Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk ACP, type 32, kaliber 9 mm en/of munitie van Categorie 3 onder 2 vande Wet wapens en munitie (te weten een of meer 9mm patronen, althans munitie)
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie, voorhanden heeft/hebben gehad.
3.De bewijsmotivering
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk ACP, type 32, kaliber 9 mm en munitie van Categorie 3 onder 2 van de Wet wapens en munitie (te weten 9mm patronen)
zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie, voorhanden heeft gehad.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;