ECLI:NL:RBOVE:2024:5502

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
11215361 \ CV EXPL 24-1502
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over elektriciteits- en gasmeters en afrekeningen servicekosten

In deze zaak huren eisers een woning van Roba Vastgoed B.V. en stellen zij dat de elektra- en gasmeters niet alleen hun eigen verbruik registreren, maar ook dat van andere ruimtes op het perceel van Roba. Zij vorderen dat Roba wordt veroordeeld om een elektricien of deskundige te laten onderzoeken of er andere objecten op de woning zijn aangesloten, of er eigen meters geplaatst kunnen worden, en op welke wijze het verbruik kan worden afgerekend. Daarnaast vragen zij om de plaatsing van eigen meters en deugdelijke afrekeningen van de servicekosten over de jaren 2020 tot en met 2023, verminderd met de energietoeslagen. Roba voert verweer en stelt dat eisers onvoldoende belang hebben bij het gevorderde onderzoek. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot onderzoek door een elektricien of deskundige wordt afgewezen, omdat eisers inmiddels over een eigen gasmeter beschikken en de elektriciteitsmeter alleen het verbruik van het kantoor van een derde registreert. De vordering tot plaatsing van een eigen elektriciteitsmeter wordt toegewezen, evenals de vordering tot afgifte van deugdelijke afrekeningen. De kantonrechter wijst echter de vordering tot vermindering van de energietoeslagen af, omdat Roba heeft aangetoond dat zij deze al aan eisers heeft overgemaakt. De proceskosten worden toegewezen aan eisers, aangezien Roba grotendeels in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11215361 \ CV EXPL 24-1502
Vonnis van 22 oktober 2024
in de zaak van

1.[eiser] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
gemachtigde: mr. D.F. Briedé,
tegen
ROBA VASTGOED B.V.,
te Rijssen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Roba,
procederend in persoon.

1.Samenvatting

1.1.
[eisers] huren een woning van Roba. Zij stellen dat de elektra- en gasmeters niet alleen hun eigen verbruik registreren of registreerden, maar ook het verbruik van andere ruimtes op het perceel van Roba. Zij vorderen dat Roba wordt veroordeeld om een elektricien of deskundige te laten onderzoeken: 1) of er andere objecten op de woning zijn aangesloten, 2) of er eigen meters geplaatst kunnen worden, en 3) op welke redelijke wijze het verbruik kan worden afgerekend. Daarnaast vorderen zij plaatsing van eigen meters en afgifte van deugdelijke afrekeningen van de servicekosten over de jaren 2020 tot en met 2023 verminderd met de energietoeslagen. Roba voert verweer.
1.2.
De kantonrechter oordeelt dat [eisers] onvoldoende belang hebben bij het gevorderde onderzoek door een elektricien of deskundige en wijst deze vordering af. De vordering tot plaatsing van eigen meters zal alleen worden toegewezen met betrekking tot de elektriciteitsmeter. Partijen zijn het er namelijk over eens dat de gasmeter inmiddels al alleen het verbruik van [eisers] registreert. De vordering tot het ter beschikking stellen van deugdelijke afrekeningen wordt toegewezen. Het gedeelte van de vordering dat de energietoeslagen daarop in mindering moeten worden gebracht, wordt afgewezen. Roba heeft namelijk onbetwist aangevoerd dat zij de toeslagen die zij heeft ontvangen al naar [eisers] heeft overgemaakt en [eisers] hebben niet onderbouwd dat Roba nog meer toeslagen heeft ontvangen of op meer toeslagen aanspraak had kunnen maken.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de aanvullende producties van [eisers] ,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 17 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitaantekeningen van [eisers]
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eisers] huren sinds 1 december 2011 de (boven)woning aan de [adres] van Roba, op grond van een schriftelijke huurovereenkomst.
3.2.
In de huurovereenkomst is opgenomen dat [eisers] een voorschot van € 150,00 per maand betalen voor de nutsvoorzieningen.
3.3.
Onder de woning bevindt zich een kantoorruimte, behorend bij de ruimte beneden die door garagehouder [bedrijf] wordt gehuurd. Op het perceel van Roba bevindt zich links van het gebouw nog een garage van Roba en verder links een tankstation van Tango.
3.4.
De gasmeter van de woning bevindt zich in de gemeenschappelijke hal beneden en de elektrameter bevindt zich in de garage van [bedrijf] .
3.5.
Vanaf 1 januari 2022 heeft Roba het voorschotbedrag voor de nutsvoorzieningen verhoogd naar € 280,00 per maand.
3.6.
Op 10 januari 2023 heeft de heer [naam 1] van Roba per e-mail het volgende aan [eisers] bericht:
“(…) Voor elektriciteit in 2022 totaal 6327 kwh .Hierin zit echter ook het verbruik door Tango. Ik heb de meterstanden van Tango opgevraagd maar nog niet ontvangen. Zodra ik die heb kom ik met een totaal overzicht. (…)”
3.7.
Op 13 februari 2023 heeft Roba per e-mail aan [eisers] medegedeeld dat het voorschot voor de nutsvoorzieningen na herberekening uitkomt op € 495,00 per maand.
3.8.
[eisers] hebben de Huurcommissie gevraagd om het voorschotbedrag te beoordelen. Op 20 maart 2023 heeft de voorzitter van de Huurcommissie het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Daarbij is overwogen dat de procedure uitsluitend is opengesteld voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en dat [eisers] hebben verklaard dat zij geen eigen meter hebben.
3.9.
Op 25 april 2023 heeft de heer [naam 1] van Roba per e-mail het volgende aan [eisers] bericht:
“(…) In een eerste rekening had ik Tango meegerekend voor 50% electrisch. Dat was onjuist. (…)”
3.10.
Vóór april 2023 gebruikte [bedrijf] gaskachels. Nadien is zij heathers gaan gebruiken en heeft zij de gaskraan dichtgedraaid.
3.11.
[eisers] zijn in verzet gegaan tegen het oordeel van voorzitter van de Huurcommissie. Op 10 mei 2023 heeft de Huurcommissie het verzet ongegrond verklaard. De Huurcommissie heeft Roba er wel op gewezen dat zij bij de afrekening voldoende inzichtelijk moet maken op welke wijze zij de bij haar in rekening gebrachte kosten toerekent aan [eisers] , dat de feitelijke situatie op dit moment voor beide partijen niet duidelijk is en dat het aan Roba is om daarover duidelijkheid te creëren.
3.12.
Op 19 juli 2024 zijn de gasleidingen naar andere vertrekken dan die van [eisers] afgekoppeld. Het ging daarbij om een leiding naar de shop en een leiding naar de garage van [bedrijf] .

4.Het geschil

4.1.
[eisers] vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Roba veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis een gecertificeerd of erkend elektricien of deskundige te zoeken om de werking van de elektrische en gasinstallatie van de woning te onderzoeken en de volgende vragen te stellen:
- is de woning aangesloten op andere objecten op het perceel waaronder de garage en kantoorruimte?
- is het mogelijk om in de woning eigen elektra- en gasmeters te plaatsen zodat voortaan uitsluitend het verbruik van de woning wordt geregistreerd?
- op welke redelijke wijze kan het verbruik vanaf 2020 worden afgerekend en in de toekomst worden afgerekend?
II. Roba veroordeelt om eigen meters voor individueel verbruik in de woning te plaatsen binnen twee maanden na het verslag van de deskundige, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag(deel) dat zij zich hier niet aan houdt, tot een maximum van € 10.000,00,
III. Roba veroordeelt om binnen een maand na het beschikbaar komen van de bevindingen van de deskundige, deugdelijke afrekeningen van de servicekosten - als zijnde een individuele woning - ter beschikking te stellen over de jaren 2020 tot en met 2023, waarop de energietoeslag over de jaren 2021 en 2022 en de gemeentelijke energietoeslag over 2023 in mindering wordt gebracht, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag(deel) dat dit uitblijft, tot een maximum van € 10.000,00,
IV. Roba veroordeelt in de proceskosten.
4.2.
[eisers] leggen het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. Zij stellen dat de elektra- en gasmeters niet alleen hun eigen verbruik registreren of registreerden, maar ook het verbruik van andere ruimtes op het perceel van Roba. Dit blijkt volgens hen uit de hoge facturen en omdat meerdere keren is gebleken dat bij stroomuitval in de woning van [eisers] tegelijkertijd ook de stroom van het kantoor en de garage van [bedrijf] uitvalt. Daarnaast heeft Roba erkend dat het systeem tussen hen en [bedrijf] gekoppeld is en dat ook Tango op de meter is aangesloten. [eisers] stellen dat zij recht hebben op deugdelijke afrekeningen waarbij zij alleen voor hun eigen verbruik betalen. Daarnaast stellen zij dat zij de jaarlijkse toelages en subsidies over de jaren 2021 tot en met 2023 zijn misgelopen, omdat Roba het contract voor de levering van de nutsvoorzieningen voor het gehele complex heeft afgesloten en de toelages en subsidies heeft verrekend met de energiekosten voor het gehele complex. Volgens [eisers] is onderzoek door een deskundige nodig om te bepalen of het mogelijk is om individuele meters te plaatsen en hoe het gebruik in het verleden en in de toekomst kan worden afgerekend.
4.3.
Roba voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers] , dan wel tot afwijzing van hun vorderingen, met veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.
4.4.
Roba voert aan dat zij haar technisch beheerder [naam 2] heeft ingeschakeld om het elektra- en gassysteem te onderzoeken. Daaruit is gebleken dat [eisers] over een eigen gasmeter beschikken. Deze meter had weliswaar twee aftakkingen naar andere ruimtes (de shop en de garage van [bedrijf] ), maar daarop werd al jaren geen gas verbruikt en deze zijn inmiddels afgesloten. Daarnaast is gebleken dat de elektriciteitsmeter van [eisers] alleen een aftakking naar het kantoor van [bedrijf] heeft. Het elektriciteitsverbruik van het kantoor wordt dus op de meter van [eisers] geregistreerd. Dit verbruik wordt echter gecompenseerd met het verbruik van de (oude) vrieskist in de oude garage van Roba en een koelkast in de hal beneden die door [eisers] worden gebruikt, maar op de elektriciteitsmeter van [bedrijf] worden geregistreerd. De heer [naam 1] van Roba dacht dat het verbruik van Tango ook op de elektriciteitsmeter van [eisers] werd geregistreerd, maar dat bleek niet juist te zijn. Tango heeft een eigen energiemeter. Het voorschot voor de nutsvoorzieningen wordt op grond van artikel 6 van de huurovereenkomst jaarlijks geïndiceerd. Na overleg met energieleverancier ENGIE is het voorschot van € 495,00 verlaagd naar € 350,00 per maand. Volgens Roba is dit correct, aangezien het naastgelegen appartement een energieverbruik van € 275,00 per maand heeft voor een eenpersoonshuishouden. [eisers] zijn vanaf 1 januari 2022 echter steeds € 280,00 per maand blijven betalen. De tekorten die hierdoor ontstonden op de afrekeningen over de jaren 2020 tot en met 2023 zijn voor rekening van Roba gebleven. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 4.085,00 dat feitelijk dus voor rekening van [eiser] c.s. dient te komen. De toeslagen die Roba heeft ontvangen, zijn overgemaakt naar rekening van [eisers] Het klopt dat [eisers] subsidies mislopen. Dat komt omdat zij geen energiecontract op hun eigen naam hebben. Roba heeft daarom voorgesteld dat zij een eigen energiecontract aangaan.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Onderzoek door elektricien
5.1.
De vordering om Roba te veroordelen een elektricien of deskundige te laten onderzoeken of de huurwoning op andere objecten is aangesloten en of er eigen elektra- en gasmeters geplaatst kunnen worden, zal worden afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben [eisers] onvoldoende belang bij deze vordering. Zij hebben op de mondelinge behandeling namelijk erkend dat er inmiddels geen andere ruimtes op hun gasmeter meer zijn aangesloten en dat zij in feite dus al een eigen gasmeter hebben. Daarnaast heeft Roba erkend dat het kantoor van [bedrijf] op de elektriciteitsmeter van [eisers] is aangesloten, maar heeft zij verklaard dat zij bereid is om een tussenmeter te plaatsen, zodat in de toekomst alleen het elektriciteitsverbruik van [eisers] zal worden geregistreerd. Roba heeft verder aangevoerd dat uit het onderzoek van haar installateur is gebleken dat er verder geen andere ruimtes op de elektriciteitsmeter van [eisers] zijn aangesloten. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben [eisers] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er nog meer ruimtes op hun elektriciteitsmeter zijn aangesloten dan het kantoor. Dat de stroom bij [eisers] en de garage van [bedrijf] tegelijkertijd uitvalt, zoals zij hebben aangevoerd, is betwist en op geen enkele wijze onderbouwd.
5.2.
De vordering om Roba te veroordelen een elektricien of deskundige te laten onderzoeken op welke redelijke wijze het verbruik vanaf 2020 en in de toekomst kan worden afgerekend, zal ook worden afgewezen.
Vaststaat dat [eisers] inmiddels over een eigen gasmeter beschikken. Het verbruik zal na het plaatsen van de toegezegde tussenmeter voor elektriciteit dan ook gewoon kunnen worden afgerekend op basis van de eigen gas- en elektriciteitsmeterstanden van [eisers] Voor het bepalen van een redelijke manier van afrekening van het verbruik daarvóór is geen elektricien of deskundige nodig. Een elektricien of deskundige kan immers niet vaststellen hoe het verbruik in het verleden precies is geweest en de kantonrechter kan ook zelf bepalen wat een redelijke manier van afrekenen is. Redelijk is dat op basis van de energienota’s van ENGIE wordt vastgesteld wat het energieverbruik van de woning vanaf 2020 is geweest. Dit verbruik zal moeten worden verminderd met (een onderbouwde schatting van) het eventuele gasverbruik van de shop (tussen 2020 en 19 juli 2024) en van de garage van [bedrijf] (tussen 2020 en april 2023) op de gasmeter van [eisers] en met (een onderbouwde schatting van) het elektriciteitsverbruik van het kantoor van [bedrijf] (vanaf 2020 tot de plaatsing van de tussenmeter voor elektrictiteit). Daarnaast zal het verbruik moeten worden vermeerderd met (een onderbouwde schatting van) het elektriciteitsverbruik van de vriezer en koelkast die [eisers] gebruiken, voor zover dit verbruik niet op hun eigen elektriciteitsmeter is geregistreerd. [eisers] erkennen namelijk dat zij gebruikmaken van de vriezer en koelkast, maar betwisten dat deze is aangesloten op de elektriciteitsmeter van [bedrijf] . Opgemerkt wordt dat het gasverbruik van de shop (tussen 2020 en 19 juli 2024) en het gasverbruik van de garage van [bedrijf] (tussen 2020 en april 2023) als “eventueel” is aangemerkt, omdat het niet zeker is dat in die periodes de shop en de garage daadwerkelijk gas hebben verbruikt dat geregistreerd is op (dezelfde) gasmeter als waarop het gasverbruik van [eisers] geregistreerd wordt. Roba heeft namelijk gesteld dat de shop en de garage al jaren geen gas meer verbruiken via diezelfde meter.
Woning voorzien van eigen meters
5.3.
Aangezien Roba heeft verklaard dat zij bereid is een elektriciteitsmeter te plaatsen die alleen het verbruik van [eiser] registreert, zal de vordering daartoe worden toegewezen. Aangezien partijen het erover eens zijn dat [eisers] inmiddels al een eigen gasmeter hebben, zal de vordering tot plaatsing daarvan worden afgewezen. De gemachtigde van [eisers] heeft op de mondelinge behandeling ook verklaard zijn vordering wat betreft de gasmeter in te trekken.
5.4.
De kantonrechter zal Roba veroordelen om de elektriciteitsmeter binnen drie maanden na dit vonnis te plaatsen. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen in die zin dat Roba zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 100,00 per dag dat zij niet (tijdig) aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00.
Deugdelijke afrekeningen servicekosten
5.5.
Van Roba mag worden verwacht dat zij zorgt voor deugdelijke afrekeningen, met behulp waarvan [eisers] op relatief eenvoudige wijze kunnen controleren of de aan hen in rekening gebrachte bedragen over 2020 tot en met 2023 ook daadwerkelijk verschuldigd zijn. De door Roba aan [eisers] verstrekte afrekeningen voor de jaren 2020 tot en met 2023 voldoen daar niet aan. Roba heeft namelijk niet onderbouwd hoeveel gas en elektriciteit [eisers] hebben verbruikt. De energienota’s van ENGIE zijn niet (volledig) in het geding gebracht en er is op geen enkele manier inzichtelijk gemaakt wat het (geschatte) eventuele energieverbruik van andere ruimtes (de shop, de garage van [bedrijf] tot april 2023 en het kantoor) op de meter van [eisers] is geweest en wat het elektriciteitsverbruik van de vriezer en koelkast (eventueel) op de meter van [bedrijf] is geweest. Roba zullen dit dus inzichtelijk moeten maken. De vordering tot afgifte van deugdelijke afrekeningen van de servicekosten over de jaren 2020 tot en met 2023 zal daarom worden toegewezen.
5.6.
[eisers] vorderen dat de energietoeslag over de jaren 2021 en 2022 en de gemeentelijke energietoeslag over 2023 op de afrekeningen in mindering worden gebracht. Zij stellen dat zij toeslagen mislopen omdat het energiecontract niet op hun naam staat. Roba voert aan dat zij slechts twee keer een energietoeslag van € 190,00 heeft ontvangen en dat zij deze bedragen op 30 november en 22 december 2022 naar [eisers] heeft overgemaakt. [eisers] hebben dit niet weersproken. Roba voert aan dat zij geen aanspraak kan maken op andere toeslagen, omdat zij een verhuurder en een bedrijf is. Nu [eisers] niet hebben onderbouwd dat Roba nog meer toeslagen heeft ontvangen of op meer toeslagen aanspraak had kunnen maken voor hen, zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
5.7.
De kantonrechter zal Roba veroordelen om binnen een maand na dit vonnis te deugdelijke afrekeningen aan [eisers] ter beschikking te stellen. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen in die zin dat Roba zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 50,00 per dag dat zij niet (tijdig) aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 2.500,00. Dit is minder dan [eisers] hebben gevorderd. Dat komt, omdat Roba het volgens haar openstaande bedrag aan energienota’s van € 4.085,00 heeft kwijtgescholden en niet is gesteld dat de door [eisers] over de jaren 2020 tot en met 2023 betaalde voorschotten dat bedrag hebben overschreden.
Proceskosten
5.8.
Roba is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eisers] hebben geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal Roba niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van [eisers] worden begroot op:
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
totaal
900,00

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt Roba om binnen drie maanden na dit vonnis – naar eisen van goed vakmanschap – een elektriciteitsmeter voor individueel gebruik te plaatsen in de door [eisers] gehuurde woning, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag(deel) dat zij zich hier niet aan houdt, tot een maximum van € 5.000,00,
6.2.
veroordeelt Roba om binnen een maand na dit vonnis over de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023 deugdelijke afrekeningen van de servicekosten als zijnde een individuele woning aan [eisers] ter beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag(deel) dat zij zich hier niet aan houdt, tot een maximum van € 2.500,00,
6.3.
veroordeelt Roba in de proceskosten van € 900,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2024