ECLI:NL:RBOVE:2024:538

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
08/189654-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige diefstal en poging tot inbraak door twee of meer verenigde personen

Op 1 februari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere diefstallen en pogingen tot inbraak. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het meermaals plegen van diefstal en poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij gebruik werd gemaakt van inklimming en valse sleutels. De feiten vonden plaats op 30 juli 2023, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte inbraken in woningen en diefstallen uit voertuigen pleegden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte zich samen schuldig hebben gemaakt aan een reeks inbraken en diefstallen, waarbij camerabeelden en getuigenverklaringen cruciaal waren voor de bewijsvoering. De verdachte ontkende zijn betrokkenheid, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor medeplegen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden en het betalen van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen. De vordering van de officier van justitie werd in zijn geheel toegewezen, en de rechtbank heeft de verdachte ook aansprakelijk gesteld voor de schade aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/189654-23 (P)
Datum vonnis: 1 februari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1988 in [geboorteplaats],
wonende aan [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 januari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Holtslag en van wat namens verdachte door zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met een of meer anderen heeft ingebroken in een woning aan [adres 1] en uit die woning autosleutels en vier tassen met inhoud heeft gestolen;
feit 2:samen met een of meer anderen een Peugeot 307 (met kenteken [kenteken]) heeft gestolen, dan wel geheeld.
feit 3:samen met een of meer anderen heeft geprobeerd in te breken in een woning aan de [adres 2], met als doel het stelen van goederen uit die woning;
feit 4:samen met een of meer anderen een Post NL pasje, een of meer sleutels, een pet, een bril en een portemonnee heeft gestolen, dan wel geheeld;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning (gelegen aan [adres 1])
  • autosleutel(s) (behorend bij een personenauto, Peugeot 307, kenteken [kenteken]) en/of
  • vier, althans een of meer, tas(sen) met inhoud,

in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1], althans een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

feit 2
primair
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (te weten een Peugeot 307 met kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van bijbehorende sleutel de auto te starten (en weg te rijden);
subsidiair
hij, op of omstreeks 30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (te weten een Peugeot 307, met kenteken [kenteken]), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 3
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2]), alwaar hij, verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), geld en/of goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheelof ten delen aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte getracht met (ondeugdelijke) sleutel(s) de (voor)deur van voorgenoemde woning te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4
primair
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
  • een (postNL) pasje
  • een of meer sleutel(s)
  • een pet
  • een bril en/of
  • een portemonnee (met inhoud)
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair
hij op of omstreeks 30 juli 2023 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, diverse pasjes, een of meer sleutel(s), een pet, een bril en/of een portemonnee (met inhoud), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

3.De voorvragen

3.1
De geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft nietigheid van de dagvaarding bepleit ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde. Hij heeft betoogd dat onduidelijk is waar, wanneer en van wie de goederen werden weggenomen.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de dagvaarding (ook) voor dit onderdeel voldoende duidelijk is, mede gelet op de inhoud van het dossier.
De rechtbank stelt voorop dat krachtens artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) de tenlastelegging een zodanige opgave van de feiten dient te bevatten dat, in combinatie met het onderliggende procesdossier, voldoende duidelijk is waartegen verdachte zich moet verdedigen.
De rechtbank is van oordeel dat in onderhavige zaak de tenlastelegging voldoet aan de in artikel 261 Sv gestelde eisen. Van de onder feit 4 ten laste gelegde goederen is, gelet op de inhoud van het onderliggende procesdossier, waaronder de processen-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [aangever 1], voldoende concreet en duidelijk waar, wanneer en van wie de goederen werden weggenomen. Het verweer wordt verworpen. De dagvaarding is geldig.
3.2
De overige voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1, 2 primair, 3 en 4 primair wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder 1, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot het oordeel te komen dat verdachte als medepleger betrokken was.
Wat betreft het onder 2 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Ten aanzien van de feiten 3 en 4
Feiten en omstandigheden
Verdachte wordt een reeks aan diefstallen en pogingen daartoe verweten. Die zou hij samen met medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]) hebben gepleegd.
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aangiften
Op 30 juli heeft [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) aangifte gedaan van inbraak in haar woning aan [adres 1] en diefstal van haar auto. Zij verklaarde dat zij op de ochtend van 30 juli 2023 nog in bed lag toen zij de voordeur hoorde dichtslaan en hoorde dat haar auto werd gestart en wegrijdt. Toen zij beneden kwam, zag zij dat het raam aan de achterzijde van de woning openstond en dat vier tassen en de autosleutels uit haar woning waren weggenomen. Toen zij door het raam keek, zag zij dat haar auto, een Peugeot 307 met kenteken [kenteken], die zij eerder op de oprit had geparkeerd, weg was.
Eveneens op 30 juli 2023 hebben aangevers [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]),
[slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3]) en, namens [aangever 2] (hierna: [aangever 2]), [aangever 1] (hierna: [aangever 1]) aangifte gedaan van diefstal van goederen uit hun auto en, in het geval van
[slachtoffer 2], van een poging tot inbraak in zijn woning aan de [adres 2].
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zijn auto vermoedelijk niet op slot stond en dat uit zijn auto twee sleutels, waarvan één huissleutel, en een briefje van € 20,00 miste. Op camerabeelden, waarover hieronder meer, werd vastgelegd dat een persoon de woning van [slachtoffer 2] probeerde binnen te komen en dat diezelfde persoon in zijn auto heeft gezeten.
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat zijn auto geparkeerd stond op een parkeerplaats aan de [adres 3]. Hij had de auto niet afgesloten. [slachtoffer 3] miste een Post NL pasje, een sleutel, een zwarte pet van de New York Yankees, een bril van Armani en kleingeld uit zijn auto. Hij heeft bij de politie verklaard dat hij [medeverdachte] op de beelden van zijn overbuurman, aangever [slachtoffer 2], heeft herkend en dat hij een van de petten die verdachte op had heeft herkend als de pet die uit zijn auto werd weggenomen.
[aangever 1] heeft namens [aangever 2] verklaard dat zijn voertuig stond geparkeerd aan de [adres 4]. Op 30 juli 2023 omstreeks 11:00 uur liep [aangever 1] naar het voertuig en kwam zij erachter dat het voorportier niet op slot zat. Zij constateerde dat de auto was doorzocht en dat er spullen waren weggenomen. [aangever 1] miste de portemonnee van
[aangever 2], met daarin een identiteitskaart, een rijbewijs, een Rabopas op naam van
[aangever 2], kentekenbewijzen, een zorgpas van het Zilveren Kruis en ongeveer € 200,00.
Camerabeelden
Naar aanleiding van de aangiften werden camerabeelden uit de buurt bekeken. Op camerabeelden van een woning aan de [adres 5] is te zien dat op
30 juli 2023 om 05:45 uur twee personen in beeld zijn. Deze personen worden door de verbalisanten herkend als verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]). De verbalisant heeft omschreven dat verdachte gekleed was in een donkere jas en broek en dat hij slippers droeg.
Op beelden van de woning aan de [adres 6] van 30 juli 2023 om 06:46 uur worden ook twee personen waargenomen, waarvan er één herkend wordt als [medeverdachte]. De ander wordt omschreven als een brildragende man met rossig haar en een stevig postuur, die op slippers loopt. De rechtbank stelt, mede gelet op de herkenning van verdachte door verbalisant op de beelden van de woning aan de [adres 5] en zijn omschrijving van de kleding en het schoeisel van verdachte, vast dat het hier gaat om verdachte. Te zien is dat verdachte in een auto kijkt en vermoedelijk aan het portier daarvan voelt en dat [medeverdachte] naar een deur tegenover de woning op nummer [adres 6] loopt, aan de voordeur voelt en even later aan de deuren van de laadruimte van een bestelbusje voelt, dat geparkeerd staat op de oprit van de woning.
Op camerabeelden van 30 juli 2023 van het alarmsysteem van de woning van [slachtoffer 2] aan de [adres 2] is te zien dat een onbekende man, die door een verbalisant wordt herkend als [medeverdachte], om 05:52 uur naar de voordeur van de woning aan de [adres 2] loopt met een aantal sleutels in zijn handen. [medeverdachte] probeert dan met een aantal sleutels de voordeur van de woning te openen. Als dat niet lukt, vermoedelijk omdat de deur op de knip zat, loopt verdachte weer weg. Een klein uur later, om 06:47 uur, komt [medeverdachte] nogmaals in beeld. Dan is te zien dat hij in de richting van de bij de woning geparkeerde Audi van [slachtoffer 2] loopt, het portier aan de bestuurderskant opent en in de auto stapt.
Aanhouding verdachten
Op 30 juli 2023 omstreeks 08:30 uur ziet een verbalisant twee personen in de als gestolen opgegeven Peugeot 307 met kenteken [kenteken] rijden. De verbalisant herkent direct [medeverdachte] als bestuurder van de auto. Er ontstaat een achtervolging. Tijdens de achtervolging verlaat de tweede persoon de auto. De verbalisant herkent op dat moment deze persoon als verdachte. Na enige tijd kunnen verdachte en medeverdachte worden aangehouden.
Bij zijn aanhouding had [medeverdachte] een zwart schoudertasje om. Dit tasje werd in beslaggenomen voor onderzoek. In het tasje werden onder meer een identiteitsbewijs, meerdere passen en een rijbewijs op naam van [aangever 2] aangetroffen. In de Peugeot 307 met kenteken [kenteken], werd in het dashboardkastje het Post NL pasje van [slachtoffer 3] aangetroffen. Ook werden in de auto een New York Yankees pet aangetroffen en pasjes en meerdere tassen. De tassen bleken later van [slachtoffer 1] te zijn. De pet is herkend door aangever [slachtoffer 3].
Verklaringen verdachten
Verdachte heeft bij de politie elke betrokkenheid bij de feiten ontkend. Wel heeft hij verklaard dat hij op de avond van 29 juli 2023 bij de zus van [medeverdachte] in [plaats 1] was en dat [medeverdachte] daar ook was.
[medeverdachte] heeft echter verklaard dat hij, samen met verdachte, heeft ingebroken in de woning van [slachtoffer 1] en dat hij en verdachte haar auto hebben weggenomen.
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat uit de vastgestelde feiten en omstandigheden volgt dat verdachte en [medeverdachte] zich samen hebben schuldig gemaakt aan een reeks inbraken en pogingen daartoe. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op camerabeelden is te zien dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op 30 juli 2023 enkele minuten voorafgaand aan de poging tot woninginbraak bij [slachtoffer 2] in de directe nabijheid van die woning liepen. Ook is te zien dat zowel [medeverdachte] als verdachte een uur later, ten tijde van de diefstal uit de auto van [slachtoffer 2], opnieuw op camerabeelden aan de [plaats 2] verschijnen. Allebei voelen zij aan portieren van auto’s, kennelijk met het doel om na te gaan of deze op slot zitten en, wanneer dat niet het geval is, spullen uit die auto’s weg te nemen.
Uit de camerabeelden van de [adres 2], bezien in samenhang met de aangifte van [slachtoffer 2], volgt dat [medeverdachte] sleutels en een contant geldbedrag van € 20,00 uit de auto van [slachtoffer 2] heeft weggenomen en dat hij heeft geprobeerd om de woning van [slachtoffer 2] binnen te komen. Uit het aantreffen van het Post NL pasje in de Peugeot 307, waarin verdachte en [medeverdachte] reden voorafgaand aan hun aanhouding, in samenhang bezien met de aangifte van [slachtoffer 3], volgt dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan het wegnemen van het Post NL pasje, een sleutel, een zwarte pet, een bril van Armani en kleingeld uit de auto van [slachtoffer 3]. Verdachte heeft zich naar het oordeel van de rechtbank ook schuldig gemaakt aan het wegnemen van meerdere passen en een contant geldbedrag van ongeveer € 200,00 uit de auto van [aangever 2]. Dat volgt naar het oordeel van de rechtbank uit het feit dat [medeverdachte] bij zijn aanhouding een identiteitsbewijs, bankpassen en een rijbewijs op naam van [aangever 2] onder zich had, in samenhang bezien met de aangifte van [aangever 1].
[medeverdachte] is zonder toestemming en medeweten van [slachtoffer 1] haar woning binnengegaan en heeft haar autosleutels en vier tassen gestolen. Verdachte was daarbij aanwezig en beide verdachten zijn vervolgens in de auto van [slachtoffer 1] naar Zwolle gereden alwaar zij, na een achtervolging, werden aangehouden.
Medeplegen
De raadsman heeft betoogd dat verdachte wellicht bij een deel van de feiten aanwezig was, maar dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking, zodat niet van medeplegen kan worden gesproken.
De rechtbank is van oordeel dat wel sprake was van medeplegen. Zij overweegt daartoe dat verdachte en [medeverdachte] samen in [plaats 1] waren ten tijde van de diefstallen, waarbij aan autoportieren werd gevoeld, kennelijk om na te gaan of deze op slot waren. Het vorenstaande, bezien in samenhang met de bekennende verklaring van [medeverdachte] en het feit dat verdachte korte tijd na de inbraken samen met [medeverdachte] in de gestolen auto van [slachtoffer 1] werd gezien, waarin gestolen goederen van aangevers [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [aangever 2] werden aangetroffen, maakt dat de rechtbank de overtuiging heeft bekomen dat tussen verdachte en [medeverdachte] sprake was van een zodanige bewuste en nauwe samenwerking bij de uitvoering van een vooropgezet plan, dat sprake is van medeplegen ten aanzien van de onder 1, 2 primair , 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten.
Gelet op het bovenstaande, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de onder 1, 2 primair, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten onder 1, 2 primair, 3 en 4 primair heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij opof omstreeks30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen, uit een woning (gelegen aan [adres 1])
  • autosleutel(s)(behorend bij een personenauto, Peugeot 307, kenteken [kenteken]) en/of
  • vier, althans een of meer,tas(sen)met inhoud,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [slachtoffer 1], althans een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorden heeft/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/ofzijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijfheeft/hebben verschaft en/ofdie weg te nemen goederen onderzijn/haar/hun bereikheeft/hebben gebracht door middel vanbraak, verbreking en/ofinklimming;
feit 2
primair
hij opof omstreeks30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen, een auto (te weten een Peugeot 307 met kenteken [kenteken]),in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde heeft/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/ofzijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijfheeft/hebben verschaft en/ofdie weg te nemen auto onderzijn/haar/hun bereikheeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van bijbehorende sleutel de auto te starten(en weg te rijden);
feit 3
hij opof omstreeks30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en/ofzijn mededader(s)voorgenomen misdrijf omin/uit een woning(gelegen aan de [adres 2]), alwaarhij,verdachte en/ofzijn mededader(s)zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), geld en/of goederen naar zijn gading,in elk geval enig goed, datdiegeheelof ten delenaan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf en/of dat/die weg te nemen goed(eren)onderzijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte getracht met een(ondeugdelijke)sleutel(s)de(voor)deur van voorgenoemde woning te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;feit 4
primair
hij opof omstreeks30 juli 2023 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen,
  • een (postNL) pasje
  • een of meersleutel(s)
  • een pet
  • een bril en/of
  • een portemonnee(met inhoud)
in elk geval enig goed, datdie geheelof ten deleaan [slachtoffer 3], [slachtoffer 2]en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 2 primair
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3
het misdrijf:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 4 primair
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden, met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een (deels) onvoorwaardelijke taakstraf passend is.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met [medeverdachte] schuldig gemaakt aan het medeplegen van een woninginbraak, het medeplegen van een poging tot woninginbraak, medeplegen van diefstal van een auto en het medeplegen van een reeks diefstallen uit auto’s, waarbij medeverdachte [medeverdachte] de leiding nam. Verdachte heeft bij het plegen van deze feiten enkel zijn eigen gewin voor ogen gehad en geen rekening gehouden met de gevolgen daarvan voor de slachtoffers. Dergelijke feiten zorgen voor hinder en praktische problemen en dragen bovendien bij aan gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en bij de maatschappij in het algemeen. Het gaat om een reeks kwalijke feiten en de rechtbank rekent verdachte dit aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 8 januari 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke en andere strafbaar feiten.
De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsrapport van 12 december 2023, opgemaakt door [naam 1], reclasseringsmedewerker, en ondertekend door [naam 1] en [naam 2], Unitmanager. De reclassering heeft laten weten slechts een summier en enigszins gedateerd advies te kunnen uitbrengen, omdat verdachte geen medewerking wilde verlenen en geen toestemming gaf om referenten te raadplegen. In het reclasseringsrapport staat onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende. Verdachte kent een uitgebreide justitiële geschiedenis waarbij vooral de middelengerelateerde delicten (rijden onder invloed en bezit van/handel in drugs) en de vermogensdelicten (veelal in vereniging, al dan niet in combinatie met geweld) opvallen. De huidige verdenking maakt onderdeel uit van een patroon van in vereniging en onder invloed gepleegde vermogensdelicten. In het verleden werd bij verdachte een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld evenals een stoornis in het gebruik van alcohol en drugs en een licht verstandelijke beperking. Momenteel worden door zowel de reclassering als de begeleiding vanuit Humanitas DMH signalen gezien van beïnvloedbaarheid/beperkte weerbaarheid ten aanzien van negatieve/criminele contacten en middelengebruik. Verdachte beschikt bovendien over een beperkt zelfinzicht, bagatelliseert zijn problemen enigszins en is genegen zijn situatie rooskleuriger te schetsen dan deze in werkelijkheid is. Verdachte werkt op geen enkele manier mee en houdt zich niet voldoende aan afspraken vanuit de lopende taakstraf waarvoor hem begin december 2023 een officiële waarschuwing is gegeven. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. De reclassering heeft, gelet op het bovenstaande, geadviseerd tot het opleggen van een onvoorwaardelijke straf, daar geen mogelijkheden worden gezien om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen vanwege zijn niet-meewerkende houding.
Gezien de ernst en veelheid van de gepleegde feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht, alles overwegend, conform de eis van de officier van justitie, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
(feit 3 en 4) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 20,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- vervangen cilinderslot woning (schadebedrag onbekend);
- sleutels bij laten maken (bedrag onbekend);
- alarmkastje studio (bedrag onbekend);
- € 20,00 aan contant geld.
Benadeelde partij [aangever 2]
(feit 4) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 597,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- portemonnee (€ 25,00);
- kentekenpasjes auto, camper en motor (€ 103,50);
- Ray-Ban zonnebril (€ 219,00);
- € 250,00 aan contant geld.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] op het standpunt gesteld dat de het gevorderde bedrag aan contant geld, te weten € 20,00 (feit 4), kan worden toegewezen en dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn vordering vanwege het gebrek aan onderbouwing daarvan.
Wat betreft de vordering van [aangever 2] heeft de officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij zijn vordering onvoldoende heeft onderbouwd en heeft zij de rechtbank verzocht het schadebedrag vast te stellen op € 200,00.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat [slachtoffer 2] en [aangever 2] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vorderingen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 4 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost betreffende het contante geldbedrag van € 20,00 is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 20,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de onder de posten ‘vervangen cilindersloten’, ‘laten bijmaken sleutels’ en ‘alarmkastje studio’ opgevoerde schade onvoldoende is komen vast te staan, omdat de schade onvoldoende is gesteld en niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
Benadeelde partij [aangever 2]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 4 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost betreffende het contante geldbedrag van € 250,00 is onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 250,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de onder de posten ‘portemonnee’, ‘kentekenpasjes auto, camper en motor’ en ‘Ray-Ban zonnebril’ opgevoerde schade onvoldoende is komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering
niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 3 en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 2, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3, het misdrijf:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 4, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van 7
(zeven) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
benadeelde partij [slachtoffer 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 20,00(bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 4) van een bedrag van € 20,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 20,00, (zegge: twintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
benadeelde partij [aangever 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 250,00(bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 2] (feit 4) van een bedrag van € 250,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 250,00, (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. M. ter Riet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023350454 van 23 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 30 oktober 2023, losbladig, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Ik wil wat verklaren over die inbraken en die achtervolging in Zwolle. Dat was ik allemaal, maar ik was niet alleen. Ik ben toen ook samen met diegene een woning in geweest. Wij zijn toen niet boven geweest, maar hebben wel allemaal spullen meegenomen uit dat huis. Ook de autosleutels van die auto, die hebben wij meegenomen. Wij zijn toen met die auto naar Zwolle gegaan, naar de wij wijk waar mijn maat woont. Dit is in Dieze-Oost. (…) Ik heb mijn maat eerst nog wel uit de auto gelaten en ben toen met vol gas doorgereden. (…)Ik heb in die auto gereden en dat is dus helemaal mijn schuld, maar die diefstal uit de woning waren wij samen.
(…) V: Weet jij nog wanneer deze diefstal uit de woning is geweest?
A: eind juli.
V: Was dat toen dezelfde dag, als toen met die auto, groene Peugeot, waarover je verklaarde?
A: Ja
V: wie heeft de autosleutels in die woning gepakt?
A: Dat was [verdachte].
(...) V: Wie is die maat, waarover jij het hebt?
A: [verdachte] , woont in Dieze-Oost bij de sportschool bij het gesticht met die kleine kamertjes.(…)
2. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 30 juli 2023, pagina’s 43 en 44, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit: Gekwalificeerde diefstal in/uit woning (woninginbraak)
Plaats delict: [adres 1]
Pleegdatum/tijd: Tussen zondag 30 juli 2023 om 05:00 uur en zondag 30 juli 2023 om 07:00 uur
(…)
lk lag te slapen. lk hoorde dat de voordeur dichtsloeg. lk hoorde direct dat mijn auto startte en wegrijden. (…) Hierop ben ik naar beneden gelopen. ik zag beneden dat het raam aan de achterzijde open stond. Ook zag ik dat mijn werktas en twee privetassen weggenomen waren. De werktas is rood van kleur en de privetassen zijn zwart van kleur. In de rode werktas zat mijn portemonnee met bankpas, creditcard, rijbewijs, toegangspas van mijn werk en andere pasjes. (…) lk zag dat de autosleutels weg waren. Ik zag dat de auto weg was.(…)
3. het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [slachtoffer 1] van 31 juli 2023 pagina’s 46 tot en met 49, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) V: Was dat raam dicht toen u naar bed ging?
A: Ja, volgens mij wel. Overdag staat het raam open en ' s avonds doen we het raam altijd dicht. Maar het zou kunnen dat het raam niet helemaal goed dicht heeft gezeten.
(…) V: Waar stonden de drie tassen die zijn weggenomen?
A: Het zijn vier tassen. Die tassen stonden alle vier op de eettafelstoel, naast de dressoir. De dressoir staat in de achterkamer naast de eethoek. Dat is maar een paar stappen vanaf het raam.
(…) V: Dan ziet u dat de auto weg is. Welke merk, type, kleur en kenteken van de auto is weg?
A: Een groene Peugeot 307 met het kenteken [kenteken].
V: Stond de auto afgesloten op de oprit?
A: Ja.
V: Hoe laat heeft u de auto geparkeerd op de oprit?
A: Dat was op zaterdag 29 juli 2023 omstreeks 24:00 uur. Ik weet zeker dat ik hem op slot heb gedaan.(…)
4. het proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2023, pagina’s 77 tot en met 80, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant [verbalisant 1], verklaar het volgende:
Op zondag 30-07-2023 omstreeks 08:30 uur was ik belast met een noodhulpdienst in de gemeente Zwolle. (…) Kort hiervoor was er een melding uitgegeven door het operationele centrum ( OC) dat een aangever er achter kwam dat er bij hem in zijn woning in [plaats 1] was ingebroken en de autosleutels waren weggenomen. De auto, een groene Peugeot 307 met kenteken [kenteken], was vervolgens weggenomen vanaf de oprit. (…)
Aangezien er de afgelopen dagen meerdere inbraken waren geweest in Zwolle waarbij de modus operandi hetzelfde was kreeg ik het vermoeden dat het mogelijk om [medeverdachte] geboren op [geboortedatum 2]-1994 zou kunnen gaan. In Zwolle stond hij namelijk op camerabeelden bij een inbraak waarbij ook een auto was weggenomen. Ik kreeg van collega [verbalisant 2] een foto van een beveiligingscamera van vlak bij de inbraak/autodiefstal in [plaats 1]. Ik herkende de persoon direct als bovengenoemde [medeverdachte]. (…) Ik zag mij een groene Peugeot 307 met kenteken [kenteken] tegemoet komen rijden. Ik herkende de auto direct aan het kenteken als de weggenomen Peugeot uit [plaats 1]. Ik zag in het voertuig twee personen zitten. De bestuurder herkende ik direct als de mij ambtshalve bekende en eerder genoemde [medeverdachte]. (…)
Ik zag dat de Peugeot plots stopte op de kruising Rijnlaan met de Waallaan. Ik zag dat de bijrijdersdeur open ging en zag de bijrijder uitstappen. Ik herkende deze direct als de mij ambtshalve bekende [verdachte]. (…) Vervolgens kon ik samen met collega Velten verdachte [medeverdachte] aanhouden. (…) Toen ik terug liep richting de ongeval locatie zag ik op de stoep Verdachte [verdachte] aan komen lopen welke kort daarvoor uit de auto was gestapt. Hierop heb ik samen met collega [verbalisant 3] verdachte [verdachte] aangehouden.(…)
5. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 30 juli 2023, pagina’s 53 tot en met 55, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Gekwalificeerde diefstal in/uit woning ( poging)
Plaats delict: [adres 2], binnen de gemeente Zwartewaterland
Pleegdatum/tijd : Op zondag 30 juli 2023 om 08:12 uur
(…) Op zondag 30 juli 2023 zag ik op mijn telefoon dat het alarmsysteem veel beweging bij de deur had geregistreerd. Toen ik de beelden bekeek zag ik een onbekende man bij de voordeur staan. Ik zag dat hij met een sleutelbos in zijn hand stond. Ik zag dat hij probeerde de deur te openen met de sleutels aan de bos. Ik zag dat dit niet lukte en de man uiteindelijk wegliep. Ik zag op andere camerabeelden dat de man welke ik zojuist voor mijn deur zag staan ook in mijn auto heeft gezeten. Toen ik later bij de auto kwam zag ik dat er enkele spullen uit de auto mistte waaronder twee sleutelbossen. Hier zitten sleutels aan voor de schuurdeur met tag " jara" en een sleutel voor een opslagplaats met een alarmkastje.(…) Ik zag dat een briefje van 20 euro uit het vakje boven de versnellingspook was gehaald. (…)
6. het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [slachtoffer 2] van 31 juli 2023, pagina’s 56 tot en met 59, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) A: In mijn auto lag een huissleutel. Hij heeft die sleutel geprobeerd. Maar omdat de voordeur op de knip zat, kon hij niet naar binnen.
(…) V: Was de auto afgesloten?
A: Dat denk ik niet, want ik zag op de beelden dat hij aan het portier trok en dat het portier gelijk open ging.
(…)V: Kunt u de afzonderlijke sleutelbossen beschrijven, zoals hoeveel sleutels, soort sleutels, hoe ze bij elkaar worden gehouden?
A: Het betreffen eigenlijk twee losse sleutels met een sleutelhanger er aan.(…)
7. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 30 juli 2023, pagina’s 62 tot en met 64, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Diefstal uit/vanaf personenauto
Plaats delict : De [adres 3], [plaats 1], binnen de gemeente Zwartewaterland
Pleegdatum/tijd : Tussen zaterdag 29 juli 2023 om 23:00 uur en zondag 30 juli 2023 om 12:30 uur
(…) Op zaterdag 29 juli 2023 omstreeks 23.00 uur zette ik mijn auto op de parkeerplaats aan de [adres 3] ter hoogte van huisnummer 57 te [plaats 1]. Ik sloot mijn auto niet af en ben naar huis gegaan. (…) Hierop ben ik na mijn auto toegelopen en zag ik dat deze doorzocht was. Ik zag dat er wat kleingeld uit een vakje was gehaald en dat de autopapieren uit het kastje waren gehaald. (…) Anders dan het POSTNL pasje is er verder niets weggenomen.(…)
8. het proces-verbaal aanvullend verhoor van [slachtoffer 3] van 31 juli 2023, pagina’s 67 tot en met 69, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)V: U geeft aan dat er wat kleingeld uit een vakje is gehaald. Waar lag dat kleingeld precies in de auto?
A: Dat lag in de middenconsole bij de versnellingspook, waar ook een huissleutel lag.
V: Uit welk kastje zijn de autopapieren precies gehaald?
A: Dat is uit het handschoenenkastje. Mijn auto heeft daar een open vakje voor de bijrijdersplaats.
(…)A: In eerste instantie leek er niet veel weg te zijn. Later bleek er echter toch nog wel iets te missen, namelijk een hussleutel van een vriend van mij, waaraan een flesopener sleutelhanger zat van Kroatië. (…) Verder ben ik nog een zwarte pet kwijt. Opschrift NeyYork Yankees. ( N en de Y door elkaar heen geborduurd). (…) Op een filmpje van de overbuurman, [slachtoffer 2], heeft die man mijn zwarte pet op. Die pet heeft hij uit mijn auto gehaald. Tevens herken ik die man, als [medeverdachte]. Volgens mij is zijn achternaam [medeverdachte], maar dat weet ik niet zeker, omdat hij misschien de achternaam van zijn andere ouder heeft. Ik ken [medeverdachte] via zijn nicht. Ik weet dat zijn zusje in [plaats 1] woont. (...) Verder mis ik nog een Armani bril, type Emporio Armani ter waarde van 700 euro.(...)
9. het proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] van 30 juli 2023 pagina’s 70 tot en met 72, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Diefstal uit/vanaf andere vervoermiddelen
Plaats delict : [adres 4], [plaats 1], binnen de gemeente Zwartewaterland
Pleegdatum/tijd : Tussen zondag 30 juli 2023 om 11:52 uur en zondag 30 juli 2023 om 13:15 uur
(…) "Op 30 juli 2023 omstreeks 11:00 uur ' s ochtends, liep ik naar mijn voertuig. (…) Ik voelde aan mijn voertuigportier. Ik zag en voelde dat deze niet op slot zat. (...) Ik keek in het middenconsole. Ik zag dat de portemonnee van mijn man miste. (…) In zijn portemonnee zaten de volgende spullen.
- Identiteitskaart.
- Rijbewijs.
- Rabo Bankpas staat op: [slachtoffer 4].
- Zorgpas van het Zilverenkruis.
- Ongeveer 200,00 euro, maar dit bedrag weet mijn man niet zeker.(…)
10. het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 223, pagina’s 118 en 119, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Wij verbalisanten zagen dat de verdachte een zwart schouder tasje om had. (…) Wij verbalisanten zagen dat er in dit tasje verschillende goederen zaten. Wij verbalisanten zagen dat er een mapje in dat tasje had gezeten waarin verschillende documenten zoals een identiteitsbewijs, bankpassen en rijbewijs op naam van [slachtoffer 4].(…)

11. het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2023, pagina’s 120 en 121, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

(…) Op de vloermat aan de bestuurdersmat lag een blauwe New York Yankees pet op de bijrijdersmat (...). Verdachte [medeverdachte] droeg een soortgelijke pet en jas als waarop hij op de foto van de beveiligingscamera was te zien nabij de inbraak in [plaats 1]. Verder trof ik in het dashboardkastje een Post NL pas op naam van [slachtoffer 3]. In de middenconsole en dashboardkastje trof ik diverse passen aan op naam van de tenaamgestelde van de weggenomen auto. Ook lagen er diverse tassen in.(…)

12. het proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2023, pagina’s 140 tot en met 142, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Om 05:52:49 uur zie ik dat de man naar de voordeur loopt
Om 05:53:06 uur zie ik dat de man iets aan het doen is bij de voordeur.
Om 05:53:24 uur zie ik dat de man richting de voordeur leunt met zijn lichaam.
Dit doet hij hierna nog een keer.
Om 05:53:41 uur zie ik de man weer weglopen van de voordeur.
(…) Ik zie dat de man twee petten op heeft. Ik zie een tweede klep onder de pet zoals hierboven beschreven. Beiden zwart van kleur.
Ik zie dat de man sleutels in zijn handen heeft.
(…)Om 05:53:09 zie ik dat de man een aantal sleutels bekijkt, welke hij in zijn handen heeft. Ik zie dat de man een aantal sleutels op de voordeur past. (…) Op de beelden zie ik, rechtsboven in beeld, de datum 30 juli 2023, met als begintijdstip 06:47:35 uur. Ik zie dat het wederom de camera betreft welke gericht staat op de voordeur en de oprit. (…) Ik zie dat de man aan de bestuurderskant in de auto stapt.(…)
13. het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2023, pagina’s 96 tot en met 98, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Zondag 30 juli 2023, zijn er door aangever bewakingsbeelden beschikbaar gesteld van een poging inbraak in zijn woning en een inbraak in zijn personenauto van het merk Audi. (...) Ik bekeek het de bewakingsbeelden en zag een verdachte op de oprit liep van de woning. Ik zag dat de verdachte gekleed was in een bruine jas met bont aan de randen, donkere pet, korte broek en wit gekleurde gympen. Ik herkende direct de voor mij ambtshalve bekende:
Veelpleger [medeverdachte].(…)
14. het proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2023, pagina’s 99 en 100
(…) De deurbel bewakingsbeelden waren opgenomen op de [adres 5].
(…) Ik herkende op de bewakingsbeelden de voor mij ambtshalve bekenden:
August roepnaam [medeverdachte] , gekleed in een bruine jas, met aan de zijkanten bond, korte broek, donkere pet, lichte schoenen.
[verdachte], gekleed in een donkere jas en broek en slippers als schoeisel.(...)
15. het proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2023, pagina’s 152 tot en met 154, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Op de beelden van de [adres 7] is het volgende te zien:
(…) Om 05:45:18 uur komt er een tweede man ( hierna persoon 2) in beeld.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
- Man
- Stevig postuur.
- Brildragend.
- Rossing kort haar
- Baard
- Donkere kleding
- heeft slippers aan
Ik zie dat persoon 2 in een donkerkleurig voertuig kijkt, welke voor de woning met camera geparkeerd staat. (…)
(…)Om 05:45:23 uur zie ik dat persoon 2, met zijn rechterhand, richting de portier, aan de passagierszijde, van het voertuig reikt. Persoon 1 herken ik van de beelden van de [adres 2]. Dit betreft dezelfde man.
Ik zie vervolgens dat beide personen samen verder lopen.
(…) Op de beelden van de [adres 6] is het volgende te zien:
In beeld staat de datum 30 juli 2023 met als begintijdstip 06:46:45 uur.
Ik zie een man in beeld verschijnen welke ik herken van de beelden van de [adres 2]. Ik zie dat de man in de richting van de camera kijkt. Ik zie dat de man naar en deur loopt en aan de deur voelt.
Vervolgens zie ik de man weer richting de straat lopen. De man stopt en voelt aan de deuren van de laadruimte van een transporter. Deze transporter staat geparkeerd op de oprit van de woning tegenover nummer 37.(…)