ECLI:NL:RBOVE:2024:5499

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 oktober 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
08.139677.23, 08.030378.17 (TUL) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en diefstal door bankhelpdeskfraude gericht op hoogbejaarden

Op 24 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een 42-jarige man, die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan oplichting en diefstal, specifiek gericht op hoogbejaarde slachtoffers. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden en moest een schadevergoeding van € 1.464,99 betalen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich had voorgedaan als bankmedewerker en op slinkse wijze vijf hoogbejaarden had opgelicht door hen te overtuigen hun bankpas en pincode af te geven. Dit gebeurde in de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023, waarbij de slachtoffers telefonisch werden benaderd met valse claims over fraude op hun bankrekeningen. De verdachte en zijn mededaders maakten gebruik van de kwetsbaarheid van de slachtoffers, die vaak niet goed bekend waren met moderne betalingssystemen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij meerdere oplichtingszaken, waarbij hij samen met een medeverdachte en een onbekende bankmedewerker opereerde. De verdachte werd op heterdaad betrapt tijdens een aankoop bij de Mediamarkt, waar hij een iPhone wilde kopen met de bankpas van een van de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de oplichting van de slachtoffers, en dat hij als medepleger kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar de bewezenverklaring van de oplichting en diefstal werd gehandhaafd.

De rechtbank hield bij de strafoplegging rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten. De rechtbank legde ook een schadevergoedingsmaatregel op, zodat de slachtoffers hun schade vergoed krijgen. De uitspraak benadrukt de ernst van bankhelpdeskfraude en de noodzaak om kwetsbare groepen in de samenleving te beschermen tegen dergelijke misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.139677.23, 08.030378.17 (TUL) (P)
Datum vonnis: 24 oktober 2024
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 september 2023, 16 november 2023, 1 februari 2024 en 10 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 1 februari 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet samen met anderen, in de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023:
feit 1:vijf personen heeft opgelicht door zich voor te doen als een bankmedewerker en hen te bewegen tot het afgeven van hun bankpas en pincode;
feit 2:van vijf personen geld heeft gestolen door onbevoegd te pinnen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023 te Zwolle en/of Emmen en/of Beilen en/of Assen, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een of meerdere bankpas(sèn)/pinpas(sen)/creditcard(s) en (de bijbehorende) pincode(s) door
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] telefonisch te benaderen en zich (daarbij) voor te doen als medewerker van de/een (Rabo-)bank en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] te melden dat er was gefraudeerd met de bankpas/bankrekening en/of door onbevoegden was ingelogd op de rekening en/of (een) ongebruikelijke transactie(s) zou(den) plaatsvinden op de rekening(en) van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] te melden dat hij/zij de fraude en/of de ongebruikelijke transactie(s) konden (doen) stoppen door hun bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of (de daarbij behorende) pincode(s) in een enveloppe te doen en (vervolgens) te verstrekken aan de koerier en/of een medewerker van de bank die bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] aan de deur zou komen
en/of (daarbij) een code zou geven ter verificatie en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] is/zijn gegaan en zich heeft/hebben voorgedaan als medewerker van de/een (Rabo-)bank;
2
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023 te Zwolle en/of Emmen en/of Beilen en/of Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) geldbedrag(en) (van in totaal 8.823,82), in elk geval enig geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel door:
- onbevoegd te pinnen (bij de Geldmaat op de Stationsstraat te Zwolle en/of bij de Geldmaat op het Koopmansplein te Assen) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 1] ) van die [slachtoffer 1] en/of
- onbevoegd te pinnen (bij de BP Balkenkolk te Assen) met de bankpas(sen) ( [rekeningnummer 2] en/of [rekeningnummer 3] ) van die [slachtoffer 2] en/of
- onbevoegd te pinnen (bij de Mediamarkt te Emmen) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 4] ) van die [slachtoffer 3] en/of
- onbevoegd te pinnen (bij de Mediamarkt te Zwolle en/of de ABN AMRO te Zwolle) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 5] ) van die [slachtoffer 4] en/of
- onbevoegd te pinnen (bij de Mediamarkt te Zwolle) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 6] ) van die [slachtoffer 5] .

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
In de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023 doen vijf personen aangifte van zogenaamde ‘bankhelpdeskfraude’. De aangevers hebben allen een leeftijd van tachtig tot en met negentig jaar. Zij worden telefonisch benaderd door ‘een medewerker van de bank’ met de mededeling dat er is gefraudeerd met hun bankrekening. Om dit te stoppen geeft de bankmedewerker instructies waaronder de instructie dat zij hun bankpas in een envelop moeten stoppen waarna deze bij hen opgehaald wordt. Op dezelfde dag, vaak na uren telefoneren met de bankmedewerker, staat er inderdaad iemand op de stoep, die na afgifte van de juiste verificatiecode de betaalpas in ontvangst neemt. Vervolgens wordt misbruik van de bankpas gemaakt door zonder toestemming geld te pinnen of met de bankpas dure goederen te betalen.
Verdachte komt in beeld na een melding van de Mediamarkt in Zwolle. Hij viel op, omdat hij naar de duurste iPhone vroeg en steeds telefonisch in gesprek was via zijn oordopjes. Na controle bleek dat hij zijn aankopen met een bankpas betaalde die niet op zijn naam stond, maar op naam van ‘ [slachtoffer 5] ’. Verdachte verklaart dat hij de producten in opdracht van [medeverdachte] koopt, die aan de [adres 2] zou wonen. Politieagenten gaan vervolgens langs de woning op het genoemde adres en treffen daar een negentigjarige vrouw, [slachtoffer 5] , aan. Zij zit al uren aan de telefoon met een ‘medewerker van de bank’. Ze heeft telefonisch haar pincode doorgegeven en haar bankpas is door een koerier opgehaald. Verdachte is in de Mediamarkt aangehouden op verdenking van fraude. Na verder onderzoek wordt verdachte verweten betrokken te zijn bij de oplichting van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] (zij worden hierna bij hun achternaam genoemd) en de diefstal van hun geld.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt dat feit 1 wettig en overtuigend bewezen kan worden ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] . De officier van justitie stelt verder dat feit 2 ook bewezen kan worden voor wat betreft de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] . Voor de betrokkenheid van verdachte bij de andere aangiftes onder feiten 1 en 2, is onvoldoende bewijs, zodat verdachte hiervan vrijgesproken moet worden. Verdachte heeft de feiten met anderen gepleegd en kan daarom volgens de officier van justitie als ‘medepleger’ worden aangemerkt.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank bespreekt hieronder per aangever de bewijsmiddelen en of zij van oordeel is of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij de strafbare feiten zoals ten laste gelegd onder zowel feit 1 als feit 2. [1]
Aangever [slachtoffer 2]
Op 24 mei 2023 deed [slachtoffer 2] aangifte van bankhelpdeskfraude. Zijn bankpas en pincode zijn hem door middel van oplichting afhandig gemaakt, waarna er bij een benzinepomp in Assen geld gepind is. Een verbalisant verklaart dat hij verdachte herkent op camerabeelden van de benzinepomp ten tijde van de pintransacties. Als bijlage bij het proces-verbaal zijn stills van de camerabeelden gevoegd. De rechtbank is van oordeel dat de persoon op de stills niet goed te zien is door de capuchon en de pet die hij draagt. De verbalisant beschrijft niet waaraan hij verdachte herkent, hij noemt geen specifieke kenmerken.
Daarnaast is een foto van de creditcard van [slachtoffer 2] in de telefoon van verdachte aangetroffen, maar deze creditcard is niet voor de pintransacties bij de benzinepomp gebruikt. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij deze strafbare feiten. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
Aangever [slachtoffer 4]
Ook [slachtoffer 4] deed aangifte van bankhelpdeskfraude. De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte betrokken is geweest bij de oplichting en de diefstal van het geld van [slachtoffer 4] . Zij spreekt verdachte daarom vrij van dit onderdeel.
Ten aanzien van de volgende aangevers is de rechtbank wél van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van de aangevers en de diefstal van geldbedragen. De rechtbank beschrijft hieronder de bewijsmiddelen waarop zij dit oordeel baseert.
Aangever [slachtoffer 1]
Op 23 mei 2023 werd [slachtoffer 1] gebeld door een bankmedewerkster. [slachtoffer 1] verklaart dat de bankmedewerkster haar vertelde dat er iets met haar bankpas was en dat deze geblokkeerd moest worden. [slachtoffer 1] volgde de instructies van de medewerkster op en stopte haar bankpas in een envelop. Een andere bankmedewerker haalde de bankpas bij haar op in Zwolle. [2] Er is vervolgens vier keer met de bankpas gepind. Op 23 mei 2023 om 22:54 uur een bedrag van 480 euro bij de Geldmaat aan het Stationsplein in Zwolle. Op 24 mei 2023 om 00:10 uur, 200 euro aan de Marktstraat 8 in Assen. Om 07:01:11 uur en om 07:01:59 uur 480 euro en 90 euro bij Geldmaat Koopmansplein in Assen. [3]
Verdachte is samen met [medeverdachte] herkend op camerabeelden van station Zwolle, één minuut na het pinnen aan het Stationsplein. Zij nemen de roltrap richting spoor 5/6: het vertrekspoor
van de trein naar [woonplaats] , de woonplaats van verdachte. [4] Er zijn camerabeelden van de pinner bij de Geldmaat aan het Koopmansplein in Assen op het tijdstip van de pintransacties. Hierop is met name de kleding van de pinner te zien. [5] In de woning van verdachte is eenzelfde soort jas aangetroffen als de pinner in Assen draagt: een jas met oranje knoopjes bij de capuchon en het merklogo op de linkermouw van Jack & Jones. Verdachte draagt bij zijn politieverhoor ook dezelfde soort Nike Air Max schoenen als de pinner. [6] De rechtbank concludeert dat verdachte de pintransacties heeft verricht.
Aangever [slachtoffer 3]
Op 1 juni 2023 rond 12:30 uur werd [slachtoffer 3] gebeld door ‘ [alias] ’ van de fraude afdeling van de Rabobank. [slachtoffer 3] verklaart dat de bankmedewerkster haar vertelde dat er op haar bankrekening was ingelogd met een iPhone 7. Het ging om een fraudeur en de bankmedewerkster zou [slachtoffer 3] helpen dit te stoppen. [slachtoffer 3] moest een verificatiecode onthouden voor het overhandigen van de bankpas aan een collega van de bankmedewerkster. Een bankmedewerker uit Utrecht kwam rond 16:00 uur de bankpas bij [slachtoffer 3] in Emmen ophalen. Hij noemde de juiste verificatiecode dus gaf [slachtoffer 3] haar pas in een envelop aan hem mee. [7] Vervolgens is er om 16:14 uur bij de Mediamarkt in Emmen met de bankpas van [slachtoffer 3] een aankoop betaald van 1.899 euro. [8]
Na onderzoek bleek dat de man die deze aankoop deed, zijn gegevens achterliet voor een factuur bij zijn aankoop. Dit bleken de naam en geboortedatum van verdachte te zijn. [9] Op de telefoon van verdachte is een filmpje aangetroffen van 1 juni 2023 om 17:21 uur waarop te zien is dat verdachte zichzelf in een bus filmde. Hij zit naast [medeverdachte] en tussen hen in ligt een doosje van een Apple product, vermoedelijk een MacBook. [10] Bij de doorzoeking van de woning van verdachte is een kassabon van deze aankoop aangetroffen. Tot slot herkent een verbalisant verdachte op de camerabeelden van de Mediamarkt. [11]
De rechtbank concludeert dat het verdachte is geweest die de aankoop bij de Mediamarkt heeft gedaan.
Aangever [slachtoffer 5]
Op woensdag 7 juni 2023 rond 14:00 uur werd [slachtoffer 5] door een bankmedewerkster gebeld. De vrouw had verdachte zaken op de bankrekening van [slachtoffer 5] gezien en wilde haar helpen bij het blokkeren van de rekening. Op de pieptoon moest [slachtoffer 5] haar huidige pincode geven en op de volgende pieptoon mocht ze een nieuwe pincode opgeven. [slachtoffer 5] moest een verificatiecode onthouden voor het overhandigen van de bankpas aan de koerier. Rond 17:00 uur kwam de koerier bij [slachtoffer 5] in Zwolle aan de deur en hij noemde de juiste verificatiecode. [slachtoffer 5] gaf daarop de bankpas mee in een envelop. [12] Vervolgens is er bij de Mediamarkt in Zwolle om 17:34 uur een aankoop van 1464,99 euro betaald met de bankpas van [slachtoffer 5] .
Rond hetzelfde tijdstip is verdachte in de Mediamarkt op heterdaad aangehouden. Hij viel op omdat hij aan een medewerker vroeg wat de duurste iPhone is en telefonisch in gesprek was met iemand via zijn oordopjes, ook tijdens het betalen. De beveiliger controleert de bankpas en ziet dat deze op naam staat van ' [slachtoffer 5] ', niet op naam van verdachte. Verdachte verklaart dat hij de producten in opdracht van [medeverdachte] koopt, die aan de [adres 2] zou wonen. Politieagenten gaan vervolgens langs de woning op het genoemde adres. Zij treffen daar [slachtoffer 5] aan die al uren aan de telefoon zit met een ‘medewerker van de bank’. [13] Verdachte is door een verbalisant herkend op de camerabeelden van de portiek van de woning van [slachtoffer 5] toen hij de bankpas van [slachtoffer 5] ophaalde, de bankpas is ook bij zijn aanhouding bij hem aangetroffen. [14] De rechtbank concludeert dat verdachte de bankpas bij [slachtoffer 5] heeft opgehaald en vervolgens de aankoop bij de Mediamarkt heeft gedaan.
Medeplegen
Verdachte wordt verweten dat hij een ‘medepleger’ is, dus dat hij de strafbare feiten samen met anderen heeft gepleegd. Om van medeplegen te kunnen spreken, moet sprake zijn van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de plegers van het strafbare feit.
Uit de voorgaande bewijsmiddelen volgt dat er telkens sprake is van eenzelfde werkwijze bij het oplichten van de aangevers en de diefstal van het geld. Er is -kort gezegd- sprake van een vrouw die zich telefonisch voordoet als bankmedewerkster, een mannelijke koerier en een pinner. De rechtbank overweegt dat er sprake is van een duidelijke rolverdeling, elke rol is noodzakelijk voor het slagen van de oplichting en de diefstal. Verdachte heeft zowel de rol van koerier als de rol van pinner vervuld. Hij werkte daarmee samen met de vrouw aan de telefoon en [medeverdachte] . [medeverdachte] heeft bekend dat hij bij twee zaken in Zwolle en bij een zaak in Emmen was betrokken. [15] Hij is ook te zien op een filmpje een uur en 7 minuten na de aankoop van de MacBook door verdachte. De rechtbank is van oordeel dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte] en een onbekend gebleven ‘bankmedewerkster’.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023 te Zwolle, Emmen en Assen, telkens tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten meerdere pinpassen en de bijbehorende pincodes door
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] telefonisch te benaderen en zich daarbij voor te doen als medewerker van een bank en
- die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] te melden dat er was gefraudeerd met de bankrekening en door onbevoegden was ingelogd op de rekening van die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en
- die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] te melden dat zij de fraude en de ongebruikelijke transacties konden doen stoppen door hun bankpassen en de daarbij behorende pincodes in een enveloppe te doen en vervolgens te verstrekken aan de koerier die bij die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] aan de deur zou komen en daarbij een code zou geven ter verificatie en
- naar de woning van die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] zijn gegaan en zich hebben voorgedaan als medewerker van een bank;
2
hij in de periode van 23 mei 2023 tot en met 7 juni 2023 te Zwolle, Emmen en Assen, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen, die aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door:
- onbevoegd te pinnen (onder meer bij de Geldmaat op de Stationsstraat te Zwolle en bij de Geldmaat op het Koopmansplein te Assen) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 1] ) van die [slachtoffer 1] en
- onbevoegd te pinnen (bij de Mediamarkt te Emmen) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 4] ) van die [slachtoffer 3] en
- onbevoegd te pinnen (bij de Mediamarkt te Zwolle) met de bankpas (behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer 6] ) van die [slachtoffer 5] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zeven maanden, met aftrek van voorarrest.
6.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
Aard en ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan oplichting, oftewel ‘bankhelpdeskfraude’ en diefstal van geldbedragen. Met hun handelwijze hebben verdachte en zijn mededaders misbruik gemaakt van het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens en, in het bijzonder, in de banken. Ook neemt de rechtbank in ogenschouw dat de oplichting bij de hoogbejaarde slachtoffers thuis heeft plaatsgevonden, waardoor bij de slachtoffers het gevoel van veiligheid in en rond hun huis ernstig is geschaad. Verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van de vaak kwetsbare bejaarde slachtoffers die veelal in mindere mate bekend en ervaren zijn met de moderne betalingswijzen en daardoor meer zijn aangewezen op de hulp van bankmedewerkers. Verdachte en zijn mededaders hebben zich op geen enkele wijze bekommerd om de impact die hun handelwijze op de bejaarde slachtoffers heeft. Ze hebben uitsluitend hun eigen financiële gewin voor ogen gehad. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Dat rekent de rechtbank verdachte aan. Feiten als deze leiden bovendien niet alleen tot onrust en gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers, maar ook in de samenleving in het algemeen. Ondanks alles waarschuwingen worden op grote schaal slachtoffers gemaakt door oplichtingspraktijken als deze.
Persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 16 september 2024 volgt dat hij eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder voor diefstallen. Hij liep zelfs in een proeftijd van een voorwaardelijke straf toen hij deze nieuwe feiten pleegde. De voorwaardelijk straf heeft hem er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. De reclassering heeft op 25 augustus 2023 een rapport over verdachte opgemaakt. De rapporteur stelt dat Verdachte bekend staat als ‘veelpleger’, iemand die vaak veroordeeld is voor het plegen van strafbare feiten. Het risico op het opnieuw plegen van strafbare feiten wordt ingeschat als hoog. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen. Er is een plan van aanpak gemaakt om op te bouwen richting een ISD-maatregel (een maatregel op basis waarvan veelplegers in een inrichting geplaatst worden die specifiek voor hen bestemd is) en de reclassering conformeert zich hieraan.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het voorgaande en gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank neemt als uitgangspunt een gevangenisstraf van drie maanden per zaak. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf van negen maanden opleggen, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
6.3
De inbeslaggenomen voorwerpen
De Samsung telefoon van verdachte is door de officier van justitie inbeslaggenomen.
De officier van justitie stelt dat de telefoon vernietigd moet worden, omdat verdachte deze telefoon bij het plegen van de strafbare feiten heeft gebruikt.
De rechtbank zal de telefoon verbeurdverklaren, omdat het een voorwerp betreft met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in dit strafproces.
[slachtoffer 5] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen ter hoogte van € 1.464,99, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit het bedrag dat onbevoegd is uitgegeven bij de Mediamarkt te Zwolle nadat [slachtoffer 5] was opgelicht.
[slachtoffer 4] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen ter hoogte van € 600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade bestaat uit immateriële schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de vordering van [slachtoffer 5] toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering van [slachtoffer 4] moet volgens de officier van justitie afgewezen worden, omdat verdachte niet betrokken is geweest bij deze strafbare feiten.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De vorderingen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] hebben betrekking op de feiten 1 en 2.
Omdat verdachte vrijgesproken wordt van het onderdeel dat betrekking heeft op [slachtoffer 4] , zal de rechtbank [slachtoffer 4] op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Voor de vordering van [slachtoffer 5] geldt dat door de bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank wijst het gevorderde bedrag van € 1.464,99 daarom volledig toe, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7.4
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij verzoekt en de officier van justitie vordert de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank legt de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr op, aangezien verdachte tegenover de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht. Als de verdachte het bedrag niet volledig betaalt, kan deze verplichting worden aangevuld met 24 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie vordert de vordering na voorwaardelijke veroordeling toe te wijzen; een gevangenisstraf van drie maanden.
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan het plegen van nieuwe strafbare feiten.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2, het misdrijf:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
negen maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 4]in het geheel
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
-
wijstde
vorderingvan de benadeelde partij
[slachtoffer 5] toeen veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 5] (feiten 1 en 2) van een bedrag van
€ 1.464,99(duizendvierhonderd vierenzestig euro en negenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2023;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
-
legt de maatregel opdat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en
tot betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 1.464,99(duizendvierhonderd vierenzestig euro en negenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 24 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart verbeurdhet in beslag genomen voorwerp, te weten een Samsung
telefoon;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met 08.030378.17
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter van 4 september 2019 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
drie maanden,met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Eshuis, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. C.J. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023265629. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina’s 109, 110
3.Het proces-verbaal nagezonden stukken, bankafschriften [slachtoffer 1] , pagina 10
4.Het proces-verbaal van bevindingen, camerabeelden station Zwolle, pagina 116
5.Het proces-verbaal van bevindingen, camerabeelden Geldmaat Koopmansplein Assen, pagina 122
6.Het proces-verbaal van bevindingen, jas verdachte, pagina 214; Het proces-verbaal van bevindingen, schoenen verdachte, pagina 197
7.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , pagina’s 145, 146
8.Het proces-verbaal nagezonden stukken, bankafschriften [slachtoffer 3] , pagina 21
9.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 148, 149
10.Het proces-verbaal van bevindingen, telefoon [verdachte] , pagina 219, 220
11.Het proces-verbaal van bevindingen, camerabeelden Mediamarkt Emmen, pagina 153 t/m 157
12.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , pagina’s 186, 187
13.Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, pagina’s 16, 17
14.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 190; Het proces-verbaal van bevindingen, camerabeelden Staatssecretarislaan Zwolle, pagina 237 t/m 240
15.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , pagina 4