Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met 18 producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 september 2024. Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig de heer [naam 4] namens NVIG, vergezeld van zijn advocaat mr. Mulder en [gedaagde] in persoon, vergezeld van zijn advocaat mr. Melens.
2.De beslissing samengevat
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
heeft per heden aan de schuldenaar[rechtbank: [gedaagde] ]
ter leen verstrekt een bedrag van eenhonderd zeventig duizend euro (€ 170.000,00), hierna te noemen “hoofdsom”, welk bedrag de schuldenaar hierbij verklaart ter leen te hebben ontvangen van, en mitsdien aan de schuldeiser verschuldigd te zijn.
De schuldenaar zal alle bedragen die ter zake van deze overeenkomst van geldlening
zijn investering als er geld verdiend wordt’,maar is door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd dat met ‘investering’ de (opeisbaarheid van de) geldlening uit de geldleningsovereenkomst is bedoeld, terwijl NVIG dit met succes heeft weersproken. Ook uit de omstandigheid dat [naam 4] “
alle risico op zich” neemt, valt niet zonder meer af te leiden dat dit betekent dat de aan [gedaagde] verstrekte geldlening niet terugbetaald hoefde te worden.