10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: medeplegen van een poging tot zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en wegmaken;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
73 (drieënzeventig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vorderingen, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. M.S. de Waard en mr. I. Piksen, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2024.
Mr. M.S. de Waard is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024053371. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 3 februari 2024 (pag. 11 tot en met 14), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 februari 2024, werd ik gebeld door mijn vriendin, [medeverdachte 4] , zij nodigde mij uit in Vriezenveen. We liepen in het park en ik zag vier mensen op mij af komen, zij kwamen vanuit de zijkant van de weg, alsof zij verstopt zaten. De eerste persoon die mij aanviel
heet: [medeverdachte 1] . Ik herken deze persoon als de broer van mijn vriendin. Ik zag dat hij
mij aanviel met een stok. Hij sloeg mij en ik viel op de grond en zag ik dat alles zwart werd voor mijn ogen. Ik voelde dat hij mij raakte op mijn hoofd. Ik kan de stok omschrijven als volgt: hout, een soort hamer, 5 bij 20 centimeter. Er kwam nog een persoon bij, hij heet [medeverdachte 3] , ik zag dat deze persoon mij schopte en ik voelde dat hij mij raakte op mijn gezicht, op mijn ogen. Ik zag dat alle vijf personen mij schopten en sloegen. Ik voelde overal pijn. Ook mijn vriendin sloeg mij. De personen zijn: [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Ik hoorde dat [medeverdachte 1] zei tegen mijn vriendin: 'sla hem, sla hem'. Ik zag dat mijn vriendin mij sloeg op mijn hoofd en gezicht. Ik zag dat [medeverdachte 2] mij sloeg. Ik heb mijn gezicht beschermd. Ik voelde dat ik geraakt werd bij mijn oog. Ik zag dat [verdachte] mij schopte met zijn voet en ik voelde dat hij mij raakte op mijn hoofd. [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] zaten boven op mij en ik voelde dat zij mijn zakken leeg haalden. Ik ben mijn zwarte Samsung A14 kwijt, deze is meegenomen door de genoemde personen. Ik voel vooral veel pijn overal in en op mijn hoofd. Ik ben door de ambulance meegenomen naar het ziekenhuis.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 3 februari 2024 (pag. 27), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 3 februari 2024, omstreeks 13.50 uur, sprak ik in het Herman Jansenpark te Vriezenveen met een persoon die opgaf te zijn: [slachtoffer] . Ik zag dat hij veel verwondingen in zijn gezicht had. [slachtoffer] vertelde mij dat hij in het park liep met zijn vriendin. Ineens stonden er naast dat pad vier personen die hem aanvielen. Door die personen werd hij vervolgens geslagen en geschopt. Ook toen hij op de grond lag werd hij geschopt tegen zijn hoofd. Tevens was hij geslagen met een steel van een hamer. Ik zag een steel van een hamer op de grond liggen vlak bij [slachtoffer] . Desgevraagd bevestigde hij dat dit de steel was waar hij mee geslagen was en dat er geen hamer aan zat toen hij er mee
geslagen werd.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 3 februari 2024 (pag. 17 tot en met 19), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 februari 2024 liep ik in Vriezenveen in de richting van het Herman Jansenpark. We zagen twee jongens boven op een andere jongen zitten en deze jongen werd behoorlijk mishandeld door de twee jongens die op hem zaten en nog een andere jongen die ernaast stond. Hij werd geslagen met wat leek op de steel van een hamer en hij werd geschopt en geslagen waar ze hem maar raken konden. Hij werd ook meerdere keren hard tegen zijn hoofd getrapt. Er zaten anderen bovenop hem. Met name een van de jongens was heel erg agressief. Het ging om de kleinste jongen die daarna ook met het meisje is weggelopen. Ik zag dat het meisje de jongen die op de grond lag een hele harde schop gaf tegen zijn rechterarm. Het slachtoffer had behoorlijk letsel in zijn
gezicht. Zijn ogen zaten dicht en hij had veel bloed in zijn gezicht.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 3 februari 2024 (pag. 21 tot en met 24), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 februari 2024 in Vriezenveen zag ik een jongen op de grond liggen en daar bovenop zat een andere jongen. Daar omheen stonden denk ik vijf personen waaronder een meisje. Ik zag dat er uit de groep, die om de jongen heen stond, getrapt werd. En dan bedoel ik echt uitgehaald met het been naar achteren en dan trappen. Ik zag dat dit trappen richting het hoofd was.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 4 februari 2024 (pag. 60 tot en met 68), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mijn broer [medeverdachte 1] had bedacht dat [medeverdachte 4] een afspraak moest maken met die jongen. Zodat hij niet wist dat wij er ook waren. Mijn zus heeft een afspraak met hem gemaakt. Wij zouden hun opwachten. Ik was samen met mijn twee broers, [medeverdachte 1] en [verdachte] en een vriend van mijn broer, [medeverdachte 3] . Ik stond vooraan in de bosjes mijn broers en [medeverdachte 3] iets verderop. Wij hebben de telefoon van de jongen afgepakt. De jongen is door mijn broers en de vriend van mijn broer naar de grond gewerkt en ze hebben hem geslagen. Ik heb hem geslagen toen ik zijn telefoon afpakte. Mijn zus heeft de telefoon van die jongen kapot gegooid.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 4 februari 2024 (pag. 83 tot en met 91), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 februari 2024 was ik in Vriezenveen. Ik heb die jongen opgewacht om de telefoon van hem af te pakken. [medeverdachte 4] heeft hem gelokt. Wij hebben ons vervolgens verstopt. Wij zijn naar die jongen toegelopen hebben de telefoon afgepakt en wij hebben hem mishandeld. Ik heb hem wel 10 à 15 keer geslagen en geschopt. Ik heb hem geraakt op zijn buik en gezicht. Ik heb de telefoon afgepakt, kapot gemaakt en weggegooid.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4] van 4 februari 2024 (pag. 141 tot en met 150), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mijn broers wisten dat ik met [slachtoffer] had afgesproken in Vriezenveen. Mijn broers gingen met [slachtoffer] op de vuist. Het was vier tegen een. Ze waren met zijn vieren aan het slaan en schoppen tegen [slachtoffer] . Ik heb [slachtoffer] ook geslagen en één keer geschopt. Ik heb zijn telefoon kapot gemaakt en op de grond gesmeten.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 4 februari 2024 (pag. 175 tot en met 185), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zei tegen [medeverdachte 4] dat zij moest proberen die jongen naar Vriezenveen te laten komen. De bedoeling was om hem naar het park te lokken en dan zijn telefoon af te pakken en te vernielen. Toen [medeverdachte 4] met die jongen kwam aanlopen heb ik de jongen vastgepakt en ben ik direct gaan slaan, slaan, slaan, slaan en slaan. Hij lag op zijn rug op de grond en ik zat bovenop hem. Ik heb geslagen met een steel van de hamer. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] hebben zijn telefoon afgepakt. Ik was daar samen met mijn broers.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] van 3 februari 2024 (pag. 109 tot en met 123), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik had in Vriezenveen afgesproken met de broers van [medeverdachte 4] . Wij wilden de telefoon van die jongen kapot maken zodat hij [medeverdachte 4] niet meer kon bedreigen. [medeverdachte 4] heeft met die jongen afgesproken en wij zeiden tegen haar waar zij met hem naar toe moest wandelen. Wij zaten verstopt en hebben hen opgewacht. Wij hebben hem toen vastgegrepen. Wij hebben zijn telefoon afgepakt, kapot gemaakt en weggegooid.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 3 februari 2024 (pag. 11 tot en met 14);
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 september 2024.