ECLI:NL:RBOVE:2024:5573

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
08.178911.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vrouw voor drugshandel en witwassen met gevangenisstraf

Op 28 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 38-jarige vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De vrouw was beschuldigd van het samen met een ander handelen in soft- en harddrugs, alsook van eenvoudig witwassen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 18 juli 2023 opzettelijk 11,23 gram XTC (MDMA) en 16,13 gram cocaïne aanwezig had, en dat zij in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 23 juli 2023 een bedrag van € 229.474,09 en vervalste merkkleding had gewitgewassen. Tijdens de zitting op 14 oktober 2024 heeft de verdachte verklaard dat de XTC-pillen voor eigen gebruik waren en dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van een wapen en munitie in haar woning. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte niet aannemelijk en concludeerde dat zij wel degelijk wetenschap had van de aanwezige drugs en het witwassen van geld. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het voorhanden hebben van een vuurwapen, waar zij van werd vrijgesproken. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de lange periode van drugshandel en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.178911.23 (P)
Datum vonnis: 28 oktober 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1986 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsman mr. J. Michels, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 11 december 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte alleen dan wel samen met een of meer anderen:
feit 1:op 18 juli 2023 opzettelijk 11,23 gram XTC (MDMA) en/of 16,13 gram cocaïne aanwezig heeft gehad;
feit 2:op 18 juli 2023, een getransformeerd gas- of alarmpistool, een (daarvoor geschikte) patroonhouder/magazijn en vijf (daarvoor geschikte) kogelpatronen voorhanden heeft gehad;
feit 3:in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 23 juli 2023, € 117.259,45 en/of vervalste merkkleding en/of 8568 gram hennep heeft witgewassen;
feit 4:in de periode van 2 januari 2018 tot en met 18 juli 2023, opzettelijk cocaïne heeft verkocht of opzettelijk cocaïne aanwezig heeft gehad;
feit 5:in de periode van 2 januari 2018 tot en met 18 juli 2023, opzettelijk hennep heeft verkocht of opzettelijk hennep aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
zij op of omstreeks 18 juli 2023 te Enschede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 11,23 gram XTC (MDMA), in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende XTC (MDMA) en/of ongeveer 16,13 gram cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde XTC (MDMA) en/of cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
zij op of omstreeks 18 juli 2023 te Enschede tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen,
-een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een (getransformeerd) (gas/alarm) pistool, van het merk SM,
model 110, kaliber 6.35mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer, revolver en/of pistool en/of
-(daarbij behorende) patroonhouder/magazijn en/of
-(daarbij behorende) munitie van categorie III van de Wet wapens en
munitie, te weten 5, in elk geval een of meerdere volmantel
kogelpatro(o)n(en) van het kaliber 6.35mm, zijnde munitie voorhanden
heeft gehad;
3
zij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 23 juli 2023
te Enschede, een geldbedrag, te weten (ongeveer) 229.474,09 Euro, en/of
vervalste merkkleding en/of 8568 gram hennep, voorhanden heeft gehad
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat
geldbedrag en/of de kleding en/of de drugs geheel of gedeeltelijk,
middellijk of onmiddellijk afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
4
zij op een of meer tijdstippen, gelegen in of omstreeks de periode van 2 januari 2018 tot en met 18 juli 2023 te Enschede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of
verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid
van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;\
5
zij op een of meer tijdstippen, gelegen in of omstreeks de periode van 2 januari 2018 tot en met 18 juli 2023 te Enschede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 8568
gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.De bewijsmotivering

3.1.
Inleiding
Het onderzoek Europa is aangevangen na ontvangst van een anonieme melding bij de politie dat de woning aan de [adres 2] als stashplek zou worden gebruikt voor cocaïne en wiet door verdachte [verdachte] (hierna: [verdachte] ). Verdachte is de ex-partner van [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ), medeverdachte in deze zaak. Op 18 juli 2023 is de woning van [verdachte] en [medeverdachte] doorzocht. Daarbij werd in de woning op verschillende plekken een hoeveelheid wit poeder, een aantal pillen en een wapen met daarin een patroonhouder met kogels aangetroffen. In de woning en de schuur in de achtertuin van de woning werd in totaal een hoeveelheid van ruim 8 kilogram gedroogde henneptoppen aangetroffen. Ook werd een grote hoeveelheid op het oog dure merkkleding in de woning aangetroffen.
Door de districtsrecherche Twente is een strafrechtelijk onderzoek gestart. De banktransacties van de afgelopen vijf jaren zijn onderzocht. Op de bankrekeningen van beide verdachten waren meerdere verdachte transacties zichtbaar. Ook waren op de bankrekeningen van [verdachte] en [medeverdachte] meerdere betalingen door derden en bijboekingen te zien, gedaan via Tikkies en contante geldstortingen. Een aantal personen die meerdere girale betalingen hebben gedaan op deze bankrekeningen zijn als getuige gehoord. Een aantal van deze getuigen verklaarde, zowel tegenover de politie als bij de rechter-commissaris, dat de betalingen naar de bankrekening(en) van verdachte(n) betalingen waren voor de drugs die zij hadden gekocht.
Er is ook onderzoek ingesteld naar de inhoud van de mobiele telefoons van [verdachte] en [medeverdachte] . Hieruit bleek dat [verdachte] en [medeverdachte] in meerdere Whatsappgesprekken onderling en ook met anderen, spraken over de handel in verdovende middelen. [medeverdachte] gebruikte zijn telefoon om te handelen in harddrugs. Uit de gegevens van zijn mobiele telefoon bleek dat [verdachte] van de handel in verdovende middelen op de hoogte was en dat zij ook een actieve rol had in de verkoop van harddrugs. Daarnaast bleek dat [verdachte] meerdere Whatsappgesprekken had over de in- en verkoop van softdrugs, niet zijnde gebruikershoeveelheden maar per kilo. [medeverdachte] nam ook deel aan gesprekken over softdrugs en sprak met [verdachte] over haar klanten die bij hem kwamen.
3.2
De verklaring van verdachte ter terechtzitting
Verdachte heeft ter terechtzitting op 14 oktober 2024 verklaard dat de in de woning aangetroffen Xtc-pillen van haar zijn en dat deze bestemd waren voor eigen gebruik. Zij heeft ook verklaard dat zij gedurende een korte periode van de ten laste gelegde periode in softdrugs heeft gehandeld. Verdachte heeft verder verklaard dat zij niet wist dat er een wapen en munitie in de woning aanwezig waren. Ook had zij geen wetenschap van de hennep die in de schuur lag. De in de woning aangetroffen merkkleding betrof vervalste merkkleding. Zij heeft verklaard dat zij wist dat dit vervalste kleding betrof.
Verdachte heeft niet betwist dat zij wist dat haar toenmalige partner, medeverdachte [medeverdachte] , handelde in harddrugs. Verdachte ontkent een aandeel te hebben gehad in deze handel.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van het onderdeel van de ten laste legging dat ziet op het aanwezig hebben van cocaïne. Daartoe is aangevoerd dat de cocaïne zich niet binnen de machtssfeer van verdachte bevond en zij ook geen wetenschap had van de aanwezigheid van die cocaïne in de woning. Het (opzettelijk) aanwezig hebben van een (relatief beperkte) hoeveelheid Xtc-pillen kan wel worden bewezen.
Feit 2
De raadsman heeft vrijspraak bepleit nu de WhatsAppberichten (weergegeven op pagina 560 van het dossier) weliswaar dreigend van aard zijn, maar niet impliceren dat verdachte ook wist van de aanwezigheid van een (vuur)wapen.
Feit 3
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat in het dossier onvoldoende bewijs is voor het gronddelict
handel in harddrugszodat ook geen sprake kan zijn van witwassen.
Daarnaast voldoet de tenlastelegging feitelijk niet aan de vereisten die daarvoor ingevolge artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering gelden zodat de dagvaarding op dit onderdeel nietig moet worden verklaard. Het is onvoldoende duidelijk welke witwashandeling, op welk moment, al dan niet tezamen in vereniging met de medeverdachte werd verricht.
Indien de rechtbank van oordeel is dat de dagvaarding ten aanzien van dit onderdeel geldig is, dient verdachte hiervan te worden vrijgesproken. Het geldbedrag van € 229.474,09 is te herleiden naar het ontnemingsrapport. De berekening in dat rapport is volledig geënt op de handel in (hard)drugs en dat mag worden aangenomen dat alle contante en girale betaling door derden gedurende een periode van bijna vijf jaren, bestemd waren voor de aankoop van drugs. In het dossier is echter onvoldoende bewijs aanwezig dat verdachte zich gedurende de gehele ten taste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de handel in (hard)drugs.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het onderdeel dat ziet op het witwassen van merkkleding. Voor bewezenverklaring van witwassen is immers noodzakelijk dat sprake is van het voorhanden hebben van kleding afkomstig
“enig (eigen) misdrijf”. De zelfstandige strafbaarstelling van vervalste merkkleding staat in artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht. Deze strafbaarstelling ziet echter op andere gedragingen, namelijk kort gezegd: de handel in vervalste merkkleding en beperkt zich in deze zaak tot het mogelijk in voorraad hebben. Verdachte heeft de merkkleding niet “in voorraad” gehad. De vervalste merkkleding was bestemd voor eigen gebruik.
Ten aanzien van witwassen van 8568 gram hennep als bedoeld in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht is eveneens vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat verdachte niet wist dat de hennep in de schuur lag. De hennep bevond zich niet in haar machtssfeer. Voor de variant 420bis.1 Sr, zijnde het eenvoudig witwassen is wel voldoende bewijs in het dossier.
Feit 4
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat, hoewel het dossier aanwijzingen bevat voor de betrokkenheid van de handel in harddrugs, verdachte toch dient te worden vrijgesproken van dit feit. Verdachte betwist niet dat zij wist dat [medeverdachte] handelde in harddrugs. Wetenschap dragen van de handel in harddrugs en het ontvangen van 'tikjes' op de bankrekening levert geen medeplegen op, maar hooguit het niet tenlastegelegde — actief of passief — medeplichtigheid.
Feit 5
De raadsman heeft zich voor wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omdat verdachte erkent in de tenlastegelegde periode in softdrugs te hebben gehandeld. Het dossier bevat echter geen wettig bewijs dat deze handel gedurende de gehele tenlastegelegde periode heeft plaatsgevonden.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Hierna stelt de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. De rechtbank zal, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, overwegen waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt. De rechtbank zal vervolgens per ten laste gelegd feit aangeven of zij dit, geheel of partieel bewezen acht. De voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden blijken uit de inhoud van de bewijsmiddelen die in de in de bijlage bij dit vonnis zijn uitgewerkt en uit de voetnoot in dit vonnis. [1]
Feit 1
De feiten en omstandigheden
Op 18 juli 2023 zijn tijdens een doorzoeking in de woning van verdachte verdovende middelen aangetroffen die in beslag zijn genomen. Uit deskundigenonderzoek bleek dit in totaal 16,13 gram van een materiaal bevattende cocaïne en 11,23 gram van een materiaal bevattende MDMA (29 Xtc-pillen) te zijn. De cocaïne is aangetroffen in ponypacks die in de keuken op het aanrecht achter het koffiezetapparaat lagen. De Xtc-pillen lagen in de commodekast op de slaapkamer waar tijdens de doorzoeking medeverdachte [verdachte] op bed lag. [medeverdachte] was ten tijde van de doorzoeking ook in de woning aanwezig.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht de verklaring van verdachte, dat zij niet wist dat er cocaïne in haar woning lag, niet aannemelijk. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] samenwoonde met [medeverdachte] en dat zij fysiek in de woning aanwezig was ten tijde van de doorzoeking. De cocaïne is aangetroffen in ponypacks die in de keuken op het aanrecht achter het koffiezetapparaat lagen. Daarbij komt dat verdachte, waarover hierna bij feit 4 meer, kort gezegd tezamen met [medeverdachte] opzettelijk cocaïne heeft verkocht en afgeleverd. Op grond van deze feiten en omstandigheden heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte wel wetenschap had van de aanwezigheid van de cocaïne en dat zij ook de beschikkingsmacht daarover had. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte de aangetroffen cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Gelet op de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen in onderling samenhang bezien, is de rechtbank dan ook van oordeel dat sprake is van het tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig hebben van 11,23 gram van een materiaal bevattende Xtc (MDMA) en opzettelijk aanwezig hebben van 16,13 gram cocaïne van een materiaal bevattende cocaïne.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan.
Feit 2
Feiten en omstandigheden
In een jaszak van een jas (die ten tijde van de doorzoeking in de woning aan de kapstok hing), is een gas/alarmpistool aangetroffen met daarin een patroonhouder/magazijn met vijf volmantel kogelpatronen. De rechtbank stelt vast dat het aangetroffen wapen een goed werkend getransformeerd gaspistool is van het merk SM, model 110, kaliber 6.35mm. Bij het wapen bevond zich een patroonmagazijn, met daarin vijf volmantel kogelpatronen van het kaliber 6.35mm. Dit betreft een wapen en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie.
Bewijsoverweging
Op grond van de inhoud van het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte wetenschap of beschikkingsmacht heeft gehad over het aangetroffen vuurwapen, de patroonhouder(magazijn) en kogels. In het dossier is ook onvoldoende bewijs aanwezig om te kunnen komen tot een nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met een of meer anderen bij het voorhanden hebben hiervan.
Conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en spreek haar daarvan vrij.
Feit 3
Voor de leesbaarheid van het vonnis nummert de rechtbank bij de bespreking van dit feit de verschillende onderdelen van de ten laste legging hierna a, b en c.
Geldige dagvaarding
De raadsman heeft - kort samengevat en zakelijk weergegeven - als verweer gevoerd dat de dagvaarding feitelijk niet voldoet aan de vereisten die daarvoor gelden. De witwashandelingen zijn niet specifiek en de dagvaarding dient daarom nietig te worden verklaard. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op grond van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering moet de dagvaarding onder meer een opgave van het ten laste gelegde feit bevatten alsmede de omstandigheden waaronder dat feit zou zijn begaan. De eerste verdenking onder feit 3 betreft het voorhanden hebben van
€ 229.474,09 terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk, middellijk of onmiddellijk afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.
De rechtbank acht dit voldoende feitelijk en geconcretiseerd. De rechtbank stelt vast dat verdachte in de ten laste gelegde periode € 229.474,09 voorhanden heeft gehad op haar bankrekeningen terwijl de bron/herkomst van dat geld onbekend is. Verdachte kan zich naar behoren tegen dit onderdeel van de tenlastelegging verweren. De rechtbank volgt de raadsman daarom niet in zijn betoog. De tenlastelegging voldoet in zoverre dan ook aan de eisen van artikel 261 Sv. Het verweer wordt verworpen.
Beoordelingskader witwassen
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (eenvoudig) witwassen van
€ 229.474,09, vervalste merkkleding en van 8568 gram hennep. Voor een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen, strafbaar gesteld in artikel 420bis.1 Sr, is vereist dat vaststaat dat het voorwerp onmiddellijk afkomstig is uit enig (eigen) misdrijf en dat de verdachte het voorwerp heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad. Voor een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen is niet vereist dat de verdachte de criminele herkomst van het voorwerp heeft verborgen of verhuld. [2]
a. Het geldbedrag van € 229.474,09
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt vast dat verdachte op haar bankrekeningen in totaal € 207.948,09 heeft ontvangen door verschillende overboekingen van derden en betalingen op betaalverzoeken. Gedurende de gehele onderzoeksperiode is een bedrag van € 138.976,- contant gestort en is
€ 117.450,- euro contant opgenomen. Het ontvangen totaal bedrag op de bankrekeningen van verdachte bedraagt € 229.474,09.
Van een aantal frequente betalers van de betaalverzoeken zijn de identificerende persoonsgegevens achterhaald. Een aantal van deze personen hebben als getuige een verklaring afgelegd over de reden van de betalingen, inclusief tikkies en betaalverzoeken. Hieruit blijkt dat zij drugs bestelden bij [medeverdachte] . Vaststaat dat de betalingen die betrekking hadden op de aankoop van harddrugs deels op de bankrekening van [medeverdachte] en deels op de bankrekeningen van verdachte werden gedaan. Het betrof bovendien veelal betalingen in de nachtelijke uren, met een algemene omschrijving (zoals eten, cadeau etc.) en in de vorm van ronde bedragen.
Bewijsoverweging
Op grond van de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat verdachte € 229.474,09 voorhanden heeft gehad en dat dit bedrag is opgebouwd uit contante en girale betalingen van derden gedurende een periode van bijna vijf jaren voor de aankoop van drugs. De herkomst van de betalingen, het doel waarmee deze betalingen werden verricht en de opbouw van het ten laste gelegde geldbedrag is voldoende inzichtelijk gemaakt. In het dossier is aldus voldoende bewijs aanwezig dat dit geldbedrag afkomstig is uit een eigen misdrijf van verdachte, namelijk van de handel in verdovende middelen.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte een geldbedrag van € 229.474,09 voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dat dit geldbedrag – onmiddellijk – uit enig (eigen) misdrijf afkomstig was. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen in de zin van artikel 420bis.1 Sr.
b. Vervalste merkkleding
De feiten en omstandigheden
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte is een groot aantal merkkleding aangetroffen van de merken Dior, Fendi, Gucci, Kenzo, Louis Vuitton en Moncler.
De rechtbank stelt vast dat verdachte vervalste merkkleding voorhanden heeft gehad. Het namaken van merkkleding is strafbaar gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarmee vast dat de in het bezit van verdachte nagemaakte merkkleding geheel afkomstig is uit enig misdrijf, namelijk de handel in nagemaakte merkkleding.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte vervalste merkkleding voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dat deze merkkleding – onmiddellijk – uit enig (eigen) misdrijf afkomstig was. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen in de zin van artikel 420bis.1 Sr.
c. 8568 gram hennep
De feiten en omstandigheden
In de woning en de schuur bij de woning zijn meerdere sealbags aangetroffen met in totaal 8568 gram henneptoppen. De schuur staat op hetzelfde perceel als de woning en hoort functioneel bij de woning.
Bewijsoverweging
Uit een chatgesprek van verdachte met medeverdachte [medeverdachte] (pagina 554) volgt dat verdachte schrijft: “Ligt boterham zakje en grote zak stelling eronder weegschaal ligt ook in schuur.” Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat de schuur gebruikt werd voor de opslag van drugs en ook dat zij toegang had tot de schuur. De hennep was niet verborgen, het lag op een bestuurbare (kinder)auto en was voor een ieder die toegang had tot de schuur zichtbaar. Verdachte heeft bovendien zelf verklaard een korte periode in softdrugs te hebben gehandeld.
De rechtbank stelt op grond van deze redengevende feiten en omstandigheden vast dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van die hennep, dat zij de beschikkingsmacht had over de aangetroffen hennep en dat zij deze hoeveelheid hennep aldus opzettelijk aanwezig heeft gehad. Het opzettelijk aanwezig hebben van deze (handels)hoeveelheid hennep is strafbaar gesteld in artikel 11 lid 2 Opiumwet.
De rechtbank is op grond van de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte van 8568 gram hennep voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dat de hennep – onmiddellijk – uit enig (eigen) misdrijf afkomstig waren. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen in de zin van artikel 420bis.1 Sr.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde feit heeft begaan.
Medeplegen van de handel in verdovende middelen (feit 4 en feit 5)
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezen verklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. De bijdrage kan ook bestaan in de vorm van verschillende gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit.
De rechtbank overweegt het volgende.
Feit 4
De feiten en de omstandigheden
Mobiele telefoons
De rechtbank stelt vast dat in dit onderzoek de mobiele telefoons van [verdachte] en [medeverdachte] zijn onderzocht. [verdachte] noemde zich [alias 1] of [alias 2] . [medeverdachte] noemde zich [alias 3] of [alias 4] .
In de mobiele telefoon van [medeverdachte] zijn 1214 actieve gesprekken in Whatsapp aangetroffen en er waren in totaal 47.183 berichten verstuurd of ontvangen met deze mobiele telefoon. Uit de gesprekken volgt dat de telefoon werd gebruikt voor privé gesprekken en voor gesprekken over de handel in verdovende middelen. De mobiele telefoon van [medeverdachte] werd gebruikt als dealtelefoon.
In de telefoon van [verdachte] zijn 809 actieve Whatsappgesprekken zichtbaar. Er waren in totaal 163.630 berichten gestuurd/ontvangen in Whatsapp. Een deel van deze gesprekken ging over het kopen en verkopen van drugs. [verdachte] stuurde ook foto’s waarbij te zien is dat zij foto's van henneptoppen meezond, en in enkele gesprekken ook een wit blok te koop aanbood. Verder bleek dat zij inzicht had in de bankgegevens en over bestellingen van klanten. [verdachte] schrijft bijvoorbeeld in een chatgesprek met [medeverdachte] waarin ook een afbeelding van een handje vol pillen te zien is: “Ligt boterham zakje en grote zak stelling eronder weegschaal ligt ook in schuur.” [3] In een gesprek tussen [alias 2] en [alias 3] (bijlage 15) valt te lezen dat [alias 2] vraagt “voor wie”, [alias 3] zegt “zij willen veel” en dat [alias 2] hierop antwoordt: “kijk maar winst delen”, “Morgen heb ik er 18 van”. [alias 3] antwoordt: “Had jij 6 van”, “Inkoop wat is die”, “1000” [alias 2] stuurt hierop 9x *afbeelding* (bankoverzicht met betaalde betaalverzoeken). [alias 3] antwoordt: “100 van daag 50” [alias 2] schrijft vervolgens: “Geniet nog maar ff van je rekening” “Weinig tikkies he”.
Zij zegt ondermeer: “nu ga je [naam 1] pakken”, “ [naam 2] heeft niets meer” en “ik houd nu elke cent bij”.
De geldstroom
Naar aanleiding van de transacties op de bankrekening van [verdachte] en [medeverdachte] zijn meerdere personen als getuige gehoord. Een aantal van deze getuigen verklaarde dat de betalingen naar de bankrekening van verdachte(n) betalingen waren voor cocaïne die zij hadden gekocht. De rechtbank stelt vast dat een aantal afnemers zowel naar [verdachte] als naar [medeverdachte] geld hebben overgemaakt als betaling voor cocaïne. Dit betreffen betalingen van [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 5] , [getuige 3] . Andere afnemers betaalden alleen aan [medeverdachte] .
Verder ontvingen [medeverdachte] en [verdachte] naast betalingen van de hiervoor genoemde personen, op hun bankrekening vele verschillende overboekingen van derden en betalingen op betaalverzoeken. Veelal betreffen dit bedragen die variëren tussen € 10 en € 100 en waarbij vaak een algemene omschrijving meegegeven wordt, zoals: 'Kado', 'Bijdrage' 'Verjaardag', 'Feestje' en 'Eten'. Uit onderzoek naar de bankgegevens bleek dat er door, uitgezonderd tikkies en betaalverzoeken, door circa 130 verschillende personen veelal ronde bedragen zijn overgeboekt naar de bankrekening van [medeverdachte] en/of [verdachte] . Te zien is dat er nooit geld terug is overgemaakt naar deze personen.
De verdachte [medeverdachte] heeft op zijn bankrekening in totaal
€ 117.259,45 ontvangen. De verdachte [verdachte] heeft op haar bankrekeningen in totaal € 207.948,10 ontvangen. Op haar bankrekeningen is gedurende de gehele onderzoeksperiode € 138.976,00 contant gestort. De bron van de bedragen die contant gestort zijn is onbekend. Het is aannemelijk dat de contante stortingen winst zijn uit de verkoop van drugs. In de onderzochte periode is door [verdachte] € 117.450,- euro aan contanten opgenomen. Het totaal bedrag aan inkomsten van drugs door verdachte [verdachte] is € 229.474,00.
De getuige [getuige 1]
De getuige [getuige 1] heeft op 17 december 2018 de eerste betaling van € 90,- verricht naar de bankrekening van [verdachte] . [getuige 1] heeft in totaal 221 keer een bedrag overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte] . Zij heeft [verdachte] in totaal € 12.170,41 betaald. Op de bankrekening van [verdachte] is op 17 december 2018 een eerste betaling zichtbaar afkomstig van [getuige 1] . [getuige 1] heeft verklaard zowel contant als giraal voor de drugs te hebben betaald.
heeft ook betalingen verricht naar de bankrekening van [medeverdachte] . Op de bankrekening van [medeverdachte] heeft [getuige 1] in totaal acht keer geld overgemaakt met een totaal van € 444,-.
Tegenover de politie heeft getuige [getuige 1] verklaard dat “ [medeverdachte] ” 10 jaar lang haar vaste dealer voor harddrugs was en dat hij altijd zijn afspraken nakwam en op tijd leverde. [getuige 1] betaalde zowel contant als cash voor de cocaïne die ze bij hem kocht. Zij belde of appte hem, zij betaalde vervolgens een tikkie en dan kwam [medeverdachte] de cocaïne brengen of hij gooide het door de brievenbus. Getuige [getuige 1] verklaarde dat uit haar bankgegevens blijkt dat zij sinds 4 oktober 2014 geld overboekt naar bankrekening op naam van [verdachte] . Sinds die dag kocht zij drugs bij [medeverdachte] .
De getuige [getuige 2]
De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij bijna dagelijks cocaïne kocht bij [medeverdachte] , vanaf 2019/2020 tot medio 2023. Uit de bankrekening van verdachte blijkt dat [getuige 2] medio 2020 een eerste girale betaling heeft gedaan op de rekening van [verdachte] . Ook werden er betalingen gedaan naar de rekening van [medeverdachte] .
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte] anderen van cocaïne voorzag. De drugs werden telefonisch besteld. De betaling werd gedaan via een Tikkie op de bankrekening van [medeverdachte] dan wel [verdachte] waarna [medeverdachte] in de meeste gevallen de drugs afleverde. [verdachte] heeft in elk geval een keer drugs bezorgd bij [getuige 1] . Ook heeft [verdachte] in 2022 een foto van een wit blok, ambtshalve herkend als cocaïne, via de telefoon verstuurd met als doel om dit te verkopen (aan het contact ‘ [alias] ’). Verder komt de rechtbank op grond van de vele chatgesprekken in de telefoon van [verdachte] en de chatgesprekken die zij met [medeverdachte] voerde, tot het oordeel dat [verdachte] zelf ook een actieve (aansturende) rol had in de handel van harddrugs. [4] Verdachte sprak met [medeverdachte] over “klanten”, stuurde bankoverzichten met betaalverzoeken en sprak meermalen over een “blok”. De getuigen [getuige 1] en [getuige 2] hebben zowel op bankrekening van [medeverdachte] als van [verdachte] geld overgeboekt via een Tikkie. De meeste betalingen deden zij echter naar de bankrekening van [verdachte] . Getuige [getuige 1] heeft daarnaast verklaard dat zij de betalingen heeft gedaan voor de aankoop van cocaïne. Eenzelfde verklaring heeft getuige [getuige 2] afgelegd. Ook andere afnemers betaalden voor de bij [medeverdachte] bestelde cocaïne, zowel ten name van de bankrekening van [medeverdachte] als ten name van de bankrekening van [verdachte] . De bankrekening van [verdachte] vormde dus een belangrijke schakel in de handel in cocaïne. Hieruit volgt dat [verdachte] ook inkomsten heeft genoten van de handel in cocaïne.
Gelet op de hiervoor genoemde inhoud van de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien met de genoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat aldus sprake is van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met de medeverdachte dat sprake is van tezamen en in vereniging, opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 4 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 5
Uit de inhoud van de chatgesprekken in de telefoon van [verdachte] en [medeverdachte] komt de rechtbank tot het oordeel dat [verdachte] zich in de ten laste gelegde periode heeft bezig gehouden met de grootschalige inkoop en verkoop van hennep. Zij verkocht de hennep niet in gebruikershoeveelheden maar in grotere hoeveelheden, veelal kilo's. Veel van de gesprekken gingen over het kopen en verkopen van softdrugs, zijnde wiet of hennep. Er werd gesproken over de kwaliteit, prijs en hoeveelheid. Ook verstuurde [verdachte] foto’s waarin enkele malen een foto met een hand vol henneptoppen te zien is. Op de achtergrond van de foto was een deel de achtertuin van de verdachte, gelegen aan de [adres 2] te zien. [5]
In een chatgesprek tussen [verdachte] / [alias 2] en [medeverdachte] / [alias 3] zegt [alias 3] zegt tegen [alias 2] : “die [naam 3] moet betalen, jou klanten allemaal. [alias 2] hij belt mij 10 keer voor geld en spul, hij komt voor wiet voor jou”
De rechtbank stelt verder vast dat getuige [getuige 6] in totaal € 1320,- heeft overgemaakt naar de bankrekening van verdachte [medeverdachte] . [getuige 6] heeft als getuige tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij in de periode van augustus 2020 tot juli 2023 softdrugs bij [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) kocht.
De in de schuur van de verdachten aangetroffen hoeveelheid van 8568 gram hennep is niet verhandeld, maar verdachte en de medeverdachte hebben deze hennep wel voorhanden gehad. Hieruit leidt de rechtbank af dat zij konden beschikken over een grote (handels)voorraad hennep. Uit de geldstromen volgt daarnaast dat verdachte in de ten laste gelegde periode inkomsten heeft genoten van de handel in verdovende middelen waaronder hennep.
De raadsman heeft aangevoerd dat op basis van de berichten uit de mobiele telefoon kan worden afgeleid dat sprake is geweest van contacten met een relatief beperkt aantal personen. Indien en voor zover al sprake was van een geslaagde transactie — vaak gaat het over vraag, aanbod en prijs — was de winstmarge beperkt. De rechtbank is van oordeel dat het op de weg van de verdediging had gelegen om, nu handelen gedurende de gehele ten laste gelegde periode is betwist aan te tonen welke transacties op welke datum zijn geweest en welke betalingen op de bankrekening van [verdachte] betrekking hadden op de handel in hennep.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich opzettelijk schuldig heeft gemaakt aan de verkoop, aflevering, en het vervoer van hennep. Uit de bewijsmiddelen is af te leiden dat zij dit tezamen en in vereniging met de medeverdachte [medeverdachte] deed.
Gelet op de hiervoor genoemde inhoud van de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien met de genoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat aldus sprake is van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met de medeverdachte dat sprake is van tezamen en in vereniging, opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde feit heeft begaan.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt en in de in dit vonnis opgenomen voetnoot, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
zij op 18 juli 2023 te Enschede
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 11,23 gram van een
materiaal bevattende XTC (MDMA) en ongeveer 16,13 gram van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde XTC (MDMA) en cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
zij in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 23 juli 2023te Enschede, een geldbedrag, te weten 229.474,09 Euro, en
vervalste merkkleding en 8568 gram hennep, voorhanden heeft gehad
terwijl zij wist, dat dat
geldbedrag en de kleding en de drugs geheel of gedeeltelijk,
middellijk of onmiddellijk afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf;
4
zij op meer tijdstippen, gelegen in de periode van 2 januari 2018 tot en met 18 juli 2023 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
(telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
een hoeveelheid
van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5
zij op meer tijdstippen, gelegen in de periode van 2 januari 2018 tot en met 18 juli 2023 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, (telkens)
opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet (OW), en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in art. 2, onder C, van de OW gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf: eenvoudig witwassen;
feit 4
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de OW gegeven verbod;
feit 5
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de OW gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrekt van de tijd die reeds door verdachte in voorarrest is doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als gevolg zal hebben dat verdachte geen zorg meer kan dragen voor haar dochter, dat er financiële problemen ontstaan en dat zij haar woning verliest. De raadsman heeft bepleit om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 16 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en daarnaast oplegging van een taakstraf voor de duur van 240 uren.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft gedurende een periode van ruim viereneenhalf jaar gehandeld in soft- en harddrugs, namelijk hennep en cocaïne.
Het gebruik van verdovende middelen, en dan met name harddrugs, levert een gevaar op voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. Deze nadelige effecten zijn ook de reden dat op de handel in verdovende middelen (soft- en harddrugs) forse straffen zijn gesteld. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat zij zich al die tijd niets heeft aangetrokken van de gevolgen van haar handelen en alleen oog heeft gehad voor financieel gewin. Daarbij weegt de rechtbank strafverzwarend mee dat de feiten in vereniging zijn gepleegd.
Verdachte heeft in de gemeenschappelijke woning hoeveelheden cocaïne en MDMA in bezit gehad. Daarnaast heeft zij zich schuldig gemaakt aan eenvoudig witwassen. Het geldbedrag was inkomen voor zichzelf. Het witwassen van geld vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Daarnaast wordt het door de overheid ingestelde toezicht op het betalingsverkeer ondermijnd.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 13 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte in 2012 wegens medeplegen van het dealen van harddrugs en deelneming aan een criminele organisatie, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen waarvan 119 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf van 160 uren subsidiair 80 dagen hechtenis.
Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
De rechtbank acht daarom de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur passend.
De rechtbank heeft ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten. Door de combinatie van het bezit van - en de handel in drugs met witwassen, zijn deze oriëntatiepunten voor (enkel) het (afzonderlijk) bezit of handel niet representatief voor de op te leggen straf voor dit soort (combinatie van) feiten.
De rechtbank neemt als uitgangspunt bij het bepalen van de hoogte van de straf, gelet op de lange dealperiode (in zowel soft- als harddrugs), een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het over de verdachte opgemaakt rapport van Reclassering Nederland van 19 september 2024. Uit de inhoud van dit rapport volgt dat verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten ongeveer vier jaar gescheiden van tafel en bed leefde met haar ex-partner tevens medeverdachte [medeverdachte] . Na de schorsing van de voorlopige hechtenis in september 2023 heeft zij zich actief ingezet om een zelfstandig leven op te bouwen voor haar en haar dochter. De reclassering acht verder reclasseringscontact niet nodig. De rechtbank constateert dat de reclassering het risico op recidive inschat als ‘laag’, maar dat een deugdelijke onderbouwing (ook in relatie tot het strafblad van verdachte) hiervoor ontbreekt. Dit gebrek klemt temeer nu de uitkomst van OXREC (een risico taxatie instrument) in het geheel niet worden toegelicht en de reclassering – in weerwil van eerdere verklaringen van verdachte – concludeert dat verdachte geen soft en/of harddrugs gebruikt.
De rechtbank is van oordeel dat de eerdere veroordeling en de omstandigheid dat zij moeder is en de zorg voor haar dochter draagt, verdachte er niet van hebben kunnen weerhouden om zich wederom schuldig te maken aan het plegen van drugsgerelateerde strafbare feiten. Gelet op de lucratieve aard van de handel in verdovende middelen, de omstandigheid dat verdachte met gemak over grote hoeveelheden drugs kon beschikken en een groot netwerk van afnemers lijkt te hebben gehad, is het gevaar voor herhaling van soortelijke strafbare feiten groot. De rechtbank ziet hierin aanleiding om aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank zal aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf een proeftijd verbinden van drie jaren.
Alles overwegend acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
De voorlopige hechtenis
Bij beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 september 2023 is de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 8 september 2023, onder voorwaarden voor onbepaalde tijd geschorst.
In dit geval wegen voor de rechtbank de strafvorderlijke belangen dat de voorlopige hechtenis weer komt te herleven zwaarder dan de persoonlijke belangen van de verdachte, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde – zoals hiervoor toegelicht – en de gevangenisstraf waartoe dit heeft geleid. De grond die heeft geleid tot de voorlopige hechtenis, de recidivegrond, is naar het oordeel van de rechtbank nog onverminderd aanwezig. De rechtbank acht het maatschappelijk niet aanvaardbaar als verdachte, ten aanzien van wie thans de betrokkenheid bij drugshandel is bewezenverklaard en die in het verleden voor een soortgelijke feit gepleegd in georganiseerd verband is veroordeeld, een (eventueel) hoger beroep in vrijheid zou mogen afwachten.
Dit betekent dat de schorsing van de voorlopige hechtenis bij afzonderlijk bevel zal worden opgeheven.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft een beslaglijst overgelegd die als bijlage bij dit vonnis wordt gevoegd.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op deze beslaglijst vermelde voorwerpen, deels dienen te worden onttrokken aan het verkeer en deels dienen te worden teruggegeven aan de rechthebbende(n). Op de beslaglijst wordt de vordering van de officier van justitie vermeld. De voorwerpen waar CB bij staat betreffen conservatoir beslag die geen rechterlijke beslissing behoeven.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen genummerd:
1 tot en met 3, 5, 11, 12,14 tot en met 20, 22 tot en met 30, 32 tot en met 35, 38, 40 tot en met 42, 44 tot en met 51, 56, 57, 59 tot en met 62, 64, 68 tot en met 73, 75 tot en met 78, 80 tot en met 82, 83 tot en met 115, 117 tot en met 130 vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de feiten zijn verkregen dan wel zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbende(n) gelasten van de op de beslaglijst vermelde voorwerpen genummerd: 7, 13, 21, 31, 36, 39, 52 tot en met 55, 57, 62, 65 tot en met 67, 74, 79, 83 tot en met 85 en 116, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
De voorwerpen van de op de beslaglijst vermelde goederen genummerd 4, 6, 8 tot en met 10, 37, 43 betreffen conservatoir beslag. De rechtbank hoeft over dit beslag geen beslissing te nemen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 47 en 57.

8.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1,het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in art. 2, onder C, van de OW gegeven verbod;
feit 3,het misdrijf: eenvoudig witwassen;
feit 4,het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de OW gegeven verbod;
feit 5,het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de OW gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
1 (een) jaar niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
voorlopige hechtenis
- heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis (deze beslissing is afzonderlijk opgemaakt).
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers:1 tot en met 3, 5, 11, 12,14 tot en met 20, 22 tot en met 30, 32 tot en met 35, 38, 40 tot en met 42, 44 tot en met 51, 56, 57, 59 tot en met 62, 64, 68 tot en met 73, 75 tot en met 78, 80 tot en met 82, 83 tot en met 115, 117 tot en met 130
- gelast de teruggave aan de rechthebbende(n) van de op beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 7, 13, 21, 31, 36, 39, 52 tot en met 55, 57, 62, 65 tot en met 67, 74, 79, 83 tot en met 85 en 116;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. R.G.J. Gehring en
mr. T.M. Weeda, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2024.
Bijlage beslaglijst
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de inbeslaggenomen goederen.
omschrijving
toelichting
vordering
1. 3018571 Vuurwapen Sm
OAHV
2. 3018574 Vuurwapen (patroonhouder)
OAHV
3. 3020746 Munitie (kogelpatroon)
OAHV
4. 3018584 Geld (munten)
CB
5. 3018668 Hennepplant (henneptoppen)
OAHV
6. 3018593 Bril Presidio 24k gold gp titanium
CB
7. 3018592 Bankbescheiden Ing (pas)
teruggave rechth
8. 3018595 Geld (munten)
CB
9. 3018596 Geld (biljetten)
CB
10. 3018597 Geld 100 (munten)
CB
11. 3018610 Pillen
OAHV
12. 3018799 Pillen
OAHV
13. 3018614 Bankbescheiden Rabobank (pas)
teruggave rechth
14. 3018616 Poeders
OAHV
15. 3018620 Poeders
OAHV
16. 3057393 Poeders
OAHV
17. 3057394 Poeders
OAHV
18. 3057395 Poeders
OAHV
19. 3057397 Poeders
OAHV
20. 3018622 Verdovend middel
OAHV
21. 3018633 Bankbescheiden
Sns bank (pas)
teruggave rechth
22. 3018634 Kleding
Moncler (jas)
OAHV
23. 3018650 Tas
Louis vuitton (schouder)
OAHV
24. 3018651 Tas
Gucci (schouder)
OAHV
25. 3018653 Portemonnee
Louis vuitton
OAHV
26. 3018654 Tas
Moschino (schouder)
OAHV
27. 3018655 Tas
Moschino (schouder)
OAHV
28. 3018658 Tas
Fendi (schouder)
OAHV
29. 3018675 Schoeisel
Christian dior (schoen)
OAHV
30. 3018682 Schoeisel
Christian dior Dior-id (schoen
OAHV
31. 3018684 Schoeisel
Balenciaga (schoen)
teruggave rechth
32. 3018692 Schoeisel
Christian dior Canvas (schoen)
OAHV
33. 3018696 Schoeisel
Gucci Tennis 1977 (schoen)
OAHV
34. 3018701 Schoeisel
Nike Air jordan (schoen)
OAHV
35. 3018716 Schoeisel
Nike Air jordan (schoen)
OAHV
36. 3018726 Schoeisel
Adidas Sply-350 (schoen)
teruggave rechth
37. 3018671 Geld
CB
38. 3018672 Bril
Christian dior (zonne)
OAHV
39. 2962288 Personenauto
Volkswagen T-cross
teruggave rechth
40. 3018676 Hennepplant
(henneptoppen)
OAHV
41. 3018679 Sealbag
OAHV
42. 3018686 Ring
Dior
OAHV
43. 3018688 Ring
Onbekend
CB
44. 3018685 Hennepplant
(henneptoppen)
OAHV
45. 3018687 Sealbag
OAHV
46. 3018698 Verdovend middel
(hennep)
OAHV
47. 3018693 Verdovend middel
OAHV
48. 3018695 Schoeisel
Nike Air jordan (schoen)
OAHV
49. 3018697 Schoeisel
Valentino (schoen)
OAHV
50. 3018700 Schoeisel
Christian dior (schoen)
OAHV
51. 3018704 Schoeisel
Nike M2k tekno barely volt (se
OAHV
52. 3018714 Communicatieap
Samsung (telefoon)
teruggave rechth
53. 3018723 Communicatieap
Apple Ihone (telefoon)
teruggave rechth
54. 3018727 Communicatieap
Apple Ihone (telefoon)
teruggave rechth
55. 3018729 Communicatieap
Apple Iphone (telefoon)
teruggave rechth
56. 3018712 Kleding
OAHV
57. 3018718 Verdovend middel
(ghb)
OAHV
58. 3018724 Communicatieap
Apple Iphone 13 (telefoon)
teruggave rechth
59. 3018725 Horloge
Audemars piguet Royal oak
OAHV
60. 3018731 Portemonnee
Louis vuitton
OAHV
61. 3018734 Tas
Kenzo (schouder)
OAHV
62. 3018732 Horloge
Frederique constant
OAHV
63. 3018733 Keukenartikel
(weegschaal)
teruggave rechth
64. 3018736 Munitie
(kogelpatroon)
OAHV
65. 3018740 Randapparatuur
(usb stick)
teruggave rechth
66. 3018741 Overige
Sd kaart (geheugenkaart)
teruggave rechth
67. 3018746 Fotocamera
Canon Pc1585
teruggave rechth
68. 3018742 Stootwapen
(boksbeugel)
OAHV
69. 3018743 Verdovend middel
(opium)
OAHV
70. 3018747 Verdovend middel
(opium)
OAHV
71. 3018748 Verdovend middel
(opium)
OAHV
72. 3018750 Verdovend middel
(cocaine crack)
OAHV
73. 3018751 Tas
Gucci
OAHV
74. 3018749 Bankbescheiden
Rabobank (betaalkaart)
teruggave rechth
75. 3018756 Kleding
Brunello cucinelli (jas)
OAHV
76. 3018758 Kleding
Fendi (jas)
OAHV
77. 3018760 Tas
Etro Milano
OAHV
78. 3018762 Hennepplant
(henneptoppen)
OAHV
79. 3018763 Bankbescheiden
Abn amro (betaalkaart)
teruggave rechth
80. 3018770 Kleding
Moncler (jas)
OAHV
81. 3018772 Schoeisel
Alexander mcqueen 553684 (scho
OAHV
82. 3018771 Hennepplant
(henneptoppen)
OAHV
83. 3018774 Telefoon
Samsung
teruggave rechth
84. 3018776 Computer
Hp Ax200ngw (notebook)
teruggave rechth
85. 3018777 Keukenartikel
Ips (weegschaal)
teruggave rechth
86. 3018783 Tas
Louis vuitton
OAHV
87. 3018787 Verdovend middel
OAHV
88. 3018793 Verdovend middel
(ghb)
OAHV
89. 3018800 Tas
Louis vuitton (schouder)
OAHV
90. 3018801 Tas
Dior
OAHV
91. 3018610 Pillen
OAHV
92. 3018616 Poeders
OAHV
93. 3018620 Poeders
OAHV
94. 3018622 Verdovend middel
OAHV
95. 3018799 Pillen
OAHV
96. 3057393 Poeders
OAHV
97. 3057394 Poeders
OAHV
98. 3057395 Poeders
OAHV
99. 3057397 Poeders
OAHV
100. 3018610 Pillen
OAHV
101. 3018616 Poeders
OAHV
102. 3018620 Poeders
OAHV
103. 3018622 Verdovend middel
OAHV
104. 3018799 Pillen
OAHV
105. 3023382 Kleding
Fendi T-shirt (shirt)
OAHV
106. 3023386 Kleding
Louis vuitton Poloshirt (shirt
OAHV
107. 3023387 Kleding
Gucci Poloshirt (shirt)
OAHV
108. 3023391 Kleding
Gucci Poloshirt (shirt)
OAHV
109. 3023400 Kleding
Gucci Poloshirt (shirt)
OAHV
110. 3023403 Kleding
Fendi T-shirt (shirt)
OAHV
111. 3023404 Kleding
Louis vuitton Sweater (trui)
OAHV
112. 3023406 Kleding
Gucci Poloshirt (shirt)
OAHV
113. 3023424 Kleding
Gucci Poloshirt (shirt)
OAHV
114. 3023425 Kleding
Dior Overhemd (blouse/overhem)
OAHV
115. 3023436 Schoeisel
Alexander mcqueen (schoen)
OAHV
116. 3023438 Schoeisel
Adidas Yeezy (schoen)
teruggave rechth
117. 3023439 Schoeisel
Nike Air jordan (schoen)
OAHV
118. 3023440 Schoeisel
Nike Air jordan (schoen)
OAHV
119. 3023441 Schoeisel
Nike Air jordan (schoen)
OAHV
120. 3023443 Schoeisel
Gucci (schoen)
OAHV
121. 3023445 Schoeisel
Dior (schoen)
OAHV
122. 3018571 Vuurwapen
Sm
OAHV
123. 3018574 Vuurwapen
(patroonhouder)
OAHV
124. 3020746 Munitie
(kogelpatroon
OAHV
125. 3018571 Vuurwapen
sm
OAHV
126. 3018620 Poeders
OAHV
127. 3057393 Poeders
OAHV
128. 3057394 Poeders
OAHV
129. 3057395 Poeders
OAHV
130. 3057397 Poeders
OAHV
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2023309014, betreft onderzoek Europa, opgemaakt en afgesloten 27 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 oktober 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
De XTC-pillen die op 18 juli 2023 in mijn woning aan de [adres 2] zijn aangetroffen zijn van mij.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 26 tot en met 46, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 18 juli 2023 betraden wij de woning aan de [adres 2] . Wij troffen in de woning twee bewoners aan: [medeverdachte] en [verdachte] . Wij zagen dat bewoner [medeverdachte] in kamer 1 op bed lag.
Keuken
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat achter het koffiezetapparaat een doorzichtig plastic zakje lag. Ik zag dat hierin meerdere ponypacks in zaten. Ik opende vervolgens een van de ponypacks en ik zag dat er een harde witte substantie in zat. Ik zag in een keukenlade meerdere ongevouwen ponypacks, meerdere gevouwen ponypacks en een klein weegschaaltje met daarop vermoedelijk cocaïne resten.
Schuur
Ik, verbalisant [verbalisant 2] opende de schuurdeur en ik zag daar een grote bestuurbare auto. Ik zag dat hier in twee zwarte sealbags lagen. Ik zag vervolgens dat in een van de zwarte sealbags, twee grote plastic zakken met daarin wiet zaten. Ik zag dat er op de grond een grote zwarte tas lag. Ik zag dat er in deze tas, zes zakken met daarin wiet zaten. Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het henneptoppen waren.
Wij, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , doorzochten de commodekast met verschillende lades. In deze lades troffen wij twee (2) zipzakjes met vermoedelijk XTC aan.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde fotobijlage), pagina 47 tot en met 54, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven
Op 18 juli 2023 heb ik het voertuig Volkswagen T-cross, voorzien van het kenteken [kenteken] , doorzocht. In het voertuig, voorzien van het kenteken [kenteken] , trof ik in het portier aan de bestuurderszijde trof ik een hoeveelheid, vermoedelijk, drugs. Betreft een boterhamzakje met hennep.
4.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 330, voor zover inhoudend:
In beslagneming
Plaats : [adres 2]
Datum : 18 juli 2023
Omstandigheden: XTC aangetroffen in de woning
Goednummer : PL0600-2023309014-3018610
Object: 3 stuks oranje pillen
In beslagneming
Plaats : [adres 2]
Datum : 18 juli 2023
Omstandigheden: XTC aangetroffen in de woning
Goednummer : PL0600-2023309014-3018799
Object: 26 stuks pillen
5.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 336, voor zover inhoudend:
In beslagneming
Plaats : [adres 2]
Datum : 18 juli 2023
Omstandigheden: aangetroffen in de keuken achter koffiezetapparaat
Goednummer : PL0600-2023309014-3018620
Object: poeders wit
Aantal: 35 stuks
Bijzonderheden: witte enveloppe
6.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 338, voor zover inhoudend:
In beslagneming
Plaats : [adres 2]
Datum : 18 juli 2023
Omstandigheden: aangetroffen in de keuken
Goednummer : PL0600-2023309014-3018622
Object: brokken wit
Aantal: 4
7.
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 73 tot en met 80, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten [verbalisant 5] (eerste verbalisant) en [verbalisant 6] (tweede verbalisant), hebben onderzoek ingesteld naar een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen die aan ons ter beschikking werd gesteld. Deze partij was inbeslaggenomen tijdens een onderzoek ingevolge de Opiumwet op het adres [adres 2] .
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende verricht, bevonden en
waargenomen:
ITEM 1
SIN originele partij : AAQV4363NL
Goednummer : 3018610
Sealbagnummer : 37700676
Omschrijving : verpakking gripzak
Netto gewicht originele partij 1,00 gram
Geheel als monster onder voornoemde sin
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten: indicatie voor MDMA
ITEM 2
SIN originele partij : AAQV4364NL
Goednummer : 3018799
Sealbagnummer : 37700676
Omschrijving : verpakking gripzak met opschrift, tabletten roze gekleurd
Netto gewicht originele partij 10,23 gram
Monster SIN AAQJ7270NL
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten: indicatie voor MDMA
ITEM 3
SIN originele partij : AAQV4365NL
Goednummer : 3018622
Sealbagnummer : 00143048
Omschrijving : verpakking plastic folie met daarin 4 dichtgedraaide folies, poeder en brokjes
Netto gewicht originele partij 3,75 gram
Monster geheel als monster onder voornoemde SIN
Indicatief onderzoek
Uitslag indicatie voor cocaïne
Het goed met SIN-nummer: AAQV4366NL is herverpakt in sealbag met sealbagnumrner
82254684
Monstersporen
Spoornummer : PL0600-2023309014-211303 (roze tabletten uit 10,23 gram)
SIN : AAQJ7270NL
Relatie met SIN: AAQV4364NL
Sporendragers
Goednummer : PL0600-2023309014-3018610 (oranje tabletten uit 1,00 gram)
SIN : AAQV4363NL
Goednummer : PL0600-2023309014-3018620 (poeder en brokjes uit 7,59 gram)
SIN : AAQV4366NL
Goednummer : PL0600-2023309014-3018622 (poeder en brokjes uit 3,75 gram)
SIN : AAQV4365NL
8.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 19 juli 2023, zaaknummer 2023.07.19.210 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, pagina 81, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAQV4363NL tabletten, oranje, uit 1,00 gram;
aantal bemonsteringen in onderzoek: een bevat MDMA
Aanvullende informatie
Opiumwet : MDMA is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
9.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 19 juli 2023, zaaknummer 2023.07.19.210 (aanvraag 002), opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, pagina 82, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAQJ7270 tabletten, roze, uit 10,23 gram;
aantal bemonsteringen in onderzoek: een bevat MDMA
Aanvullende informatie
Opiumwet : MDMA is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
10.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 19 juli 2023, zaaknummer 2023.07.19.210 (aanvraag 003), opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, pagina 83, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAQV4365NL poeder en brokjes wit uit 3,75 gram
aantal bemonsteringen in onderzoek: een bevat cocaïine
Aanvullende informatie
Opiumwet
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
11.
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 84 tot en met 96, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten [verbalisant 6] (eerste verbalisant) en [verbalisant 7] (tweede), hebben onderzoek ingesteld naar een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen die aan ons ter beschikking werd gesteld. Deze partij was inbeslaggenomen tijdens een onderzoek ingevolge de Opiumwet op het adres [adres 2] .
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende verricht, bevonden en
waargenomen:
ITEM 1
SIN originele partij : AAQV4366NL
Goednummer : 3018620
Sealbagnummer : 82254684
Omschrijving verpakking : gripzak met daarin 31 gelijkende blanco wikkels met wit poeder en witte brokjes
Netto gewicht originele partij (na berekening) 7,59 gram
Monster geheel als monster onder voornoemde SIN
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten indicatie voor cocaïne
ITEM 2
SIN originele partij : AAIE0851NL
Goednummer : 3057393
Sealbagnummer : 82254684
Omschrijving : verpakking gripzak met daarin 7 gelijkende blanco wikkels met penopschrift van het cijfer 5, wit gekleurd poeder en brokjes
Netto gewicht originele partij (na berekening) 3,65 gram
Monster geheel als monster onder voornoemde SIN
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten indicatie voor cocaïne
ITEM 3
SIN originele partij : AAIE0852NL
Goednummer : 3057394
Sealbagnummer : 82254684
Omschrijving verpakking : gripzak met daarin 2 gelijkende mini wikkels met pennestreep, wit gekleurd poeder en brokjes
Netto gewicht originele partij 0,30 gram
Monster geheel als monster onder voornoemde SIN
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten indicatie voor cocaïne
ITEM 4
SIN originele partij : AAIE0853NL
Goednummer : 3057395
Sealbagnummer : 82254684
Omschrijving verpakking : gripzak met daarin 1 mini wikkel met pennekruisje wit gekleurde brokjes
Netto gewicht originele partij 0,16gram
Monster geheel als monster onder voornoemde SIN
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten indicatie voor cocaïne
ITEM 5
SIN originele partij : AAIE0854NL
Goednummer : 3057397
Sealbagnummer : 82254684
Omschrijving verpakking : gripzak met daarin 5 mini wikkels met daarop een pennestreep wit gekleurd poeder en brokjes
Netto gewicht originele partij (na berekening) 0,68 gram
Monster geheel als monster onder voornoemde SIN
Indicatief onderzoek
Uitslag kleurtesten indicatie voor cocaïne
Sporendragers
Goednummer : PL0600-2023309014-3018620 (poeder en brokjes uit 7,59 gram)
SIN : AAQV4366NL
Goednummer : PL0600-2023309014-3057393 (poeder en brokjes uit 3,65 gram)
SIN : AAIE0851NL
Goednummer : PL0600-2023309014-3057394 (poeder en brokjes uit 0,30 gram)
SIN : AAIE0852NL
Goednummer : PL0600-2023309014-3057395 (brokjes uit 0,16 gram)
SIN : AAIE0853NL
Goednummer : PL0600-2023309014-3057397 (poeder en brokjes uit 0,68 gram)
SIN : AAIE0854NL
12.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 9 oktober 2023, zaaknummer 2023.10.09.002 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. M. Visser- Van Leeuwen, pagina 92, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAQV4366NL poeder en brokjes wit uit 7,59 gram bevat cocaïne
Aanvullende informatie
Opiumwet
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
13.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 9 oktober 2023, zaaknummer 2023.10.09.003 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. M. Visser- Van Leeuwen, pagina 93, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAIE0851NL poeder en brokjes wit uit 3,65 gram bevat cocaïne
Aanvullende informatie
Opiumwet
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
14.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 9 oktober 2023, zaaknummer 2023.10.09.004 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. M. Visser- Van Leeuwen, pagina 94, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAIE0852NL poeder en brokjes wit uit 0,30 gram bevat cocaïne
Aanvullende informatie
Opiumwet
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
15.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 9 oktober 2023, zaaknummer 2023.10.09.005 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. M. Visser- Van Leeuwen, pagina 95, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAIE0853NL poeder en brokjes wit uit 0,16 gram bevat cocaïne
Aanvullende informatie
Opiumwet
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
16.
Het deskundigenverslag van Nederlands Forensisch Instituut van 9 oktober 2023, zaaknummer 2023.10.09.006 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. M. Visser- Van Leeuwen, pagina 96, voor zover inhoudend:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk Omschrijving FO Conclusie
AAIE0854NL poeder en brokjes wit uit 0,68 gram bevat cocaïne
Aanvullende informatie
Opiumwet
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Feit 3
Geldbedrag € 229.474,09
17.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina’s 129 tot en met 143, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek Europa is besloten om onderzoek te doen naar de verdachte [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] -1986 (hierna [verdachte] ). Tijdens het onderzoek zijn bij verschillende banken gegevens gevorderd omtrent voornoemde verdachte over de periode 01-01-2018 tot en met 19-07-2023.
Uit onderzoek in de bankmutaties van de betaalrekeningen van de twee verdachten is gebleken dat er veel meer ontvangsten zijn op de bankrekeningen van verdachten dan verwacht kan worden op basis van het inkomen zoals dit bij de belastingdienst bekend is.
Overboekingen derden en betaalverzoeken
Er worden vele verschillende overboekingen van derden en betalingen op betaalverzoeken
ontvangen. Van de volgende totale bedragen die ontvangen worden door verdachte wordt
aangenomen dat dit inkomsten betreffen:
[rekeningnummer 1] € 205.320,79
[rekeningnummer 2] €2.627,30
Totaal wordt er € 207.948,09 ontvangen
Van verschillende betalers van de betaalverzoeken zijn de identificerende persoonsgegevens
gevorderd van de betreffende bankrekeningen. Van deze personen zijn verklaringen opgenomen over de reden van deze betalingen. Hieruit kwam verschillende keren naar voren dat de betalingen betrekking hadden op de aankoop van drugs van verdachten.
Contante stortingen en opnames
Op de bankrekeningen van [verdachte] is gedurende de gehele periode € 138.976 contant gestort en € 117.450 contant opgenomen. De bron van de bedragen die contant gestort worden is onbekend.
Resume inkomsten
Overboekingen derden en betaalverzoeken
Giraal € 207.948,09
Contant € 138.976,--
Gezien de diverse verklaringen van de betalers van betaalverzoeken en overboekingen naar bankrekeningen van verdachten is het vermoeden dat deze geldstroom afkomstig is van drugshandel.
18.
Het proces-verbaal van bevindingen TS-1 (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina’s 144 tot en met 164, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Bunq Bank [rekeningnummer 2] ten name van [verdachte]
Ontvangsten
Ik zag dat er in totaal een bedrag van € 2.672,30 wordt ontvangen door middel van diverse kleinere overschrijvingen die ontvangen worden van diverse personen. Ik zag dat er vaak niets in de omschrijvingen bij deze ontvangsten vermeld was, een aantal keren zag ik een algemene omschrijving zoals 'Benzine', 'Cadeau' en 'Diner'.
ING Bank [rekeningnummer 1] ten name van [verdachte]
Betaalverzoeken tussen € 10 en € 100
Ik zag dat op de bankrekening vele betalingen op betaalverzoeken binnen komen. Ik zag dat de volgende aantallen en bedragen per jaar binnen komen van betaalverzoeken waarbij het bedrag €10 of meer is, tot maximaal € 100:
2019
2020
2021
2022
2023
14 st
74 st
91 st
16 st
4 st
€ 850,00
€ 2.795,00
€ 4.151,00
€ 743,00
€ 340,00
Total
199 st
€ 8.879,00
lk zag dat er vaak een algemene omschrijving meegegeven wordt, zoals: 'Cadeau', 'Drankjes'
'Etentje', 'Bijdrage' en 'Boodschappen'.
Merkkleding
19.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina 165, 171 tot en met 174, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 18 juli 2023 is door verbalisanten in de woning [adres 2] het
volgende in beslag genomen:
Woning
Goed: Kleding, div. merkkleding
Goed: Jas, Moncler
Goed: Jas, Moncler
Goed: Portemonnee, Louis Vuitton
Goed: Schoudertas, Louis Vuitton,
Goed: Tas. Louis Vuitton
Goed: Schoudertas, Fendi,
Goed: Jas, Fendi
Goed: Schoenen, Gucci,
Goed: (Schouder)tassen, Gucci,
Goed: Schoenen, Dior,
Goed: Zonnebril, Dior
Goed: Schoudertas, Kenzo
Volkswagen:
Goed: Schoudertas, Louis Vuitton
Goed: Tas, Dior roze
20.
Het proces-verbaal van bevindingen PL0600-2023309014-120, opgemaakt en op 12 december 2023 ondertekend door [verbalisant 8] , voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 8 juli 2023 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres 2] . Tijdens deze doorzoeking zijn er meerdere kledingstukken aangetroffen en in beslag genomen. De kleding is onderzocht door het bedrijf [bedrijf] Zij hebben de kleding onderzocht, foto's gemaakt en contact gelegd met de merkhouders. Ik ontving van [bedrijf] per e-mail een uitslag van het eerder genoemde onderzoek. Ik las dat de onder verdachten in beslag genomen kleding van de volgende merken allemaal namaak waren:
Dior, Fendi, Gucci, Kenzo, Louis Vuitton Moncler
Hennep
21.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 323, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats: [adres 2]
Datum 18 juli 2023 te 08:30 uur
Aangetroffen in de schuur behorende tot de [adres 2] .
Volgnummer 1
Goednummer PL0600-2023309014-3018668
Hennepplant (Henneptoppen)
Totale hoeveelheid 6,21 kg
Brutogewicht inclusief sealbag
22.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 353, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats: [adres 2]
Datum 18 juli 2023 te 08:30 uur
Aangetroffen in de schuur behorende tot de [adres 2] .
Volgnummer 1
Goednummer PL0600-2023309014- 3018676
Hennepplant (Henneptoppen)
Totale hoeveelheid 1,08 kg
Brutogewicht inclusief sealbag
23.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 357, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats: [adres 2]
Datum 18 juli 2023 te 08:30 uur
Aangetroffen in de schuur behorende tot de [adres 2] .
Volgnummer 1
Goednummer PL0600-2023309014- -3018685
Hennepplant (Henneptoppen)
Totale hoeveelheid 1,08 kg
Brutogewicht inclusief sealbag
24.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 393, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats: [adres 2]
Datum 18 juli 2023 te 08:30 uur
Aangetroffen in de schuur behorende tot de [adres 2] .
Volgnummer 1
Goednummer PL0600-2023309014- 3018762
Hennepplant (Henneptoppen)
Totale hoeveelheid 10 gram
25.
Een kennisgeving van inbeslagneming pagina 398, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats: [adres 2]
Datum 18 juli 2023 te 08:30 uur
Aangetroffen in de schuur behorende tot de [adres 2] .
Volgnummer 1
Goednummer PL0600-2023309014-3018771
Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal 3 stuks
26.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 57 en 58, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 18 juli 2023 vond er een zoeking plaats in de woning gelegen aan de [adres 2] . Tijdens deze zoeking zijn er meerdere sealbag’s met vermoedelijk henneptoppen aangetroffen. Na onderzoek op de inhoud van de sealbag's had ik de volgende bevindingen.
Ik constateerde op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen en gerelateerde onderzoeken, dat het hennepptoppen waren. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten henneptoppen waren. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 Opiumwet.
Feit 4.
27.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina’s 129 tot en met 143, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek Europa is besloten om onderzoek te doen nar de verdachten [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] -1986 (hierna VE [verdachte] ) en [medeverdachte] , geboren [geboortedatum 2] -1980 (hierna VE [medeverdachte] ). Tijdens het onderzoek zijn bij verschillende banken gegevens gevorderd omtrent voornoemde twee verdachten over de periode 01-01-2018 tot en met 19-07-2023.
Uit onderzoek in de bankmutaties van de betaalrekeningen van de twee verdachten is gebleken dat er veel meer ontvangsten zijn op de bankrekeningen van verdachten dan verwacht kan worden op basis van het inkomen zoals dit bij de Belastingdienst bekend is.
In de bankgegevens van VE [verdachte] en VE [medeverdachte] zijn onder meer de volgende ontvangsten/inkomsten te zien:
Overboekingen derden en betaalverzoeken
Er worden vele verschillende overboekingen van derden en betalingen op betaalverzoeken ontvangen. Van de volgende totale bedragen die ontvangen worden door verdachten wordt aangenomen dat dit inkomsten betreffen:
VE [verdachte] [rekeningnummer 1] € 205.320,79 (zie bijlage 1)
[rekeningnummer 2] € 2.627,30 (zie bijlage 2)
Totaal wordt er € 207.948,09 ontvangen.
VE [medeverdachte]
[rekeningnummer 3] € 117.259,45 (zie bijlage 3)
Veelal betreffen dit bedragen die variëren tussen € 10 en € 100 en waarbij vaak een algemene omschrijving meegegeven wordt, zoals: 'Kado', 'Bijdrage' 'Verjaardag', 'Feestje' en 'Eten'. Van verschillende betalers van de betaalverzoeken zijn de identificerende persoonsgegevens gevorderd van de betreffende bankrekeningen. Van deze personen zijn verklaringen opgenomen over de reden van deze betalingen. Hieruit kwam verschillende keren naar voren dat de betalingen betrekking hadden op de aankoop van drugs van verdachten Hieruit ontstaat het vermoeden dat de bankrekeningen van verdachten gebruikt worden voor betalingen in verband met de handel in drugs.
Contante stortingen en opnames
Op de bankrekeningen van verdachten is te zien dat er meerdere contante stortingen plaatsvinden.
Op de bankrekeningen van VE [verdachte] wordt gedurende de gehele periode € 138.976 contant gestort.
Op de bankrekeningen van VE [medeverdachte] wordt gedurende de gehele periode € 300 contant gestort
28.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina 165, 171 tot en met 174, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik ontving een excel-bestand met een overzicht van de onder de opgevraagde bankrekeningen van bankrekening [rekeningnummer 3] , op naam van [medeverdachte] .
Ik zag dat de bestanden overzicht gaven van alle transacties op de genoemde bankrekeningen
tussen 2 januari 2018 en 18 juli 2023. Ik had de volgende bevindingen:
Ik zag in excel-bestand meerdere verdachte transacties. Ik vond de transactie
verdachte omdat:
- op dezelfde dagen meerdere betalingen van een tikkie door verschillende personen op verschillende tijdstippen
- veelal betalingen in de avond en nachtelijke uren
- algemene betalingsomschrijvingen zoals cadeau, eten, poker, vriendin en andere algemene termen
- ronde bedragen
- veelal bedragen van 10, 20, 30, 40 of 50 euro
[getuige 2] , [rekeningnummer 4] :
Ik zag meerdere verdachte betaling vanaf rekeningnummer: [rekeningnummer 4] , Hr. [getuige 2]
op de bankrekening van [medeverdachte] . Ik zag dat dat eerste betaling was gedaan op 19 juni 2020 om 00:30:50 uur, zijnde 20,00 euro. Ik zag dat de laatste betaling was gedaan op 23 april 2023 om 18:37:44 uur. Ik zag dat er in totaal 83 keer een bedrag door [getuige 2] was overgemaakt naar de eerder genoemde bankrekening van de verdachte. Ik zag dat er in totaal 2223,50 euro was betaald door [getuige 2] .
[naam 4] , [rekeningnummer 5] :
Ik zag meerdere verdachte betalingen vanaf rekeningnummer: [rekeningnummer 5] , [naam 4] . Ik zag dat de eerste betaling was gedaan op 23 juni 2020 om 01:2:06 uur, zijnde 10,00 euro. Ik zag de laatste betaling was gedaan op 14 juli 2023 om 17:50:36 uur, zijnde 50,00 euro. Ik zag dat er in totaal 229 keer een bedrag door [naam 4] was overgemaakt naar de eerder genoemde bankrekening van de verdachte. Ik zag dat er in totaal 7.503,00 euro was betaald door [naam 4] .
[naam 5] , [rekeningnummer 6]
Ik zag meerdere verdachte betaling vanaf rekeningnummer: [rekeningnummer 6] , [naam 5]
. Ik zag dat dat eerste betaling was gedaan op 20 juni 2020 om 01:08:55 uur, zijnde 30,00 euro. Ik zag dat de laatste betaling was gedaan op 24 juni 2023 om 19:07:37 uur. Ik zag dat er in totaal 50 keer een bedrag door [naam 5] was overgemaakt naar de eerder genoemde bankrekening van de verdachte. Ik zag dat er in totaal 1.190,00 euro was betaald door [naam 5] .
[getuige 4] , [rekeningnummer 7] :
Ik zag in het overzicht dat [getuige 4] in totaal 8.296,71 euro had overgemaakt naar de rekening van de verdachte [medeverdachte] , uitgezonderd betalingen via tikkie.
[getuige 5] , [rekeningnummer 8] :
Ik zag in het overzicht dat [getuige 5] 30 keer een tikkie had betaald aan de verdachte [medeverdachte] .
[naam 6] , [rekeningnummer 9] :
Ik zag in het overzicht dat [naam 6] in totaal 4.124,11 euro had overgemaakt naar de
rekening van de verdachte [medeverdachte] , uitgezonder betalingen via tikkie.
[naam 7] , [rekeningnummer 10] :
Ik zag in het overzicht dat [naam 7] in totaal 1.830,- had overgemaakt naar de rekening van de verdachte [medeverdachte] , uitgezonderd betalingen via tikkie.
29.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina 231 tot en met 246, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik opende het excel-bestand van bankrekening [rekeningnummer 3] , op naam van [medeverdachte] en bankrekening [rekeningnummer 1] , op naam van [verdachte] . Ik zag dat de bestanden overzicht gaven van alle transacties op de genoemde bankrekeningen tussen 2 januari 2018 en 18 juli 2023. Ik had de volgende bevindingen:
[rekeningnummer 1] , [verdachte] :
Ik zag in het overzicht dat er tussen de genoemde periode:
- in totaal 72.162,63 euro contanten waren gestort
- in totaal 26.754,50 euro aan ING betaalverzoeken was bijgeschreven
Ik zag in excel-bestand meerdere verdachte transacties. Ik vond de transactie verdacht omdat:
- op dezelfde dagen meerdere betalingen van een tikkie door verschillende personen op verschillende tijdstippen;
- veelal betalingen in de avond en nachtelijke uren;
- algemene betalingsomschrijvingen zoals cadeau, eten, poker, vriendin en andere algemene termen;
- ronde bedragen;
- veelal bedragen van 10, 20, 30, 40 of 50 euro;
Enkele voorbeelden:
[naam 8]
[getuige 1]
[naam 7]
[naam 9]
[naam 10]
[naam 11]
[getuige 4]
[naam 12]
[naam 13]
[getuige 2]
[getuige 5]
[naam 14]
[naam 15]
[naam 16]
[naam 17]
[naam 18]
4190,-
12170,41
180,-
20,-
410,-
400,-
933,50
18688,49
1690,-
60,-
60,-
274,-
20,-
3020,-
100,-
400,-
[getuige 2] :
Ik zag meerdere verdachte betalingen vanaf het rekeningnummer van [getuige 2] naar de bankrekening van verdachte [verdachte] . Ik zag dat de eerste betaling was gedaan op 13 juni 2020 om 04:00:11, zijnde 20,00 euro. Ik zag dat de laatste betaling was gedaan op 6 maart 2021 om 01:37:46. Ik zag dat er in totaal 3 keer een bedrag was betaald door [getuige 2] . Ik zag dat er in totaal 60,- euro door [getuige 2] was betaald aan [verdachte] .
Ik zag dat het rekeningnummer van [getuige 2] hetzelfde was als [getuige 2] die geld overmaakte naar de verdachte [medeverdachte] . Het was mij ambtshalve uit het onderzoek bekend dat [getuige 2] verklaard had dat alle betalingen voor drugs waren.
[naam 9] [rekeningnummer 11] :
Ik zag meerdere verdachte betaling vanaf rekeningnummer [rekeningnummer 11] ,
[naam 9] op de bankrekening van [medeverdachte] . Ik zag dat dat eerste betaling was gedaan op
2 april 2022 om 23:40:06 uur, zijnde 30,00 euro. Ik zag dat de laatste betaling was gedaan op 7 juli 2023 om 21:46:30 uur. Ik zag dat er in totaal 57 keer een bedrag door [naam 9] was overgemaakt naar de eerder genoemde bankrekening van de verdachte [medeverdachte] . Ik zag dat er in totaal 7.873 euro was betaald door [naam 9] .
[getuige 3] :
Ik zag twee verdachte betaling vanaf het rekeningnummer [getuige 3] naar de bankrekening van verdachte [verdachte] . Ik zag dat de eerste betaling was gedaan op 27 februari 2020 om 2:23:31, zijnde 20 euro. Ik zag dat de tweede betaling was gedaan op 31 oktober 2020 om 00:52:07, zijnde 20 euro.
Het is mij ambtshalve uit het onderzoek bekend dat [getuige 3] ook verdachte betalingen had gedaan op de rekening van de medeverdachte [medeverdachte] .
[getuige 4] :
Ik zag in het overzicht dat [getuige 4] in totaal 933,50 euro had overgemaakt naar de rekening van verdachte [verdachte] .
Het is mij ambtshalve uit het onderzoek bekend dat [getuige 4] ook verdachte betalingen had gedaan op de rekening van de medeverdachte [medeverdachte] .
[getuige 5] :
Ik zag in het overzicht dat [getuige 5] 60,- euro had overgemaakt naar de rekening van [verdachte] . Het is mij ambtshalve uit het onderzoek bekend dat [getuige 5] ook verdachte betalingen had gedaan op de rekening van de medeverdachte [medeverdachte] .
[naam 7] :
Ik zag dat [naam 7] in totaal 180,- euro had overgemaakt op de rekening van verdachte [verdachte] . Het is mij ambtshalve uit het onderzoek bekend dat [naam 7] ook verdachte betalingen had gedaan op de rekening van de medeverdachte [medeverdachte] .
30.
Het proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), pagina 217 tot en met 224, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , zakelijk weergegeven:
[rekeningnummer 12] , [getuige 1] :
Ik zag meerdere verdachte betaling vanaf rekeningnummer: [rekeningnummer 12] ,
[getuige 1] op de bankrekening van [verdachte] .
Ik zag dat dat eerste betaling was gedaan op 17 december 2018 zijnde 90,00 euro.
Ik zag dat er in totaal 221 keer een bedrag door [getuige 1] was overgemaakt naar deze bankrekening. Ik zag dat er in totaal 12.170,41 euro was betaald door [getuige 1] .
Ik zag dat [getuige 1] ook meerdere betalingen had gedaan naar de rekening van verdachte [medeverdachte] , met bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] . Ik zag dat [getuige 1] in totaal 8 keer geld had overgemaakt naar de rekening van [medeverdachte] en dat zij in totaal 444,- euro had overgemaakt naar deze bankrekening.
Op 3 oktober 2023 gingen wij met [getuige 1] in gesprek. Ik, [verbalisant 8] , vertelde [getuige 1] dat wij kwamen naar aanleiding van een witwas onderzoek en zij verdachte transacties had gedaan. Wij hoorden haar zeggen “vast voor [medeverdachte] ”.
Wij hoorden haar verder verklaren dat:
- hij 10 jaar lang haar vaste dealer was
- zij 23 jaar verslaafd is geweest en heel goed weet hoe lang ze bij iemand gekocht heeft
- [medeverdachte] altijd zijn afspraken na kwam en op tijd leverde
- zij zowel contant als cash betaalde voor drugs
- alle betalingen voor drugs waren
- zij cocaïne bij hem kocht
- zij in haar piek periode 2020-2021 soms wel voor 1.000 euro per dag drugs kocht
- zij hem belde/appte, een tikkie betaalde en dat [medeverdachte] het dan kwam brengen of door de brievenbus gooide.
Op 3 oktober 2023werd ik, [verbalisant 8] , gebeld door [getuige 1] . Ik heb de telefoon op luidspreker gezet zodat collega [verbalisant 9] mee kon luisteren.
Wij hoorden [getuige 1] zeggen dat:
- zij haar bankgegevens teruggekeken had
- zij zag dat zij meerdere keren geld had overgeboekt naar [rekeningnummer 1]
- zij zag dat de eerste overboeking was geweest op 4 oktober 2014
- zij sinds die dag drugs koopt bij [medeverdachte]
31.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van 28 maart 2024, voor zover inhoudend de verklaring van getuige [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
Ik ken [medeverdachte] en [verdachte] .
U houdt mij pagina 217 en 218 van het dossier voor. Ik ben 23 jaar verslaafd geweest en heb meerdere dealers gehad. [medeverdachte] was daar één van. Ik weet niet hoe vaak ik bij hem kocht. Dat kunt u zien aan de bankafschriften. Daarnaast kocht ik ook cash. Het klopt dat ik bij de politie heb verklaard dat [medeverdachte] mijn dealer is geweest. U vraagt mij naar de rol van [verdachte] . Zij is één keer bij mij geweest om coke te brengen.
Ik betaalde zowel cash als via tikkies. U houdt mij voor dat het lijkt ik de meeste bedragen aan [verdachte] heb overgemaakt. Naar mijn idee heb ik de meeste bedragen overgemaakt naar [medeverdachte] . Ik heb geen idee, ze zijn getrouwd. De gang van zaken was dat ik eerst de tikkie overmaakte en ik daarna de drugs kreeg.
Ik kan mij niet herinneren dat ik bij de politie heb gezegd dat ik [verdachte] tussen de 5 en 10 keer
langs heb gehad met drugs. Ik weet nu dat ze één keer is geweest.
32.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van 3 april 2024, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige [naam 4] , zakelijk weergegeven:
U houdt mij voor dat de politie onderzoek heeft gedaan naar meneer [medeverdachte] en ook naar zijn bankrekening. Uit dat onderzoek zou blijken dat er 229 betalingen door mij zijn gedaan, in
ieder geval van mijn bankrekening, aan meneer [medeverdachte] zijn overgemaakt.
U vraagt mij of ik destijds drugs bij [medeverdachte] kocht. Ik denk het wel. Ik zou geen andere reden hebben om geld naar hem over te maken. Ik maakte geld aan [medeverdachte] over in verband met cocaïne. Er kwamen wel eens verschillende personen het spul brengen. Ik stuurde een appje, altijd naar hetzelfde nummer als ik coke wilde. Ik stuurde dan een appje met: “Kan je nog zo komen?”. Dan wist hij dat ik wat nodig had. De coke werd door verschillende personen bezorgd. Ik maakte het altijd over naar dezelfde rekening. Ik kocht destijds bij [medeverdachte] alleen maar coke en geen anderen dingen.
Ik hoor de naam [medeverdachte] niet voor het eerst. Ik kende de naam van Tikkie. Daar stond zijn naam op. Eén gram kostte € 50,-. Als ik een bestelling deed, nam ik meestal af voor mijzelf en mijn ex. Ik gebuikte wel dagelijks. Mijn ex, [getuige 2] , bestelde soms ook wel eens. Ik maakte geld over via een Tikkie.
33.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van 5 juni 2024, voor zover inhoudende verklaring van de getuige [getuige 2] , zakelijk weergegeven:
Mevrouw [naam 4] was toen mijn vriendin. Ik denk dat ik bij de politie naar waarheid heb verklaard.
Ik gebruikte van alles: pillen, snuiven, wiet en xtc.
U houdt mij voor dat ik 83 x een bedrag zou hebben overgemaakt op de rekening van meneer [medeverdachte] . Ik had verschillende dealers. Wij noemden hem, onze dealer, vaak ‘ [alias 5] ’. Mijn ex regelde normaal gesproken het spul. Wij gebruiken elke dag samen. Zij betaalde of ik betaalde. Ik betaalde ook wel eens contant. Met ‘ [alias 5] ' bedoel ik iemand die dik is. Hij had zwart haar en kwam uit het buitenland. Ik ben via [naam 4] bij [medeverdachte] terecht gekomen. U vraagt mij waarom ik 83 x met ‘ [alias 5] ’ associeer. Omdat hij wel vaak langs is geweest.
34.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van 3 april 2024, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige [naam 6] , zakelijk weergegeven:
Meneer [medeverdachte] is een vriend van mij. Ik ken hem nu een jaartje of 8.
Ik kocht ook wel eens dingen bij meneer [medeverdachte] , coke. Ik denk één keer per week zeker, misschien twee keer. Ik betaalde soms via een Tikkie en soms contant. We spraken af of ik stuurde hem een appje. Ik kwam daar en dan vroeg hij wat ik nodig had. Ik vroeg dan om een x-bedrag aan coke. Ik kocht in die periode niet bij anderen, alleen bij [medeverdachte] . Als hij niets had, stuurde hij mij naar een ander. [medeverdachte] leverde niet altijd zelf. Van de 10 keer leverde hij 6 of 7 keer zelf en de andere keer die Turkse jongen. Ik betaalde bij aflevering cash. Ook betaalde ik via een Tikkie op zijn naam.
U houdt mij voor dat die bedragen moeilijk te rijmen zijn met mijn aankopen van elke week 1 soms 2 keer per week gedurende zo’n lange tijd. Daar antwoord ik op dat ik ook contant betaalde.
35.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van 8 mei 2024, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige [naam 9] , zakelijk weergegeven:
Ik kan vrij weinig over [medeverdachte] vertellen. Ik heb wel eens drugs gekocht bij hem. Destijds was dat coke, l x in de twee weken misschien. Betalingen gingen via tikkies of contant. Hij kwam zelf met de bestelling aan de deur in die tijd.
36.
Het proces-verbaal van de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel van 8 mei 2024, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige [naam 5] zakelijk weergegeven:
Ik heb geld overgemaakt om in eigen behoeftes te voorzien. Daar bedoel ik mee dat ik cocaïne kocht bij [medeverdachte] . De betalingen gingen via de bank. Ik kocht bij hem cocaïne, verder niks. Hoe vaak ik dit deed blijkt uit mijn bankgegevens. De bankgegevens geven aan in welke periode ik het kocht. Ik kreeg van hem een app of een sms met het verzoek om geld over te maken. Het kan zijn dat ik de naam [medeverdachte] op mijn bankgegevens heb zien staan of de naam van zijn vrouw.
De man die mij de drugs bracht was een buitenlands type klein en een beetje gezet. Donker haar, bruine ogen. Bij mijn weten was het iedere keer wel dezelfde man. Ik heb alleen klantcontact met hem gehad. Ik bestelde soms 1 keer soms 2 keer per week. In het begin heb ik sowieso contant betaald. Pas later ben ik via de bank gaan betalen. Het zal een paar maanden eerder zijn geweest dat ik contant heb betaald. Ik heb de cocaïne dus een paar maanden contant betaald en daarna ben ik via de bank gaan betalen.
37.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] pagina 304, voor zover inhoudend als de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
V: Welk(e) telefoonnummer (s) heeft u in gebruik?
A: [telefoonnummer 1]
38.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] pagina 272, voor zover inhoudend als de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
V: Welk(e) telefoonnummer (s) heeft u in gebruik?
A: [telefoonnummer 2] .
39.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] pagina 284, voor zover inhoudend als de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik weet dat mijn ex vrouw dit weleens gebruikt. Ik bedoel dan [alias 2] [verdachte] .
40.
Het proces-verbaal van bevindingen (telefoon [verdachte] ) en de daarbij gevoegde bijlagen, pagina’s 247 tot en met 251, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik was belast met onderzoek naar de inhoud van de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon, zijnde een Apple Iphone13 pro.
Apple ID : [e-mailadres]
Ik zag dat de mobiele telefoon was gekoppeld aan het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] , [alias 1] . Ik zag dat er 809 actieve whatsappgesprekken op de telefoon zichtbaar waren. Ik zag dat er in totaal 163.630 berichten waren gestuurd/ontvangen in whatsapp. Ik zag dat de verdachte in enkele gesprekken ook een wit blok te koop aan bood.
41.
Een geschrift, te weten een Extraction Report Apple iOS Full File System (Bijlage telefoon [medeverdachte] ), pagina 409, voor zover inhoudend:
Participants
[..]
+ [telefoonnummer 2]
[alias 4] (owner)
42.
Het proces-verbaal van bevindingen (telefoon [medeverdachte] ), pagina’s 252 tot en met 258, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik was belast met onderzoek naar de inhoud van de onder verdachte [medeverdachte] in beslag genomen mobiele telefoon, zijnde een Apple iPhone14. Ik zag dat de mobiele telefoon was gekoppeld aan het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] , [alias 3] .
Detected Model : iPhone 14
MSISDN : + [telefoonnummer 2]
Contacten:
Ik zag dat de verdachte 3085 contacten in zijn contactenlijst had staan. Ik zag dat vele contacten in hun naam een plaatsaanduiding hadden staan, enkel voorbeelden:
- [naam 19] [adres 3] Nieuw
- [naam 20] [adres 4]
- [alias 6] [adres 5]
- [adres 6]
- [naam 21] [adres 7]
- [naam 22] [adres 8]
Het is mij ambtshalve bekend dat dealers in hun klantenlijst vaak gebruik maken van uiterlijke kenmerken ( [alias 6] ) en locaties (straatnamen).
Whatsapp:
Ik zag dat er 1214 actieve gesprekken in whatsapp stonden. Ik zag dat er in totaal 47.183 berichten waren verstuurd of ontvangen met deze mobiele telefoon. Ik zag dat de verdachte op whatsapp zichzelf [alias 3] noemde. Ik zag aan de inhoud van de gesprekken dat deze telefoon werd gebruikt voor privé gesprekken en de handel van drugs.
Ik heb enkele gesprekken uitgewerkt ter illustratie.
[afbeelding]
[afbeelding]
Ik kan uit het gesprek opmaken dat de verdachte grotere hoeveelheid onversneden
harddrugs aan [naam 23] verkocht.
[afbeelding]
Ik had door het gesprek het vermoeden dat de verdachte en [naam 24] een gesprek hadden
over het opruimen en/of opstarten van een hennepkwekerij.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Sms:
Ik zag dat er 144 actieve sms-gesprekken in de telefoon stonden. Ik zag dat er in
totaal 3171 sms-berichten waren verstuurd of ontvangen met deze mobiele telefoon. Ik
zag dat de verdachte zichzelf [alias 4] noemde. Ik zag aan de inhoud van de gesprekken
dat deze telefoon werd gebruikt voor privé gesprekken en de handel van drugs.
[afbeelding]
[afbeelding]
Conclusie:
Ik kon uit de vele gesprekken in de mobiele telefoon opmaken dat de verdachte [medeverdachte] zich bezighoudt met de verkoop van harddrugs. Ik zag dat deze mobiele telefoon werd gebruikt als dealtelefoon.
Ik zag in de gesprekken met medeverdachte [alias 2] dat zij op de hoogte was van de handel door verdachte [medeverdachte] en zelf ook een actieve rol had in de handel van harddrugs.
43.
Een geschrift, te weten een Extraction Report Apple iOS Full File System (Bijlage telefoon [medeverdachte] ), pagina’s 527 tot en met 549, voor zover inhoudend:
Participants
[telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net
[alias 3] (owner)
[telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net
[alias 2]
Conversation - Instant Messages (60)
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Morgen heb ik er 18 van
Status: Read
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Had jij 6 van
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Inkoop wat is die
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
1000
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Hoev kost die
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Ligt wel voorbeeld in blauwe zak
Status: Read
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
1000
Status: Read
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Die [alias 7] komt nu wat brengen
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Geef hem 240 euro
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Ligt geld in die la
(Pagina 537)
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
100 van daag 50
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Geniet nog maar ff van je rekening
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Weinig tikkies he
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Of mensen hebben betaald
From:. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Hij besteld nieuwe
From [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner}
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Wil weer
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
50
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Welke?
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
[naam 2] heeft niets meer
Pagina 541
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Nu ga je snel van [naam 1] pakken
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Ik hou nu elke cent bij
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Laat hem alles pakken
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
En verkopen
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Vraag aan [naam 25] of hij 25 g Piet heeft
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Die [naam 3] moet betalen
From : [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To:. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Jou klante. Allemaal
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
hij belt mij 10 keer voor geld
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
En spul
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Ja niet geven
(pagina 545)
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Zeg maar regel met [alias 2]
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Ik werk toch ook hard
From:. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Jij en die kanker klanten van je sporen niet
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Heeft die hoer die 500 betaald
From: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Anders ga ik morgen daar aan de deur
from: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Krijg nog 2200 van haar man
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To: [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Van uit vakantie kun jij nog praten hij komt voor wiet voor jou ik wil hem niet eens na ons
hebben bestolen en doen
From: [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Zij Will b 100
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Ik heb alleen 3700
From. [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net [alias 3] (owner)
To. [telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [alias 2]
Van jou voor spul
44.
Een geschrift, te weten een Extraction Report Apple iOS Full File System (Bijlage telefoon [medeverdachte] ), pagina’s 550 tot en met 560, voor zover inhoudend:
Participants
+ [telefoonnummer 2]
[alias 4] (owner)
+ [telefoonnummer 1]
[alias 2]
From. + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
To: + [telefoonnummer 1]
Ik geef die pillen
[afbeelding]
From. + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
To: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
Wat kosten die
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Kost hem 45
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Ligt boterham zakje en grote zak stelling eronder weegschaal ligt ook in schuu
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Ashur heeft 6 stuks gegeven erkik geeft mij morgen ook 5 stuks
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Die arabs geven ook 10 stuks
From: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
To. + [telefoonnummer 1] [alias 2]
Wat heroïne weer
From: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
To. + [telefoonnummer 1] [alias 2]
Of deze keer weer iets anders
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Met je tikkies van [naam 26]
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Waar is die gruis van [naam 27]
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Lag hier in de kast
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Mij naaien voor 6 stuks en dan janken om 4K
From:. + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Laat Ferdi achter mijn rug om nog maar 6 stuks aan [naam 28] geve
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
Moet die arabs betalen
From: + [telefoonnummer 1] [alias 2]
To: + [telefoonnummer 2] [alias 4] (owner)
De enige mensen die mij nog handel geven en helpen
45.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 oktober 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik wist dat mijn ex-man, [medeverdachte] , in harddrugs handelde.
Feit 5
46.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 oktober 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik heb in de ten laste gelegde periode weleens softdrugs verkocht. Het kan dat ik in 2022 hennep heb afgeleverd. Ik heb gesprekken gevoerd over softdrugs.
47.
Het proces-verbaal van bevindingen (telefoon [verdachte] ) en de daarbij gevoegde bijlagen, pagina’s 247 tot en met 251, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik was belast met onderzoek naar de inhoud van de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon, zijnde een Apple Iphone13 pro.
Device name : Iphone van [verdachte]
Apple ID : [e-mailadres]
MSISDN: + [telefoonnummer 1]
Ik zag dat de mobiele telefoon was gekoppeld aan het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] , [alias 1] .
Whatsapp:
Ik zag dat er 809 actieve whatsappgesprekken op de telefoon zichtbaar waren. Ik zag dat er in totaal 163.630 berichten waren gestuurd/ontvangen in whatsapp. Ik zag dat veel van deze gesprekken gingen over het kopen en verkopen van drugs. Ik zag dat het hier in de meeste gevallen ging over softdrugs, zijnde wiet of hennep. Ik zag dat er in de gesprekken veelal gesproken werd over de kwaliteit, prijs en hoeveelheid.
Ik heb enkele gesprekken uitgewerkt ter illustratie.
[afbeelding]
Het is mij ambtshalve bekend dat 'H' staat voor een type hennep, zijnde Haze.
vermoed dat getallen als 38/39 verwijs naar 3800/3900 euro, een marktconforme
voor 1 kilo hennep.
[afbeelding]
Ik zag dat [alias 1] in dit gesprek meerdere foto's stuurde naar [naam 29] . Ik zag dat hierop
henneptoppen te zien waren.
[afbeelding]
[afbeelding]
Ik zag in het gesprek dat [alias 1] meerder afbeeldingen stuurde van henneptoppen. Ik kon uit het gesprek opmaken dat [alias 1] hennep verkocht aan [alias] . Ik kon ook uit het gesprek opmaken dat [alias 1] ook drugs van [alias] kocht. Ik zag dat [alias 1] een foto stuurde van een wit blok, wat ik ambtshalve herkende als cocaïne. Ik zag dat zij dit wilde verkopen aan [alias] .
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Ik kon uit het gesprek opmaken dat [alias 1] softdrugs inkocht bij [naam 30] .
Conclusie:
Ik kon uit de vele gesprekken in de mobiele telefoon opmaken dat de verdachte [verdachte] zich bezighoudt met de grootschalige inkoop en verkoop van softdrugs, zijnde hennep. Ik zag dat de verdachte de softdrugs niet in gebruikershoeveelheden verkocht maart grotere hoeveelheden, veelal kilo's. Ik zag dat de verdachte enkele malen een foto stuurt met een hand vol henneptoppen. Ik zag op de achtergrond van de foto een deel van een achtertuin. Ik herkende de achtertuin voor 100% ambtshalve als zijnde de achtertuin van de verdachte, gelegen aan de [adres 2] . Ik zag dat de verdachte in meerdere gesprekken foto's stuurden van henneptoppen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2023309014, betreft onderzoek Europa, opgemaakt en afgesloten 27 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Pag 257
4.Pagina’s 530 tot en met 560.
5.Pagina’s 530 tot en met 560.