Op 28 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 40-jarige vrouw veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden voor het onttrekken van haar vier minderjarige kinderen aan het gezag. De vrouw had samen met de vader het gezag over de kinderen, die onder toezicht stonden van de Jeugdbescherming Overijssel. Gedurende een periode van ongeveer 2,5 jaar heeft de vrouw de kinderen onttrokken aan het wettelijk gezag en het toezicht, wat resulteerde in een ernstige schending van de rechten van de vader en de verantwoordelijkheden van de Jeugdbescherming.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw in de periode van 22 februari 2020 tot en met 13 september 2022 opzettelijk haar kinderen heeft meegenomen naar Polen en België zonder toestemming van de vader of de Jeugdbescherming. Drie van de kinderen waren op het moment van de onttrekking jonger dan twaalf jaar. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte, de aangifte van de Jeugdbescherming en getuigenverklaringen als bewijs gebruikt om tot de conclusie te komen dat de vrouw schuldig was aan de tenlastelegging.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen verantwoording had afgelegd voor haar daden en dat de ernst van het feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde. De rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven en de gevangenisstraf zal volledig worden uitgevoerd in een penitentiaire inrichting.