtige handelingen vindt in voldoende mate steun in andere bewijsmiddelen. Dit betreffen de verklaringen van verdachte zelf en de hiervoor genoemde verklaringen van [getuige 1] , [getuige 3] en de moeder van [slachtoffer] .
Juridisch kader dwang door een andere feitelijkheid
De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak geen sprake is geweest van geweld en/of bedreiging met geweld. De vraag is vervolgens of sprake is geweest van zogenaamde ‘andere feitelijkheden’ in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Het kan daarbij gaan om handelingen, maar ook om mededelingen en omstandigheden. Om tot bewezenverklaring van verkrachting te komen, moeten deze feitelijkheden van zodanige aard en omvang zijn dat zij samen zo’n grote psychische druk op het slachtoffer hebben gelegd, dat zij op het moment van de seksuele handelingen niets anders kon doen dan die handelingen te dulden. Ook is vereist dat een verdachte opzet heeft op het ontstaan van deze druk. Dit betekent dat een verdachte op zijn minst willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij het slachtoffer heeft gedwongen tot het ondergaan van het seksuele binnendringen. Concreet betekent dit dat een verdachte in de bewuste situaties begreep of heeft moeten begrijpen dat zijn handelingen en mededelingen en de omstandigheden die hij in het leven heeft geroepen tot deze druk op het slachtoffer hebben geleid.
Voor een bewezenverklaring van verkrachting is niet voldoende dat er enkel een afhankelijkheidsrelatie tussen een verdachte en het slachtoffer heeft bestaan, waardoor de verdachte overwicht op haar had. Er moet meer zijn. Deze relatie en het psychisch overwicht kunnen een slachtoffer beïnvloeden, maar maken haar handelen niet persé onvrijwillig. Andere factoren kunnen van belang zijn, zoals het leeftijdsverschil en de persoonlijke kenmerken van het slachtoffer. Bij een kwetsbaar persoon zal bijvoorbeeld eerder sprake zijn van gedwongen worden dan bij een minder kwetsbaar iemand.
Volgens rechtspraak van de Hoge Raad is vereist dat een verdachte binnen de bestaande afhankelijkheidsrelatie handelingen heeft verricht, waardoor een dreigende sfeer is ontstaan. Het slachtoffer moet door die dreigende sfeer zijn gedwongen de seksuele handelingen te ondergaan.
Het juridisch kader toegepast op deze zaak – verkrachting bewezen
Uit de verklaringen van [slachtoffer] en de getuigen blijkt duidelijk dat tussen haar en verdachte een afhankelijkheidsrelatie is ontstaan. Dit is, zoals hiervoor is besproken, op zichzelf echter onvoldoende om het handelen van verdachte als verkrachting aan te merken. De rechtbank moet beoordelen of er nog andere omstandigheden of handelingen zijn die als feitelijkheden kunnen worden gezien. De rechtbank oordeelt dat dit het geval is.
Vanaf het begin van het contact met [slachtoffer] had verdachte een overwichtspositie doordat hij voor haar zorgde alsof zij zijn eigen kind was. Aan het begin van de onder 1 ten laste gelegde periode was [slachtoffer] nog maar zeventien jaar oud. Tussen verdachte en [slachtoffer] bestond bovendien een heel groot leeftijdsverschil van bijna veertig jaar. [slachtoffer] heeft bij verdachte in huis gewoond en zij ging met verdachte op meerdere vakanties, die hij betaalde. Binnen het gezin van verdachte werd [slachtoffer] ook behandeld als één van de kinderen. Verdachte maakte haar huiswerk, hij regelde vrijstelling voor haar op school en hij bracht haar overal naar toe, zoals naar school en naar therapie. Naar buiten toe, zoals naar school en ook naar de moeder van [slachtoffer] , stelde verdachte zich op als haar stiefvader. Verder bekostigde hij haar onderhoud en voorzag hij haar van drank en drugs.
Verdachte heeft grote druk op [slachtoffer] gelegd door meerdere keren te zeggen dat zij niets mocht vertellen en dat hij haar voor gek zou verklaren als zij dat wel zou doen. Ook heeft hij gedreigd alles aan haar moeder te vertellen en een tas met dildo’s op haar stoep te zetten. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij bang was om tegen verdachte in te gaan en dat zij alleen maar wilde dat het leuk was met hem. Verdachte maakte misbruik van het grote verlangen naar genegenheid dat [slachtoffer] had. Zij was bang om hem, haar wereld, te verliezen. Verdachte was alles voor haar. Verdachte heeft ingewerkt op de emoties van [slachtoffer] door haar aan de ene kant te vertellen dat zij de liefde van zijn leven was en haar op andere momenten te vernederen en af te wijzen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte met al deze handelingen en mededelingen een zware psychische druk op [slachtoffer] heeft gelegd, waardoor zij aan hem geen weerstand kon bieden. Dat blijkt ook uit de verklaringen van [slachtoffer] waarin zij zegt dat de sfeer omsloeg als zij geen seks wilde.
Verdachte wist bovendien dat [slachtoffer] een psychisch kwetsbaar meisje was. Zij had geen contact met haar vader, een precaire relatie met haar moeder en zocht, kennelijk mede om die redenen, haar heil in het gezin van verdachte. Verder was sprake van een eetstoornis, waarover zij verdachte als één van de weinigen heeft verteld. Verdachte heeft, gelet op deze omstandigheden, niet mogen aannemen dat [slachtoffer] de seksuele handelingen vrijwillig onderging.
Verdachte heeft [slachtoffer] gedurende de gehele ten laste gelegde periode (en ook daarvoor al) op een zeer geslepen en manipulatieve manier behandeld en haar normale ontwikkeling van puber tot jong adolescent ernstig verstoord. Dit is begonnen toen verdachte vijfenvijftig jaar was en [slachtoffer] zestien en is geëindigd op haar negentiende. Verdachte heeft daarmee bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer] de handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam, tegen haar wil zou ondergaan. Daarom is sprake van voorwaardelijk opzet op dwang over de gehele ten laste gelegde periode.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het meerdere malen verkrachten van [slachtoffer] in de ten laste gelegde periode.
Verleiding
Uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, alsmede uit de overwegingen ten aanzien van dwang door een andere feitelijkheid volgt dat verdachte in de periode van
1 oktober 2016 tot en met 30 augustus 2017 in Deventer door misbruik van het uit het grote leeftijdsverschil voorvloeiend overwicht, [slachtoffer] heeft verleid tot het verrichten en ondergaan van ontuchtige handelingen.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde verleiden van een minderjarige tot ontucht wettig en overtuigend bewezen is.
4.3.2
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Bewijsmiddelen
Op 7 april 2021 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van openbaarmaking van afbeeldingen van seksuele aard van haar door verdachte. Zij verklaart dat zij in de trein zat, toen zij het YouTube-kanaal van verdachte opende. Tot haar afschuw zag zij dat hij een filmpje had geüpload waarop zij (gedeeltelijk) naakt te zien was. Zij heeft geen toestemming gegeven tot het openbaar maken van deze beelden. [32]
Uit onderzoek van de politie op het YouTube-kanaal blijkt dat de videofilm op
[datum] 2021 geplaatst is en 45 keer is bekeken. In het filmpje komt onder andere een foto voor van [slachtoffer] met ontbloot bovenlijf waarop de onderkant van haar gezicht te zien is en een foto van [slachtoffer] waarop zij met gespreide benen zit en waar haar ontblote vagina te zien is. Op deze foto is een half hoofd te zien. Verder is er een foto van een ontblote borst met een vinger over de tepel te zien. [33] Dit zijn volgens [slachtoffer] allemaal foto’s van haar. [slachtoffer] herkende zichzelf ook. [34]
Verdachte bekent dat hij een film heeft gemaakt van meerdere foto’s van [slachtoffer] , waarop zij gedeeltelijk naakt te zien is en dat hij deze film heeft geüpload op zijn YouTube-kanaal. [35]
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de foto’s van [slachtoffer] waarop zij gedeeltelijk naakt te zien is (in de vorm van een film) heeft geüpload.
Seksuele aard
De rechtbank overweegt dat een afbeelding van seksuele aard in de memorie van toelichting bij artikel 139h Sr wordt omschreven als “een afbeelding die een zodanig intiem seksueel karakter heeft dat deze door ieder redelijk denkend mens als privé zal worden beschouwd”. Hierbij kan het gaan om beeldmateriaal waarop het ontblote lichaam van iemand te zien is of om beeldmateriaal waarop het deels ontblote lichaam te zien is en lichaamsdelen als borsten, billen of geslachtsdelen prominent in beeld worden gebracht. De afbeeldingen in de film die verdachte heeft geüpload moeten naar het oordeel van de rechtbank dan ook als afbeeldingen van seksuele aard worden beschouwd. Door deze afbeeldingen op YouTube te plaatsen, een online platvorm dat voor iedereen toegankelijk is, heeft verdachte deze afbeeldingen openbaar gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank doet niet ter zake hoe vaak het desbetreffende filmpje daadwerkelijk is bekeken.
De rechtbank verwerpt het betoog van de raadsman dat de openbaarmaking in deze vorm niet nadelig kan zijn voor [slachtoffer] . De rechtbank is van oordeel dat verdachte [slachtoffer] in een slecht daglicht heeft gesteld en dat zij wel degelijk herkenbaar is op de foto’s voor mensen die haar kennen. [slachtoffer] heeft zichzelf immers ook direct herkend.
4.3.3
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Bewijsmiddelen
Op dinsdag 17 mei 2022 heeft een doorzoeking in de woning van verdachte plaatsgevonden. Er werden onder andere laptops en gegevensdragers in beslag genomen. [36] De in beslag genomen goederen zijn vervolgens onderzocht. Op meerdere gegevensdragers, waaronder de Lenovo Ideapad 3 [37] , de HDD [38] , de HDD Toshiba [39] en de HDD Seagate, werden dierenpornografische afbeeldingen aangetroffen, telkens in de map ‘Videos’. Het betroffen meer dan 400 afbeeldingen verdeeld over deze gegevensdragers van voornamelijk honden en paarden met mensen die seksuele handelingen verrichten. [40]
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte dierenpornografische afbeeldingen aan haar heeft laten zien. Deze afbeeldingen stonden op zijn computer. [41]
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte dierenpornografische afbeeldingen voorhanden heeft gehad in de ten laste gelegde periode.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het voorwaardelijk opzet dat dit tot uitdrukking komt in de beschikkingsmacht van verdachte. Verdachte heeft de dierenpornografische afbeeldingen al twee jaar vóór de inbeslagneming aan [slachtoffer] laten zien. Na het bekijken van de afbeeldingen samen met [slachtoffer] heeft verdachte deze afbeeldingen kennelijk niet gewist maar nog twee jaar op zijn gegevensdragers laten staan. De rechtbank betrekt bij dit oordeel ook de hoeveelheid van de dierenpornografische afbeeldingen. Daar waar verdachte heeft verklaard dat het een klein bestand is, acht de rechtbank een bestand met 400 afbeeldingen niet klein.
De rechtbank verwerpt het door verdachte geschetste scenario dat [slachtoffer] de afbeeldingen op de gegevensdragers heeft gezet. Dit scenario wordt niet ondersteund door enig bewijsmiddel in het dossier.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1hij opéén ofmeer tijdstippen inof omstreeksde periode van 1 oktober 2016 tot en met 4 juli 2020te Deventer en/of Vlissingen en/of Middelburg en/of Arnhem en/of ’s-Hertogenbosch en/of Nijmegen en/of Almelo en/of Groningen en/of Antwerpen en/of Mallorca en/of Keulen, althansin Nederland en België en Spanje en Kroatië enen/ofDuitsland,(telkens)doorgeweld en/of éénandere feitelijkhedenen/of door bedreiging met geweld en/of met één of meer andere feitelijkheden, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1999), heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten- het brengen/duwen van zijn penis en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of anus en/ofmond van die [slachtoffer] en/of- het brengen van zijn vinger(s) en/of vuist in de vagina van die [slachtoffer] en/of- het inbrengen van een staafje in de urinebuis van die [slachtoffer] en/of- het likken van de vagina en/of clitoris van die [slachtoffer] en/of- het zich door die [slachtoffer] laten penetreren in zijn anus met haar vinger(s) en/oftong en/of(een) voorwerp(en) en/of- een penispomp op de vagina van die [slachtoffer] te zetten/gebruiken en/of- (een) tepelklem(men) op de tepel(s) van die [slachtoffer] te zetten/aan te brengen en/of- kaarsvet op en/of over het lichaam van die [slachtoffer] te gieten en/of- over het lichaam en/of in de mond van die [slachtoffer] te plassen en/of- met een riem op de vagina en/of op het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] ;waarbijdat geweld en/ofdieéén of meerandere feitelijkhedenen/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhedener in hebben bestaan dat verdachte (meermalen)- die [slachtoffer] (al dan niet voorafgaand aan de seks) heeft voorzien van drank en drugs en/of- die [slachtoffer] structureel heeft gekleineerd en/ofgeïntimideerd en/ofvernederd (door haar onder meer uit te schelden en/ofhaar op een matras op de grond te laten slapen en/ofhaar te verbieden naar bed te gaan en/ofhaar in een emmer te laten urineren) en/of- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij het aan niemand mocht vertellen, omdat ze haar dan naar een gekkenhuis zouden sturen en zijn gezin uit elkaar gedreven zou worden en/ofdat hij alles voor zijn gezin zou doen, ook ten koste van haar, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of- zich directief en/of dwingend en/of dominant en/of manipulatief heeft opgesteld ten opzichte van die [slachtoffer] en/ofmisbruik heeft gemaakt van het uit(een)feitelijke verhouding(en)voortvloeiend psychisch overwicht van hem, verdachte op die [slachtoffer] , bestaande dat overwicht uit het aanzienlijke leeftijdsverschil en/ofde psychische gesteldheid en/ofde (hieruit voortvloeiende) kwetsbaarheid van die [slachtoffer] ten opzichte van hem, verdachte en/of, waardoor verdachte die [slachtoffer] in eenweerloze en/ofafhankelijke toestand heeft gebracht en/of die [slachtoffer] zich aan zijn, verdachtes, wil heeft onderworpen en hij, verdachte, haar wil heeft gemanipuleerd, waardoor die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of- zich jegens de buitenwereld en/ofdie [slachtoffer] heeft opgesteld en/ofheeft gedragen, althans heeft doen voorkomen als zijnde een vaderfiguur en/ofvertrouwenspersoon van die [slachtoffer] , door zich (onder meer) te bekommeren om de (eet)problematiek en/ofde schoolprestaties en/ofhet welzijn van die [slachtoffer] , waardoor verdachte die [slachtoffer] in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht, waardoor die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of- misbruik heeft gemaakt van het (grote) verlangen van die [slachtoffer] naar genegenheid en/ofliefde door haar deze genegenheid en/ofliefde (enkel) te bieden, nadat zij seksuele handelingen bij en/ofmet hem, verdachte, had verricht en/of- voorbij is gegaan aan de verbale en/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of(aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2hij opéén ofmeer tijdstippen inof omstreeksde periode van 1 oktober 2016 tot en met 30 augustus 2017 te Deventer,door, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwichten/of misleiding,door- het geven/verschaffen van drank en/ofdrugs en/of-het beloven van genegenheid en/of liefde en/of-(daarbij)misbruik te maken van de (psychische) kwetsbaarheid van [slachtoffer] en het(grote)leeftijdsverschil,[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1999) die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/ofvan hem, verdachte, te dulden, door- het brengen/duwen van zijn penis en/of (een) voorwerp(en) in de vagina en/of anus en/ofmond van die [slachtoffer] en/of- het brengen van zijn vinger(s) en/ofvuist in de vagina van die [slachtoffer] en/of- het inbrengen van een staafje in de urinebuis van die [slachtoffer] en/of- het likken van de vagina en/of clitoris van die [slachtoffer] en/of- het zich door die [slachtoffer] laten penetreren in zijn anus met haar vinger(s) en/oftong en/of(een) voorwerp(en) en/of- een penispomp op de vagina van die [slachtoffer] te zetten/gebruiken en/of- (een) tepelklem(men) op de tepel(s) van die [slachtoffer] te zetten/aan te brengen en/of- kaarsvet op en/of over het lichaam van die [slachtoffer] te gieten en/of- over het lichaam en/of in de mond van die [slachtoffer] te plassen en/of- met een riem op de vagina en/of op het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] ;
3hij inof omstreeksde periode van 15 januari 2021 tot en met 4 april 2021 te Deventer,althans in Nederland,van een persoon, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1999), een afbeelding van seksuele aard, te weten een reeks aan diverse foto’s in de vorm van een video/film, waarop te zien is dat die [slachtoffer] met haar vingers haar tepel(s) bedekt en/ofmet haar ontblote bovenlichaam in beeld is, waardoor haar ontblote borsten zichtbaar zijn en/ofmet gespreide benen zit, waardoor haar ontblote vagina zichtbaar is, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
4hij opof omstreeks17 mei 2022 te Deventer,althans in Nederland, (telkens) (een) (aantal/hoeveelheid) afbeelding(en), te weten (meer dan)400 afbeeldingen in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en)(telkens)(een)ontuchtige handeling(en)zichtbaaris/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier is/zijn betrokkenen/of schijnbaar is/zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handeling(en)– zakelijk weergegeven - (telkens) bestond(en) uit (onder meer):- het door een dier (te weten een hond en/of paard) laten likken van het geslachtsdeel van een volwassen persoon en/of- het door een volwassene likken van het geslachtsdeel van een dier (te weten een hond en/of paard) en/of- het door een dier (te weten een hond) vaginaal en/of anaal penetreren van een volwassen persoon en/of- het door een volwassen persoon vaginaal en/of anaal penetreren van een dier (te weten een hond) en/of- het door een volwassen persoon vaginaal en/of anaal penetreren van een dier (te weten een paard) en/of- het door een dier (te weten een paard) vaginaal en/of anaal penetreren van een volwassen persoon.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 139h, 242, 248a en 254a Sr zoals die golden ten tijde van de bewezen verklaarde feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
verkrachting, meermalen gepleegd.
feit 2
het misdrijf:
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden.
feit 3
het misdrijf:
openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard van een persoon, terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn.
feit 4
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van vijf jaren met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd een maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr aan verdachte op te leggen, bestaande uit een algeheel contactverbod met [slachtoffer] voor de duur van vijf jaar. Voor elke overtreding van het contactverbod zou één week vervangende hechtenis moeten volgen met het wettelijk maximum van zes maanden. De officier van justitie heeft gesteld dat sprake is van een licht verminderde toerekenbaarheid bij verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat de rechtbank rekening dient te houden met een mogelijk beperkte toerekenbaarheid van verdachte wegens zijn persoonlijkheidsdynamiek. Verder heeft de raadsman aangevoerd dat de redelijke termijn geschonden is en dat verdachte mogelijk niet detentiegeschikt is gezien zijn rugproblematiek. Hij verzoekt om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van de inverzekeringstelling met daarnaast een taakstraf en een eventuele voorwaardelijke gevangenisstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich over een periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan het verkrachten van de minderjarige en jongvolwassen [slachtoffer] en aan het haar verleiden tot het verrichten en ondergaan van seksuele handelingen. Daarnaast heeft verdachte een video op zijn YouTube-kanaal geüpload waarop [slachtoffer] gedeeltelijk naakt is te zien en had hij 400 afbeeldingen dierenporno voorhanden. Dit zijn ernstige feiten. Verdachte heeft vergaande seksuele handelingen met [slachtoffer] verricht, terwijl zij, mede door haar leeftijd, kwetsbaarheid en psychische gesteldheid, op meerdere manieren afhankelijk van hem was. [slachtoffer] wilde zich graag geborgen en veilig voelen. Verdachte wierp zich op als degene bij wie dat kon. Hij heeft, gebruikmakend van zijn overwicht als volwassen man van bijna 60 jaar oud, ernstig misbruik gemaakt van zijn rol. Voorafgaand aan de seksuele handelingen gaf verdachte [slachtoffer] stelselmatig alcohol en drugs, ook toen zij minderjarig was. Verdachte heeft met zijn handelen op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van [slachtoffer] . Op de terechtzitting heeft verdachte geen blijk gegeven de ernst en de gevolgen van zijn handelen in te zien. Hij heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedragingen.
De gevolgen van het handelen van verdachte zijn groot. Dat dit soort feiten tot psychische schade kan leiden en dat slachtoffers langdurig de gevolgen (kunnen) meedragen, is algemeen bekend. Dat hiervan ook sprake is bij [slachtoffer] blijkt uit de toelichting bij de gevorderde schadevergoeding. Bij [slachtoffer] is sprake van PTSS en meerdere psychische klachten. Verder blijkt uit de slachtofferverklaring die [slachtoffer] heeft voorgedragen ter terechtzitting op indringende wijze het leed dat verdachte haar heeft aangedaan en waarvan zij de gevolgen nog langere tijd zal moeten ondervinden.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 13 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte in het verleden is veroordeeld voor enkele strafbare feiten, maar niet voor zedenfeiten.
Op 22 juni 2024 heeft GZ-psycholoog Van der Velden een rapport over verdachte opgemaakt. De psycholoog komt tot de conclusie dat verdachte een intellectueel sterke man is die lijdt aan ADHD en onderliggende narcistische persoonlijkheidsdynamiek. Een parafiele stoornis en een stoornis in het gebruik van middelen kunnen vanuit het huidig psychologisch onderzoek noch bevestigd noch uitgesloten worden. In het contact ontstaat er een joviale en amicale sfeer, waarin verdachte een vriendelijke en welbespraakte indruk maakt. Deze sfeer blijkt echter verraderlijk en kan plots omslaan in een meer felle, kritische en devaluerende houding tegenover de psycholoog. De precieze doorwerking van de ADHD en de narcistische persoonlijkheidsdynamiek kan, door de vrijwel volledige ontkenning van verdachte, niet geschetst worden. Er kan dus geen advies worden gegeven over de mate van toerekening. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat. De combinatie van het lage recidiverisico en het relatief goede functioneren van verdachte zorgt ervoor dat er geen gronden zijn om een advies voor behandeling in een strafrechtelijk kader uit te brengen.
De reclassering heeft op 21 december 2023 en 20 september 2024 gerapporteerd over verdachte. In haar laatste rapport heeft zij geconstateerd dat sprake is van een stabiele leefsituatie. Alhoewel uit het dossier aanwijzingen naar voren komen dat sprake is van overmatig middelengebruik, blijft verdachte dit ontkennen. Het recidiverisico en het risico op letsel schat de reclassering als laag. De reclassering ziet geen mogelijkheden om te werken aan gedragsverandering en/of risicomanagement. Verdachte heeft geen hulpvraag en/of probleembesef en vanwege de ontkenning zal er met behandeling weinig te bereiken zijn. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Uit het dossier en uit de toelichting ter zitting komt naar voren dat sprake is van (ernstige) rugproblematiek bij verdachte. Hij is meerdere malen aan zijn rug geopereerd.
Strafoplegging
Gevangenisstraf
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gekeken naar de Landelijke Oriëntatiepunten voor Straftoemeting (LOVS). De LOVS hanteert als oriëntatiepunt voor een eenmalige verkrachting een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden. De strafverzwarende factoren die de rechtbank in haar straf meeneemt zijn de kwetsbaarheid van [slachtoffer] door haar psychische gesteldheid, haar veel jongere leeftijd en het feit dat zij onderdeel van het gezin van verdachte uitmaakte. Daarnaast weegt de rechtbank als strafverzwarende omstandigheid mee dat verdachte misbruik maakte van zijn overwicht en het door [slachtoffer] in hem gestelde vertrouwen, de vernederende setting waarin de verkrachtingen en het verleiden tot ontucht plaatsvond en de vergaande seksuele handelingen.
Alles afwegende acht de rechtbank het passend en geboden aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 60 (zestig) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tijdsverloop
Verdachte is op 17 mei 2022 aangehouden en in verzekering gesteld. Op 15 oktober 2024 is de zaak ter terechtzitting aangebracht. Als uitgangspunt geldt dat het geding, behoudens bijzondere omstandigheden die een dergelijk lange duur rechtvaardigen, met een einduitspraak dient te zijn afgerond binnen twee jaar nadat de termijn is gaan lopen en dat is in dit geval op 17 mei 2022. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank zal met deze omstandigheid rekening houden bij de op te leggen straf, in die zin dat twee maanden worden afgetrokken van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf die verdachte zal worden opgelegd.
De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf van 58 (achtenvijftig) maanden opleggen met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Gevangenneming
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewezenverklaring blijkt van ernstige bezwaren tegen verdachte ter zake van feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De rechtbank is verder van oordeel dat blijkt van een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid, die de onverwijlde vrijheidsbeneming van verdachte vordert. Het onder 1 bewezen verklaarde betreft immers een feit waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Het maatschappelijk belang bij een spoedige en doeltreffende executie van de gevangenisstraf prevaleert in dit geval boven het persoonlijk belang van verdachte om een eventueel hoger beroep in vrijheid af te wachten, met name gelet op de ernst van het bewezen verklaarde.
De rechtbank zal daarom de gevangenneming van verdachte bevelen, welk bevel afzonderlijk zal worden opgemaakt.
Verzoek
De raadsman heeft bij pleidooi een verzoek gedaan om een nader onderzoek naar de detentiegeschiktheid van verdachte te laten verrichten. Ter onderbouwing heeft hij medische gegevens met betrekking tot de rugproblematiek van verdachte overgelegd. Deze gegevens dateren van 2011 tot en met 2015. Recente onafhankelijke medische informatie is niet voorhanden. Ter terechtzitting hebben verdachte en zijn raadsman naar voren gebracht dat de situatie in 2024 is dat verdachte op een speciaal matras slaapt en veel moet blijven bewegen. Maatstaf bij de beoordeling van een onderzoek naar detentiegeschiktheid is of de noodzaak daarvan is gebleken. De rechtbank is van oordeel dat een dergelijk onderzoek in dit stadium niet noodzakelijk is. De detentiegeschiktheid van verdachte kan door de inrichtingsarts beoordeeld worden.
Contactverbod in de zin van artikel 38v Sr
[slachtoffer] heeft gevraagd en de officier van justitie heeft gevorderd een maatregel in de zin van artikel 38v Sr op te leggen in de vorm van een algeheel contactverbod met [slachtoffer] . Nu het al een tijd geleden is dat verdachte contact heeft opgenomen met [slachtoffer] , acht de rechtbank het onnodig dat deze maatregel wordt opgelegd.
7.4
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag genomen voorwerpen, met uitzondering van de laptop en de OPPO telefoon, moeten worden teruggegeven aan verdachte. De raadsman heeft over het beslag geen standpunt ingenomen.
De rechtbank acht zich niet in staat om een beslissing te nemen over het beslag, nu de in beslag genomen voorwerpen waar de officier van justitie een standpunt over heeft ingenomen verschillen van de op de beslaglijst vermelde voorwerpen. Het is daarom onduidelijk over welke voorwerpen een beslissing moet worden genomen.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen ter hoogte van
€ 47.559,30, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- kosten voor studievertraging à € 22.025,00;
- collegegeld à € 892,94;
- reiskosten à € 100,00;
- medische kosten à € 4.541,36;
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 20.000,00 gevorderd.
Ter vergoeding van proceskosten wordt een bedrag van € 304,92 gevorderd. Daarnaast is verzocht om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen tot een bedrag van
€ 25.059,30 euro. Het overige bedrag van € 2.500,00, gevorderd voor toekomstige medische kosten, moet niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering met betrekking tot de immateriële schade is in zijn geheel toewijsbaar. De officier van justitie heeft hierbij verzocht de bedragen toe te wijzen inclusief de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken, waardoor de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Subsidiair, in geval van bewezenverklaring, heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden verminderd, aangepast aan hetgeen bewezen wordt verklaard. De raadsman heeft aangevoerd dat geen causaal verband aannemelijk is tussen de studievertraging en de feiten. Ditzelfde geldt voor de medische kosten. Verder is volgens de raadsman de immateriële schade niet aannemelijk en bovenmatig en bovendien te ingewikkeld voor het strafproces.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Materiële schade
Door de benadeelde partij is vergoeding gevorderd van € 100,00 aan reiskosten naar Grip, Youz en HSK. Dit is materiële schade die rechtstreeks geleden is als gevolg van de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank zal deze post daarom toewijzen. Ook is gevorderd vergoeding van € 4.541,36 voor medische kosten. De rechtbank zal de vordering met betrekking tot medische kosten gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van € 1.218,06. Onder het toegewezen bedrag vallen de kosten die in rekening zijn gebracht in 2018 en 2021. Het overige bedrag is onder andere onderbouwd met een zorgnota uit 2016 met een bedrag van
€ 823,30. Deze kosten dateren van voor de ten laste gelegde periode. De vordering ter hoogte van dit bedrag zal dan ook worden afgewezen. Aan medische kosten resteren dan nog toekomstige zorgkosten. Dit betreft toekomstige schade waarvan op dit moment onzeker is of deze schade daadwerkelijk geleden zal worden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom voor het overige bedrag van € 2.500,00 niet-ontvankelijk verklaren.
Verder zijn bedragen van € 22.025,00 en € 892,94 gevorderd voor geleden studievertraging. Hoewel enige studievertraging als gevolg van de bewezen verklaarde feiten de rechtbank aannemelijk voorkomt, kan de rechtbank op basis van de gegeven informatie niet vaststellen of de studievertraging geheel rechtstreeks verband houdt met de feiten. Ook is niet vast te stellen voor welk gedeelte dat in ieder geval geldt. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze vordering nader te onderbouwen zorgt voor een onevenredige belasting voor het strafgeding. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in dit gedeelte van de vordering.
Samengevat zal de rechtbank toewijzen betaling van een bedrag van € 1.318,06 aan materiële schade.
Immateriële schade
Op grond van artikel 6:106, eerste lid, onder b, van het Burgerlijk Wetboek heeft een benadeelde partij recht op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen in geval van aantasting in de persoon op andere wijze. Hiervan is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld.
In dit geval vordert de benadeelde partij immateriële schadevergoeding vanwege geestelijk letsel als gevolg van onder dwang gepleegde ontuchtige handelingen. Daarbij was sprake van een afhankelijkheidsrelatie. Uit de onderbouwing van de vordering volgt dat de benadeelde partij klachten heeft overgehouden aan het misbruik en dat zij hiervoor behandelingen bij een psycholoog ondergaat. De psycholoog heeft geconstateerd dat de benadeelde partij met haar klachten aan de diagnose PTSS voldoet. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een concrete onderbouwing van het geestelijk letsel als gevolg van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbare feiten.
De rechtbank is van oordeel dat het gevorderde bedrag van € 20.000,00 in zijn geheel kan worden toegewezen.
Proceskosten
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 304,92 aan proceskosten gevorderd. Deze proceskosten bestaan uit reiskosten van en naar de rechtbank voor een gesprek met de officier van justitie en de zitting. De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde proceskosten in zijn geheel kunnen worden toegewezen.
Wettelijke rente
De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf het moment dat de schade geacht wordt te zijn geleden. Het misbruik speelde zich af over een lange periode en de verschillende kosten zijn op verschillende momenten gemaakt.
De rechtbank sluit voor wat betreft de wettelijke rente ten aanzien van de
materiële schadeaan bij de datum van dit vonnis. Voor wat betreft de wettelijke rente ten aanzien van de
immateriële schadesluit de rechtbank aan bij het begin van de bewezen verklaarde periode. De rechtbank zal de wettelijke rente voor de immateriële schade toewijzen vanaf 1 oktober 2016.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 143 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr.

10. De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
verkrachting, meermalen gepleegd.
feit 2, het misdrijf:
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden.
feit 3, het misdrijf:
openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard van een persoon, terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn.
feit 4, het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
58 [achtenvijftig] maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van
€ 21.622,98;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 21.622,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van
€ 20.000,00 vanaf 1 oktober 2016 en over een bedrag van € 1.622,98 vanaf 29 oktober 2024;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
€ 304,92, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 21.622,98, (zegge: eenentwintigduizendzeshonderdtweeëntwintig euro en achtennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 20.000,00 vanaf 1 oktober 2016 en over een bedrag van € 1.622,98 vanaf 29 oktober 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
143 (honderddrieënveertig) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] voor een deel van € 2.500,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
gevangenneming
- beveelt de
gevangennemingvan verdachte met
onmiddellijke ingang, welk bevel afzonderlijk is opgemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. M.W. Eshuis en mr. I. Piksen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.I.W. van Aken, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2024.
Buiten staat
Mr. Piksen en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland onderzoek FELICIA/ONRBC20476. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 10).
3.Het proces-verbaal van bevindingen grijze auto verdachte (pagina 39).
4.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 10 alinea 3 t/m 5, pagina 11 alinea 11 en 12).
5.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 17).
6.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 10).
7.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 15).
8.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 17).
9.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 18).
10.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 16 en 17).
11.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 18).
12.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 12, alinea 1).
13.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 16 en 17).
14.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 24 alinea 5en 9).
15.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 19 mei 2022 (pagina 155 en 156).
16.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 27)
17.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 18 mei 2022 (pagina 145 en 146).
18.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 22 t/m 24) en het proces-verbaal van bevindingen reisgegevens van 13 mei 2022 met bijlagen (pagina 241 t/m 250).
19.Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden (pagina 3)
20.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 4 november 2021 (pagina 130 alinea 1 en 14, pagina 131 alinea 3).
21.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 14)
22.Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden
23.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 12 en 21,).
24.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 14 alinea 7).
25.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina’s 19 en 20)
26.Het proces-verbaal van aangifte van 27 oktober 2020 (pagina 12, alinea 4 en 5).
27.Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen afhankelijkheidsrelatie (pagina 251 en 252).
28.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 18 mei 2022 (pagina 149)
29.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 4 november 2021 (pagina 129, alinea 3 en 14, pagina 130 alinea 13 t/m 15).
30.Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen afhankelijkheidsrelatie (pagina 259, alinea 4).
31.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 oktober 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
32.Het proces-verbaal van aangifte van 7 april 2021 (pagina 50 laatste alinea, pagina 51 alinea 1 t/m 3 en laatste alinea).
33.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek YouTube van 7 april 2021 (pagina54) met bijlage toonmap (pagina 1, 3 en 4).
34.Het proces-verbaal van aangifte van 7 april 2021 (pagina 50 laatste alinea, pagina 51 alinea 1 t/m 3 en laatste alinea).
35.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 oktober 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
36.Het proces-verbaal van doorzoeking (pagina 333) met bijlage in beslag genomen goederen RC (pagina 336).
37.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek laptop Lenovo Ideapad 3 (pagina 361 en 362, laatste alinea).
38.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek digitale gegevensdrager HDD (pagina 380 en 386).
39.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek digitale gegevensdrager HDD Toshiba (pagina 414).
40.Het proces-verbaal van bevindingen aangetroffen dierenporno (pagina 420).
41.Het proces-verbaal van aangifte van 7 april 2021 (pagina 29 alinea 6).