Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties genummerd 1 t/m 15,
- het emailbericht van de rechtbank van 18 april 2024, waarin aan partijen is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
2.Samenvatting
3.De feiten
- [naam 1] heeft de nalatenschap verworpen;
- [naam 2] heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard en zij heeft [gedaagde] gemachtigd om haar te vertegenwoordigen bij de afwikkeling van de nalatenschap;
- [gedaagde] heeft de nalatenschap zuiver aanvaard en heeft haar benoeming tot executeur aanvaard;
4.Het geschil
- een bedrag van € 7.450,00,
- een bedrag van € 5.000,00 wegens een overboeking van 2 augustus 2019 en een bedrag van € 3.500,00 wegens een overboeking van € 25 december 2020,
- een bedrag van € 5.000,00 in verband met een storting van erflater op de rekening van [gedaagde] ,
- een bedrag van € 5.000,00 in verband met een opname van contant geld in de [adres] ,
- een bedrag van € 14.235,58 wegens reiskosten,
- een bedrag van € 5.000,00.
5.De beoordeling
Schenking is de overeenkomst om niet, die ertoe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van eigen vermogen de andere partij, de begiftigde, verrijkt. En in aanvulling daarop staat in artikel 7:186 lid 2 BW:
Als gift wordt aangemerkt iedere handeling die er toe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt.Van belang is aldus of sprake is van een ‘verrijking’ bij de ontvanger, en of dat ook de strekking is geweest van degene die is verarmd. De rechtbank zal de inhoud van deze bepalingen verderop in dit vonnis betrekken bij de beoordeling of er sprake is geweest van giften die moeten worden meegeteld bij de berekening van de legitieme portie van [eiseres] , zoals [eiseres] stelt. Eerst merkt de rechtbank nog het volgende op.