ECLI:NL:RBOVE:2024:539

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
08/189645-23 (P) en 08/205037-23 (ter terechtzitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Plaatsing in inrichting voor stelselmatige daders na reeks diefstallen en inbraken

Op 1 februari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige man, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen en inbraken. De rechtbank legt de verdachte een maatregel op tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. De verdachte heeft samen met anderen meermalen ingebroken in woningen en voertuigen, waarbij hij onder andere autosleutels en persoonlijke bezittingen heeft gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, poging tot diefstal, vernieling en het dragen van een verboden wapen, een klapmes. De officier van justitie heeft de ISD-maatregel gevorderd, en de verdediging heeft hiermee ingestemd, gezien het reclasseringsadvies. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte in overweging genomen en komt tot de conclusie dat de maatschappij beschermd moet worden tegen zijn criminele gedrag. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partijen, die in totaal € 438,24 bedraagt. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/189645-23 (P) en 08/205037-23 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum vonnis: 1 februari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de P.I. Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 2 november 2023 en 18 januari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Holtslag en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.H. Rump, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Voor de leesbaarheid van dit vonnis nummert de rechtbank de feiten van de zaak met parketnummer 08/189645-23 als feiten 1 tot en met 6 en de feiten van de zaak met parketnummer 08/205037-23 als feiten 7 en 8.
De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging met parketnummer 08/189645-23 als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 2 november 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met een of meer anderen heeft ingebroken in een woning aan [adres 2] en uit die woning autosleutels en vier tassen met inhoud heeft gestolen;
feit 2:samen met een of meer anderen een Peugeot 307 (met kenteken [kenteken] ) heeft gestolen, dan wel geheeld.
feit 3:samen met een of meer anderen heeft geprobeerd in te breken in een woning aan de [adres 3] , met als doel het stelen van goederen uit die woning;
feit 4:samen met een of meer anderen een Post NL pasje, een of meer sleutels, een pet, een bril en een portemonnee heeft gestolen, dan wel geheeld;
feit 5:een klapmes bij zich heeft gedragen;
feit 6:samen met een of meer anderen een Peugeot 307 (met kenteken [kenteken] ) heeft vernield;
feit 7:samen met een of meer anderen heeft geprobeerd in te breken in een woning aan de [adres 4] , met als doel het stelen van goederen uit die woning;
feit 8:meerdere spullen, toebehorend aan [slachtoffer 1] , heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning (gelegen aan [adres 2] )
  • autosleutel(s) (behorend bij een personenauto, Peugeot 307, kenteken [kenteken] ) en/of
  • vier, althans een of meer, tas(sen) met inhoud,

in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , althans een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

feit 2
primair
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (te weten een Peugeot 307 met kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van bijbehorende sleutel de auto te starten (en weg te rijden);
subsidiair
hij, op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (te weten een Peugeot 307, met kenteken [kenteken] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 3
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een woning (gelegen aan de [adres 3] ), alwaar hij, verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), geld en/of goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheelof ten delen aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte getracht met (ondeugdelijke) sleutel(s) de (voor)deur van voorgenoemde woning te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4
primair
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
  • een (postNL) pasje
  • een of meer sleutel(s)
  • een pet
  • een bril en/of
  • een portemonnee (met inhoud)
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwartsluis tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse pasjes, een of meer sleutel(s), een pet, een bril en/of een portemonnee (met inhoud), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 5hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwolle een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (klap)mes (met opdruk X-treme) zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen;feit 6hij op of omstreeks 30 juli 2023 te Zwolle tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (Peugeot 307 met kentenen [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;feit 7
hij op of omstreeks 28 juli 2023 te Zwolle tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een woning (gelegen aan [adres 4] , alwaar hij, verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), geld en/of goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, immers heeft verdachte getracht met (ondeugdelijke) sleutel(s) de deur van voorgenoemde woning te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;feit 8hij op of omstreeks 27 juli 2023 te Zwolle
  • een of meerdere sleutelbossen,
  • een of meerdere zonnebrillen,
  • een contant geldbedrag (van ongeveer 60 euro),
  • een of meerdere passen van de kinderen van [slachtoffer 1] ,
  • een of meerdere passen van Disneyland Parijs,
  • een vervoersriem voor de hond en/of
  • medicatie voor ADHD,

in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1, 2 primair, 3, 4 primair, 5, 6, 7 en 8 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ten aanzien van de feiten 1, 2 primair, 5 en 6 een bekennende verklaring afgelegd. De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Ten aanzien van de feiten 1, 2 primair, 5 en 6
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 primair, 5 en 6 ten laste gelegde feiten op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
3.3.2
Ten aanzien van de feiten 3 en 4
Feiten en omstandigheden
Verdachte wordt een reeks aan diefstallen en een poging tot inbraak verweten. Die zou hij samen met medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) hebben gepleegd.
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aangiften
Op 30 juli 2023 hebben aangevers [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ) en, namens [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ), [Aangever] (hierna: [Aangever] ) aangifte gedaan van diefstal uit hun auto en, in het geval van [slachtoffer 3] , van een poging tot inbraak in zijn woning.
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat zijn auto vermoedelijk niet op slot stond en dat uit zijn auto twee sleutels, waarvan één huissleutel, en een briefje van € 20,00 miste. Op camerabeelden, waarover hieronder meer, werd vastgelegd dat een persoon de woning van [slachtoffer 3] probeerde binnen te komen en dat diezelfde persoon in zijn auto heeft gezeten.
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat zijn auto geparkeerd stond op een parkeerplaats aan de [adres 8] . Hij had de auto niet afgesloten. [slachtoffer 4] miste een Post NL pasje, een sleutel, een zwarte pet van de New York Yankees, een bril van Armani en kleingeld uit zijn auto. Hij heeft bij de politie verklaard dat hij verdachte op de beelden van zijn overbuurman, aangever [slachtoffer 3] , heeft herkend en dat hij een van de petten die verdachte op had heeft herkend als de pet die uit zijn auto werd weggenomen.
[Aangever] heeft namens [slachtoffer 5] verklaard dat zijn voertuig stond geparkeerd aan de Kraggelaan te Zwartsluis. Op 30 juli 2023 omstreeks 11:00 uur liep [Aangever] naar het voertuig en kwam zij erachter dat het voorportier niet op slot zat. Zij constateerde dat de auto was doorzocht en dat er spullen waren weggenomen. [Aangever] miste de portemonnee van
[slachtoffer 5] , met daarin een identiteitskaart, een rijbewijs, een Rabopas op naam van
[slachtoffer 5] , kentekenbewijzen, een zorgpas van het Zilveren Kruis en ongeveer € 200,00.
Camerabeelden
Naar aanleiding van de aangiften werden camerabeelden uit de buurt bekeken door de politie. Op camerabeelden van een woning aan de [adres 5] is te zien dat op 30 juli 2023 om 05:45 uur twee personen in beeld zijn. Deze personen worden door de verbalisanten herkend als verdachte en [medeverdachte 1] ). Een van de verbalisanten heeft omschreven dat [medeverdachte 1] gekleed was in een donkere jas en broek en dat hij slippers droeg.
Op beelden van de woning aan de [adres 6] van 30 juli 2023 om 06:46 uur worden ook twee personen waargenomen. Een van de personen wordt door de verbalisanten herkend als verdachte. De andere persoon wordt omschreven als een brildragende man met rossig haar en een stevig postuur, die op slippers loopt.
Gelet op de herkenning van [medeverdachte 1] door een verbalisant op de beelden van de woning aan de [adres 5] en zijn omschrijving van diens kleding en het schoeisel, stelt de rechtbank vast dat de andere persoon die wordt gezien op de beelden van de woning aan de [adres 6] [medeverdachte 1] is. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte 1] in een auto kijkt en vermoedelijk aan het portier voelt. Ook is te zien dat verdachte naar een deur tegenover de woning op nummer [adres 6] loopt, aan de voordeur voelt en even later aan de deuren van de laadruimte van een bestelbusje voelt, dat geparkeerd staat op de oprit van de woning.
Op camerabeelden van 30 juli 2023 van het alarmsysteem van de woning van [slachtoffer 3] aan de [adres 3] is te zien dat een onbekende man, die later door een verbalisant wordt herkend als verdachte, om 05:52 uur naar de voordeur van de woning aan de [adres 3] loopt met een aantal sleutels in zijn handen. Verdachte probeert dan met een aantal sleutels de voordeur van de woning te openen. Als dat niet lukt, vermoedelijk omdat de deur op de knip zat, loopt verdachte weer weg. Een klein uur later, om 06:47 uur, komt verdachte nogmaals in beeld. Dan is te zien dat hij in de richting van de bij de woning geparkeerde Audi van [slachtoffer 3] loopt, het portier aan de bestuurderskant opent en in de auto stapt.
Aanhouding verdachte
Op 30 juli 2023 omstreeks 08:30 uur ziet een verbalisant twee personen in de als gestolen opgegeven Peugeot 307 met kenteken [kenteken] rijden. De verbalisant herkent direct verdachte als bestuurder van de auto. Er ontstaat een achtervolging. Tijdens de achtervolging verlaat de tweede persoon de auto. De verbalisant herkent op dat moment deze persoon als medeverdachte [medeverdachte 1] . Na enige tijd kunnen verdachte en medeverdachte worden aangehouden.
Bij zijn aanhouding had verdachte een zwart schoudertasje om. Dit tasje werd in beslaggenomen voor onderzoek. In het tasje werden onder meer een identiteitsbewijs, meerdere passen en een rijbewijs op naam van [slachtoffer 5] aangetroffen. In de Peugeot 307 met kenteken [kenteken] , werd in het dashboardkastje het Post NL pasje van [slachtoffer 4] aangetroffen. Ook werden in de auto een New York Yankees pet aangetroffen en pasjes en meerdere tassen. De tassen bleken later van Igbinigie te zijn. De pet is herkend door aangever [slachtoffer 4] .
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat uit de vastgestelde feiten en omstandigheden volgt dat verdachte en [medeverdachte 1] zich samen hebben schuldig gemaakt aan een reeks inbraken en pogingen daartoe. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op camerabeelden is te zien dat verdachte en [medeverdachte 1] op 30 juli 2023 enkele minuten voorafgaand aan de poging tot woninginbraak bij [slachtoffer 3] in de directe nabijheid van die woning liepen. Ook is te zien dat zowel verdachte als [medeverdachte 1] een uur later, ten tijde van de diefstal uit de auto van [slachtoffer 3] , opnieuw op camerabeelden aan de [straatnaam] verschijnen. Er wordt aan portieren van auto’s, gevoeld, kennelijk met het doel om na te gaan of deze op slot zitten en, wanneer dat niet het geval is, spullen uit die auto’s weg te nemen.
Uit de camerabeelden van de [adres 3] , bezien in samenhang met de aangifte van [slachtoffer 3] , volgt dat verdachte sleutels en een contant geldbedrag van € 20,00 uit de auto van [slachtoffer 3] heeft weggenomen en dat hij heeft geprobeerd om de woning van [slachtoffer 3] binnen te komen. Uit het aantreffen van het Post NL pasje in de Peugeot 307, waarin verdachte en [medeverdachte 1] reden voorafgaand aan hun aanhouding, in samenhang bezien met de aangifte van [slachtoffer 4] , volgt dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan het wegnemen van het Post NL pasje, een sleutel, een zwarte pet, een bril van Armani en kleingeld uit de auto van [slachtoffer 4] . Verdachte heeft zich naar het oordeel van de rechtbank ook schuldig gemaakt aan het wegnemen van meerdere passen en een contant geldbedrag van ongeveer € 200,00 uit de auto van [slachtoffer 5] . Dat volgt naar het oordeel van de rechtbank uit het feit dat verdachte bij zijn aanhouding een identiteitsbewijs, bankpassen en een rijbewijs op naam van [slachtoffer 5] onder zich had, in samenhang bezien met de aangifte van [Aangever] .
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de feiten onder 3 en 4 samen met [medeverdachte 1] heeft gepleegd. Zij overweegt daartoe dat zij samen in [straatnaam] waren ten tijde van de diefstallen, terwijl zij aan autoportieren voelden, kennelijk om na te gaan of deze op slot waren. Het vorenstaande, bezien in samenhang met het feit dat verdachte korte tijd na de inbraken, samen met [medeverdachte 1] in de auto van aangever [slachtoffer 2] (feit 2) werd gezien, terwijl in die auto goederen van aangevers [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] werden aangetroffen, maakt dat de rechtbank de overtuiging heeft bekomen dat tussen verdachte en [medeverdachte 1] sprake was van een zodanige bewuste en nauwe samenwerking bij de uitvoering van een vooropgezet plan, dat sprake is van medeplegen ten aanzien van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
Gelet op het bovenstaande, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de onder 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten.
3.3.3
Ten aanzien van de feiten 7 en 8
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 28 juli 2023 heeft [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) aangifte gedaan van diefstal van goederen uit zijn auto in de nacht van 27 op 28 juli 2023. Hij had op camerabeelden gezien dat iemand in zijn auto was gestapt en had daarna geconstateerd dat de auto overhoop gehaald was. Nader onderzoek wees uit dat [slachtoffer 1] een hondenriem, twee sleutelbossen, twee zonnebrillen, de autipassen van zijn kinderen, de Disneypassen van zijn vrouw en dochter, medicatie van de kinderen en een briefje van € 50,00 en wat kleingeld uit de auto miste.
Op camerabeelden is te zien dat een persoon, die door verbalisanten wordt herkend als verdachte, zich op 27 juli 2023 om 23:34 uur in de richting van de auto van [slachtoffer 1] loopt, die geparkeerd staat bij zijn woning aan de [adres 4] . Te zien is dat verdachte het voorportier aan de bestuurderskant van de auto opent en in de auto stapt. Na een minuut of acht stapt verdachte weer uit de auto en verdwijnt hij uit beeld. Enkele uren later, op 28 juli 2023 om 02:08 uur, komt verdachte nogmaals in beeld en is te zien dat hij zich bij de voordeur van de woning van [slachtoffer 1] bevindt en dat hij een poging doet om de deur te openen. Als dat niet lukt, loopt hij weg.
Medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), heeft bij de politie verklaard dat hij zich samen met verdachte naar de woning van [slachtoffer 1] heeft begeven en dat hij wist dat verdachte naar de woning ging om spullen te stelen.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat uit de aangifte van [slachtoffer 1] , de camerabeelden en de verklaring van [medeverdachte 2] volgt dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de poging tot inbraak in de woning van [slachtoffer 1] aan de [adres 4] en aan het wegnemen van spullen uit de auto van [slachtoffer 1] .
Geen medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat verdachte de autodiefstallen tezamen en in vereniging met [medeverdachte 2] (of een of meer anderen) heeft gepleegd. [medeverdachte 2] was aanwezig ten tijde van het plegen van de feiten, maar niet is komen vast te staan dat hij daaraan enige bijdrage heeft geleverd zodat niet vast te stellen is dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking bij de uitvoering van een vooropgezet plan. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 7 en 8 ten laste gelegde medeplegen.
De rechtbank komt, gelet op het bovenstaande, tot bewezenverklaring van de onder 7 en 8 ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het ten laste gelegde medeplegen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij opof omstreeks30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen, uit een woning (gelegen aan [adres 2] )
  • een autosleutel(s)(behorend bij een personenauto, Peugeot 307, kenteken [kenteken] ) en/of
  • vier, althans een of meer,tas(sen)met inhoud,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [slachtoffer 2], althans een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorden heeft/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/ofzijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijfheeft/hebben verschaft en/ofdie weg te nemen goederen onderzijn/haar/hun bereikheeft/hebben gebracht door middel vanbraak, verbreking en/ofinklimming;
feit 2
primair
hij opof omstreeks30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen, een auto (te weten een Peugeot 307 met kenteken [kenteken] ),in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde heeft/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/ofzijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijfheeft/hebben verschaft en/ofdie weg te nemen auto onderzijn/haar/hun bereikheeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van bijbehorende sleutel de auto te starten(en weg te rijden);
feit 3
hij opof omstreeks30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en/ofzijn mededader(s)voorgenomen misdrijf omin/uit een woning(gelegen aan de [adres 3]), alwaarhij,verdachte en/ofzijn mededader(s)zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), geld en/of goederen naar zijn gading,in elk geval enig goed, datdiegeheelof ten delenaan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf en/of dat/die weg te nemen goed(eren)onderzijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte getracht met een(ondeugdelijke)sleutel(s)de(voor)deur van voorgenoemde woning te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;feit 4
primair
hij opof omstreeks30 juli 2023 te Zwartsluis, tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen,
  • een (postNL) pasje
  • een of meersleutel(s)
  • een pet
  • een bril en/of
  • een portemonnee(met inhoud)
in elk geval enig goed, datdie geheelof ten deleaan [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3]en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 5hij opof omstreeks30 juli 2023 te Zwolle een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een(klap)mes (met opdruk X-treme) zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/ofomstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen;feit 6hij opof omstreeks30 juli 2023 te Zwolletezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (Peugeot 307 met kentenen [kenteken] ), in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n)heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;feit 7
hij opof omstreeks28 juli 2023 te Zwolletezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleenter uitvoering van het door verdachteen/of zijn mededader(s)voorgenomen misdrijf omin/uit een woning(gelegen aan [adres 4] , alwaar hij, verdachteen/of zijn mededader(s)zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), geld en/ofgoederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat/diegeheel of ten deleaan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemengoed/goederen onder zijn/haar/hunbereik te brengen door middel vanbraak, verbreking, inklimming en/ofeen valse sleutel, immers heeft verdachte getracht met(ondeugdelijke)sleutel(s)de deur van voorgenoemde woning te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;feit 8hij opof omstreeks27 juli 2023 te Zwolle
  • een of meerderesleutelbossen,
  • een of meerderezonnebrillen,
  • een contant geldbedrag(van ongeveer 60 euro),
  • een of meerderepassen van de kinderen van [slachtoffer 1] ,
  • een of meerderepassen van Disneyland Parijs,
  • een vervoersriem voor de hond en/of
  • medicatie voor ADHD,
in elk geval enig goed, dat/diegeheel of ten deleaan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310, 311, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 27 en 54 van de Wet wapens en munitie (Wwm). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 2 primair
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3
het misdrijf:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 4 primair
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 6
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 7
het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 8
het misdrijf:
diefstal.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) zal worden opgelegd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft meegedeeld dat zij, mede gelet op het reclasseringsadvies van
6 november 2023, kan instemmen met de ISD-maatregel.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een woninginbraak, het medeplegen van een poging tot woninginbraak, medeplegen van diefstal van een auto, vernieling van een auto en meerdere diefstallen uit auto’s al dan niet samen met een ander gepleegd. Verdachte heeft bij het plegen van deze feiten enkel zijn eigen gewin voor ogen gehad en geen rekening gehouden met de gevolgen daarvan voor de slachtoffers. Dergelijke feiten zorgen voor hinder en praktische problemen en dragen bovendien bij aan gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en bij de maatschappij in het algemeen. Het gaat om een reeks kwalijke feiten en de rechtbank rekent verdachte dit aan.
Verdachte heeft zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan het bij zich dragen van een verboden wapen, namelijk een klapmes.
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van de verdachte van 14 december 2023. Uit dit overzicht blijkt dat verdachte veelvuldig met politie en justitie in aanraking is geweest. De in 2015 opgelegde ISD-maatregel (beëindigd op 12 januari 2016) heeft niet het gewenste resultaat gehad. In de afgelopen vijf jaren is de verdachte immers wederom meermalen tot gevangenisstraffen veroordeeld, terwijl die straffen, met uitzondering van de recent opgelegde gevangenisstraf van 12 juli 2023, inmiddels geheel ten uitvoer zijn gelegd. De rechtbank heeft in dat verband in het bijzonder gelet op de navolgende onherroepelijke veroordelingen ter zake van misdrijven:
  • het vonnis van politierechter in deze rechtbank van 9 januari 2020 waarbij verdachte werd veroordeeld tot, onder meer, een gevangenisstraf van twee weken;
  • het vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank van 4 mei 2021, waarbij verdachte werd veroordeeld tot, onder meer, elf maanden gevangenisstraf;
  • het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 13 december 2022, waarbij verdachte werd veroordeeld tot, onder meer, vijftien maanden gevangenisstraf.
De rechtbank stelt vast dat de tot op heden aan verdachte opgelegde straffen er niet toe hebben geleid dat het criminele gedrag van verdachte is beëindigd.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het reclasseringsadvies over de persoon van verdachte van 6 november 2023 van Tactus Verslavingszorg, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker en [reclasseringswerker 2] , manager Tactus Reclassering Enschede. In dit rapport staat onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende. Verdachte staat geregistreerd als zeer actieve veelpleger en is in die hoedanigheid ook bekend bij het Zorg- en Veiligheidshuis. Verdachte is in 2021 gediagnosticeerd met een stoornis in het gebruik van speed, cocaïne, alcohol en cannabis. Daarnaast is er sprake van een antisociale-persoonlijkheidsstoornis, ADHD en zwakbegaafdheid. Ook spelen er problemen op het gebied van sociale omgeving, huisvesting en is sprake van financiële problemen. Verdachte lijkt niet bij machte zichzelf een maatschappelijk geaccepteerde levenswijze aan te meten. Meerdere reclasseringstrajecten zijn mislukt, waaronder een schorsingstoezicht in juli 2023. Bij verdachte leeft momenteel een hulpvraag en er is sprake van (enig) probleembesef. Dat is positief. Binnen detentie lijkt verdachte goed te gedijen op de structuur van het detentieregime. Buiten detentie lijkt er echter weinig effect uit te gaan van wetten en regels en blijft verdachte regels en afspraken overtreden. Beperkte verstandelijke vermogens, middelengebruik, een negatief sociaal netwerk en in de persoon gelegen factoren lijken hierbij diens houding negatief te beïnvloeden en de reclassering spreekt buiten detentie dan ook van een pro-criminele houding. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog en de reclassering heeft geadviseerd tot oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel bij een veroordeling.
In het advies van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie van 13 oktober 2023, opgemaakt en ondertekend door M.M.M. Verberk, GZ-psycholoog, staat, zakelijk weergegeven, het volgende. Gezien de uitgebreide justitiële documentatie van verdachte en het feit dat alle ingezette hulpverlening tot nu toe niet heeft geleid tot recidivevermindering, wordt een meerwaarde gezien in het opleggen van een ISD-maatregel. Er worden geen contra-indicaties gezien die het opleggen van een dergelijke maatregel zouden kunnen belemmeren. Indien gewenst kan diagnostiek worden uitgevoerd binnen de maatregel.
De bewezenverklaarde feiten zijn feiten waarvoor ingevolge het bepaalde in artikel 67, eerste lid, aanhef en onder a, Sv, voorlopige hechtenis is toegelaten. Daarmee wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 38m, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr. Uit het reclasseringsadvies volgt dat de kans op herhaling van het plegen van strafbare feiten als hoog wordt ingeschat. Gelet hierop en op het hiervoor genoemde uittreksel uit de Justitiële Documentatie wordt tevens voldaan aan het bepaalde in artikel 38m, eerste lid, aanhef sub 2 en 3, Sr, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een misdrijf zal begaan en de veiligheid van goederen oplegging van een ISD-maatregel eist.
Bij het opleggen van de ISD-maatregel dient enerzijds te worden afgewogen het belang van de maatschappij om beveiligd te worden tegen de aantasting van de veiligheid van personen of goederen door misdrijven als deze en anderzijds het onder meer in artikel 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden neergelegde recht op persoonlijke vrijheid.
De rechtbank is zich bewust van de zwaarte van de onderhavige maatregel, maar alles afwegende dient het belang van de maatschappij om tegen verdachtes handelen beschermd te worden te prevaleren. Het reeds eerder opleggen van de ISD-maatregel aan verdachte heeft er niet toe geleid dat intrinsieke gedragsverandering bij verdachte is opgetreden. Gebleken is dat hij na ommekomst van de ISD-maatregel vrijwel direct in criminaliteit vervalt. Een alternatieve, minder ingrijpende wijze van afdoening is dan ook ontoereikend voor gedragsverandering en risicobeperking. De maatschappij kan daarom niet op andere wijze in voldoende mate worden beschermd dan door het opnieuw opleggen van de ISD-maatregel. Zonder deze maatregel moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte zijn huidige levenswijze niet vrijwillig kan en zal opgeven en ook in de toekomst misdrijven zal blijven plegen. Verdachte veroorzaakt stelselmatig overlast en zal zich gedurende de ISD-maatregel niet schuldig kunnen maken aan strafbare feiten. De beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van verdachtes criminele recidive eisen aldus het opleggen van die maatregel. Tegelijkertijd kan de ISD-maatregel, zeker nu sprake is van een hulpvraag en enig probleembesef bij verdachte, mogelijk bijdragen aan het oplossen van de problematiek van verdachte.
De rechtbank legt deze ISD-maatregel op voor de duur van twee jaren, zonder op voorhand te bepalen dat een tussentijdse toetsing zal plaatsvinden. De rechtbank acht het van belang dat er voldoende tijd is om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen om de bescherming van de samenleving te optimaliseren en alle kansen te geven aan de behandeling van verdachte, waaronder het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek. De rechtbank ziet mede daarom geen aanleiding om op grond van artikel 38n, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht rekening te houden met de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. In een op de problematiek van de verdachte toegespitste behandeling kan andermaal gewerkt worden naar een leven waarin verdachte, met zijn aan te leren vaardigheden, andere keuzes zal kunnen maken binnen zijn mogelijkheden.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
(feit 3 en 4) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 20,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- vervangen cilinderslot woning (schadebedrag onbekend);
- sleutels bij laten maken (bedrag onbekend);
- alarmkastje studio (bedrag onbekend);
- € 20,00 aan contant geld.
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
(feit 4) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 597,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- portemonnee (€ 25,00);
- kentekenpasjes auto, camper en motor (€ 103,50);
- Ray-Ban zonnebril (€ 219,00);
- € 250,00 aan contant geld.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
(feit 7 en 8) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 668,24, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- hondenriem (€ 5,95);
- cilindersleutel (€ 12,00);
- schakelaar (€ 60,29);
- autipassen (€ 90,00).
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 500,00 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] op het standpunt gesteld dat de het gevorderde bedrag aan contant geld, te weten € 20,00 (feit 4), kan worden toegewezen en dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn vordering vanwege het gebrek aan onderbouwing daarvan.
Wat betreft de vordering van [slachtoffer 5] heeft de officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij zijn vordering onvoldoende heeft onderbouwd en heeft zij de rechtbank verzocht het schadebedrag vast te stellen op € 200,00.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade (feit 8) aan de benadeelde partij dient te worden vergoed. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade (feit 7 en 8) heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn vordering, omdat geen sprake is van ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 3] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 20,00.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet werd onderbouwd. Zij acht toewijzing van een bedrag van ongeveer € 100,00, gezien de kosten voor kentekenbewijzen, te billijken.
De raadsvrouw heeft zich, wat betreft de vordering van [slachtoffer 1] , op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade kan worden vergoed. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade heeft zij zich op het standpunt gesteld dat deze niet kan worden toegewezen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 4 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost betreffende het contante geldbedrag van € 20,00 is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 20,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de onder de posten ‘vervangen cilindersloten’, ‘laten bijmaken sleutels’ en ‘alarmkastje studio’ opgevoerde schade onvoldoende is komen vast te staan, omdat de schade onvoldoende is gesteld en niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 4 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost betreffende het contante geldbedrag van € 250,00 is onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 250,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de onder de posten ‘portemonnee’, ‘kentekenpasjes auto, camper en motor’ en ‘Ray-Ban zonnebril’ opgevoerde schade onvoldoende is komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering
niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De rechtbank heeft de tenlastegelegde feiten 7 en 8 bewezen verklaard. Dit betekent dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Ten aanzien van de materiële schade is de rechtbank van oordeel dat dat verdachte door het de bewezen verklaarde feit onder 8 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiele schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 168,24, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade oordeelt de rechtbank als volgt.
Artikel 6:95 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat schade die bestaat in ander nadeel dan vermogensschade, zoals immateriële schade, slechts kan worden vergoed voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. Artikel 6:106 BW geeft hiervoor een nadere regeling. Deze regeling houdt in, voor zover hier relevant:
‘1. Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde onder meer recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding (…);
b. indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.’
Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in art. 6:106, aanhef en onder b, BW is niet al sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
Bij de vordering van de benadeelde partij zijn geen objectieve gegevens gevoegd waaruit kan volgen dat sprake is van geestelijk letsel bij de benadeelde. De benadeelde partij heeft hiervoor geen concrete gegevens aangeleverd. De rechtbank is voorts van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending (een poging tot woninginbraak en diefstal uit een auto) en de aard en ernst van de gevolgen daarvan, hoewel het om kwalijke feiten gaat, niet zodanig voor de hand liggen dat zij zonder meer meebrengen een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank zal de benadeelde partij, gelet op het vorenstaande,
niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering voor zover het de gevorderde immateriële schade betreft.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met respectievelijk 1 dag gijzeling (vordering [slachtoffer 3] ), 5 dagen gijzeling (vordering [slachtoffer 5] ) en 3 dagen gijzeling (vordering [slachtoffer 1] ), waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4 primair, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 2, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3, het misdrijf:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 4, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 5, het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 6, het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 7, het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 8, het misdrijf:
diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
maatregel
- legt op de maatregel tot
plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren.
schadevergoeding
benadeelde partij [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 20,00(bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 4) van een bedrag van € 20,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 20,00, (zegge: twintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
benadeelde partij [slachtoffer 5]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 250,00(bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 4) van een bedrag van € 250,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 250,00, (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 168,24(bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 8) van een bedrag van € 168,24 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 168,24 (zegge: honderdachtenzestig euro en vierentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. M. ter Riet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Feiten 1, 2, 3, 4 5 en 6
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023350454 van 23 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feiten 1, 2, 5 en 6
1. de bekennende verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van
18 januari 2024;
2. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 30 juli 2023, pagina’s 43 en 44;
3. het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [slachtoffer 2] van 31 juli 2023, pagina’s 46 tot en met 49;
4. het proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2023, pagina’s 77 tot en met 80;
5. het proces-verbaal van onderzoek wapen van 2 augustus 2023, pagina’s 133 tot en met 135.
Feiten 3 en 4
1. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 30 juli 2023, pagina’s 53 tot en met 55, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Gekwalificeerde diefstal in/uit woning ( poging)
Plaats delict: [adres 3] , binnen de gemeente [gemeente 1]
Pleegdatum/tijd : Op zondag 30 juli 2023 om 08:12 uur
(…) Op zondag 30 juli 2023 zag ik op mijn telefoon dat het alarmsysteem veel beweging bij de deur had geregistreerd. Toen ik de beelden bekeek zag ik een onbekende man bij de voordeur staan. Ik zag dat hij met een sleutelbos in zijn hand stond. Ik zag dat hij probeerde de deur te openen met de sleutels aan de bos. Ik zag dat dit niet lukte en de man uiteindelijk wegliep. Ik zag op andere camerabeelden dat de man welke ik zojuist voor mijn deur zag staan ook in mijn auto heeft gezeten. Toen ik later bij de auto kwam zag ik dat er enkele spullen uit de auto mistte waaronder twee sleutelbossen. Hier zitten sleutels aan voor de schuurdeur met tag " jara" en een sleutel voor een opslagplaats met een alarmkastje.(…) Ik zag dat een briefje van 20 euro uit het vakje boven de versnellingspook was gehaald. (…)
2. het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [slachtoffer 3] van 31 juli 2023, pagina’s 56 tot en met 59, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) A: In mijn auto lag een huissleutel. Hij heeft die sleutel geprobeerd. Maar omdat de voordeur op de knip zat, kon hij niet naar binnen.
(…) V: Was de auto afgesloten?
A: Dat denk ik niet, want ik zag op de beelden dat hij aan het portier trok en dat het portier gelijk open ging.
(…)V: Kunt u de afzonderlijke sleutelbossen beschrijven, zoals hoeveel sleutels, soort sleutels, hoe ze bij elkaar worden gehouden?
A: Het betreffen eigenlijk twee losse sleutels met een sleutelhanger er aan.(…)
3. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] van 30 juli 2023, pagina’s 62 tot en met 64, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Diefstal uit/vanaf personenauto
Plaats delict : [adres 8] , binnen de gemeente [gemeente 2]
Pleegdatum/tijd : Tussen zaterdag 29 juli 2023 om 23:00 uur en zondag 30 juli 2023 om 12:30 uur
(…) Op zaterdag 29 juli 2023 omstreeks 23.00 uur zette ik mijn auto op de parkeerplaats aan de [adres 8] ter hoogte van [adres 7] . Ik sloot mijn auto niet af en ben naar huis gegaan. (…) Hierop ben ik na mijn auto toegelopen en zag ik dat deze doorzocht was. Ik zag dat er wat kleingeld uit een vakje was gehaald en dat de autopapieren uit het kastje waren gehaald. (…) Anders dan het POSTNL pasje is er verder niets weggenomen.(…)
4. het proces-verbaal aanvullend verhoor van [slachtoffer 4] van 31 juli 2023, pagina’s 67 tot en met 69, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)V: U geeft aan dat er wat kleingeld uit een vakje is gehaald. Waar lag dat kleingeld precies in de auto?
A: Dat lag in de middenconsole bij de versnellingspook, waar ook een huissleutel lag.
V: Uit welk kastje zijn de autopapieren precies gehaald?
A: Dat is uit het handschoenenkastje. Mijn auto heeft daar een open vakje voor de bijrijdersplaats.
(…)A: In eerste instantie leek er niet veel weg te zijn. Later bleek er echter toch nog wel iets te missen, namelijk een hussleutel van een vriend van mij, waaraan een flesopener sleutelhanger zat van Kroatië. (…) Verder ben ik nog een zwarte pet kwijt. Opschrift NeyYork Yankees. ( N en de Y door elkaar heen geborduurd). (…) Op een filmpje van de overbuurman, [slachtoffer 3] , heeft die man mijn zwarte pet op. Die pet heeft hij uit mijn auto gehaald. Tevens herken ik die man, als [roepnaam] . Volgens mij is zijn achternaam [verdachte] , maar dat weet ik niet zeker, omdat hij misschien de achternaam van zijn andere ouder heeft. Verder mis ik nog een Armani bril, type Emporio Armani ter waarde van 700 euro.(...)
5. het proces-verbaal van aangifte door [Aangever] van 30 juli 2023 pagina’s 70 tot en met 72, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Diefstal uit/vanaf andere vervoermiddelen
Plaats delict : [adres 9] , binnen de gemeente [gemeente 2]
Pleegdatum/tijd : Tussen zondag 30 juli 2023 om 11:52 uur en zondag 30 juli 2023 om 13:15 uur
(…) "Op 30 juli 2023 omstreeks 11:00 uur ' s ochtends, liep ik naar mijn voertuig (…) Ik voelde aan mijn voertuigportier. Ik zag en voelde dat deze niet op slot zat. (...) Ik keek in het middenconsole. Ik zag dat de portemonnee van mijn man miste. (…) In zijn portemonnee zaten de volgende spullen.
- Identiteitskaart.
- Rijbewijs.
- Rabo Bankpas staat op: [slachtoffer 5] .
- Ongeveer 200,00 euro, maar dit bedrag weet mijn man niet zeker.(…)
6. het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 223, pagina’s 118 en 119, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Wij verbalisanten zagen dat de verdachte een zwart schouder tasje om had. (…) Wij verbalisanten zagen dat er in dit tasje verschillende goederen zaten. Wij verbalisanten zagen dat er een mapje in dat tasje had gezeten waarin verschillende documenten zoals een identiteitsbewijs, bankpassen en rijbewijs op naam van [slachtoffer 5] .(…)

7. het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2023, pagina’s 120 en 121, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Op de vloermat aan de bestuurdersmat lag een blauwe New York Yankees pet op de bijrijdersmat (...). Verdachte [verdachte] droeg een soortgelijke pet en jas als waarop hij op de foto van de beveiligingscamera was te zien nabij de inbraak in Zwartsluis. Verder trof ik in het dashboardkastje een Post NL pas op naam van [slachtoffer 4] . In de middenconsole en dashboardkastje trof ik diverse passen aan op naam van de tenaamgestelde van de weggenomen auto. Ook lagen er diverse tassen in.(…)

8. het proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2023, pagina’s 140 tot en met 142, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Om 05:52:49 uur zie ik dat de man naar de voordeur loopt
Om 05:53:06 uur zie ik dat de man iets aan het doen is bij de voordeur.
Om 05:53:24 uur zie ik dat de man richting de voordeur leunt met zijn lichaam.
Dit doet hij hierna nog een keer.
Om 05:53:41 uur zie ik de man weer weglopen van de voordeur.
(…) Ik zie dat de man twee petten op heeft. Ik zie een tweede klep onder de pet zoals hierboven beschreven. Beiden zwart van kleur.
Ik zie dat de man sleutels in zijn handen heeft.
(…)Om 05:53:09 zie ik dat de man een aantal sleutels bekijkt, welke hij in zijn handen heeft. Ik zie dat de man een aantal sleutels op de voordeur past. (…) Op de beelden zie ik, rechtsboven in beeld, de datum 30 juli 2023, met als begintijdstip 06:47:35 uur. Ik zie dat het wederom de camera betreft welke gericht staat op de voordeur en de oprit. (…) Ik zie dat de man aan de bestuurderskant in de auto stapt.(…)
9. het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2023, pagina’s 96 tot en met 98, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Zondag 30 juli 2023, zijn er door aangever bewakingsbeelden beschikbaar gesteld van een poging inbraak in zijn woning en een inbraak in zijn personenauto van het merk Audi. (...) Ik bekeek het de bewakingsbeelden en zag een verdachte op de oprit liep van de woning. Ik zag dat de verdachte gekleed was in een bruine jas met bont aan de randen, donkere pet, korte broek en wit gekleurde gympen. Ik herkende direct de voor mij ambtshalve bekende:
Veelpleger [verdachte] .(…)
10. het proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2023, pagina’s 99 en 100
(…) De deurbel bewakingsbeelden waren opgenomen op de [adres 5] .
(…) Ik herkende op de bewakingsbeelden de voor mij ambtshalve bekenden:
[verdachte] roepnaam [verdachte] , gekleed in een bruine jas, met aan de zijkanten bond, korte broek, donkere pet, lichte schoenen.
[medeverdachte 1] , gekleed in een donkere jas en broek en slippers als schoeisel.(...)
11. het proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2023, pagina’s 152 tot en met 154, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Op de beelden van de [adres 5] is het volgende te zien:
(…) Om 05:45:18 uur komt er een tweede man ( hierna persoon 2) in beeld.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
- Man
- Stevig postuur.
- Brildragend.
- Rossing kort haar
- Baard
- Donkere kleding
- heeft slippers aan
Ik zie dat persoon 2 in een donkerkleurig voertuig kijkt, welke voor de woning met camera geparkeerd staat. (…)
(…)Om 05:45:23 uur zie ik dat persoon 2, met zijn rechterhand, richting de portier, aan de passagierszijde, van het voertuig reikt. Persoon 1 herken ik van de beelden van de [adres 3] . Dit betreft dezelfde man.
Ik zie vervolgens dat beide personen samen verder lopen.
(…) Op de beelden van de [adres 6] is het volgende te zien:
In beeld staat de datum 30 juli 2023 met als begintijdstip 06:46:45 uur.
Ik zie een man in beeld verschijnen welke ik herken van de beelden van de [adres 3] . Ik zie dat de man in de richting van de camera kijkt. Ik zie dat de man naar en deur loopt en aan de deur voelt.
Vervolgens zie ik de man weer richting de straat lopen. De man stopt en voelt aan de deuren van de laadruimte van een transporter. Deze transporter staat geparkeerd op de oprit van de woning tegenover nummer [adres 6] .(…)
Feiten 7 en 8
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023351813 van 8 augustus 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 8 augustus 2023, pagina’s 42 tot en met 46, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)OV: Ik laat de verdachte de beelden van de poging inbraak in de woning zien.
V: Wat kun je hier over verklaren?
A: Ik zie mijzelf bang zijn en ik zie [roepnaam] .
(…) V: Wat deden jullie daar?
A: Ik ben met [roepnaam] meegegaan.(…)
2. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 28 juli 2023, pagina’s 7 tot en met 10, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Diefstal uit/vanaf personenauto (poging)
Plaats delict : [adres 4]
Pleegdatum/tijd : Tussen vrijdag 28 juli 2023 om 08:09 uur en vrijdag 28 juli 2023 om 08:10 uur
(…) Op vrijdag 28 juli 2023, omstreeks 06.30 uur, liep ik mijn tuindeur uit om de hond uit te laten. (…) Ik ben in de auto gaan kijken en zag dat mijn auto overhoop was gehaald. (…) Ik zag dat mijn sleutels er niet meer in lagen. Ik had twee bosjes met sleutels in het zijvlak liggen. (…) Ik zag dat de zonnebril van mijn vrouw was meegenomen. (…)Ik zag dat mijn zonnebril ook was meegenomen. (…) Tevens had ik in het midden console geld liggen wat is meegenomen. Ik had een briefje van 50 euro en wat kleingeld erin liggen. Het kleingeld zou bij elkaar +/- tien euro zijn geweest. Ik zag dat de auti-passen van mijn kinderen waren meegenomen. (…) Ik zag dat de Disneyland Parijs passen van mijn vrouw en dochter ook waren meegenomen. (…) Ik zag dat het vervoersriempje van mijn hond ook was meegenomen. Later zag ik dat er ook medicijnen waren meegenomen van mijn kinderen. Ik heb in het dashboard kastje een doosje methylfenidaat liggen voor ADHD.(…)
3. het proces-verbaal van herkenning [verdachte] door opsporingsambtenaar op camerabeelden van 28 juli 2023, pagina’s 11 en 12, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Vrijdag 28 juli 2023, kreeg ik van collega [naam] uit [plaats] een verzoek om bewakingsbeelden uitkijken in proces-verbaal 2023345950. Ik keek het eerste filmpje en zag een verdachte naar een personenauto liep en het linker portier opende en in het voertuig ging zitten. Ik herkende direct de voor mij ambtshalve bekende: Veelpleger [verdachte] geboren [geboortedatum] -1994.(…)

4. het proces-verbaal van bevindingen uitkijken camerabeelden van 1 augustus 2023, pagina’s 26 en 27, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat de camerabeelden op 27 juli 2023 en 28 juli 2023 waren opgenomen.
Ik zag het volgende op de camerabeelden:
27 juli 2023 om 23:34:44 uur - Ik zag dat de verdachte [verdachte] richting een personenauto liep.
27 juli 2023 om 23:34:51 uur - Ik zag dat de verdachte het portier van de personenauto aan de linkerzijde (bestuurderskant) opende en in de personenauto stapte. Ik zag dat de verdachte het portier sloot.
27 juli 2023 om 23:41:45 uur - Ik zag dat de verdachte aan de linkerzijde van de personenauto uit de auto stapte.
27 juli 2023 om 23:41:59 uur - Ik zag dat de verdachte naar de achterzijde van de personenauto liep en door de achterruit van de personenauto in de auto keek.
27 juli 2023 om 23:42:04 uur - Ik zag dat de verdachte bij de personenauto wegliep.
28 juli 2023 om 02:08:43 uur - Ik zag dat de verdachte zich bij een deur bevond. Ik zag dat de verdachte een poging deed om deze deur te openen.
28 juli 2023 om 02:08:53 uur - Ik herken de verdachte als zijnde verdachte [verdachte] .(…)