3.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de beoordeling gaat de rechtbank uit van de volgende bewijsmiddelen.
Het proces-verbaal van aangifte van 21 november 2023, pagina 10, voor zover inhoudende:
Ik ben op 21 oktober 2023 in elkaar geslagen maar ik weet niet door wie of wat.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte van 22 oktober 2023, pagina’s 105 en 106, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 21 oktober 2023 kreeg ik, verbalisant, melding om te gaan naar de [adres 2] . (...)
Ik zag dat een man (slachtoffer) bewusteloos op de grond lag, met een flink bebloed gelaat. Ik zag dat het gelaat van het slachtoffer flink gezwollen was en hoorde dat hij een snurkende/rochelende ademhaling had. Ik zag dat een man, met ontbloot bovenlijf en een flinke haardos naast het slachtoffer stond. Ik hoorde dat verschillende mensen uit die groep met stemverheffing zeiden dat de man met ontbloot bovenlijf de verdachte van de mishandeling van de bewusteloze man op de grond was. Ik zag dat zij de verdachte aanwezen. Ik heb aangehouden als verdachte: [verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2023, pagina 69, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 28 oktober 2023 sprak ik in persoon met getuige [getuige 1] . Zij was getuige van het incident dat plaats vond op 21 oktober 2023. Ik hoorde haar het volgende verklaren:
Ik zag dat de man zonder shirt een vuistslag aan de man met de blauwe jas gaf. Ik zag
dat de man zonder shirt dit deed met zijn rechterarm en vuist. Hij raakte de man met
de blauwe jas op zijn hoofd, op zijn slaap. Ik zag dat de man met de blauwe jas stijl
achterover viel na deze klap. Ik zag dat hij met zijn achterhoofd op de straat
klapte. Ik zag dat hij daarna nog een keertje met zijn hoofd op de grond stuiterde.
Ik zag dat de man met de blauwe jas op de grond bleef liggen. Ik zag dat hij met zijn
hoofd naar rechts lag. Ik zag dat de man zonder shirt in het gezicht van de man met
de blauwe jas begon te trappen. Dit was recht in het gezicht van de man met de blauwe
jas. Ik zag dat de man zonder shirt dit meerdere keren deed. Ik heb niet gezien of de
man met de blauwe jas zichzelf heeft verdedigd. Ik zag hem alleen op de grond liggen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] ) van 25 september 2024 bij de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De verdachte haalde ook echt uit met zijn voet. De trappen waren hard.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 28 oktober 2023, pagina 64, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat de man zonder shirt de man die op de grond lag enkele trappen in het
gezicht gaf. De man zonder shirt bleef maar trappen. Ik heb minimaal drie trappen in
het gezicht van het slachtoffer gezien.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 22 oktober 2024, pagina’s 40 en 43, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Opeens zie ik dat de grote man met zijn vuist uithaalt en de oudere man vol op zijn mond sloeg. Ik zag dat de oudere man op de grond viel. De grote man ging door met slaan terwijl de man op de grond lag. De grote man stond gebukt boven de man en sloeg hem een paar met zijn vuisten in zijn gezicht. De grote man is de man die ik eerder omschreef met een ontbloot bovenlijf en de man die is aangehouden.
Het NFI Rapport ‘Forensisch geneeskundig onderzoek’ van 8 april 2024, opgemaakt door B.F.L. Oude Grotebevelsborg, forensisch arts KNMG, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bij [slachtoffer] waren er letsels waargenomen in het gelaat en aan de hersenschedel en in de schedel, duidend op tenminste twee geweldinwerkingen; ten minste één hevige botsende uitwendige mechanische geweldinwerking ter hoogte van de kruin en tenminste één botsende geweldinwerking links op het gelaat en de neus.
Het in onderhavig geval aangetroffen letsel aan de hersenen, bestaande uit bloeduitstortingen en kneuzingen, kan leiden tot beschadiging van hersenweefsel met levensbedreigende functiestoornissen en/of (al dan niet blijvende) invaliditeit tot gevolg.
Een veelvoorkomende complicatie van deze bloeduitstortingen en kneuzingen, is inklemming. Dit is een levensbedreigende situatie, waarbij door verhoging van de druk binnen de schedel o.a. de hersenstam wordt ingeklemd in de opening van het achterhoofdsgat. (…) In onderhavig geval kon, ter voorkoming van verdere drukverhoging in de hersenen worden volstaan met het ‘kunstmatig’ in slaap houden (‘sederen’) van de patiënt door toediening van propofol, waardoor levensbedreigende drukverhoging kon worden voorkomen.
Het NFI Rapport ‘Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een geweldsincident in Deventer op 22 oktober 2023’, pagina’s 94, 96, 97 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het onderzoeksmateriaal betreft een linker- en een rechterschoen van verdachte. De schoenen zijn met het blote oog onderzocht op de aanwezigheid van bloed. Hierbij zijn op de zolen van beide schoenen, op de rechterkant van de linkerschoen en op de rechterkant en de neus van de rechterschoen bloedsporen aangetroffen. Drie bloedsporen zijn bemonsterd.
AAQV4008NL#01
Bloedspoor op de zool
van de linkerschoen
DNA kan afkomstig zijn van:
één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Bewijskracht:
- meer dan 1 miljard
AAQV4008NL#02
Bloedspoor op de
rechterkant van de
rechterschoen
DNA kan afkomstig zijn van:
één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Bewijskracht:
- meer dan 1 miljard
AAQV4008NL#03
Bloedspoor op de
rechterkant van de
linkerschoen
DNA kan afkomstig zijn van:
één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Bewijskracht:
- meer dan 1 miljard
DNA-profielen AAQV4008NL#01 tot en met #03 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer (een deel van) het DNA afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer] , dan wanneer (een deel van) het DNA afkomstig is van een willekeurige, niet aan slachtoffer [slachtoffer] verwante persoon.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de persoon is geweest die [slachtoffer] op 21 oktober 2023 heeft geslagen, gestompt en getrapt. De rechtbank heeft ook de overtuiging dat verdachte die persoon is geweest. Meerdere getuigen wijzen verdachte aan als de persoon die [slachtoffer] heeft mishandeld. Daar komt bij dat van onder andere de schoenen van verdachte bemonsteringen van bloedsporen zijn genomen. Uit deze bemonsteringen is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen, met een matchkans van ‘meer dan 1 miljard’. Het DNA-profiel van [slachtoffer] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat [slachtoffer] donor is van het celmateriaal op de schoenen van verdachte.
Het alternatieve scenario dat door de verdediging is aangevoerd, namelijk dat twee andere personen bij de mishandeling van [slachtoffer] betrokken waren en dat anderen verantwoordelijk voor het letsel van [slachtoffer] kunnen zijn geweest, acht de rechtbank niet aannemelijk. Dit scenario vindt geen steun in het dossier en wordt door bovenstaande bewijsmiddelen weerlegd.
Is sprake van een poging tot doodslag?
De vraag ligt vervolgens voor of verdachte door zijn handelen opzet op de dood van [slachtoffer] heeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het bewijs niet is vast te stellen dat bij verdachte sprake is geweest van vol opzet maar wel van voorwaardelijk opzet.
Van voorwaardelijk opzet is sprake als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het gevolg – in dit geval de dood van [slachtoffer] - heeft aanvaard. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer] eerst een vuistslag op zijn hoofd gaf, waardoor [slachtoffer] op de grond viel, en dat hij daarna, toen [slachtoffer] weerloos op de grond lag, is doorgegaan met slaan en stompen. Verdachte sloeg met zijn vuisten in het gezicht van [slachtoffer] en hij heeft [slachtoffer] ten minste drie keer in het gezicht getrapt met geschoeide voet. Volgens getuige [getuige 1] waren die trappen hard en haalde verdachte ook echt uit met zijn voet.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze gedragingen van verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de dood van [slachtoffer] en heeft verdachte hierdoor de aanmerkelijke kans op dat gevolg bewust aanvaard. De rechtbank volgt de raadslieden niet in hun betoog dat verdachte die kans niet bewust kan hebben aanvaard, gelet op zijn gemoedstoestand of dat het vastgestelde letsel geen bewijs biedt voor een poging doodslag. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat bij verdachte geen enkel inzicht aanwezig was in de reikwijdte van zijn handelen en de mogelijke gevolgen daarvan. Verder concludeert de rechtbank uit het rapport forensisch geneeskundig onderzoek dat sprake was van een aanmerkelijke kans op de dood. Hierin is immers te lezen dat het letsel dat bij [slachtoffer] was aangetroffen, levensbedreigend kan zijn.
Gelet op deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van [slachtoffer] . De rechtbank is dan ook van oordeel dat de ten laste gelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend is bewezen.