Op 31 januari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring van de besloten vennootschap [verweerder] B.V., ingediend door [verzoekster] B.V. Het verzoekschrift was op 22 december 2023 ingediend door de advocaat mr. L. Meijerink. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rekening-courantvordering van verzoekster inmiddels is voldaan, maar dat het geschil zich richt op de achterstallige management fee en incassokosten. Verzoekster stelt dat [verweerder] in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen, terwijl [verweerder] betwist dat de vordering van verzoekster nog bestaat. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekster te snel het faillissement heeft aangevraagd en dat zij beter haar vorderingsrechten in een bodemprocedure had kunnen laten toetsen. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring afgewezen en verzoekster veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op € 676,00.