ECLI:NL:RBOVE:2024:5412

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
08.963539.18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mensensmokkel met valse documenten en gevangenisstraf

Op 22 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 56-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 648 dagen, waarvan 312 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en een geldboete van € 22.500,00. De man was schuldig bevonden aan meerdere gevallen van mensensmokkel, waarbij hij groepen mensen hielp met valse of vervalste documenten om toegang te krijgen tot of door te reizen door verschillende Europese landen. Het onderzoek naar de verdachte begon na informatie van het Verenigd Koninkrijk over zijn betrokkenheid bij immigratiecriminaliteit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door zijn handelingen, het beleid van de betrokken overheden ondermijnde en dat hij een beroep of gewoonte had gemaakt van mensensmokkel. De rechtbank nam in overweging dat er geen sprake was van fysieke gevaarzetting of mensonterend handelen, wat in het voordeel van de verdachte werd gewogen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op, rekening houdend met de lange duur van de procedure en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963539.18 (P)
Datum vonnis: 22 oktober 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1968 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie (hierna in enkelvoud aangeduid als officier van justitie) en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. S.F.J. Smeets, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich viermaal (al dan niet in vereniging) heeft schuldig gemaakt aan mensensmokkel en daar een beroep of gewoonte van heeft gemaakt.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Inleiding
Op 6 juni 2017 ontving het Landelijk lnternationaal Rechtshulp Centrum (LIRC) van de opsporingsautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk informatie dat een man genaamd [verdachte] (hierna: verdachte) frequent wordt geassocieerd met immigratiecriminaliteit. Door het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) van de Landelijke recherche werden vier processen-verbaal verstrekt met informatie afkomstig van het Team Criminele lnlichtingen (TCl) van de Koninklijke Marechaussee (KMar). Hieruit komt onder meer naar voren dat verdachte een mensensmokkelaar zou zijn en zich al jaren hiermee bezig zou houden. Ook kwam de naam van verdachte al eerder naar voren in rapporten omtrent mensensmokkel. In februari 2016 verscheen het rapport van het lntergovernmental Authority On Development (hierna: IGAD) met de titel : "Human Trafficking and Smuggling on the Horn of Africa-Central Mediterranean Route". In dit rapport is onder andere aandacht besteed aan mensensmokkel via de ”
first-class” behandeling. Dit betreft georganiseerde smokkeloperaties vanuit Khartoem (Soedan) , waarbij via vliegverbindingen naar Azië door de smokkelaars Europese visa voor de (financieel beter gesitueerde) gesmokkelden verkregen werden. Een man genaamd [alias 1] zou de belangrijkste mensensmokkelaar in dit netwerk zijn, hij zou de bijnaam ‘ [alias 2] ’ hebben en hij zou de Nederlandse nationaliteit bezitten. Hierbij was een foto van de man gevoegd, waarop verdachte is herkend. [2]
Naar aanleiding van deze informatie is er een strafrechtelijk onderzoek naar verdachte gestart, onder de naam
26Owatonna. In dit onderzoek zijn er, met verstrekte informatie door Liaison Officers, buitenlandse autoriteiten en het EMM, gegevens verkregen over onder meer een smokkelincident in Vietnam in 2014 en een smokkelincident op de Malediven in 2017, waarbij verdachte betrokken zou zijn. Naar aanleiding van dit onderzoek is er ook informatie naar boven gekomen over een smokkelincident in Kroatië in 2018 en een smokkelincident in Bosnië-Herzegovina in 2018, waarbij verdachte wederom betrokken zou zijn. Op 24 juli 2019 is door de rechter-commissaris van de rechtbank Overijssel de internationale opsporing en aanhouding van verdachte bevolen. Verdachte heeft zich op 2 december 2021 gemeld bij de Nederlandse ambassade in Nairobi (Kenia) voor de aanvraag van een nieuw Nederlands paspoort, waardoor met hulp van Interpol en de Keniaanse autoriteiten de verblijfsplaats van verdachte kon worden vastgesteld. Op 16 december 2021 is verdachte in Kenia aangehouden, waarna hij is overgebracht naar Nederland.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, met uitzondering van het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde onderdeel ‘tezamen en in vereniging’.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of kan worden bewezen dat verdachte zich in vier gevallen heeft schuldig gemaakt aan mensensmokkel, of hij dit tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gepleegd en of hij hier een beroep of gewoonte van heeft gemaakt. De rechtbank zal – met oog op de leesbaarheid van het vonnis – onder 3.4.1. de bewijsmiddelen per feit bespreken en onder 3.4.2. de bewijsoverwegingen ten aanzien van alle feiten uiteenzetten, gezien de samenhang en overeenkomsten tussen de feiten.
3.4.1.
De bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1: Vietnam 2014
Op de Nederlandse ambassade te Kuala Lumpur in Maleisië heeft een medewerker van de KMar, werkzaam als politie en immigratieliaison van de Landelijke Eenheid Politie, informatie ontvangen van zijn Duitse collega over een smokkelincident van 14 februari 2014 op de luchthaven van Tan Son Nhat International Airport in Ho Chi Minhstad in Vietnam. Verdachte zou betrokken zijn geweest bij de smokkel van vijftien Eritreeërs, allen komende vanuit Siem Reap (Cambodja), via Ho Chi Minhstad, met als eindbestemming Londen of Frankfurt. Voornoemde vijftien personen werden niet aan boord gelaten op de luchthaven in Vietnam, omdat ze allen een vervalst visum gebruikten. [3] Deze informatie is overgedragen aan het EMM. Vastgesteld is dat verdachte met de groep meereisde en zich introduceerde als de leider van de groep. Verdachte beweerde bij de controle dat er niets mis was met de visa. [4]
Op 25 februari 2014 heeft de Nederlandse immigratieliaison wederom een e-mail van de Duitse immigratieliaison ontvangen, met daarin afbeeldingen van de paspoorten en visa van de betrokken personen van het smokkelincident van 14 februari 2014. Het betreft de volgende personen:
[naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 te [geboorteplaats 2] ;
[naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1992 te [geboorteplaats 3] ;
[naam 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1971 te [geboorteplaats 4] ;
[naam 4] , geboren op [geboortedatum 5] 1967 te [geboorteplaats 5] ;
[naam 5] , geboren op [geboortedatum 6] 1993 te [geboorteplaats 6] ;
[naam 6] , geboren op [geboortedatum 7] 2004 te [geboorteplaats 7] ;
[naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 1991 te [geboorteplaats 8] ;
[naam 8] , geboren op [geboortedatum 9] 1984 te [geboorteplaats 9] ;
[naam 9] , geboren op [geboortedatum 10] 2001 te [geboorteplaats 10] ;
[naam 10] , geboren op [geboortedatum 11] 2000 te [geboorteplaats 11] ;
[naam 11] , geboren op [geboortedatum 12] 1990 te [geboorteplaats 12] ;
[naam 12] , geboren op [geboortedatum 13] 1989 te [geboorteplaats 13] ;
[naam 13] , geboren op [geboortedatum 14] 1989 te [geboorteplaats 14] ;
[naam 14] , geboren op [geboortedatum 15] 1994 te [geboorteplaats 15] ;
[naam 15] , geboren op [geboortedatum 16] 2006 te [geboorteplaats 16] . [5]
De paspoorten en visa van voornoemde personen zijn onderzocht door een documentdeskundige van de KMar. De paspoorten van voornoemde personen genummerd onder 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14 en 15 bevatten valse visa voor Groot-Brittannië, waardoor het Eritrese paspoort is vervalst. [6] De paspoorten van voornoemde personen genummerd onder 2 en 11 bevatten valse Schengen-visa voor Noorwegen, waardoor het Eritrese paspoort is vervalst. [7] De paspoorten van voornoemde personen genummerd onder 7 en 13 bevatten valse Schengen-visa voor Zweden, waardoor het Eritrese paspoort is vervalst. [8]
Uit onderzoek is gebleken dat [naam 7] (genummerd onder 7) en [naam 13] (genummerd onder 13) ook betrokken zijn geweest bij een smokkelincident in 2017 op de Malediven (feit 2), waarbij verdachte ook aanwezig was.
[naam 14] (hiervoor genummerd onder 14) is op 12 juli 2018 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan de Verenigde Staten als getuige gehoord. Zij heeft onder meer verklaard dat zij [verdachte] voor het eerst heeft ontmoet in Soedan, toen voegde hij zich bij de groep. [verdachte] wordt gerespecteerd voor wat hij doet. [verdachte] heeft verteld dat hij uit Nederland komt. Haar vader en [verdachte] hebben alles geregeld. Haar vader heeft 20.000,00 US-dollars (hierna: USD) betaald voor haar gehele reis naar Engeland, inclusief de hotels, het eten en het visum. Haar medereizigers hebben verteld dat zij hetzelfde bedrag moesten betalen. [verdachte] zou de groep naar Londen vergezellen. [verdachte] was er altijd bij als ze reisden. Zij heeft haar Eritrese paspoort gebruikt voor de reis. [verdachte] heeft het visum voor haar geregeld en heeft haar daarvoor meegenomen naar een plek waar foto’s werden gemaakt. [verdachte] had de reisdocumenten steeds in zijn bezit. [verdachte] organiseerde alles en zei waar de groep heen moest gaan. [naam 14] wachtte samen met de groep in een hotel totdat [verdachte] contact met hen opnam. [verdachte] had het geld en de paspoorten bij zich. Zij mochten hun telefoons niet gebruiken. [naam 14] kreeg een bedrag van 10,00 USD per dag van [verdachte] . [verdachte] zorgde voor de communicatie in het Engels bij de verschillende luchthavens en hotels. [naam 14] is naar Indonesië, Cambodja, Laos, Myanmar en Singapore gereisd met haar reisdocument. Ze is tegengehouden op het vliegveld van Vietnam toen ze naar Engeland wilde reizen met het valse reisdocument. [naam 14] heeft verdachte herkend als voornoemde ‘ [verdachte] ’ op verschillende aan haar getoonde foto’s. [9] Deze verklaring komt in grote lijnen overeen met de verklaring die [naam 14] op 1 februari 2023 bij de rechter-commissaris heeft afgelegd. [10]
[naam 1] (hiervoor genummerd onder 1) is op 12 juli 2018 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan de Verenigde Staten als getuige gehoord. Hij heeft onder meer verklaard dat zijn vader 22.000,00 USD heeft betaald voor zijn reis, waarmee alles voor de reis vooraf al was betaald. [naam 1] heeft voor de reis zijn eigen paspoort gebruikt. Hij heeft ook een toeristenvisa gebruikt in Cambodja, Myanmar, Singapore, Laos en Indonesië. Hij heeft die visa van een man genaamd ‘ [alias 3] ’ gekregen. [verdachte] had de paspoorten van de groep in zijn beheer. Zij hadden zelf nooit de beschikking over de paspoorten, tenzij het nodig was om te reizen. [verdachte] heeft hem een foto laten maken voor zijn visum naar Myanmar. [verdachte] regelde altijd alles tijdens de reis. [verdachte] betaalde voor de tickets, de hotels en alle dagelijkse benodigdheden tijdens de reis. [verdachte] gaf ze 10,00 USD per dag in de lokale munteenheid. [naam 1] heeft verdachte herkend als voornoemde ‘ [alias 3] ’ op verschillende aan hem getoonde foto’s. [11] De verklaring van [naam 1] bij de rechter-commissaris op 9 februari 2023 doet hieraan niets af. [12]
[naam 4] (hiervoor genummerd onder 4) is op 24 oktober 2018 als getuige gehoord. Hij heeft onder meer verklaard dat hij via-via in contact is gekomen met een man genaamd ‘ [alias 4] ’. [naam 4] heeft aan [verdachte] verteld dat hij naar Engeland wilde. Hier moest [naam 4] 20.000,00 USD voor betalen. Hij is eerst naar Dubai gevlogen, vanuit Dubai naar Thailand, vanuit Thailand naar Laos en vanuit Laos naar Vietnam. Er voegden zich op de verschillende locaties steeds meer mensen bij de groep. [verdachte] heeft de vliegtickets betaald. [verdachte] regelde de visa, hield de paspoorten bij zich als hij de visa regelde en gaf de paspoorten weer terug als ze op een vliegveld waren. [verdachte] heeft een Engels visum geregeld voor hem. Hij heeft zijn Eritrese paspoort aan hem gegeven en toen hij het paspoort terug kreeg zat er een Engels visum bij. Dit bleek later een vals visum te zijn. [verdachte] hield de telefoons van de groep bij zich. [verdachte] regelde ook het verblijf in de hotels en gaf iedereen 10,00 USD per dag om van te leven. De anderen uit de groep hebben ook ieder een bedrag van 20.000,00 of 22.000,00 USD betaald. Hij zou met in totaal negen mensen naar Engeland vliegen, maar hen is de toegang geweigerd in Vietnam. [naam 4] heeft verdachte herkend als voornoemde ‘ [alias 4] ’ op verschillende aan hem getoonde foto’s. [13]
De raadsman heeft nog aangevoerd dat deze getuige bij de rechter-commissaris op onderdelen een wezenlijk andere verklaring heeft afgelegd, zodat geen van beide verklaringen bruikbaar is voor bewijs. De rechtbank volgt de raadsman daarin niet. De rechtbank laat de verklaring van de getuige bij de rechter-commissaris buiten beschouwing aangezien deze verklaring tot stand lijkt te zijn gekomen in een overspannen sfeer waarin tussen getuige, rechter-commissaris en raadsman de nodige irritaties zijn ontstaan. Er zijn aanwijzingen dat deze irritaties in combinatie met de persoon en de gedragskenmerken van de getuige tot “kortsluiting” bij de getuige heeft geleid. Reden om deze verklaring buiten beschouwing te laten. Voor de bij de KMar afgelegde verklaring geldt dat niet. Die verklaring is bovendien consistent en stemt overeen met de verklaringen van andere gehoorde getuigen en overige informatie die over deze smokkel beschikbaar is. Daarom kan deze verklaring naar het oordeel van de rechtbank gebruikt worden voor het bewijs.
Ten aanzien van feit 2: Malediven 2017
Op 28 oktober 2017 heeft de Immigration Liaison Officer (ILO) in Dubai van luchtvaartmaatschappij [bedrijf 1] informatie ontvangen over een mogelijk smokkelincident op 24 oktober 2017 op de luchthaven van Male in de Malediven. Verdachte zou betrokken zijn geweest bij de smokkel van tien Eritreeërs, allen komende vanuit Khartoem (Soedan) via Dubai. Op het vliegveld van Male werd op die dag acht Eritreeërs de toegang tot de Malediven geweigerd, omdat zij met vervalste Oost-Timorese paspoorten toegang probeerden te krijgen. Gebleken is dat zij hun eigen Eritrese paspoorten hebben gebruikt om vanuit Khartoem naar Dubai te reizen, en vanuit Dubai met de valse paspoorten zijn doorgereisd naar Male. Op diezelfde vlucht van [bedrijf 1] zaten ook twee andere personen met Oost-Timorese paspoorten en daarnaast een Nederlander. Dit bleek verdachte te zijn. De hele groep is teruggestuurd naar Dubai en daar overgedragen aan de immigratiedienst. [14]
De tien personen waren allen in het bezit van een vervalst Oost-Timorees paspoort. Van acht personen zijn aan de hand van hun Eritrees paspoort de persoonsgegevens vastgesteld als:
[naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 1991 te [geboorteplaats 8] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 1] ;
[naam 13] geboren op [geboortedatum 14] 1989 te [geboorteplaats 14] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 2] ;
[naam 16] geboren op [geboortedatum 17] 1981 te [geboorteplaats 17] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 3] ;
[naam 17] geboren op [geboortedatum 18] 1993 te [geboorteplaats 18] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 4] ;
[naam 18] geboren op [geboortedatum 19] 1986 te [geboorteplaats 19] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 5] ;
[naam 19] geboren op [geboortedatum 20] 1984 te [geboorteplaats 20] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 6] ;
[naam 20] geboren op [geboortedatum 21] 1994 te [geboorteplaats 21] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 7] ;
[naam 21] geboren op [geboortedatum 22] 1991 te [geboorteplaats 22] met een Eritrees paspoort [paspoortnummer 8] . [15]
Van twee personen konden geen persoonsgegevens worden vastgesteld, omdat zij niet over een Eritrees paspoort beschikten. Het betreft de volgende personen:
9. [naam 22] geboren op [geboortedatum 23] 1989, alleen in het bezit van een vervalst Oost-Timorees paspoort met het nummer [paspoortnummer 9] ;
10. [naam 23] geboren op [geboortedatum 24] 1990, alleen in het bezit van een vervalst Oost-Timorees paspoort met het nummer [paspoortnummer 10] . [16]
Er is middels een Europees Onderzoeksbevel (EOB) een rechtshulpverzoek uitgegaan naar het Verenigd Koninkrijk om de persoonsgegevens van deze twee personen alsnog te achterhalen. Uit deze informatie is gebleken dat de personen die bekend zijn onder de namen [naam 22] en [naam 23] later wederom betrokken zijn geweest bij een smokkelincident in Kroatië in 2018. De daadwerkelijke persoonsgegevens van deze personen blijken te zijn:
9. [naam 38] , geboren op [geboortedatum 25] 1991 te [geboorteplaats 23] , reizend met een vals Oost-Timorees paspoort op de naam van [naam 22] ;
10. [naam 36] , geboren op [geboortedatum 26] 1991 te [geboorteplaats 24] , reizend met een vals Oost-Timorees paspoort op de naam van [naam 23] . [17]
De paspoorten en visa van de personen 1 tot en met 8 zijn onderzocht door een documentdeskundige van de KMar. De Oost-Timorese paspoorten van voornoemde personen genummerd onder 1 tot en met 8 bleken op basis van de afwijkende kenmerken op de personaliabladzijde allen vals of vervalst te zijn. De Eritrese paspoorten die deze personen ook bij zich hadden bleken allemaal echt. [18]
[naam 38] (hiervoor genummerd onder 9) is op 23 januari 2019 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk als getuige gehoord.
Hij heeft onder meer verklaard dat hij door een persoon die hij kent als ‘ [alias 5] ’ succesvol naar het Verenigd Koninkrijk is gesmokkeld in 2018, maar ook eens eerder is gesmokkeld door dezelfde reisagent ‘ [alias 5] ’. Dit was een soortgelijke smokkelroute als de route in 2018, maar die keer in 2017 was niet succesvol. Hij heeft een Oost-Timorees paspoort onder de naam [naam 22] van [alias 5] gekregen in Khartoum. Hij heeft een foto voor het paspoort naar zijn broer gestuurd en zijn broer heeft deze foto naar [alias 5] gestuurd. De afspraak was om hem naar een veilig Europees land te brengen. De eerste smokkelreis was gestart vanuit Khartoem in oktober 2017. Zijn broer kende deze man en heeft hiervoor 8.000,00 USD aan [alias 5] betaald. Ze waren met een groep van tien personen. Ze stapten over in Dubai en kwamen aan in een ander land, waarna ze weer terug werden gestuurd naar Dubai. [naam 38] heeft verdachte herkend als voornoemde ‘ [alias 5] ’ op verschillende aan hem getoonde foto’s. [19]
[naam 36] (hiervoor genummerd onder 10) is op 24 januari 2019 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk als getuige gehoord.
Hij heeft onder meer verklaard dat, voordat hij succesvol naar het Verenigd Koninkrijk is gesmokkeld in 2018, hij ook een keer eerder in 2017 is gesmokkeld, maar dat die keer niet succesvol was en hij toen is teruggegaan. Dit was met dezelfde reisagent ‘ [alias 5] ’. Hij was met een groep van tien personen, exclusief [alias 5] . De groep kwam samen op het vliegveld in Soedan. Het was de bedoeling om naar Europa te reizen. Zijn nicht heeft 8.000,00 USD betaald voor de reis. De reizen van 2017 en 2018 waren hetzelfde. Hij heeft het Oost-Timorese paspoort, dat hij ook heeft gebruikt in 2018, voor het eerst gekregen in 2017 bij de eerste reis. [alias 5] heeft dit paspoort aan hem gegeven. [alias 5] hield dit paspoort bij zich tijdens de reis. [alias 5] voerde altijd het woord. [alias 5] voorzag in hun basisbehoeften en betaalde voor hun eten en drinken. [naam 36] heeft verdachte herkend als voornoemde ‘ [alias 5] ’ op de aan hem getoonde foto’s. [20]
Ten aanzien van feit 3: Kroatië / Verenigd Koninkrijk 2018
Naar aanleiding van het smokkelincident van 24 oktober 2017 (feit 2) is verdachte – om zicht te krijgen op de reisbewegingen van verdachte en eventuele nieuwe smokkelincidenten – op 16 april 2018 onopvallend gesignaleerd in het Schengen lnformatie Systeem (SIS). Naar aanleiding van deze SIS-signalering is een bericht binnengekomen van de grenspolitie van Kroatië. Zij zouden een ‘hit’ hebben op de naam van verdachte. Uit deze hit bleek dat verdachte op 10 mei 2018 op de luchthaven van Zagreb is gecontroleerd in het gezelschap van drie personen: [naam 22] , [naam 24] en [naam 23] . De vier mannen zijn vanuit Doha (Qatar) met [bedrijf 2] gevlogen naar Zagreb. Zij zouden tien dagen in Zagreb in een hostel verblijven voor een toeristisch bezoek. [21]
De camerabeelden van het vliegveld van Zagreb van 10 mei 2018 zijn bekeken. Op de beelden zijn de vier personen herkend als: [naam 23] (later blijkt dit te zijn: [naam 36] ), [naam 24] (later blijkt dit te zijn: [naam 37] ) en [naam 22] (later blijkt dit te zijn: [naam 38] ) samen met verdachte. Zij hebben direct contact met elkaar en vormen een groep. Verdachte blijft bij de controlepost staan, heeft papieren in de hand en te zien is dat om de beurt de drie mannen bij hem komen om zich te laten controleren. Verder is te zien dat [naam 23] ( [naam 36] ) en [naam 22] ( [naam 38] ) een T-shirt dragen waarop staat “Timor Leste Travel”. [22]
Op 14 mei 2018 is naar aanleiding van de onopvallende signalering een nieuw bericht binnengekomen dat [naam 36] , [naam 37] en [naam 38] op 14 mei 2018 vanaf het vliegveld in Split (Kroatië) zijn gevlogen naar London Luton (Verenigd Koninkrijk). Tevens is gebleken dat verdachte op l5 mei 2018 vanaf het vliegveld van Zagreb (Kroatië) naar Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) is gevlogen. De camerabeelden van het vliegveld van Split van 14 mei 2018 zijn vervolgens bekeken. Hierop zijn de vier mannen, waaronder verdachte, wederom herkend. Te zien is dat zij gezamenlijk de luchthaven van Split betreden. Te zien is dat verdachte, [naam 36] , [naam 37] en [naam 38] contact hebben met een vrouw (geïdentificeerd als [naam 25] ). [verdachte] overhandigt wat papieren aan [naam 25] en zij begeleid vervolgens [naam 36] , [naam 37] en [naam 38] naar de controlepost voor vertrek. [naam 25] overhandigt vervolgens wat papieren weer aan verdachte, waarna zij samen de luchthaven verlaten. [23] [naam 25] heeft later verklaard inderdaad verdachte en drie mannen te hebben geholpen met het inchecken van de drie mannen voor een vlucht naar Londen. [24] [naam 25] heeft dit bevestigd bij het verhoor door de rechter-commissaris. [25]
Naar aanleiding van een EOB aan het Verenigd Koninkrijk en Kroatië én de camerabeelden op de luchthavens Zagreb en Split in Kroatië is gebleken dat de drie mannen, die gebruik maakten van de valse Oost-Timorese paspoorten, asiel hebben aangevraagd in het Verenigd Koninkrijk en opgegeven hebben te zijn:
[naam 36] , geboren [geboortedatum 26] 1991, Eritrees staatsburger, gebruik makend van het valse/vervalste Oost-Timorese paspoort op naam van [naam 23] ;
[naam 37] , geboren [geboortedatum 27] 1984, Eritrees staatsburger, gebruik makend van het valse/vervalste Oost-Timorese paspoort op naam van [naam 24] ;
[naam 38] , geboren [geboortedatum 25] 1991, Eritrees staatsburger, gebruik makend van het valse/vervalste Oost-Timorese paspoort op naam van [naam 22] . [26]
De vliegtickets van voornoemde drie personen en verdachte voor de vlucht van Doha (Qatar) naar Zagreb (Kroatië) zijn contant betaald en geboekt bij dezelfde reisagent op 9 mei 2018. Uit onderzoek van de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk blijkt dat op 13 mei 2018 de vlucht voor voornoemde drie personen is gereserveerd van Split naar London Luton met vertrekdatum l4 mei 2018. De boeking voor deze vliegtickets is contant betaald en gedaan op naam van [naam 22] , de alias van [naam 38] . Daarnaast blijkt dat het telefoonnummer van verdachte op het moment van de boeking van de vliegtickets op 13 mei 2018, gebruik heeft gemaakt van dezelfde zendmasten in de directe omgeving van de luchthaven van Split. [27]
Bij het smokkelincident in 2018 in Bosnië-Herzegovina (feit 4) zijn er reserveringsbewijzen voor vluchten bij verdachte aangetroffen op naam van [naam 24] , [naam 22] en [naam 23] (de aliassen van [naam 36] , [naam 37] en [naam 38] ). Er zitten diverse taal/schrijffouten in verwerkt en het is bekend dat bovenstaande vluchten geen doorgang hebben gevonden voor [naam 36] , [naam 37] en [naam 38] , aangezien ze op 15 mei 2018 direct bij aankomst asiel in het Verenigd Koninkrijk hebben aangevraagd. De vluchten zien op een vlucht van Londen naar Singapore op 18 mei 2018, van Singapore naar Dili (Oost-Timor) op 19 mei 2018, van Zagreb naar Doha op 20 mei 2018 en daarna direct weer op 20 mei 2018 een vlucht van Doha naar Denpasar (Bali). Gebleken is dat het technisch gezien niet mogelijk is om op 19 mei 2018 naar Dili te vliegen en een dag later vanaf Zagreb naar Denpasar. [28]
[getuige] is op 24 januari 2019 naar aanleiding van een EOB aan Kroatië als getuige gehoord. Zij is eigenaresse van een toeristenbureau in Split. Zij heeft verdachte herkend als ‘ [verdachte] ’. Hij heeft bij haar in mei 2018 een appartement voor zichzelf geboekt, waarna hij nog een appartement voor drie iets donkerder getinte mannen heeft bijgeboekt, voor twee dagen in Split. Verdachte heeft hier contant voor betaald. [29] De verklaring van [getuige] bij de rechter-commissaris laat deze verklaring in stand. [30]
[naam 36] (hiervoor genummerd onder 1) is op 24 januari 2019 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk als getuige gehoord. Hij heeft onder meer verklaard dat zijn nicht voor hem 8.000,00 USD heeft betaald voor de reis aan een reisagent. De reisagent kent hij als ‘ [alias 5] ’. [alias 5] belde hem en vertelde hem wanneer hij naar het vliegveld moest komen. Hij kende [alias 5] nog van de eerdere smokkelreis uit 2017. Hij was in 2018 met [naam 37] en [naam 38] , waarvan hij de achternaam niet weet. [alias 5] heeft voor het hotel betaald en zorgde voor eten en drinken. Hij heeft het Oost-Timorese paspoort van [alias 5] gekregen. Hij heeft voor dit paspoort een foto van zichzelf naar zijn nicht gestuurd. Hij heeft dit paspoort voor het eerst gekregen in 2017, bij de eerste smokkelreis. Hij heeft dit paspoort in 2018 weer van [alias 5] gekregen. [alias 5] hield het paspoort bij zich tijdens de reis, als zij het nodig hadden gaf hij het paspoort weer terug. Zij volgden [alias 5] . [alias 5] deed overal het woord. Hij heeft zichzelf, [naam 37] , [naam 38] en [alias 5] herkend op de camerabeelden van Zagreb en Split. Hij heeft het T-shirt met de tekst ‘Timor Lest Travel’ van [alias 5] gekregen toen ze aan de reis begonnen in Soedan in 2018. De groep is zonder [alias 5] naar het Verenigd Koninkrijk gevlogen. Zij hebben het Oost-Timorese paspoort verscheurd en weggegooid op de vlucht naar het Verenigd Koninkrijk. [alias 5] had hen verteld dat zij dit moesten doen. [31]
[naam 37] (hiervoor genummerd onder 2) is op 20 december 2018 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk als getuige gehoord. Hij heeft zichzelf, [naam 36] , [naam 38] en [alias 5] herkend op de camerabeelden van Zagreb en Split. De man die hij kent als ‘ [alias 5] ’ was hun gids. Hij is in contact gekomen met [alias 5] via zijn neef. Hij heeft 8.000,00 USD betaald voor de reis. [alias 5] had gezegd dat hij ze overal in Europa kon brengen, maar ze wilden graag naar het Verenigd Koninkrijk. [alias 5] is met hun meegereisd naar Kroatië en sprak met de immigratiebeambten bij de grenscontroles. [alias 5] was verantwoordelijk voor de documenten en hield deze bij zich. [alias 5] bracht ze alle noodzakelijke dingen, zoals eten en drinken, en boekte de accommodaties en verdere reizen. Hij heeft een Oost-Timorees paspoort gebruikt met de valse identiteit van [naam 24] . Hij heeft dit paspoort van [alias 5] gekregen. Hij heeft [alias 5] in Khartoem betaald en zijn naam doorgegeven, [alias 5] vertrok daarna en regelde het paspoort. Zij hebben het Oost-Timorese paspoort verscheurd en weggegooid in het vliegtuig onderweg naar het Verenigd Koninkrijk. [alias 5] had hen verteld dat zij dit moesten doen en is zelf niet meegereisd naar het Verenigd Koninkrijk. [alias 5] heeft ervoor gezorgd dat ze naar het Verenigd Koninkrijk konden en behandelde hen goed. [naam 37] heeft verdachte herkend als voornoemde ‘ [alias 5] ’ op een aantal van de aan hem getoonde foto’s. [32]
[naam 38] (hiervoor genummerd onder 3) is op 23 januari 2019 naar aanleiding van een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk als getuige gehoord.
Hij heeft onder meer verklaard dat, voordat hij succesvol naar het Verenigd Koninkrijk is gesmokkeld in 2018, hij een keer eerder is gesmokkeld door dezelfde reisagent ‘ [alias 5] ’. Zijn broer kende [alias 5] en heeft contact met hem opgenomen. Zijn broer heeft 8.000,00 USD aan [alias 5] betaald voor de reis. Zijn reisgenoten hebben hem ook verteld dat ze eenzelfde bedrag moesten betalen. Dit was voor de hele reis inclusief alles. Hij is in april 2018 uit Soedan vertrokken, waarna ze naar drie of vier landen zijn gegaan. Hij heeft het Oost-Timorese paspoort onder de naam [naam 22] van [alias 5] gekregen in Khartoum. Hij weet niet hoe [alias 5] hier aan is gekomen. [alias 5] hield het paspoort bij zich en gaf het aan [naam 38] bij de grenscontrole. [alias 5] regelde de hotels en gaf ze drie keer per dag te eten. [alias 5] behandelde hen goed. [alias 5] sprak ook met de grensbeambten. [alias 5] boekte de accommodaties en verdere reizen. Hij was met [naam 36] en [naam 37] . Hij heeft zichzelf, [naam 36] , [naam 37] en [alias 5] herkend op de camerabeelden van Zagreb en Split. In Khartoem heeft hij een T-shirt met een vlag en opdruk van [alias 5] gekregen, hierop stond hetzelfde land als op het paspoort. Toen ze naar het laatste land gingen zei [alias 5] dat hij dit T-shirt moest dragen. Het Oost-Timorese paspoort heeft hij vernietigd in het vliegtuig, omdat [alias 5] hem waarschuwde dat de autoriteiten niet moesten ontdekken hoe ze gereisd hebben. [33]
Uit onderzoek is gebleken dat [naam 38] en [naam 36] betrokken zijn geweest bij een smokkelincident in 2017 op de Malediven waar verdachte ook bij aanwezig was (feit 2).
Ten aanzien van feit 4: Bosnië-Herzegovina 2018
Op grond van de eerder genoemde SIS-signalering is op maandag 9 juli 2018 vanuit lnterpol Sarajevo een bericht binnengekomen dat de grenspolitie van Bosnië-Herzegovina op 3 juli 2018 op de luchthaven van Sarajevo een persoon heeft gecontroleerd en geweigerd. Dit betrof [naam 16] . Vastgesteld werd dat [naam 16] een vals Oost-Timorees paspoort in haar bezit had op naam van [naam 26] . Zij reisde met een groep van negen personen samen met verdachte. Op basis van de SIS-signalering op [naam 16] bestond voor de grenspolitie het vermoeden dat sprake was van een mensensmokkelsituatie. Daarnaast had de grenspolitie meerdere indicaties om aan te nemen dat de Oost-Timorese paspoorten van de groep vals waren. [34]
Uit nader onderzoek blijkt dat op 3 juli 2018 een groep van in totaal tien personen probeerde Bosnië-Herzegovina te betreden, waarbij negen personen zich met valse Oost-Timorese paspoorten hebben geïdentificeerd. Verdachte heeft zich geïdentificeerd met zijn Nederlandse paspoort. De groep was vanuit Kathmandu (Nepal) met een tussenstop in Doha (Qatar) doorgereisd naar Sarajevo. Verdachte heeft zich tijdens het incident aan de grenspolitie voorgesteld als de reisleider. Hij had de Oost-Timorese paspoorten in zijn bezit op dat moment. De grenspolitie had meerdere indicaties om aan te nemen dat de paspoorten vals waren, waaronder het feit dat het paspoort van [naam 29] op een datum was afgegeven, voordat hij volgens het paspoort geboren was. Hierdoor is de groep de toegang tot Bosnië-Herzegovina geweigerd. Zij werden allen teruggestuurd naar Doha. [35]
De negen personen waren allen enkel in het bezit van vervalste Oost-Timorese paspoorten en identificeerden zich als volgt:
[naam 27] , geboren op [geboortedatum 28] 2012 te [geboorteplaats 25] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 11] ;
[naam 28] , geboren op [geboortedatum 29] 2014 te [geboorteplaats 26] met Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 12] ;
[naam 29] , geboren op [geboortedatum 30] 2016te [geboorteplaats 27] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 13] ;
[naam 30] , geboren op [geboortedatum 31] 2010 te [geboorteplaats 28] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 14] ;
[naam 31] , geboren op [geboortedatum 32] 1988 te [geboorteplaats 29] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 15] ;
[naam 32] , geboren op [geboortedatum 33] 1992 te [geboorteplaats 30] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 16] ;
[naam 33] , geboren op [geboortedatum 34] 1991 te [geboorteplaats 31] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 17] ;
[naam 34] , geboren op [geboortedatum 35] 2013 te [geboorteplaats 32] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 18] ;
[naam 26] , geboren op [geboortedatum 36] 1981 te [geboorteplaats 33] met vals Oost-Timorees paspoortnummer [paspoortnummer 19] .
Van deze personen is de ware identiteit onbekend gebleven, behalve van [naam 26] . Op basis van de informatie van de SIS-signalering is bekend geworden dat het gaat om [naam 16] . [36] Uit onderzoek is gebleken dat [naam 16] betrokken is geweest bij een smokkelincident in 2017 op de Malediven waar ook verdachte bij aanwezig was (feit 2).
Door een expert op het gebied van valse documenten is onderzoek gedaan naar de echtheid van de negen aangetroffen Oost-Timorese paspoorten. Uit onderzoek naar de reeds genoemde verstrekte documenten is vastgesteld dat het in alle gevallen om valse paspoorten gaat, waarin de pagina met persoonsgegevens verwisseld is. Aan de hand van de foto's die zijn genomen van de inhoud van de betreffende valse Oost-Timorese paspoorten is een overzicht gemaakt van de reisbewegingen van deze personen. Op 20 juni 2018 zijn deze mensen vertrokken uit Dili (Oost-Timor), diezelfde dag kwam de groep aan in Kathmandu. Op 3 juli 2018 is de groep aangekomen in Sarajevo met een Nepalees visum op basis van een stempel of sticker in hun paspoort. [37]
De reisbewegingen van verdachte zijn in kaart gebracht middels een tijdlijn op basis van een onderzoek naar zijn financiële transacties. Gebleken is dat verdachte op 29 mei 2018 en 20 juni 2018 in Dili in Oost-Timor was, waarna hij op 20 juni 2018 in Kathmandu was, op 22 juni 2018 in Dubai en vervolgens weer op 2 juli 2018 in Kathmandu. [38]
De camerabeelden van het vliegveld van Sarajevo van 3 juli 2018 zijn bekeken. Op de beelden is te zien dat de tien personen een groep vormen en direct contact met elkaar hebben. Daarnaast is op de camerabeelden te zien dat verdachte voor de groep uit loopt en als eerste de paspoortcontrole nadert. Te zien is dat verdachte de groepsleden begeleid bij het loket. Wanneer zij door de grenspolitie apart worden genomen voert verdachte het woord. [39]
Op dinsdag 24 juli 2018 zijn in Sarajevo, Bosnië-Herzegovina, medewerkers van de grenspolitie aan de luchthaven van Sarajevo als getuigen gehoord.
[getuige 2] heeft verklaard dat verdachte met de groep bij haar aan de balie kwam. Verdachte was in het bezit van een Nederlands paspoort. Hij overlegde de negen Oost-Timorese paspoorten en wees de persoon aan wie bij welk paspoort hoorde, waarna hij die persoon naar voren riep. De groep stond achter hem als één gezamenlijke groep. [getuige 2] zag dat ze een Interpol-signaleringsmelding kreeg bij de persoonsgegevens van [naam 26] . Zij heeft daarop gevraagd of zij als toeristen zijnde ook hotels hadden geboekt in Sarajevo. Verdachte liet op zijn telefoon de gegevens zien van een boeking bij hotel [hotel] en de boeking van de terugvluchten van Sarajevo naar Kathmandu. Tijdens de controle is zij er achter gekomen dat de reservering bij hotel [hotel] nooit echt heeft bestaan en dat voornoemde terugvluchten gecanceld waren. Een medewerker van [bedrijf 2] vertelde haar dat dit enkele minuten geleden gebeurd was. [getuige 2] heeft verdachte toen nogmaals verzocht de retourtickets te laten zien, hetgeen hij weigerde. Ook heeft [getuige 2] gesproken met de medereiziger [naam 31] . Zij verklaarde dat ze verdachte niet echt kent, maar bij een reisbureau heeft leren kennen. Het viel [getuige 2] op dat de groep erg weinig bagage bij zich had. [naam 31] had vier kinderen mee, maar enkel een klein koffertje bij zich. Ook was de achternaam van een van de kinderen gespeld als ‘ [naam 35] ’ in plaats van ‘ [naam 22] ’ zoals op het paspoort. [40]
[getuige 3] heeft verklaard dat hij ter plaatse is gekomen nadat er was vastgesteld dat er iets niet klopte met de Oost-Timorese paspoorten. Verdachte beantwoordde de vragen als de groep iets werd gevraagd en bleef te allen tijde bij de groep. Verdachte verklaarde dat hij reisleider is van de groep en hen in die hoedanigheid naar Sarajevo heeft gebracht vanuit Kathmandu, waar hij ze had leren kennen. Hij zou ze voor 3.000,00 USD begeleiden bij een toeristische trip door Bosnië-Herzegovina. Verdachte kon niet vertellen wat ze gingen doen of bezichtigen. Er was naast verdachte nog één ander persoon die Engels sprak, [naam 31] . Zij keek steeds vragend naar verdachte toen zij contact had met [getuige 3] . [naam 31] vertelde dat ze verdachte had ontmoet in het vliegtuig. [41] Bij het verhoor bij de rechter-commissaris is de getuige [getuige 3] bij zijn eerdere verklaring gebleven. [42]
3.4.2.
De bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde
3.4.2.1.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft op de terechtzitting van 8 oktober 2024 onder meer het volgende verklaard. Hij was een tourguide / reisleider. Het klopt dat hij met de voornoemde groepen mensen op de verschillende luchthavens is geweest. Verdachte voerde vaak het woord namens de groep waarmee hij was, omdat hij Engels sprak. Verdachte heeft geen reisbureau of kantoor. Verdachte werd voor deze reizen zelf benaderd door mensen, hij adverteert niet, hij kreeg zijn klanten door mond-op-mond reclame. Hij organiseerde deze reizen mede omdat hij deze mensen ook een beter leven gunt. Het klopt ook dat er personen meermalen met hem meegingen, waaronder [naam 36] en [naam 38] . De mensen uit de groepen moesten hem per persoon 5.000,00 USD betalen voor de hele reis. Verdachte ontkent valse / vervalste paspoorten voor de door hem begeleide groepen te hebben geregeld en te hebben geweten van die paspoorten.
3.4.2.2.
Schakelbewijs
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen onder omstandigheden als steunbewijs (in de vorm van zogenaamd schakelbewijs) is toegelaten. Voor de bewezenverklaring van een feit wordt in dat geval mede redengevend geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit, zoals een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte (ook wel aangeduid als modus operandi).
De rechtbank stelt vast dat uit de verklaringen van de verschillende gesmokkelde getuigen, de verklaringen van de verdachte én de overige bewijsstukken als opgenomen onder 3.4.1. volgt dat er sprake is van een specifieke modus operandi. Er bestaan op essentiële punten kenmerkende overeenkomsten in de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de verschillende incidenten van mensensmokkel – zoals tenlastegelegd onder 1, 2, 3 en 4 – hebben plaatsgevonden. Er lijkt hierbij sprake te zijn geweest van een jarenlange praktijk waarin verdachte meermalen groepen mensen via verschillende vluchten door Azië, met behulp van vervalste paspoorten, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door verschillende Europese landen.
In de eerste plaats geldt dat het in alle vier de gevallen gaat om mensensmokkel waarbij de gesmokkelden allen gebruik hebben gemaakt van een vals of vervalst paspoort. Daarnaast geldt dat de handelwijze van verdachte specifieke overeenkomsten vertoont binnen de getuigenverklaringen van de verschillende groepen gesmokkelden. Er is door de gesmokkelde getuigen verklaard dat zij meerdere reizen (door Azië) gemaakt hebben, vooraf hebben moeten (laten) betalen voor de reis en dat verdachte vervolgens alles voor de reis in orde maakte. Verdachte regelde de vliegtickets, de hotelverblijven, het dagelijks eten en drinken, gaf ze 10,00 USD per dag én zorgde ook dat ze een vals of vervalst paspoort voorhanden hadden voor de doorreis. Verdachte had daarnaast de controle over de paspoorten en telefoons van de gesmokkelden. Uit de verschillende processen-verbaal omtrent de waarnemingen op de verschillende vliegvelden is gebleken dat verdachte de groep begeleidde op de vliegvelden, het woord voerde namens de groep en fungeerde als groepsleider. Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij meereisde met de groep, de reisleider was en veelal het woord voerde, omdat hij Engels sprak. Zijn stelling dat de reizen een toeristisch karakter hadden, wordt door geen van de getuigen onderschreven, stemt niet overeen met de onderzoeksbevindingen, én is ook anderszins niet aannemelijk geworden.
Er is dan ook sprake van een herkenbaar en gelijksoortig patroon – een kenmerkende modus operandi – te herkennen in de aan de verdachte verweten feiten. De bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de andere soortgelijke ten laste gelegde feiten zullen daarom per feit gebruikt worden als steunbewijs in de vorm schakelbewijs.
3.4.2.3.
Betrouwbaarheidsverweer
De verdediging heeft aangevoerd dat de verklaringen van [naam 14] en [naam 1] en [naam 4] – ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde – en [naam 36] , [naam 38] en [naam 37] – ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde – onbetrouwbaar zijn en daarom niet kunnen worden gebruikt voor het bewijs. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat de beide getuigen [naam 1 en naam 14] en [naam 4] inconsistent hebben verklaard bij de rechter-commissaris ten aanzien van hun eerdere verhoren.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van voornoemde getuigen voldoende steun in de inhoud van elkaars verklaringen, de verklaring van verdachte zelf én de overige stukken in het dossier vinden (zie ook paragraaf 3.4.2.2.). De door de verdediging geschetste mogelijkheid dat de getuigen het verhaal (deels) hebben verzonnen is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk geworden en wordt weersproken door de inhoud van de bewijsmiddelen. Met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verklaringen van [naam 4] heeft de rechtbank hiervoor in paragraaf 3.4.1. reeds een overweging opgenomen. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de verklaringen van de beide getuigen [naam 1 en naam 14] en [naam 4] bij de politie en de rechter-commissaris op essentiële punten overeenkomen. Voor zover sprake is van tegenstrijdigheden of inconsistenties in de verklaringen van de getuigen, zijn die van ondergeschikte aard en ook verklaarbaar door het tijdsverloop, de werking van het geheugen en in het geval van [naam 4] de specifieke omstandigheden tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris. De rechtbank verwerpt daarom het betrouwbaarheidsverweer van de verdediging.
3.4.2.4.
Behulpzaam bij verschaffen van toegang of doorreis?
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte alle op de tenlastelegging vermelde personen behulpzaam is geweest bij het verschaffen van toegang tot, of doorreis door verschillende Europese landen. Verdachte heeft daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft. De rechtbank acht op grond van de in 3.4.1. genoemde bewijsstukken bewezen dat verdachte de groepen tijdens de reizen heeft begeleid, met ze is meegereisd, ze heeft voorzien van (meerdere) vliegtickets, ze heeft (laten) voorzien van eten, hotels, zakgeld én zich hiervoor heeft laten betalen.
Er is door meerdere getuigen ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten verklaard dat verdachte de gesmokkelden voorzag van een vals paspoort en/of visa, al dan niet foto’s hiervoor liet maken en de paspoorten en/of de visa overhandigde dan wel retourneerde aan de gesmokkelden. Ten aanzien van feit 4 blijkt uit de tijdlijn in het dossier dat verdachte op dezelfde dag als de groep vanuit Oost-Timor is gereisd naar Nepal, terwijl hij zelf heeft verklaard deze groep pas in Nepal te hebben ontmoet. Deze mensen hadden allen een vals Oost-Timorees paspoort voorhanden én een van de personen was eerder betrokken geweest bij het smokkelincident onder feit 2. Deze verklaring van verdachte acht de rechtbank niet aannemelijk. Ook de verklaring van verdachte met betrekking tot alle feiten dat hij geen wetenschap had van de valse visa en paspoorten en de gesmokkelden hier ook niet van heeft voorzien acht de rechtbank tegen de achtergrond van de inhoud van het dossier onaannemelijk. De rechtbank is daarom ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte voor alle personen die zijn genoemd in de tenlastelegging heeft gezorgd dat de valse visa of paspoorten voorhanden waren.
3.4.2.5.
Uit winstbejag behulpzaam geweest bij het verschaffen van verblijf?
De rechtbank acht ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde niet bewezen dat verdachte uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in een lidstaat van de Europese Unie, IJsland of Noorwegen of aan een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad. Het verblijf dat verdachte de gemokkelden al dan niet uit winstbejag heeft verschaft, betrof verblijf in Aziatische- en andere landen, die niet vallen onder de delictsomschrijving waarop de tenlastelegging ziet. De rechtbank zal verdachte daarom ten aanzien van dit onderdeel geheel vrijspreken.
3.4.2.6.
Tezamen en in vereniging met een of meer anderen?
De rechtbank is van oordeel dat het dossier ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. Weliswaar kan verondersteld worden en zijn er aanwijzingen dat verdachte niet in alle onderdelen van de smokkeloperatie alleen handelde, maar uit het onderzoek blijkt onvoldoende ten aanzien van welke handelingen de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met een of meer anderen om de ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten mede te plegen. De rechtbank zal verdachte daarom – ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten – vrijspreken van het onderdeel ‘tezamen en in vereniging met een of meer anderen’.
3.4.2.7.
Wetenschap ?
De verklaring van verdachte dat hij ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde in alle gevallen geen wetenschap had van de intentie van de groep om naar voornoemde landen in de Europese door te reizen en/of zich de toegang tot die landen te verschaffen, terwijl die toegang en/of dat doorreizen wederrechtelijk waren, acht de rechtbank tegen de achtergrond van het gehele dossier – en in het bijzonder de onder 3.4.1. opgenomen bewijsmiddelen – niet aannemelijk geworden.
De rechtbank is van oordeel – ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten – dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte steeds wist of althans ernstige redenen had te vermoeden dat de op de tenlastelegging vermelde personen wederrechtelijk naar of door een Europees land wilden reizen, terwijl die toegang en/of doorreis wederrechtelijk waren.
3.4.2.8.
Voltooid delict ?
Door de verdediging is aangevoerd dat er ten aanzien van de feiten onder 1, 2 en 4 geen sprake is geweest van een voltooid delict, maar enkel van een poging tot mensensmokkel. De gesmokkelden zijn niet in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland of een ander land als genoemd in de tenlastelegging terecht gekomen.
Blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad, is sprake van een voltooide mensensmokkel in de zin van artikel 197a Sr indien de handelingen van verdachte, gericht op de behulpzaamheid, die zien op de bestanddelen van artikel 197a Sr zijn voltooid. [43] De rechtbank stelt ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde vast dat verdachte die handelingen gericht op de behulpzaamheid heeft voltooid. De rechtbank is derhalve – ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten – van oordeel dat er sprake is van een voltooide mensensmokkel.
3.4.2.9.
Een beroep of gewoonte maken ?
Nu verdachte tegen betaling en bij herhaling, zonder dat aannemelijk is geworden dat hij inkomsten uit andere bronnen genoot, groepen mensen afkomstig uit Eritrea, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door een of meer in de tenlastelegging genoemd land(en) in Europa, is de rechtbank van oordeel dat hij van het plegen van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
3.4.2.10.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde, zoals hierna in de bewezenverklaring omschreven.
3.4.3.
Voorwaardelijk verzoek horen getuigen
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring zou komen, heeft de raadsman verzocht om alle op de tenlastelegging genoemde (gesmokkelde) personen die niet zijn gehoord door de politie of rechter-commissaris alsnog te horen. De raadsman heeft ook verzocht om [naam 39] en [naam 40] alsnog als getuige te (doen) horen, aangezien zij in het dossier zijn aangemerkt als mogelijke medeverdachten, en [naam 36] , [naam 38] en [naam 37] , omdat zij buiten aanwezigheid van de raadsman een belastende verklaring over de verdachte hebben afgelegd.
De raadsman heeft de vraag opgeworpen of wel gesproken kan worden van een
eerlijk proces, indien de rechtbank de verklaringen van [naam 36] en [naam 38] voor het bewijs bezigt, terwijl de verdediging deze getuigen niet heeft kunnen bevragen en daarnaast afziet van het horen van de andere voornoemde getuigen. Voor de beoordeling of het proces als geheel eerlijk is verlopen zijn van belang (i) de reden dat het ondervragingsrecht niet kan worden uitgeoefend met betrekking tot een getuige van wie de verklaring voor het bewijs wordt gebruikt, (ii) het gewicht van de verklaring van de getuige, binnen het geheel van de resultaten van het strafvorderlijke onderzoek, voor de bewezenverklaring van het feit, en (iii) het bestaan van compenserende factoren, waaronder ook procedurele waarborgen, die compensatie bieden voor het ontbreken van een ondervragingsgelegenheid. Deze beoordelingsfactoren moeten daarbij in onderling verband worden beschouwd. Naarmate het gewicht van de verklaring groter is, is het – wil de verklaring voor het bewijs kunnen worden gebruikt – des te meer van belang dat een goede reden bestaat voor het niet bieden van een ondervragingsgelegenheid en dat compenserende factoren bestaan.
De rechtbank stelt vast dat het verzoek van de verdediging om [naam 39] , [naam 40] , [naam 38] , [naam 36] en [naam 37] als getuigen te (laten) horen op 28 maart 2022 door de rechtbank is toegewezen, maar dat na onderzoek is gebleken dat deze personen onvindbaar zijn voor de autoriteiten. Deze personen konden daarom niet gehoord worden. De rechtbank is niet gebleken van gewijzigde omstandigheden of enige andere aanleiding om te vermoeden dat zij thans wel binnen afzienbare termijn alsnog gevonden en gehoord kunnen worden.
De rechtbank acht daarbij van belang dat de hiervoor genoemde verklaringen van [naam 37] , [naam 36] en [naam 38] voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. Zo heeft ieder van de onder 3.4.1. opgenomen gesmokkelde getuigen verklaard over het vooraf voldoen van het gehele bedrag aan verdachte, het regelen van de hotels en vliegtickets door verdachte, het innemen van de paspoorten door verdachte, én het zorg dragen voor een vals paspoort en/of visum door verdachte.
De rechtbank is ten aanzien van het overige deel van het verzoek (het horen van [naam 39] , [naam 40] en alle overige op de tenlastelegging genoemde personen) van oordeel dat onvoldoende is gemotiveerd dat het horen van die personen zal kunnen bijdragen aan de uit hoofde van artikelen 348 en 350 Sv te beantwoorden vragen. De enkele gestelde omstandigheid dat deze personen (mogelijk) betrokken waren bij de aan de verdachte ten laste gelegde feiten, is daartoe onvoldoende.
De rechtbank is gelet op het voorgaande, in samenhang bezien van oordeel dat de hierna genoemde bewezenverklaring, die mede rust op de verklaringen van niet-ondervraagde getuigen, in overeenstemming is met het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces en de daaraan verbonden notie van
“the overall fairness of the trial”.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht, op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 10 januari 2014 tot en met 14 februari 2014, in de Verenigde Arabische Emiraten en/of te Thailand en/of te Myanmar(/Birma) en/of te Laos en/of te Cambodja en/of te Singapore en/of te Indonesië en/of te Vietnam en/of te Soedan,
anderen, te weten 15 personen, waaronder 4 kinderen/minderjarigen, gebruikmakend van de navolgende personalia,
1. [naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 te [geboorteplaats 2] , en/of
2. [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1992 te [geboorteplaats 3] , en/of
3. [naam 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1971 te [geboorteplaats 4] , en/of
4. [naam 4] , geboren op [geboortedatum 5] 1967 te [geboorteplaats 5] , en/of
5. [naam 5] , geboren op [geboortedatum 6] 1993 te [geboorteplaats 6] , en/of
6. [naam 6] , geboren op [geboortedatum 7] 2004 te [geboorteplaats 7] , en/of
7. [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 1991 te [geboorteplaats 8] , en/of
8. [naam 8] , geboren op [geboortedatum 9] 1984 te [geboorteplaats 9] , en/of
9. [naam 9] , geboren op [geboortedatum 10] 2001 te [geboorteplaats 10] , en/of
10. [naam 10] , geboren op [geboortedatum 11] 2000 te [geboorteplaats 11] , en/of
11. [naam 11] , geboren op [geboortedatum 12] 1990 te [geboorteplaats 12] , en/of
12. [naam 12] , geboren op [geboortedatum 13] 1989 te [geboorteplaats 13] , en/of
13. [naam 13] , geboren op [geboortedatum 14] 1989 te [geboorteplaats 14] , en/of
14. [naam 14] , geboren op [geboortedatum 15] 1994 te [geboorteplaats 15] , en/of
15. [naam 15] , geboren op [geboortedatum 16] 2006 te [geboorteplaats 16] ,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Duitsland en/of het Verenigd Koninkrijk en voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en/of mee te reizen, en
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf Sudan via een of meerdere landen in Azië naar Duitsland of het Verenigd Koninkrijk, en
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en hotels/slaapplaatsen en zakgeld (10 USD per dag), en/
- te zorgen dat de valse visa voorhanden waren, (al dan niet) voorzien van foto’s van voornoemde gesmokkelde personen), en
- zich heeft laten betalen voor voornoemde reis,
terwijl hij, verdachte wist of ernstige redenen had) te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk waren, terwijl hij van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 30 oktober 2017 te Soedan en/of in de Verenigde Arabische Emiraten en/of op de Malediven,
anderen, te weten 10 personen, gebruik makend van de volgende personalia,
1. [naam 38] (m), geboren op [geboortedatum 25] 1991 te [geboorteplaats 23] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 22] , en/of
2. [naam 36] (m), geboren op [geboortedatum 26] 1991 te [geboorteplaats 24] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 23] , en/of
3. [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 1991, Eritrees paspoort [paspoortnummer 1] , en/of
4. [naam 16] , geboren te [geboorteplaats 17] op [geboortedatum 17] 1981, Eritrees paspoort [paspoortnummer 3] , en/of
5. [naam 17] , geboren te [geboorteplaats 18] op [geboortedatum 18] 1993, Eritrees paspoort [paspoortnummer 4] , en/of
6. [naam 18] , geboren te [geboorteplaats 19] op [geboortedatum 19] 1986, Eritrees paspoort [paspoortnummer 5] , en/of
7. [naam 19] , geboren te [geboorteplaats 20] op [geboortedatum 20] 1984, Eritrees paspoort [paspoortnummer 6] , en/of
8. [naam 20] , geboren te [geboorteplaats 21] op [geboortedatum 21] 1994, Eritrees paspoort [paspoortnummer 7] , en/of
9. [naam 21] , geboren te [geboorteplaats 22] op [geboortedatum 22] 1991, Eritrees paspoort [paspoortnummer 8] , en/of
10. [naam 13] , geboren te [geboorteplaats 14] op [geboortedatum 14] 1989, Eritrees paspoort [paspoortnummer 2] ,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door het Verenigd Koninkrijk of een andere lidstaat van de Europese Unie, en voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en mee te reizen, en
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf Sudan via Dubai en de Malediven naar het Verenigd Koninkrijk, of een andere lidstaat van de Europese Unie, en
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en drinken en hotels/slaapplaatsen, en
- (te zorgen dat de valse paspoorten voorhanden waren, voorzien van foto's van voornoemde gesmokkelde personen, en
- zich heeft laten betalen voor deze reis, terwijl hij, verdachte wist) of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk waren, terwijl hij van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij in de periode van 25 april 2018 tot en met 15 mei 2018 in Kroatië en/of Qatar en/of Myanmar(/Birma) en/of Soedan,
anderen, te weten 3 personen, gebruik makend van de volgende personalia
1. [naam 36] , geboren op [geboortedatum 26] 1991 te [geboorteplaats 24] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 23] , en
2. [naam 37] , geboren op [geboortedatum 27] 1984 te [geboorteplaats 34] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 24] , en
3. [naam 38] , geboren op [geboortedatum 25] 1991 te [geboorteplaats 23] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 22] ,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
het Verenigd Koninkrijk en/of Kroatië en voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en mee te reizen, en
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf Sudan, via Qatar en via Myanmar(/Birma), en via Kroatië, naar het Verenigd Koninkrijk, en
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en drinken en hotels/slaapplaatsen, en
- te zorgen dat de valse paspoorten voorhanden waren, voorzien van foto's van voornoemde gesmokkelde personen, en
- zich heeft laten betalen voor deze reis, terwijl hij wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang en/of doorreis wederrechtelijk waren, terwijl hij van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij in de periode van 20 juni 2018 tot en met 3 juli 2018, te Bosnië en Herzegovina en/of
te Qatar en/of te Nepal, anderen, te weten 9 personen, waaronder 5 minderjarigen, gebruik makend van de volgende personalia,
1. [naam 16] , geboren te [geboorteplaats 17] op [geboortedatum 17] 1981, Eritrees paspoort [paspoortnummer 3] , gebruikmakend van een (vals) Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 26] , geboren op [geboortedatum 36] 1981 te [geboorteplaats 33] , althans een persoon, gebruik makend van voornoemd (vals) paspoort, en/of
2. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 27] , geboren op [geboortedatum 28] 2012 te [geboorteplaats 25] , en/of
3. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 28] , geboren op [geboortedatum 29] 2014 te [geboorteplaats 26] en/of
4. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 29] , geboren op [geboortedatum 30] 2016 te [geboorteplaats 27] , en/of
5. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 30] , geboren op [geboortedatum 31] 2010 te [geboorteplaats 28] , en/of
6. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 31] , geboren op [geboortedatum 32] 1988 te [geboorteplaats 29] , en/of
7. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 32] , geboren op [geboortedatum 33] 1992 te [geboorteplaats 30] , en/of
8. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 33] , geboren op [geboortedatum 34] 1991 te [geboorteplaats 31] , en/of
9. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 34] , geboren op [geboortedatum 35] 2013 te [geboorteplaats 32] ,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Bosnië en Herzegovina, en voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en mee te reizen, en
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf of via Nepal en Qatar naar Bosnië en Herzegovina,
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en drinken en hotels/slaapplaatsen, en
- te zorgen dat de valse paspoorten voorhanden waren, voorzien van foto's van de gesmokkelde personen, en
- zich heeft laten betalen voor deze reis,
terwijl hij, verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk was, terwijl hij van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
4. De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1, feit 2, feit 3, feit 4
telkens het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar met aftrek van voorarrest op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht, in geval van geheel of gedeeltelijke bewezenverklaring, om primair een gevangenisstraf ter hoogte van de duur van het voorarrest, subsidiair een deels voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere gevallen van mensensmokkel. Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een ander land getransporteerd. Verdachte heeft meerdere (groepen) mensen met behulp van onder andere valse /vervalste documenten per vliegtuig – met meerdere tussenstops – geholpen bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door verschillende Europese landen. Dit reizen per vliegtuig wordt ook wel mensensmokkel via de
“first-class”behandeling genoemd, enkel bereikbaar voor mensen die zich dat financieel kunnen veroorloven. Door hierbij behulpzaam te zijn heeft hij het beleid van de betrokken overheden om een gereguleerd asielbeleid te voeren en het daarvoor benodigde maatschappelijk draagvlak, ondermijnd. De rechtbank neemt verdachte dit kwalijk.
Alhoewel de rechtbank benadrukt dat het gaat om ernstige feiten die het beleid van de lidstaten ondermijnen, weegt de rechtbank in het voordeel van verdachte mee dat er in de onderhavige zaak geen sprake is geweest van fysieke gevaarzetting of anderszins een mensonwaardig of mensonterend handelen door verdachte.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 22 april 2024. Hieruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsrapport van 26 september 2024.
De reclassering heeft verdachte gedurende het schorsingstoezicht geholpen met het vinden van een woning en verdachte heeft gedurende het toezicht werk gevonden bij een schoonmaakbedrijf. De elektronische monitoring van verdachte is zonder noemenswaardige problemen goed verlopen. De reclassering vindt dat verdachte overkomt als een zelfstandige, autonome man die in staat is zijn eigen leven vorm te geven en hulp te vragen waar nodig. De reclassering heeft gerapporteerd dat – gezien de ontkennende houding van verdachte – de risico’s op recidive, letsel en onttrekking aan voorwaarden niet kunnen worden ingeschat. Naar aanleiding van het toezicht is gebleken dat verdachte in staat is zijn leven op de rails te krijgen met behulp van zijn netwerk. De inzet van interventies lijkt niet noodzakelijk. De reclassering adviseert om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en de ernst van de feiten is oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank houdt rekening met het uitgangspunt dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 24 maanden na een handeling waaruit verdachte redelijkerwijs heeft kunnen opmaken dat het openbaar ministerie het voornemen had tegen hem een strafvervolging in te stellen. In deze zaak moet de termijn worden gerekend vanaf 16 december 2021, de dag waarop verdachte in Kenia is aangehouden. Gebleken is dat de termijn tussen de dag van aanhouding en de inhoudelijke behandeling op 8 oktober 2024 bijna 34 maanden bedraagt. Dit betreft een overschrijding van in totaal tien maanden. In aansluiting op de door de Hoge Raad geformuleerde uitgangspunten zal de rechtbank een vermindering van de op te leggen straf met tien procent (10%) toepassen.
De rechtbank houdt daarnaast in het bijzonder rekening met de relatief lange duur van de elektronische monitoring van verdachte middels een enkelband. Verdachte heeft gedurende het gehele schorsingstoezicht een enkelband gedragen. Dit toezicht heeft in totaal één jaar en elf maanden geduurd tot aan de uitspraak. De rechtbank overweegt dat het dragen van een enkelband een beperking is op zowel de fysieke als psychische vrijheid en privacy van een persoon en zal daarmee in het voordeel van verdachte rekening houden bij de op te leggen (vrijheids)straf.
Alles afwegende acht de rechtbank in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar (720 dagen) met aftrek van het voorarrest passend. De rechtbank zal hierop 10% in mindering brengen wegens overschrijding van de redelijke termijn, zodat een gevangenisstraf van 648 dagen resteert. Gezien de tijd die verdachte al heeft doorgebracht in voorarrest (336 dagen), de aansluitend langdurige gedeeltelijke vrijheidsbeperking door de elektronische monitoring én de ouderdom van de feiten (feiten van ruim tien, zeven en zes jaar geleden), acht de rechtbank het niet meer opportuun om verdachte opnieuw aan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te onderwerpen. De rechtbank zal daarom, maar ook om verdachte van herhaling van strafbare feiten te weerhouden, bepalen dat van de gevangenisstraf van 648 dagen een gedeelte van 312 dagen voorwaardelijk zal zijn. De rechtbank zal de proeftijd stellen op drie jaren.
De rechtbank zal verdachte daarenboven nog wel een geldboete opleggen, nu geld een belangrijke drijfveer voor verdachte lijkt te zijn geweest. Een geldboete van € 25.000,00 als bijkomende straf acht de rechtbank in beginsel passend. Na aftrek van 10% voor overschrijding van de redelijke termijn, resteert een op te leggen boetebedrag van € 22.500,00. De bijbehorende vervangende hechtenis bedraagt 147 dagen.
In verband met het bepaalde in artikel 72, lid 3 van het wetboek van strafvordering (Sv) zal de rechtbank het (geschorste) bevel voorlopige hechtenis opheffen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24c en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
voorwaardelijk verzoek
- wijst af het voorwaardelijke verzoek van de verdediging;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde
telkenshet volgende strafbare feit oplevert:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
648 (zeshonderdachtenveertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
312 (driehonderdtwaalf) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot betaling van een
geldboete, van
€ 22.500,00 (tweeëntwintigduizend vijfhonderd euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
147 (honderdzevenenveertig) dagen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van
heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. N.J.C. Monincx en mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Drenth, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2024.
Bijlage I
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Zaaksdossier 1 - Vietnam 2014
hij op (een of meer) tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 januari 2014 tot en met 14 februari 2014,
te Nederland, en/of
te London, althans (ook elders) in Engeland/het Verenigd Koninkrijk, en/of te Frankfurt, althans (ook elders) in Duitsland, en/of
te Dubai, althans (ook elders) in de Verenigde Arabische Emiraten, en/of te Thailand, en/of
te Myanmar(/Birma), en/of
te Laos, en/of
te Siem Reap, althans (ook elders) in Cambodja en/of
te Singapore, en/of
te Indonesië, en/of
te Ho Chi Minhstad, althans (ook elders) in Vietnam, en/of
te Soedan, en/of
te Eritrea,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een ander of anderen, te weten 22 personen, althans 15 personen, waaronder 4 (althans een of meer) kinderen/minderjarigen, (onder andere) (in het dossier) genaamd, althans gebruikmakend van de navolgende personalia,
1. [naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 te [geboorteplaats 2] , en/of
2. [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1992 te [geboorteplaats 3] , en/of
3. [naam 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1971 te [geboorteplaats 4] , en/of
4. [naam 4] , geboren op [geboortedatum 5] 1967 te [geboorteplaats 5] , en/of
5. [naam 5] , geboren op [geboortedatum 6] 1993 te [geboorteplaats 6] , en/of
6. [naam 6] , geboren op [geboortedatum 7] 2004 te [geboorteplaats 7] , en/of
7. [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 1991 te [geboorteplaats 8] , en/of
8. [naam 9] , geboren op [geboortedatum 9] 1984 te [geboorteplaats 9] , en/of
9. [naam 9] , geboren op [geboortedatum 10] 2001 te [geboorteplaats 10] , en/of
10. [naam 10] , geboren op [geboortedatum 11] 200 te [geboorteplaats 11] , en/of
11. [naam 11] , geboren op [geboortedatum 12] 1990 te [geboorteplaats 12] , en/of
12. [naam 12] , geboren op [geboortedatum 13] 1989 te [geboorteplaats 13] , en/of
13. [naam 13] , geboren op [geboortedatum 14] 1989 te [geboorteplaats 14] , en/of
14. [naam 14] , geboren op [geboortedatum 15] 1994 te [geboorteplaats 15] , en/of
15. [naam 15] , geboren op [geboortedatum 16] 2006 te [geboorteplaats 16] , althans een of meer (andere) onbekend gebleven personen,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in, Nederland en/of Zweden en/of Duitsland en/of het Verenigd Koninkrijk en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of Ijsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of voornoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en/of mee te reizen, en/of
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf Eritrea en/of Sudan via een of meerdere landen in Azië naar Zweden en/of Duitsland en/of het Verenigd Koninkrijk en/of Noorwegen, althans naar Europa, en/of
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en/of een of meerdere hotels/slaapplaatsen en/of zakgeld (10 USD per dag), en/of
- ( valse Europese) visa voor de reis te (laten) maken en/of regelen en/of kopen, althans te zorgen dat de vereiste (valse) visa voorhanden waren, (al dan niet) voorzien van foto’s van voornoemde gesmokkelde personen, en/of
- zich heeft laten betalen voor voornoemde reis,
althans enige andere handeling gericht op het organiseren van de reis en/of het vervoer en/of het verblijf van die voornoemde personen, terwijl hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf/die verblijven wederrechtelijk was/waren, en/of terwijl hij van het plegen van dit feit (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
2.
Zaaksdossier 2 - Malediven 2017
hij op (een of meer) tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 30 oktober 2017, althans op of omstreeks 24 oktober 2017,
te Nederland en/of
te Engeland/het Verenigd Koninkrijk en/of
te Khartoum, althans (ook elders in) Soedan, en/of
te Dubai, althans (ook elders) in de Verenigde Arabische Emiraten, en/of
te Male, althans (ook elders) op de Malediven,
te Eritrea en/of Ethiopië,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een ander of anderen, te weten 10 personen, (in het dossier) genaamd, althans gebruik makend van de volgende personalia
1. [naam 38] (m), geboren op [geboortedatum 25] 1991 te [geboorteplaats 23] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 22] , en/of
2. [naam 36] (m), geboren op [geboortedatum 26] 1991 te [geboorteplaats 24] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 23] , en/of
3. [naam 23] , geboren op [geboortedatum 8] 1991, Eritrees paspoort [paspoortnummer 1] , en/of
4. [naam 16] , geboren te [geboorteplaats 17] op [geboortedatum 17] 1981, Eritrees paspoort [paspoortnummer 3] , en/of
5. [naam 17] , geboren te [geboorteplaats 18] op [geboortedatum 18] 1993, Eritrees paspoort [paspoortnummer 4] , en/of
6. [naam 18] , geboren te [geboorteplaats 19] op [geboortedatum 19] 1986, Eritrees paspoort [paspoortnummer 5] , en/of
7. [naam 19] , geboren te [geboorteplaats 20] op [geboortedatum 20] 1984, Eritrees paspoort [paspoortnummer 6] , en/of
8. [naam 20] , geboren te [geboorteplaats 21] op [geboortedatum 21] 1994, Eritrees paspoort [paspoortnummer 7] , en/of
9. [naam 21] , geboren te [geboorteplaats 22] op [geboortedatum 22] 1991, Eritrees paspoort [paspoortnummer 8] , en/of
10. [naam 13] , geboren te [geboorteplaats 14] op [geboortedatum 14] 1989, Eritrees paspoort [paspoortnummer 2] ,
althans een of meer (andere) onbekend gebleven personen,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in, Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale géorganiseerde misdaad, en/of voornoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en/of mee te reizen, en/of
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf Eritrea en/of Sudan via Dubai en/of de Malediven naar het Verenigd Koninkrijk, althans naar Europa, en/of
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en/of drinken en/of een of meerdere hotels/slaapplaatsen, en/of
- ( valse) Oost-Timorese paspoorten voor de reis te (laten) maken en/of regelen en/of kopen, althans te zorgen dat de vereiste (valse) paspoorten voorhanden waren, (al dan niet) voorzien van foto's van voornoemde gesmokkelde personen, en/of
- zich heeft laten betalen voor deze reis, althans enige andere handeling gericht op het organiseren van de reis en/of het vervoer en/of het verblijf van die voornoemde personen, terwijl hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf/die verblijven wederrechtelijk was/waren, en/of terwijl hij van het plegen van dit feit (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3.
Zaaksdossier 3 - Kroatië / Verenigd Koninkrijk 2018
hij op (een of meer) tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 april 2018 tot en met 15 mei 2018,
te Nederland, en/of
te London, althans (ook elders) in Engeland/het Verenigd Koninkrijk, en/of
te Zagreb en/of Split, althans (ook elders) in Kroatië, en/of
te Doha, althans (ook elders) te Qatar, en/of
te Rangoon(/Yangon), althans (ook elders) in Myanmar(/Birma), en/of
te Khartoum, althans (ook elders in) Soedan, en/of
te Eritrea en/of Ethiopië,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een ander of anderen, te weten 3 personen, (in het dossier) genaamd, althans gebruik makend van de volgende personalia
1. [naam 36] , geboren op [geboortedatum 26] 1991 te [geboorteplaats 24] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 23] , en/of
2. [naam 37] , geboren op [geboortedatum 27] 1984 te [geboorteplaats 34] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 24] , en/of
3. [naam 38] , geboren op [geboortedatum 25] 1991 te [geboorteplaats 23] (Eritrees staatsburger), reizend met een Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 22] , althans een of meer (andere) onbekend gebleven personen,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in,
Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk en/of Kroatië en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of Ijsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of voornoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en/of mee te reizen, en/of
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf Khartoum, (althans) Sudan, via Doha, (althans) Qatar en/of via te Rangoon(/Yangon), (althans) Myanmar(/Birma), en/of via Zagreb en/of Split, althans Kroatië, naar London, (althans) het Verenigd Koninkrijk, (althans) naar Europa, en/of
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en/of drinken en/of een of meerdere hotels/slaapplaatsen, en/of
- ( valse) Oost-Timorese paspoorten voor de reis te (laten) maken en/of regelen en/of kopen, althans te zorgen dat de vereiste (valse) paspoorten voorhanden waren, (al dan niet) voorzien van foto's van voornoemde gesmokkelde personen, en/of
- zich heeft laten betalen voor deze reis, althans enige andere handeling gericht op het organiseren van de reis en/of het vervoer en/of het verblijf van die voornoemde personen, terwijl hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf/die verblijven wederrechtelijk was/waren, en/of terwijl hij van het plegen van dit feit (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
4. Zaaksdossier 4 - Bosnië-Herzegovina 2018
hij op (een of meer) tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 juni 2018 tot en met 3 juli 2018,
te Nederland, en/of
te Sarajevo, althans (ook elders) te Bosnië en Herzegovina, en/of
te Doha, althans (ook elders) te Qatar, en/of
te Kathmandu, althans (ook elders) te Nepal, en/of
te Eritrea,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een ander of anderen, te weten 9 personen, waaronder 5 (althans een of meer) minderjarigen, genaamd en/of gebruik makend van de volgende personalia,
1. [naam 16] , geboren te [geboorteplaats 17] op [geboortedatum 17] 1981, Eritrees paspoort [paspoortnummer 3] , gebruikmakend van een (vals) Oost-Timorees paspoort op naam van [naam 26] , geboren op [geboortedatum 36] 1981 te [geboorteplaats 33] , althans een persoon, gebruik makend van voornoemd (vals) paspoort, en/of
2. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 27] , geboren op [geboortedatum 28] 2012 te [geboorteplaats 25] , en/of
3. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 28] , geboren op [geboortedatum 29] 2014 te [geboorteplaats 26] en/of
4. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 29] , geboren op [geboortedatum 30] 2016 te [geboorteplaats 27] , en/of
5. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 30] , geboren op [geboortedatum 31] 2010 te [geboorteplaats 28] , en/of
6. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 31] , geboren op [geboortedatum 32] 1988 te [geboorteplaats 29] , en/of
7. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 32] , geboren op [geboortedatum 33] 1992 te [geboorteplaats 30] , en/of
8. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 33] , geboren op [geboortedatum 34] 1991 te [geboorteplaats 31] , en/of
9. een persoon, gebruik makend van een (vals) paspoort op naam van [naam 34] , geboren op [geboortedatum 35] 2013 te [geboorteplaats 32] ,
althans een of meer (andere) onbekend gebleven personen,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in,
Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk een andere lidstaat van de Europese Unie en/of Ijsland en/of Noorwegen en/of Bosnië en Herzegovina, althans een (andere) staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of voornoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die voornoemde personen, al dan niet via een tussenpersoon,
- tijdens de reis te begeleiden en/of mee te reizen, en/of
- te voorzien van vliegtickets voor de reis vanaf of via Kathmandu, (althans) te Nepal en/of Doha, (althans) te Qatar, en/of naar Sarajevo, (althans) te Bosnië en Herzegovina, althans naar Europa, en/of
- gedurende de reis te (laten) voorzien van eten en/of drinken en/of een of meerdere hotels/slaapplaatsen, en/of
- ( valse) Oost-Timorese paspoorten voor de reis te (laten) maken en/of regelen en/of kopen, althans te zorgen dat de vereiste (valse) paspoorten voorhanden waren, (al dan niet) voorzien van foto's van de gesmokkelde personen, en/of
- zich heeft laten betalen voor deze reis,
althans enige andere handeling gericht op het organiseren van de reis en/of het vervoer en/of het verblijf van die voornoemde personen, terwijl hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die doorrei(s)z(en) en/of dat verblijf/die verblijven wederrechtelijk was/waren, en/of terwijl hij van het plegen van dit feit (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het einddossier van de Politie, Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, FinEc Fraude 3, onderzoek 26Owatonna. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Algemeen dossier, relaas, pagina 7 en 8, en bijlage 1, pagina BR001 en BR037 ev.
3.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 1, BZ01 pagina 001 en 002.
4.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 2, BZ01 pagina 003 en 004.
5.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 3, BZ01 pagina 015 tot en met 018.
6.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 11, BZ01 pagina 139, 143, 145, 147, 149, 153, 155, 157, 161, 165 en 167.
7.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 11, BZ01 pagina 141, 159.
8.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 11, BZ01 pagina 151, 163.
9.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 6, BZ01, pagina 034 tot en met 038 en 042.
10.Het proces-verbaal van verhoor getuige op 1 februari 2023, RC-nummer 18/537, pagina 2, 3, 5 en 6.
11.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 7, BZ01, pagina 064 tot en met 069 en 071.
12.Het proces-verbaal van verhoor getuige op 9 februari 2023, RC-nummer 18/537, pagina 2 en 7.
13.Zaaksdossier ZD01, Bijlage 7, BZ01 pagina 90 t/m 92, 94 t/m 96 en 101, 103 tot en met 105.
14.Zaaksdossier ZD02, Bijlage 1, BZ02 pagina 001 en 002.
15.Zaaksdossier ZD02, Bijlage 1, BZ02 pagina 002.
16.Zaaksdossier ZD02, Bijlage 1, BZ02 pagina 002.
17.Zaaksdossier ZD02, Bijlage 2, BZ02 pagina 005 t/m 010.
18.Zaaksdossier ZD02, Bijlage 6, BZ02 pagina 069, 072, 075, 078, 081, 085, 087 en 090.
19.Algemeen dossier AD aanvulling ZD, pagina 148, 156, 157, 172 t/m 175.
20.Algemeen dossier AD aanvulling ZD, pagina 10, 13 t/m 15, 34 en 35.
21.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 1, BZ03 pagina 004.
22.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 3, BZ03 pagina 006 t/m 011, 014 en 016.
23.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 4, BZ03 pagina 024 t/m 026
24.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 13, BZ03 pagina 164 en 165.
25.Het proces-verbaal van verhoor getuige op 27 november 2023, RC-nummer 18/537, pagina 4.
26.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 4, BZ03 pagina 024 t/m 028.
27.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 3, BZ03 pagina 013 en 014.
28.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 5, BZ03 pagina 031 en 032.
29.Zaaksdossier ZD03, Bijlage 9, BZ03 pagina 116 en 117.
30.Het proces-verbaal van verhoor getuige op 27 november 2023, RC-nummer 18/537, pagina 3.
31.Algemeen dossier AD aanvulling ZD, pagina 11 t/m 19
32.Algemeen dossier AD aanvulling ZD, pagina 78, 79, 81, 82, 84 t/m 90, en bijlagen.
33.Algemeen dossier AD aanvulling ZD, pagina 146 t/m 151, 154, en bijlagen.
34.Zaaksdossier ZD04 pagina 6 en Bijlage 2 BZ04 pagina 004 tot en met 015.
35.Zaaksdossier ZD04, Bijlage BZ04 pagina 20.
36.Zaaksdossier ZD04, Bijlage 2 BZ04 pagina 005 en 015.
37.Zaaksdossier ZD04, Bijlage 2 BZ04 pagina 013 en 014.
38.Zaaksdossier ZD04, pagina 16 en 17.
39.Zaaksdossier ZD04, Bijlage 2 BZ04 pagina 008, 010, 013.
40.Zaaksdossier ZD04, Bijlage 3 BZ04 pagina 016 t/m 018.
41.Zaaksdossier ZD04, Bijlage 4 BZ04 pagina 026 t/m 028.
42.Het proces-verbaal van verhoor getuige op 7 december 2023, RC-nummer 18/537, pagina 2, 6 en 7.
43.HR 19 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3195.