Verzoekers voeren – samengevat - aan:
-dat het college niet bevoegd was en is om de gevraagde omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e, van de Wabo te verlenen nu uit de jurisprudentie blijkt dat het college daartoe niet bevoegd is als het beoogde gebruik binnen de reikwijdte van diezelfde bepaling onder a, onder 2e valt, maar daarvoor, gelet op het terzake gevoerde beleid, geen omgevingsvergunning kan worden verleend;
-dat het college niet heeft onderkend dat de aanvraag voorziet in de bouw van 5 extra huisjes;
-dat het bestreden besluit aanzienlijke (financiële) gevolgen heeft voor omwonenden en verhuurders van recreatiewoningen. Zij voelen zich vanwege hun veiligheid genoodzaakt om hekken en camera’s op en rondom hun percelen te installeren;
-dat de negatieve gevolgen voor de sociale veiligheid, gezondheid, stress en angst van omwonenden onvoldoende zijn onderzocht en meegewogen in de Besluitvorming;
-dat er sprake is van schending met het vertrouwensbeginsel, aangezien verzoekers erop hebben vertrouwd dat op deze locatie geen “veiligelanders” zullen worden gehuisvest;
-dat er sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject als bedoeld in artikel D11.2, kolom 1 van de bijlage bij het Besluit mer en om die reden een mer-beoordeling verplicht is;
-dat de ladder voor duurzame verstedelijking ten onrechte achterwege is gebleven;
-dat het initiatief in strijd is met provinciaal beleid;
-dat het college de zienswijzen van verzoekers voor zover deze zien op de aanwezige strijdigheid met artikel 2.1.3 van de Omgevingsverordening Overijssel 2017 niet (deugdelijk) in de Zienswijzenota is weerlegd;
-dat het initiatief in strijd is met het gemeentelijk beleid;
-dat met de sociale veiligheid in de onderhavige kwestie ten onrechte geen, dan wel volstrekt onvoldoende rekening is gehouden;
-dat het college heeft nagalaten om alternatieve locaties serieus te onderzoeken en volstrekt niet duidelijk is waarom de gekozen locatie de beste optie is;
-dat de brandveiligheid in het kader van de voorgenomen ontwikkeling en de gekozen locatie onvoldoende is onderzocht en meegewogen;
-dat er geen sprake is geweest van een deugdelijke/zorgvuldige belangenafweging.