Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de wijziging/vermeerdering van eis;
- de producties 1 tot en met 3 van [gedaagde] ;
- de aanvullende productie 9 van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 2 oktober 2024, waar partijen met hun advocaten zijn verschenen en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] .
* Dagen voorlopig bespreekbaar wanneer kinderen bij welke ouder zijn, daarna ouder rooster maken.(…)
* Dierenarts kosten worden gedeeld door de helft door beide ouders.- [naam hondje] gaat naar ouder waar kinderen ook zijn.(…)’.
4.Het geschil
I. tot nakoming van de afspraak over de verblijfplaats van hond [naam hondje] uit de overeenkomst van partijen van 21 februari 2024, op straffe van een dwangsom;
II. tot betaling van een boete van € 2.000,00 bij het niet nakomen van de afspraak als bedoeld onder I;
III. de kinderen bij [eiser] op te halen en terug te brengen, tot de rechter in de bodemprocedure anders heeft beslist, op straffe van een dwangsom;
IV. tot betaling van de proceskosten.
5.De standpunten van partijen en de beoordeling daarvan
voldoende aannemelijkzijn en dat het ook in
voldoende mate waarschijnlijkis dat die vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering is in kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
ik heb deze namelijk nodig voor de rechtbank’. Met andere woorden: koper was op de hoogte van een juridische procedure die werd gevoerd waarin de kwestie rond [naam hondje] ook speelde, welke kennis bij een eventueel beroep op derdenbescherming door de koper zal worden beoordeeld.
6.De beslissing
€ 100,00 per dag of dagdeel voor het niet meegeven van [naam hondje] met de kinderen en de zorgregeling, tot een maximum van € 2.500,00;